1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
10001 Joz 10:35 | de scherpte des zwaards, en alle ziel, die daarin was,
10002 Joz 10:36 | 36 Daarna toog Jozua op, en gans Israel met hem; van
10003 Joz 10:36 | van Eglon naar Hebron, en zij krijgden tegen haar. ~
10004 Joz 10:37 | 37 En zij namen haar in, en sloegen
10005 Joz 10:37 | 37 En zij namen haar in, en sloegen haar met de scherpte
10006 Joz 10:37 | koning als al haar steden, en alle ziel, die daarin was;
10007 Joz 10:37 | wat hij Eglon gedaan had; en hij verbande haar, en alle
10008 Joz 10:37 | had; en hij verbande haar, en alle ziel, die daarin was. ~
10009 Joz 10:38 | 38 Toen keerde Jozua, en gans Israel met hem, naar
10010 Joz 10:38 | Israel met hem, naar Debir, en hij krijgde tegen haar. ~
10011 Joz 10:39 | 39 En hij nam haar in, met haar
10012 Joz 10:39 | haar in, met haar koning, en al haar steden, en zij sloegen
10013 Joz 10:39 | koning, en al haar steden, en zij sloegen haar met de
10014 Joz 10:39 | de scherpte des zwaards, en verbanden alle ziel, die
10015 Joz 10:39 | alzo deed hij aan Debir en haar koning, en gelijk als
10016 Joz 10:39 | aan Debir en haar koning, en gelijk als hij aan Libna
10017 Joz 10:39 | gelijk als hij aan Libna en haar koning gedaan had; ~
10018 Joz 10:40 | ganse land, het gebergte, en het zuiden, en de laagte,
10019 Joz 10:40 | gebergte, en het zuiden, en de laagte, en de aflopingen
10020 Joz 10:40 | het zuiden, en de laagte, en de aflopingen der wateren,
10021 Joz 10:40 | aflopingen der wateren, en al hun koningen; hij liet
10022 Joz 10:41 | 41 En Jozua sloeg hen van Kades-Barnea
10023 Joz 10:41 | sloeg hen van Kades-Barnea en tot Gaza toe; ook het ganse
10024 Joz 10:41 | ook het ganse land Gosen, en tot Gibeon toe. ~
10025 Joz 10:42 | 42 En Jozua nam al deze koningen
10026 Joz 10:42 | Jozua nam al deze koningen en hun land op eenmaal; want
10027 Joz 10:43 | Toen keerde Jozua weder, en gans Israel met hem, naar
10028 Joz 11:1 | Jobab, den koning van Madon, en tot den koning van Simron,
10029 Joz 11:1 | tot den koning van Simron, en tot den koning van Achsaf, ~
10030 Joz 11:2 | 2 En tot de koningen, die tegen
10031 Joz 11:2 | noorden op het gebergte, en op het vlakke, tegen het
10032 Joz 11:2 | het zuiden van Cinneroth, en in de laagte, en in Nafoth-Dor,
10033 Joz 11:2 | Cinneroth, en in de laagte, en in Nafoth-Dor, aan de zee
10034 Joz 11:3 | Kanaanieten tegen het oosten en tegen het westen, en de
10035 Joz 11:3 | oosten en tegen het westen, en de Amorieten, en de Hethieten,
10036 Joz 11:3 | westen, en de Amorieten, en de Hethieten, en de Ferezieten;
10037 Joz 11:3 | Amorieten, en de Hethieten, en de Ferezieten; en de Jebusieten
10038 Joz 11:3 | Hethieten, en de Ferezieten; en de Jebusieten op het gebergte,
10039 Joz 11:3 | Jebusieten op het gebergte, en de Hevieten onder aan Hermon,
10040 Joz 11:4 | 4 Dezen nu togen uit, en al hun heirlegers met hen;
10041 Joz 11:4 | der zee is, in veelheid; en zeer vele paarden en wagens. ~
10042 Joz 11:4 | veelheid; en zeer vele paarden en wagens. ~
10043 Joz 11:5 | koningen werden vergaderd, en kwamen en legerden zich
10044 Joz 11:5 | werden vergaderd, en kwamen en legerden zich samen aan
10045 Joz 11:6 | 6 En de HEERE zeide tot Jozua:
10046 Joz 11:6 | paarden zult gij verlammen, en hun wagenen met vuur verbranden. ~
10047 Joz 11:7 | 7 En Jozua, en al het krijgsvolk
10048 Joz 11:7 | 7 En Jozua, en al het krijgsvolk met hem,
10049 Joz 11:7 | aan de wateren van Merom, en zij overvielen hen. ~
10050 Joz 11:8 | 8 En de HEERE gaf hen in de hand
10051 Joz 11:8 | hen in de hand van Israel, en zij sloegen hen, en joegen
10052 Joz 11:8 | Israel, en zij sloegen hen, en joegen hen na tot groot
10053 Joz 11:8 | na tot groot Sidon toe, en tot Misrefoth-maim, en tot
10054 Joz 11:8 | en tot Misrefoth-maim, en tot het dal Mizpa tegen
10055 Joz 11:8 | Mizpa tegen het oosten; en zij sloegen hen, totdat
10056 Joz 11:9 | hun paarden verlamde hij, en hun wagenen verbrandde hij
10057 Joz 11:10 | 10 En Jozua keerde weder ter zelver
10058 Joz 11:10 | keerde weder ter zelver tijd, en hij nam Hazor in, en haar
10059 Joz 11:10 | tijd, en hij nam Hazor in, en haar koning sloeg hij met
10060 Joz 11:11 | 11 En zij sloegen alle ziel, die
10061 Joz 11:11 | niets over, dat adem had; en Hazor verbrandde hij met
10062 Joz 11:12 | 12 En Jozua nam al de steden dezer
10063 Joz 11:12 | steden dezer koningen in, en al haar koningen, en hij
10064 Joz 11:12 | in, en al haar koningen, en hij sloeg hen met de scherpte
10065 Joz 11:14 | 14 En al den roof dezer steden,
10066 Joz 11:14 | al den roof dezer steden, en het vee, roofden de kinderen
10067 Joz 11:15 | gebood Mozes aan Jozua; en alzo deed Jozua; hij deed
10068 Joz 11:16 | dat land in, het gebergte, en al het zuiden, en al het
10069 Joz 11:16 | gebergte, en al het zuiden, en al het land van Gosen, en
10070 Joz 11:16 | en al het land van Gosen, en de laagte, en het vlakke
10071 Joz 11:16 | van Gosen, en de laagte, en het vlakke veld, en het
10072 Joz 11:16 | laagte, en het vlakke veld, en het gebergte Israels, en
10073 Joz 11:16 | en het gebergte Israels, en zijn laagte. ~
10074 Joz 11:17 | hun koningen nam hij ook, en sloeg hen, en doodde hen. ~
10075 Joz 11:17 | nam hij ook, en sloeg hen, en doodde hen. ~
10076 Joz 11:21 | dier tijde nu kwam Jozua, en roeide de Enakieten uit,
10077 Joz 11:21 | Hebron, van Debir, van Anab, en van het ganse gebergte van
10078 Joz 11:21 | ganse gebergte van Juda, en van het ganse gebergte van
10079 Joz 11:22 | zij over te Gaza, te Gath, en te Asdod. ~
10080 Joz 11:23 | tot Mozes gesproken had; en Jozua gaf het Israel ten
10081 Joz 11:23 | afdelingen, naar hun stammen. En het land rustte van den
10082 Joz 12:1 | Israels geslagen hebben, en hun land erfelijk bezaten,
10083 Joz 12:1 | af tot den berg Hermon, en het ganse vlakke veld tegen
10084 Joz 12:2 | oever der beek Arnon is, en over het midden der beek
10085 Joz 12:2 | over het midden der beek en de helft van Gilead, en
10086 Joz 12:2 | en de helft van Gilead, en tot aan de beek Jabbok,
10087 Joz 12:3 | 3 En over het vlakke veld tot
10088 Joz 12:3 | Cinneroth tegen het oosten, en tot aan de zee des vlakken
10089 Joz 12:3 | weg naar Beth-Jesimoth; en van het zuiden beneden Asdoth-Pisga. ~
10090 Joz 12:4 | was, wonende te Astharoth en te Edrei. ~
10091 Joz 12:5 | 5 En heerste over den berg Hermon,
10092 Joz 12:5 | heerste over den berg Hermon, en over Salcha, en over geheel
10093 Joz 12:5 | Hermon, en over Salcha, en over geheel Bazan, tot aan
10094 Joz 12:5 | landpale der Gezurieten, en der Maachathieten; en de
10095 Joz 12:5 | Gezurieten, en der Maachathieten; en de helft van Gilead, de
10096 Joz 12:6 | Mozes, de knecht des HEEREN, en de kinderen Israels sloegen
10097 Joz 12:6 | kinderen Israels sloegen hen, en Mozes, de knecht des HEEREN,
10098 Joz 12:6 | HEEREN, gaf aan de Rubenieten en aan de Gadieten, en aan
10099 Joz 12:6 | Rubenieten en aan de Gadieten, en aan den halven stam van
10100 Joz 12:7 | lands, die Jozua sloeg, en de kinderen Israels, aan
10101 Joz 12:7 | het dal van den Libanon, en tot aan den kalen berg,
10102 Joz 12:7 | berg, die naar Seir opgaat; en Jozua gaf het aan de stammen
10103 Joz 12:8 | 8 Wat op het gebergte, en in de laagte, en in het
10104 Joz 12:8 | gebergte, en in de laagte, en in het vlakke veld, en in
10105 Joz 12:8 | en in het vlakke veld, en in de aflopingen der wateren,
10106 Joz 12:8 | aflopingen der wateren, en in de woestijn, en tegen
10107 Joz 12:8 | wateren, en in de woestijn, en tegen het zuiden was: de
10108 Joz 12:8 | Hethieten, de Amorieten, en Kanaanieten, de Ferezieten,
10109 Joz 12:8 | Ferezieten, de Hevieten, en de Jebusieten. ~
10110 Joz 12:24 | Al deze koningen zijn een en dertig. ~ ~
10111 Joz 13:1 | nu was oud, wel bedaagd; en de HEERE zeide tot hem:
10112 Joz 13:1 | oud geworden, welbedaagd, en er is zeer veel lands overgebleven,
10113 Joz 13:2 | grenzen der Filistijnen en het ganse Gesuri. ~
10114 Joz 13:3 | Filistijnen, de Gazatiet en Asdodiet, de Askeloniet,
10115 Joz 13:3 | de Askeloniet, de Gathiet en Ekroniet, en de Avvieten. ~
10116 Joz 13:3 | de Gathiet en Ekroniet, en de Avvieten. ~
10117 Joz 13:4 | ganse land der Kanaanieten, en Meara, die van de Sidoniers
10118 Joz 13:5 | het land der Giblieten, en de ganse Libanon tegen den
10119 Joz 13:7 | 7 En nu, deel dit land tot een
10120 Joz 13:7 | erfdeel aan de negen stammen, en aan den halven stam van
10121 Joz 13:8 | denwelken de Rubenieten en Gadieten hun erfenis ontvangen
10122 Joz 13:9 | oever der beek Arnon is, en de stad, die in het midden
10123 Joz 13:9 | het midden der beek is, en al het vlakke land van Medeba
10124 Joz 13:10 | 10 En al de steden van Sihon,
10125 Joz 13:11 | 11 En Gilead, en de landpale der
10126 Joz 13:11 | 11 En Gilead, en de landpale der Gezurieten,
10127 Joz 13:11 | landpale der Gezurieten, en der Maachathieten, en den
10128 Joz 13:11 | Gezurieten, en der Maachathieten, en den gansen berg Hermon,
10129 Joz 13:11 | den gansen berg Hermon, en gans Bazan, tot Salcha toe; ~
10130 Joz 13:12 | geregeerd heeft te Astharoth, en te Edrei; deze is overig
10131 Joz 13:12 | dewelke Mozes heeft verslagen, en heeft ze verdreven. ~
10132 Joz 13:13 | verdreven de Gezurieten en de Maachathieten niet; maar
10133 Joz 13:13 | Maachathieten niet; maar Gezur en Maachath woonden in het
10134 Joz 13:16 | oever der beek Arnon is, en de stad, die in het midden
10135 Joz 13:16 | het midden der beek is, en al het vlakke land tot Medeba
10136 Joz 13:17 | 17 Hesbon en al haar steden, die in het
10137 Joz 13:17 | vlakke land zijn, Dibon, en Bamoth-Baal, en Beth-Baal-meon, ~
10138 Joz 13:17 | Dibon, en Bamoth-Baal, en Beth-Baal-meon, ~
10139 Joz 13:18 | 18 En Jahza, en Kedemoth, en Mefaath, ~
10140 Joz 13:18 | 18 En Jahza, en Kedemoth, en Mefaath, ~
10141 Joz 13:18 | 18 En Jahza, en Kedemoth, en Mefaath, ~
10142 Joz 13:19 | 19 En Kirjathaim, en Sibma, en
10143 Joz 13:19 | 19 En Kirjathaim, en Sibma, en Zeret-Hassahar
10144 Joz 13:19 | En Kirjathaim, en Sibma, en Zeret-Hassahar op den berg
10145 Joz 13:20 | 20 En Beth-Peor, en Asdoth-Pisga,
10146 Joz 13:20 | 20 En Beth-Peor, en Asdoth-Pisga, en Beth-Jesimoth; ~
10147 Joz 13:20 | Beth-Peor, en Asdoth-Pisga, en Beth-Jesimoth; ~
10148 Joz 13:21 | 21 En alle steden des vlakken
10149 Joz 13:21 | steden des vlakken lands, en het ganse koninkrijk van
10150 Joz 13:21 | vorsten van Midian, Evi, en Rekem, en Zur, en Hur, en
10151 Joz 13:21 | van Midian, Evi, en Rekem, en Zur, en Hur, en Reba, geweldigen
10152 Joz 13:21 | Evi, en Rekem, en Zur, en Hur, en Reba, geweldigen
10153 Joz 13:21 | en Rekem, en Zur, en Hur, en Reba, geweldigen van Sihon,
10154 Joz 13:23 | van Ruben was de Jordaan, en derzelver landpale; dat
10155 Joz 13:23 | huisgezinnen, de steden en haar dorpen. ~
10156 Joz 13:24 | 24 En aan den stam van Gad, aan
10157 Joz 13:25 | hun landpale was Jaezer, en al de steden van Gilead,
10158 Joz 13:25 | al de steden van Gilead, en het halve land der kinderen
10159 Joz 13:26 | 26 En van Hesbon af tot Ramath-Mizpa
10160 Joz 13:26 | Hesbon af tot Ramath-Mizpa en Betonim; en van Mahanaim
10161 Joz 13:26 | Ramath-Mizpa en Betonim; en van Mahanaim tot aan de
10162 Joz 13:27 | 27 En in het dal, Beth-haram,
10163 Joz 13:27 | in het dal, Beth-haram, en Beth-nimra, en Sukkoth,
10164 Joz 13:27 | Beth-haram, en Beth-nimra, en Sukkoth, en Zefon, wat over
10165 Joz 13:27 | Beth-nimra, en Sukkoth, en Zefon, wat over was van
10166 Joz 13:27 | koning te Hesbon, de Jordaan en haar landpale, tot aan het
10167 Joz 13:28 | huisgezinnen: de steden en haar dorpen. ~
10168 Joz 13:30 | Og, den koning van Bazan, en al de vlekken van Jair,
10169 Joz 13:31 | 31 En het halve Gilead, en Astharoth,
10170 Joz 13:31 | 31 En het halve Gilead, en Astharoth, en Edrei, steden
10171 Joz 13:31 | halve Gilead, en Astharoth, en Edrei, steden des koninkrijks
10172 Joz 14:1 | hetwelk de priester Eleazar, en Jozua, de zoon van Nun,
10173 Joz 14:1 | Jozua, de zoon van Nun, en de hoofden der vaderen van
10174 Joz 14:2 | aangaande de negen stammen en den halven stam. ~
10175 Joz 14:3 | Want aan de twee stammen en den halven stam had Mozes
10176 Joz 14:4 | waren twee stammen, Manasse en Efraim; en aan de Levieten
10177 Joz 14:4 | stammen, Manasse en Efraim; en aan de Levieten gaven zij
10178 Joz 14:4 | maar steden om te bewonen, en derzelver voorsteden voor
10179 Joz 14:4 | voorsteden voor hun vee en voor hun bezitting. ~
10180 Joz 14:5 | deden de kinderen Israels, en zij deelden het land. ~
10181 Joz 14:6 | Juda tot Jozua, te Gilgal, en Kaleb, de zoon van Jefunne,
10182 Joz 14:6 | Kades-Barnea, ter oorzake van mij, en ter oorzake van u. ~
10183 Joz 14:7 | het land te verspieden, en ik hem antwoord bracht,
10184 Joz 14:9 | uw voet getreden heeft, u en uw kinderen ten erfdeel
10185 Joz 14:10 | 10 En nu, zie, de HEERE heeft
10186 Joz 14:10 | heeft; het zijn nu vijf en veertig jaren, sedert dat
10187 Joz 14:10 | in de woestijn wandelde; en nu, zie, ik ben heden vijf
10188 Joz 14:10 | zie, ik ben heden vijf en tachtig jaren oud. ~
10189 Joz 14:11 | kracht, tot den oorlog, en om uit te gaan, en om in
10190 Joz 14:11 | oorlog, en om uit te gaan, en om in te gaan. ~
10191 Joz 14:12 | 12 En nu, geef mij dit gebergte,
10192 Joz 14:12 | Enakieten aldaar waren, en dat er grote vaste steden
10193 Joz 14:13 | Toen zegende hem Jozua, en hij gaf Kaleb, den zoon
10194 Joz 14:15 | geweest is onder de Enakieten. En het land rustte van den
10195 Joz 15:1 | 1 En het lot voor den stam der
10196 Joz 15:3 | 3 En zij gaat uit naar het zuiden
10197 Joz 15:3 | den opgang van Akrabbim, en gaat door naar Zin, en gaat
10198 Joz 15:3 | en gaat door naar Zin, en gaat op van het zuiden naar
10199 Joz 15:3 | zuiden naar Kades-Barnea, en gaat door Hezron, en gaat
10200 Joz 15:3 | Kades-Barnea, en gaat door Hezron, en gaat op naar Adar, en gaat
10201 Joz 15:3 | Hezron, en gaat op naar Adar, en gaat om Karkaa; ~
10202 Joz 15:4 | 4 En gaat door naar Azmon, en
10203 Joz 15:4 | En gaat door naar Azmon, en komt uit aan de beek van
10204 Joz 15:4 | aan de beek van Egypte; en de uitgangen dezer landpale
10205 Joz 15:5 | uiterste van de Jordaan; en de landpale, aan de zijde
10206 Joz 15:6 | 6 En deze landpale zal opgaan
10207 Joz 15:6 | zal opgaan tot Beth-hogla, en zal doorgaan van het noorden
10208 Joz 15:6 | noorden naar Beth-araba; en deze landpale zal opgaan
10209 Joz 15:7 | van het dal van Achor, en zal noordwaarts zien naar
10210 Joz 15:7 | het water van En-semes, en haar uitgangen zullen wezen
10211 Joz 15:8 | 8 En deze landpale zal opgaan
10212 Joz 15:8 | zuiden, dezelve is Jeruzalem; en deze landpale zal opwaarts
10213 Joz 15:9 | de waterfontein Nefthoah, en uitgaan tot de steden van
10214 Joz 15:10 | naar het gebergte Seir, en zal doorgaan aan de zijde
10215 Joz 15:10 | noorden; deze is Chesalon; en zij zal afkomen naar Beth-Semes,
10216 Joz 15:10 | afkomen naar Beth-Semes, en door Timna gaan. ~
10217 Joz 15:11 | van Ekron, noordwaarts, en deze landpale zal strekken
10218 Joz 15:11 | strekken naar Sichron aan, en over den berg Baala gaan,
10219 Joz 15:11 | over den berg Baala gaan, en uitgaan te Jabneel; en de
10220 Joz 15:11 | en uitgaan te Jabneel; en de uitgangen dezer landpale
10221 Joz 15:12 | zal zijn tot de grote zee en derzelver landpale. Dit
10222 Joz 15:14 | 14 En Kaleb verdreef van daar
10223 Joz 15:14 | drie zonen van Enak, Sesai, en Ahiman, en Talmai, geboren
10224 Joz 15:14 | Enak, Sesai, en Ahiman, en Talmai, geboren van Enak. ~
10225 Joz 15:15 | 15 En van daar toog hij opwaarts
10226 Joz 15:16 | 16 En Kaleb zeide: Wie Kirjath-Sefer
10227 Joz 15:16 | Kirjath-Sefer zal slaan, en nemen haar in, dien zal
10228 Joz 15:17 | van Kaleb, nam haar in; en hij gaf hem Achsa, zijn
10229 Joz 15:18 | 18 En het geschiedde, als zij
10230 Joz 15:18 | van haar vader te begeren; en zij sprong van den ezel
10231 Joz 15:19 | 19 En zij zeide: Geef mij een
10232 Joz 15:19 | haar hoge waterwellingen en lage waterwellingen. ~
10233 Joz 15:21 | het zuiden, zijn: Kabzeel, en Eder, en Jagur, ~
10234 Joz 15:21 | zijn: Kabzeel, en Eder, en Jagur, ~
10235 Joz 15:22 | 22 En Kina, en Dimona, en Adada, ~
10236 Joz 15:22 | 22 En Kina, en Dimona, en Adada, ~
10237 Joz 15:22 | 22 En Kina, en Dimona, en Adada, ~
10238 Joz 15:23 | 23 En Kedes, en Hazor, en Jithnan, ~
10239 Joz 15:23 | 23 En Kedes, en Hazor, en Jithnan, ~
10240 Joz 15:23 | 23 En Kedes, en Hazor, en Jithnan, ~
10241 Joz 15:24 | 24 Zif, en Telem, en Bealoth, ~
10242 Joz 15:24 | 24 Zif, en Telem, en Bealoth, ~
10243 Joz 15:25 | 25 En Hazor-Hadattha, en Kerioth-Hezron,
10244 Joz 15:25 | 25 En Hazor-Hadattha, en Kerioth-Hezron, dat is Hazor, ~
10245 Joz 15:26 | 26 Amam, en Sema, en Molada, ~
10246 Joz 15:26 | 26 Amam, en Sema, en Molada, ~
10247 Joz 15:27 | 27 En Hazar-Gadda, en Hesmon,
10248 Joz 15:27 | 27 En Hazar-Gadda, en Hesmon, en Beth-Palet, ~
10249 Joz 15:27 | Hazar-Gadda, en Hesmon, en Beth-Palet, ~
10250 Joz 15:28 | 28 En Hazar-Sual, en Beer-Seba,
10251 Joz 15:28 | 28 En Hazar-Sual, en Beer-Seba, en Bizjotheja, ~
10252 Joz 15:28 | Hazar-Sual, en Beer-Seba, en Bizjotheja, ~
10253 Joz 15:29 | 29 Baala, en Ijim, en Azem, ~
10254 Joz 15:29 | 29 Baala, en Ijim, en Azem, ~
10255 Joz 15:30 | 30 En Eltholad, en Chesil, en
10256 Joz 15:30 | 30 En Eltholad, en Chesil, en Horma, ~
10257 Joz 15:30 | En Eltholad, en Chesil, en Horma, ~
10258 Joz 15:31 | 31 En Ziklag, en Madmanna, en
10259 Joz 15:31 | 31 En Ziklag, en Madmanna, en Sanzanna, ~
10260 Joz 15:31 | En Ziklag, en Madmanna, en Sanzanna, ~
10261 Joz 15:32 | 32 En Lebaoth, en Silhim, en Ain,
10262 Joz 15:32 | 32 En Lebaoth, en Silhim, en Ain, en Rimmon.
10263 Joz 15:32 | 32 En Lebaoth, en Silhim, en Ain, en Rimmon. Al deze
10264 Joz 15:32 | Lebaoth, en Silhim, en Ain, en Rimmon. Al deze steden zijn
10265 Joz 15:32 | Al deze steden zijn negen en twintig en haar dorpen. ~
10266 Joz 15:32 | steden zijn negen en twintig en haar dorpen. ~
10267 Joz 15:33 | de laagte zijn: Esthaol, en Zora, en Asna, ~
10268 Joz 15:33 | zijn: Esthaol, en Zora, en Asna, ~
10269 Joz 15:34 | 34 En Zanoah, en En-gannim, Tappuah,
10270 Joz 15:34 | 34 En Zanoah, en En-gannim, Tappuah, en Enam, ~
10271 Joz 15:34 | en En-gannim, Tappuah, en Enam, ~
10272 Joz 15:35 | 35 Jarmuth, en Adullam, Socho en Azeka, ~
10273 Joz 15:35 | Jarmuth, en Adullam, Socho en Azeka, ~
10274 Joz 15:36 | 36 En Saaraim, en Adithaim, en
10275 Joz 15:36 | 36 En Saaraim, en Adithaim, en Gedera, en
10276 Joz 15:36 | En Saaraim, en Adithaim, en Gedera, en Gederothaim;
10277 Joz 15:36 | en Adithaim, en Gedera, en Gederothaim; veertien steden
10278 Joz 15:36 | Gederothaim; veertien steden en haar dorpen. ~
10279 Joz 15:37 | 37 Zenan, en Hadasa, en Migdal-gad, ~
10280 Joz 15:37 | 37 Zenan, en Hadasa, en Migdal-gad, ~
10281 Joz 15:38 | 38 En Dilan, en Mizpa, en Jokteel, ~
10282 Joz 15:38 | 38 En Dilan, en Mizpa, en Jokteel, ~
10283 Joz 15:38 | 38 En Dilan, en Mizpa, en Jokteel, ~
10284 Joz 15:39 | 39 Lachis, en Bozkath, en Eglon, ~
10285 Joz 15:39 | 39 Lachis, en Bozkath, en Eglon, ~
10286 Joz 15:40 | 40 En Chabbon, en Lahmas, en Chitlis, ~
10287 Joz 15:40 | 40 En Chabbon, en Lahmas, en Chitlis, ~
10288 Joz 15:40 | 40 En Chabbon, en Lahmas, en Chitlis, ~
10289 Joz 15:41 | 41 En Gederoth, Beth-Dagon, en
10290 Joz 15:41 | En Gederoth, Beth-Dagon, en Naama, en Makkeda; zestien
10291 Joz 15:41 | Gederoth, Beth-Dagon, en Naama, en Makkeda; zestien steden
10292 Joz 15:41 | Makkeda; zestien steden en haar dorpen. ~
10293 Joz 15:42 | 42 Libna, en Ether, en Asan, ~
10294 Joz 15:42 | 42 Libna, en Ether, en Asan, ~
10295 Joz 15:43 | 43 En Jiftah, en Asna, en Nezib, ~
10296 Joz 15:43 | 43 En Jiftah, en Asna, en Nezib, ~
10297 Joz 15:43 | 43 En Jiftah, en Asna, en Nezib, ~
10298 Joz 15:44 | 44 En Kehila, en Achzib, en Mareza;
10299 Joz 15:44 | 44 En Kehila, en Achzib, en Mareza; negen
10300 Joz 15:44 | 44 En Kehila, en Achzib, en Mareza; negen steden en
10301 Joz 15:44 | en Mareza; negen steden en haar dorpen. ~
10302 Joz 15:45 | 45 Ekron, en haar onderhorige plaatsen,
10303 Joz 15:45 | haar onderhorige plaatsen, en haar dorpen. ~
10304 Joz 15:46 | 46 Van Ekron, en naar de zee toe; alle, die
10305 Joz 15:46 | de zijde van Asdod zijn, en haar dorpen; ~
10306 Joz 15:47 | haar onderhorige plaatsen en haar dorpen; Gaza, haar
10307 Joz 15:47 | haar onderhorige plaatsen en haar dorpen, tot aan de
10308 Joz 15:47 | aan de rivier van Egypte; en de grote zee, en haar landpale. ~
10309 Joz 15:47 | Egypte; en de grote zee, en haar landpale. ~
10310 Joz 15:48 | het gebergte nu: Samir, en Jatthir, en Socho, ~
10311 Joz 15:48 | gebergte nu: Samir, en Jatthir, en Socho, ~
10312 Joz 15:49 | 49 En Danna, en Kirjath-Sanna,
10313 Joz 15:49 | 49 En Danna, en Kirjath-Sanna, die is Debir, ~
10314 Joz 15:50 | 50 En Anab, en Estemo, en Anim, ~
10315 Joz 15:50 | 50 En Anab, en Estemo, en Anim, ~
10316 Joz 15:50 | 50 En Anab, en Estemo, en Anim, ~
10317 Joz 15:51 | 51 En Gosen, en Holon, en Gilo;
10318 Joz 15:51 | 51 En Gosen, en Holon, en Gilo; elf steden
10319 Joz 15:51 | 51 En Gosen, en Holon, en Gilo; elf steden en haar
10320 Joz 15:51 | Holon, en Gilo; elf steden en haar dorpen. ~
10321 Joz 15:52 | 52 Arab, en Duma, en Esan, ~
10322 Joz 15:52 | 52 Arab, en Duma, en Esan, ~
10323 Joz 15:53 | 53 En Janum, en Beth-Tappuah,
10324 Joz 15:53 | 53 En Janum, en Beth-Tappuah, en Afeka, ~
10325 Joz 15:53 | Janum, en Beth-Tappuah, en Afeka, ~
10326 Joz 15:54 | 54 En Humta, en Kirjath-Arba,
10327 Joz 15:54 | 54 En Humta, en Kirjath-Arba, die is Hebron,
10328 Joz 15:54 | Kirjath-Arba, die is Hebron, en Zior; negen steden en haar
10329 Joz 15:54 | Hebron, en Zior; negen steden en haar dorpen. ~
10330 Joz 15:55 | 55 Maon, Karmel, en Zif, en Juta, ~
10331 Joz 15:55 | 55 Maon, Karmel, en Zif, en Juta, ~
10332 Joz 15:56 | 56 En Jizreel, en Jokdeam, en
10333 Joz 15:56 | 56 En Jizreel, en Jokdeam, en Zanoah, ~
10334 Joz 15:56 | En Jizreel, en Jokdeam, en Zanoah, ~
10335 Joz 15:57 | 57 Kain, Gibea, en Timna; tien steden en haar
10336 Joz 15:57 | Gibea, en Timna; tien steden en haar dorpen. ~
10337 Joz 15:58 | 58 Halhul, Beth-Zur, en Gedor, ~
10338 Joz 15:59 | 59 En Maarath, en Beth-Anoth,
10339 Joz 15:59 | 59 En Maarath, en Beth-Anoth, en Eltekon;
10340 Joz 15:59 | Maarath, en Beth-Anoth, en Eltekon; zes steden en haar
10341 Joz 15:59 | en Eltekon; zes steden en haar dorpen. ~
10342 Joz 15:60 | die is Kirjath-Jearim, en Rabba; twee steden en haar
10343 Joz 15:60 | Kirjath-Jearim, en Rabba; twee steden en haar dorpen. ~
10344 Joz 15:61 | woestijn: Beth-araba, Middin en Sechacha, ~
10345 Joz 15:62 | 62 En Nibsan, en de Zoutstad,
10346 Joz 15:62 | 62 En Nibsan, en de Zoutstad, en Engedi;
10347 Joz 15:62 | Nibsan, en de Zoutstad, en Engedi; zes steden en haar
10348 Joz 15:62 | Zoutstad, en Engedi; zes steden en haar dorpen. ~
10349 Joz 16:2 | 2 En het komt van Beth-El uit
10350 Joz 16:2 | van Beth-El uit naar Luz; en het gaat door tot de landpale
10351 Joz 16:3 | 3 En het gaat af tegen het westen
10352 Joz 16:3 | het benedenste Beth-horon, en tot Gezer; en haar uitgangen
10353 Joz 16:3 | Beth-horon, en tot Gezer; en haar uitgangen zijn aan
10354 Joz 16:4 | kinderen van Jozef, Manasse en Efraim. ~
10355 Joz 16:6 | 6 En deze landpale gaat uit tegen
10356 Joz 16:6 | Michmetath, van het noorden, en deze landpale keert zich
10357 Joz 16:6 | oosten naar Thaanath-Silo, en gaat door dezelve van het
10358 Joz 16:7 | 7 En komt af van Janoah naar
10359 Joz 16:7 | van Janoah naar Ataroth en Naharoth, en stoot aan Jericho,
10360 Joz 16:7 | naar Ataroth en Naharoth, en stoot aan Jericho, en gaat
10361 Joz 16:7 | Naharoth, en stoot aan Jericho, en gaat uit aan de Jordaan. ~
10362 Joz 16:8 | westwaarts naar de beek Kana, en haar uitgangen zijn aan
10363 Joz 16:9 | 9 En de steden, die afgezonderd
10364 Joz 16:9 | van Manasse, al die steden en haar dorpen. ~
10365 Joz 16:10 | 10 En zij verdreven de Kanaanieten
10366 Joz 17:1 | krijgsman was, zo had hij Gilead en Bazan. ~
10367 Joz 17:2 | de kinderen van Abiezer, en de kinderen van Helek, en
10368 Joz 17:2 | en de kinderen van Helek, en de kinderen van Asriel,
10369 Joz 17:2 | de kinderen van Asriel, en de kinderen van Sechem,
10370 Joz 17:2 | de kinderen van Sechem, en de kinderen van Hefer, en
10371 Joz 17:2 | en de kinderen van Hefer, en de kinderen van Semida.
10372 Joz 17:3 | geen zonen, maar dochters; en dit zijn de namen zijner
10373 Joz 17:3 | zijner dochteren: Machla en Noa, Hogla, Milka en Tirza. ~
10374 Joz 17:3 | Machla en Noa, Hogla, Milka en Tirza. ~
10375 Joz 17:4 | van Eleazar, den priester, en voor het aangezicht van
10376 Joz 17:4 | Jozua, den zoon van Nun, en voor het aangezicht der
10377 Joz 17:5 | 5 En aan Manasse vielen tien
10378 Joz 17:5 | behalve het land Gilead en Bazan, dat op gene zijde
10379 Joz 17:6 | het midden zijner zonen; en het land Gilead hadden de
10380 Joz 17:7 | die voor aan Sichem is; en deze landpale gaat ter rechterhand
10381 Joz 17:9 | der steden van Manasse; en de landpale van Manasse
10382 Joz 17:9 | aan het noorden der beek, en haar uitgangen zijn aan
10383 Joz 17:10 | Efraim tegen het zuiden, en tegen het noorden was het
10384 Joz 17:10 | noorden was het van Manasse, en de zee was zijn landpale;
10385 Joz 17:10 | de zee was zijn landpale; en aan het noorden stieten
10386 Joz 17:10 | noorden stieten zij aan Aser, en aan het oosten aan Issaschar. ~
10387 Joz 17:11 | Manasse had, in Issaschar en in Aser, Beth-Sean en haar
10388 Joz 17:11 | Issaschar en in Aser, Beth-Sean en haar onderhorige plaatsen,
10389 Joz 17:11 | haar onderhorige plaatsen, en Jibleam en haar onderhorige
10390 Joz 17:11 | onderhorige plaatsen, en Jibleam en haar onderhorige plaatsen,
10391 Joz 17:11 | haar onderhorige plaatsen, en de inwoners te Dor en haar
10392 Joz 17:11 | plaatsen, en de inwoners te Dor en haar onderhorige plaatsen,
10393 Joz 17:11 | haar onderhorige plaatsen, en de inwoners te En-Dor en
10394 Joz 17:11 | en de inwoners te En-Dor en haar onderhorige plaatsen,
10395 Joz 17:11 | haar onderhorige plaatsen, en de inwoners te Thaanach
10396 Joz 17:11 | de inwoners te Thaanach en haar onderhorige plaatsen,
10397 Joz 17:11 | haar onderhorige plaatsen, en de inwoners te Megiddo en
10398 Joz 17:11 | en de inwoners te Megiddo en haar onderhorige plaatsen:
10399 Joz 17:12 | 12 En de kinderen van Manasse
10400 Joz 17:13 | 13 En het geschiedde, als de kinderen
10401 Joz 17:14 | ten erfdeel maar een lot en een snoer gegeven, daar
10402 Joz 17:15 | zo ga op naar het woud, en houw daar voor u af in het
10403 Joz 17:15 | het land der Ferezieten en der Refaieten, dewijl u
10404 Joz 17:16 | wonen, bij die te Beth-Sean en haar onderhorige plaatsen,
10405 Joz 17:16 | haar onderhorige plaatsen, en die in het dal van Jizreel
10406 Joz 17:17 | huis van Jozef, tot Efraim en tot Manasse, zeggende: Gij
10407 Joz 17:17 | Gij zijt een groot volk, en gij hebt grote kracht, gij
10408 Joz 17:18 | gebergte zal het uwe zijn; en dewijl het een woud is,
10409 Joz 18:1 | 1 En de ganse vergadering van
10410 Joz 18:1 | verzamelde zich te Silo, en zij richtten aldaar op de
10411 Joz 18:2 | 2 En er bleven over onder de
10412 Joz 18:3 | 3 En Jozua zeide tot de kinderen
10413 Joz 18:4 | stam, dat ik ze heenzende, en zij zich opmaken, en het
10414 Joz 18:4 | heenzende, en zij zich opmaken, en het land doorwandelen, en
10415 Joz 18:4 | en het land doorwandelen, en beschrijven hetzelve naar
10416 Joz 18:4 | hetzelve naar hun erven, en weder tot mij komen. ~
10417 Joz 18:5 | landpale van het zuiden, en het huis van Jozef zal blijven
10418 Joz 18:6 | 6 En gijlieden zult het land
10419 Joz 18:6 | beschrijven in zeven delen, en tot mij herwaarts brengen,
10420 Joz 18:7 | is hun erfdeel. Gad nu, en Ruben, en de halve stam
10421 Joz 18:7 | erfdeel. Gad nu, en Ruben, en de halve stam van Manasse,
10422 Joz 18:8 | maakten zich die mannen op, en gingen heen. En Jozua gebood
10423 Joz 18:8 | mannen op, en gingen heen. En Jozua gebood hun, die heengingen
10424 Joz 18:8 | beschrijven, zeggende: Gaat, en doorwandelt het land, en
10425 Joz 18:8 | en doorwandelt het land, en beschrijft het; komt dan
10426 Joz 18:9 | mannen dan gingen heen, en togen het land door en beschreven
10427 Joz 18:9 | en togen het land door en beschreven het, naar de
10428 Joz 18:9 | zeven delen, in een boek; en kwamen weder tot Jozua in
10429 Joz 18:10 | het aangezicht des HEEREN. En Jozua deelde aldaar den
10430 Joz 18:11 | 11 En het lot van den stam der
10431 Joz 18:11 | naar hun huisgezinnen; en de landpale van hun lot
10432 Joz 18:11 | tussen de kinderen van Juda, en tussen de kinderen van Jozef. ~
10433 Joz 18:12 | 12 En hun landpale was naar den
10434 Joz 18:12 | noordwaarts van de Jordaan; en deze landpale gaat opwaarts
10435 Joz 18:12 | Jericho van het noorden, en gaat op door het gebergte
10436 Joz 18:12 | het gebergte westwaarts, en haar uitgangen zijn aan
10437 Joz 18:13 | 13 En van daar gaat de landpale
10438 Joz 18:13 | is Beth-El, zuidwaarts; en deze landpale gaat af naar
10439 Joz 18:14 | 14 En die landpale strekt en keert
10440 Joz 18:14 | 14 En die landpale strekt en keert zich om, naar den
10441 Joz 18:14 | Beth-horon zuidwaarts is, en haar uitgangen zijn aan
10442 Joz 18:15 | uiterste van Kirjath-Jearim; en deze landpale gaat uit ten
10443 Joz 18:15 | landpale gaat uit ten westen, en zij komt uit aan de fontein
10444 Joz 18:16 | 16 En deze landpale gaat af tot
10445 Joz 18:16 | Refaiten is tegen het noorden; en gaat af door het dal van
10446 Joz 18:16 | der Jebusieten zuidwaarts, en gaat af aan de fontein van
10447 Joz 18:17 | 17 En strekt zich van het noorden,
10448 Joz 18:17 | strekt zich van het noorden, en gaat uit te En-semes; van
10449 Joz 18:17 | den opgang naar Adummim, en zij gaat af aan den steen
10450 Joz 18:18 | 18 En gaat door ter zijde tegenover
10451 Joz 18:18 | Araba naar het noorden, en gaat af te Araba. ~
10452 Joz 18:19 | Beth-hogla noordwaarts, en de uitgangen van deze landpale
10453 Joz 18:21 | huisgezinnen, zijn: Jericho, en Beth-hogla, en Emek-Keziz, ~
10454 Joz 18:21 | Jericho, en Beth-hogla, en Emek-Keziz, ~
10455 Joz 18:22 | 22 En Beth-araba, en Zemaraim,
10456 Joz 18:22 | 22 En Beth-araba, en Zemaraim, en Beth-El, ~
10457 Joz 18:22 | Beth-araba, en Zemaraim, en Beth-El, ~
10458 Joz 18:23 | 23 En Haavvim, en Para, en Ofra, ~
10459 Joz 18:23 | 23 En Haavvim, en Para, en Ofra, ~
10460 Joz 18:23 | 23 En Haavvim, en Para, en Ofra, ~
10461 Joz 18:24 | 24 Chefar-haammonai, en Ofni, en Gaba; twaalf steden
10462 Joz 18:24 | Chefar-haammonai, en Ofni, en Gaba; twaalf steden en haar
10463 Joz 18:24 | en Gaba; twaalf steden en haar dorpen. ~
10464 Joz 18:25 | 25 Gibeon, en Rama, en Beeroth, ~
10465 Joz 18:25 | 25 Gibeon, en Rama, en Beeroth, ~
10466 Joz 18:26 | 26 En Mizpa, en Chefira, en Moza, ~
10467 Joz 18:26 | 26 En Mizpa, en Chefira, en Moza, ~
10468 Joz 18:26 | 26 En Mizpa, en Chefira, en Moza, ~
10469 Joz 18:27 | 27 En Rekem, en Jirpeel, en Tharala, ~
10470 Joz 18:27 | 27 En Rekem, en Jirpeel, en Tharala, ~
10471 Joz 18:27 | 27 En Rekem, en Jirpeel, en Tharala, ~
10472 Joz 18:28 | 28 En Zela, Elef en Jebusi (deze
10473 Joz 18:28 | 28 En Zela, Elef en Jebusi (deze is Jeruzalem),
10474 Joz 19:1 | naar hun huisgezinnen; en hun erfdeel was in het midden
10475 Joz 19:2 | 2 En zij hadden in hun erfdeel:
10476 Joz 19:2 | hun erfdeel: Beer-seba, en Seba, en Molada,
10477 Joz 19:2 | erfdeel: Beer-seba, en Seba, en Molada,
10478 Joz 19:3 | 3 En Hazar-Sual, en Bala, en
10479 Joz 19:3 | 3 En Hazar-Sual, en Bala, en Azem, ~
10480 Joz 19:3 | En Hazar-Sual, en Bala, en Azem, ~
10481 Joz 19:4 | 4 En Eltholad, en Bethul, en
10482 Joz 19:4 | 4 En Eltholad, en Bethul, en Horma, ~
10483 Joz 19:4 | En Eltholad, en Bethul, en Horma, ~
10484 Joz 19:5 | 5 En Ziklag, en Beth-hammerchaboth,
10485 Joz 19:5 | 5 En Ziklag, en Beth-hammerchaboth, en Hazar-Suza, ~
10486 Joz 19:5 | en Beth-hammerchaboth, en Hazar-Suza, ~
10487 Joz 19:6 | 6 En Beth-Lebaoth, en Saruhen;
10488 Joz 19:6 | 6 En Beth-Lebaoth, en Saruhen; dertien steden
10489 Joz 19:6 | Saruhen; dertien steden en haar dorpen. ~
10490 Joz 19:7 | 7 Ain, Rimmon, en Ether, en Asan; vier steden
10491 Joz 19:7 | 7 Ain, Rimmon, en Ether, en Asan; vier steden en haar
10492 Joz 19:7 | Ether, en Asan; vier steden en haar dorpen; ~
10493 Joz 19:8 | 8 En al de dorpen, die rondom
10494 Joz 19:10 | naar hun huisgezinnen; en de landpale van hun erfdeel
10495 Joz 19:11 | 11 En hun landpale gaat opwaarts
10496 Joz 19:11 | opwaarts naar het westen en Mar-ala, en reikt tot Dabbaseth,
10497 Joz 19:11 | naar het westen en Mar-ala, en reikt tot Dabbaseth, en
10498 Joz 19:11 | en reikt tot Dabbaseth, en reikt tot aan de beek, die
10499 Joz 19:12 | 12 En zij wendt zich van Sarid
10500 Joz 19:12 | landpale van Chisloth-Thabor, en zij komt uit te Dobrath,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |