1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
17501 2Kon 12:18 | van het huis des konings, en zond het tot Hazael, den
17502 2Kon 12:19 | geschiedenissen van Joas, en al wat hij gedaan heeft,
17503 2Kon 12:20 | 20 En zijn knechten stonden op,
17504 2Kon 12:20 | zijn knechten stonden op, en maakten een verbintenis,
17505 2Kon 12:20 | maakten een verbintenis, en sloegen Joas, in het huis
17506 2Kon 12:21 | Jozacar, de zoon van Simeath, en Jozabad, de zoon van Somer,
17507 2Kon 12:21 | sloegen hem, dat hij stierf; en zij begroeven hem met zijn
17508 2Kon 12:21 | vaderen in de stad Davids; en Amazia, zijn zoon, werd
17509 2Kon 13:1 | van Jehu werd Joas koning, en regeerde veertig jaren te
17510 2Kon 13:1 | veertig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was
17511 2Kon 13:2 | 2 En Joas deed dat recht was
17512 2Kon 13:3 | weggenomen; het volk offerde en rookte nog op de hoogten. ~
17513 2Kon 13:4 | 4 En Joas zeide tot de priesteren:
17514 2Kon 13:4 | personen naar zijn schatting, en al het geld, dat in ieders
17515 2Kon 13:5 | ieder van zijn bekende; en zij zullen de breuken van
17516 2Kon 13:6 | het geschiedde in het drie en twintigste jaar van den
17517 2Kon 13:7 | Joas den priester Jojada en de andere priesteren, en
17518 2Kon 13:7 | en de andere priesteren, en zeide tot hen: Waarom betert
17519 2Kon 13:8 | 8 En de priesters bewilligden
17520 2Kon 13:9 | priester Jojada nam een kist, en boorde een gat in haar deksel,
17521 2Kon 13:9 | een gat in haar deksel, en zette die bij het altaar
17522 2Kon 13:9 | in het huis des HEEREN; en de priesters, die den dorpel
17523 2Kon 13:10 | den hogepriester opkwam, en zij bonden het samen, en
17524 2Kon 13:10 | en zij bonden het samen, en telden het geld, dat in
17525 2Kon 13:11 | 11 En zij gaven het geld wel gewogen
17526 2Kon 13:11 | over het huis des HEEREN; en zij besteedden het uit aan
17527 2Kon 13:11 | uit aan de timmerlieden en aan de bouwlieden, die het
17528 2Kon 13:12 | 12 En aan de metselaren, en aan
17529 2Kon 13:12 | 12 En aan de metselaren, en aan de steenhouwers, en
17530 2Kon 13:12 | en aan de steenhouwers, en om hout en gehouwen stenen
17531 2Kon 13:12 | steenhouwers, en om hout en gehouwen stenen te kopen,
17532 2Kon 13:12 | des HEEREN te verbeteren, en voor al wat uitgegeven werd
17533 2Kon 13:14 | degenen, die het werk deden; en zij verbeterden daarmede
17534 2Kon 13:16 | Het geld van schuldoffer, en het geld van zondofferen
17535 2Kon 13:17 | de koning van Syrie op, en krijgde tegen Gath, en nam
17536 2Kon 13:17 | en krijgde tegen Gath, en nam haar in; daarna stelde
17537 2Kon 13:18 | geheiligde dingen, die Josafat, en Joram, en Ahazia, zijn vaderen,
17538 2Kon 13:18 | die Josafat, en Joram, en Ahazia, zijn vaderen, de
17539 2Kon 13:18 | Juda, geheiligd hadden, en zijn geheiligde dingen,
17540 2Kon 13:18 | zijn geheiligde dingen, en al het goud, dat gevonden
17541 2Kon 13:18 | van het huis des HEEREN, en van het huis des konings,
17542 2Kon 13:18 | van het huis des konings, en zond het tot Hazael, den
17543 2Kon 13:19 | geschiedenissen van Joas, en al wat hij gedaan heeft,
17544 2Kon 13:20 | 20 En zijn knechten stonden op,
17545 2Kon 13:20 | zijn knechten stonden op, en maakten een verbintenis,
17546 2Kon 13:20 | maakten een verbintenis, en sloegen Joas, in het huis
17547 2Kon 13:21 | Jozacar, de zoon van Simeath, en Jozabad, de zoon van Somer,
17548 2Kon 13:21 | sloegen hem, dat hij stierf; en zij begroeven hem met zijn
17549 2Kon 13:21 | vaderen in de stad Davids; en Amazia, zijn zoon, werd
17550 2Kon 14:1 | 1 In het drie en twintigste jaar van Joas,
17551 2Kon 14:1 | over Israel, te Samaria, en regeerde zeventien jaren. ~
17552 2Kon 14:2 | 2 En hij deed dat kwaad was in
17553 2Kon 14:3 | HEEREN toorn tegen Israel; en Hij gaf hen in de hand van
17554 2Kon 14:3 | Hazael, den koning van Syrie, en in de hand van Benhadad,
17555 2Kon 14:4 | aangezicht ernstelijk aan; en de HEERE verhoorde hem;
17556 2Kon 14:5 | hand der Syriers uitkwamen; en de kinderen Israels woonden
17557 2Kon 14:6 | maar hij wandelde daarin; en het bos bleef ook staan
17558 2Kon 14:7 | overblijven dan vijftig ruiteren en tien wagenen, en tien duizend
17559 2Kon 14:7 | ruiteren en tien wagenen, en tien duizend voetvolks;
17560 2Kon 14:7 | Syrie had hen omgebracht, en had hen dorsende gemaakt
17561 2Kon 14:8 | geschiedenissen van Joahaz, en al wat hij gedaan heeft,
17562 2Kon 14:8 | al wat hij gedaan heeft, en al zijn macht, zijn die
17563 2Kon 14:9 | 9 En Joahaz ontsliep met zijn
17564 2Kon 14:9 | ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem te Samaria;
17565 2Kon 14:9 | begroeven hem te Samaria; en Joas, zijn zoon, regeerde
17566 2Kon 14:10 | 10 In het zeven en dertigste jaar van Joas,
17567 2Kon 14:10 | over Israel, te Samaria, en regeerde zestien jaren. ~
17568 2Kon 14:11 | 11 En hij deed dat kwaad was in
17569 2Kon 14:12 | geschiedenissen van Joas, en al wat hij gedaan heeft,
17570 2Kon 14:12 | al wat hij gedaan heeft, en zijn macht, waarmede hij
17571 2Kon 14:13 | 13 En Joas ontsliep met zijn vaderen,
17572 2Kon 14:13 | ontsliep met zijn vaderen, en Jerobeam zat op zijn troon.
17573 2Kon 14:13 | Jerobeam zat op zijn troon. En Joas werd begraven te Samaria,
17574 2Kon 14:14 | van dewelke hij stierf; en Joas, de koning van Israel,
17575 2Kon 14:14 | was tot hem afgekomen, en had geweend over zijn aangezicht,
17576 2Kon 14:14 | geweend over zijn aangezicht, en gezegd: Mijn vader, mijn
17577 2Kon 14:14 | mijn vader, wagen Israels en zijn ruiteren! ~
17578 2Kon 14:15 | 15 En Elisa zeide tot hem: Neem
17579 2Kon 14:15 | zeide tot hem: Neem een boog en pijlen. En hij nam tot zich
17580 2Kon 14:15 | Neem een boog en pijlen. En hij nam tot zich een boog
17581 2Kon 14:15 | hij nam tot zich een boog en pijlen. ~
17582 2Kon 14:16 | 16 En hij zeide tot den koning
17583 2Kon 14:16 | Leg uw hand aan den boog, en hij leide zijn hand daaraan;
17584 2Kon 14:16 | leide zijn hand daaraan; en Elisa leide zijn handen
17585 2Kon 14:17 | 17 En hij zeide: Doe het venster
17586 2Kon 14:17 | venster open tegen het oosten. En hij deed het open. Toen
17587 2Kon 14:17 | Toen zeide Elisa: Schiet. En hij schoot. En hij zeide:
17588 2Kon 14:17 | Schiet. En hij schoot. En hij zeide: Het is een pijl
17589 2Kon 14:17 | der verlossing des HEEREN, en een pijl der verlossing
17590 2Kon 14:18 | zeide hij: Neem de pijlen. En hij nam ze. Toen zeide hij
17591 2Kon 14:18 | Israel: Sla tegen de aarde. En hij sloeg driemaal; daarna
17592 2Kon 14:19 | Gods zeer toornig op hem, en zeide: Gij zoudt vijfmaal
17593 2Kon 14:20 | 20 Daarna stierf Elisa, en zij begroeven hem. De benden
17594 2Kon 14:21 | 21 En het geschiedde, als zij
17595 2Kon 14:21 | man in het graf van Elisa; en toen de man daarin kwam,
17596 2Kon 14:21 | toen de man daarin kwam, en het gebeente van Elisa aanroerde,
17597 2Kon 14:21 | aanroerde, werd hij levend, en rees op zijn voeten. ~
17598 2Kon 14:23 | de HEERE was hun genadig, en ontfermde Zich hunner, en
17599 2Kon 14:23 | en ontfermde Zich hunner, en wendde Zich tot hen, om
17600 2Kon 14:23 | verbonds wil met Abraham, Izak en Jakob; en Hij wilde hen
17601 2Kon 14:23 | Abraham, Izak en Jakob; en Hij wilde hen niet verderven,
17602 2Kon 14:23 | wilde hen niet verderven, en heeft hen niet verworpen
17603 2Kon 14:24 | 24 En Hazael, de koning van Syrie,
17604 2Kon 14:24 | koning van Syrie, stierf, en zijn zoon Benhadad werd
17605 2Kon 14:25 | Joas sloeg hem driemaal, en bracht de steden aan Israel
17606 2Kon 15:2 | 2 Vijf en twintig jaren was hij oud,
17607 2Kon 15:2 | oud, toen hij koning werd, en regeerde negen en twintig
17608 2Kon 15:2 | werd, en regeerde negen en twintig jaren te Jeruzalem;
17609 2Kon 15:2 | twintig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was
17610 2Kon 15:3 | 3 En hij deed dat recht was in
17611 2Kon 15:4 | weggenomen; het volk offerde en rookt nog op de hoogten. ~
17612 2Kon 15:6 | kinderen niet gedood worden, en de kinderen zullen voor
17613 2Kon 15:7 | het Zoutdal tien duizend, en nam Sela in met krijg, en
17614 2Kon 15:7 | en nam Sela in met krijg, en noemde haar naam Jokteel,
17615 2Kon 15:9 | Libanon is, ging voorbij, en vertrad den distel.
17616 2Kon 15:10 | u verheven; heb de eer, en blijf in uw huis; want waarom
17617 2Kon 15:10 | dat gij vallen zoudt, gij en Juda met u? ~
17618 2Kon 15:11 | van Israel, op, zodat hij en Amazia, de koning van Juda,
17619 2Kon 15:12 | 12 En Juda werd geslagen voor
17620 2Kon 15:12 | het aangezicht van Israel, en zij vloden, een iegelijk
17621 2Kon 15:13 | 13 En Joas, de koning van Israel,
17622 2Kon 15:13 | van Ahazia, te Beth-Semes, en kwam te Jeruzalem; en hij
17623 2Kon 15:13 | Beth-Semes, en kwam te Jeruzalem; en hij brak aan den muur van
17624 2Kon 15:14 | 14 En hij nam al het goud, en
17625 2Kon 15:14 | En hij nam al het goud, en het zilver, en al de vaten,
17626 2Kon 15:14 | het goud, en het zilver, en al de vaten, die gevonden
17627 2Kon 15:14 | in het huis des HEEREN, en in de schatten van des konings
17628 2Kon 15:14 | mitsgaders gijzelaars; en hij keerde weder naar Samaria. ~
17629 2Kon 15:15 | Joas, wat hij gedaan heeft, en zijn macht, en hoe hij gestreden
17630 2Kon 15:15 | gedaan heeft, en zijn macht, en hoe hij gestreden heeft
17631 2Kon 15:16 | 16 En Joas ontsliep met zijn vaderen,
17632 2Kon 15:16 | ontsliep met zijn vaderen, en werd te Samaria begraven
17633 2Kon 15:16 | de koningen van Israel; en zijn zoon Jerobeam werd
17634 2Kon 15:19 | 19 En zij maakten een verbintenis
17635 2Kon 15:19 | zonden hem na tot Lachis, en doodden hem aldaar. ~
17636 2Kon 15:20 | 20 En zij brachten hem op paarden;
17637 2Kon 15:20 | brachten hem op paarden; en hij werd te Jeruzalem begraven,
17638 2Kon 15:21 | 21 En het ganse volk van Juda
17639 2Kon 15:21 | zestien jaren oud was), en maakten hem koning in plaats
17640 2Kon 15:22 | 22 Die bouwde Elath, en bracht haar weder aan Juda,
17641 2Kon 15:23 | Joas, koning van Israel, en regeerde een en veertig
17642 2Kon 15:23 | Israel, en regeerde een en veertig jaren. ~
17643 2Kon 15:24 | 24 En hij deed dat kwaad was in
17644 2Kon 15:26 | Israel zeer bitter was, en dat er geen opgeslotenen
17645 2Kon 15:26 | opgeslotenen noch verlatenen waren, en dat Israel geen helper had. ~
17646 2Kon 15:27 | 27 En de HEERE had niet gesproken,
17647 2Kon 15:28 | geschiedenissen van Jerobeam, en al wat hij gedaan heeft,
17648 2Kon 15:28 | al wat hij gedaan heeft, en zijn macht, hoe hij gekrijgd
17649 2Kon 15:28 | hoe hij gekrijgd heeft, en hoe hij Damaskus en Hamath,
17650 2Kon 15:28 | heeft, en hoe hij Damaskus en Hamath, tot Juda behorende,
17651 2Kon 15:29 | 29 En Jerobeam ontsliep met zijn
17652 2Kon 15:29 | de koningen van Israel; en zijn zoon Zacharia werd
17653 2Kon 16:1 | 1 In het zeven en twintigste jaar van Jerobeam,
17654 2Kon 16:2 | oud, toen hij koning werd, en hij regeerde twee en vijftig
17655 2Kon 16:2 | werd, en hij regeerde twee en vijftig jaren te Jeruzalem;
17656 2Kon 16:2 | vijftig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was
17657 2Kon 16:3 | 3 En hij deed dat recht was in
17658 2Kon 16:4 | weggenomen; het volk offerde en rookte nog op de hoogten. ~
17659 2Kon 16:5 | 5 En de HEERE plaagde den koning,
17660 2Kon 16:5 | tot den dag zijns doods; en hij woonde in een afgezonderd
17661 2Kon 16:6 | geschiedenissen van Azaria, en al wat hij gedaan heeft,
17662 2Kon 16:7 | 7 En Azaria ontsliep met zijn
17663 2Kon 16:7 | ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem bij zijn
17664 2Kon 16:7 | vaderen, in de stad Davids; en zijn zoon Jotham werd koning
17665 2Kon 16:8 | 8 In het acht en dertigste jaar van Azaria,
17666 2Kon 16:9 | 9 En hij deed dat kwaad was in
17667 2Kon 16:10 | 10 En Sallum, de zoon van Jabes,
17668 2Kon 16:10 | een verbintenis tegen hem, en sloeg hem voor het volk,
17669 2Kon 16:10 | sloeg hem voor het volk, en doodde hem; en hij werd
17670 2Kon 16:10 | het volk, en doodde hem; en hij werd koning in zijn
17671 2Kon 16:12 | troon van Israel zitten; en het is alzo geschied. ~
17672 2Kon 16:13 | werd koning, in het negen en dertigste jaar van Uzzia,
17673 2Kon 16:13 | Uzzia, den koning van Juda; en hij regeerde een volle maand
17674 2Kon 16:14 | Gadi, toog op van Thirza, en kwam te Samaria, en sloeg
17675 2Kon 16:14 | Thirza, en kwam te Samaria, en sloeg Sallum, den zoon van
17676 2Kon 16:14 | zoon van Jabes, te Samaria, en doodde hem, en werd koning
17677 2Kon 16:14 | Samaria, en doodde hem, en werd koning in zijn plaats. ~
17678 2Kon 16:15 | geschiedenissen van Sallum, en zijn verbintenis, die hij
17679 2Kon 16:17 | 17 In het negen en dertigste jaar van Azaria,
17680 2Kon 16:17 | Gadi, koning over Israel, en regeerde tien jaren te Samaria. ~
17681 2Kon 16:18 | 18 En hij deed dat kwaad was in
17682 2Kon 16:19 | Assyrie, tegen het land; en Menahem gaf aan Pul duizend
17683 2Kon 16:20 | koning van Assyrie weder, en bleef daar niet in het land. ~
17684 2Kon 16:21 | geschiedenissen van Menahem, en al wat hij gedaan heeft,
17685 2Kon 16:22 | Menahem met zijn vaderen; en zijn zoon Pekahia werd koning
17686 2Kon 16:23 | Menahem, koning over Israel, en regeerde twee jaren te Samaria. ~
17687 2Kon 16:24 | 24 En hij deed dat kwaad was in
17688 2Kon 16:25 | 25 En Pekah, de zoon van Remalia,
17689 2Kon 16:25 | een verbintenis tegen hem, en sloeg hem te Samaria, in
17690 2Kon 16:25 | huis des konings, met Argob en met Arje, en met hem vijftig
17691 2Kon 16:25 | met Argob en met Arje, en met hem vijftig mannen van
17692 2Kon 16:25 | Gileadieten; alzo doodde hij hem, en werd koning in zijn plaats. ~
17693 2Kon 16:26 | geschiedenissen van Pekahia, en al wat hij gedaan heeft,
17694 2Kon 16:27 | 27 In het twee en vijftigste jaar van Azaria,
17695 2Kon 16:27 | Remalia, koning over Israel, en regeerde twintig jaren te
17696 2Kon 16:28 | 28 En hij deed dat kwaad was in
17697 2Kon 16:29 | de koning van Assyrie, en nam Ijon in, en Abel-Beth-maacha,
17698 2Kon 16:29 | Assyrie, en nam Ijon in, en Abel-Beth-maacha, en Janoah,
17699 2Kon 16:29 | in, en Abel-Beth-maacha, en Janoah, en Kedes, en Hazor,
17700 2Kon 16:29 | Abel-Beth-maacha, en Janoah, en Kedes, en Hazor, en Gilead,
17701 2Kon 16:29 | Abel-Beth-maacha, en Janoah, en Kedes, en Hazor, en Gilead, en Galilea,
17702 2Kon 16:29 | Janoah, en Kedes, en Hazor, en Gilead, en Galilea, het
17703 2Kon 16:29 | Kedes, en Hazor, en Gilead, en Galilea, het ganse land
17704 2Kon 16:29 | ganse land van Nafthali; en hij voerde hen weg naar
17705 2Kon 16:30 | 30 En Hosea, de zoon van Ela,
17706 2Kon 16:30 | Pekah, den zoon van Remalia, en sloeg hem, en doodde hem,
17707 2Kon 16:30 | van Remalia, en sloeg hem, en doodde hem, en werd koning
17708 2Kon 16:30 | sloeg hem, en doodde hem, en werd koning in zijn plaats;
17709 2Kon 16:31 | geschiedenissen van Pekah, en al wat hij gedaan heeft,
17710 2Kon 16:33 | 33 Vijf en twintig jaren was hij oud,
17711 2Kon 16:33 | oud, als hij koning werd, en regeerde zestien jaren te
17712 2Kon 16:33 | zestien jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was
17713 2Kon 16:34 | 34 En hij deed dat recht was in
17714 2Kon 16:35 | weggenomen; het volk offerde en rookte nog op de hoogten;
17715 2Kon 16:36 | geschiedenissen van Jotham, en al wat hij gedaan heeft,
17716 2Kon 16:37 | Rezin, den koning van Syrie, en Pekah, den zoon van Remalia. ~
17717 2Kon 16:38 | 38 En Jotham ontsliep met zijn
17718 2Kon 16:38 | ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven bij zijn vaderen
17719 2Kon 16:38 | stad van zijn vader David; en zijn zoon Achaz werd koning
17720 2Kon 17:2 | oud, toen hij koning werd, en hij regeerde zestien jaren
17721 2Kon 17:2 | zestien jaren te Jeruzalem; en hij deed niet dat recht
17722 2Kon 17:4 | 4 Hij offerde ook en rookte op de hoogten en
17723 2Kon 17:4 | en rookte op de hoogten en op de heuvelen, ook onder
17724 2Kon 17:5 | naar Jeruzalem ten strijde; en zij belegerden Achaz, maar
17725 2Kon 17:6 | Elath weder aan Syrie, en wierp de Joden uit Elath;
17726 2Kon 17:6 | wierp de Joden uit Elath; en de Syriers kwamen te Elath,
17727 2Kon 17:6 | Syriers kwamen te Elath, en hebben daar gewoond tot
17728 2Kon 17:7 | zeggende: Ik ben uw knecht en uw zoon; kom op, en verlos
17729 2Kon 17:7 | knecht en uw zoon; kom op, en verlos mij uit de hand van
17730 2Kon 17:7 | van den koning van Syrie, en uit de hand van den koning
17731 2Kon 17:8 | 8 En Achaz nam het zilver en
17732 2Kon 17:8 | En Achaz nam het zilver en het goud, dat in het huis
17733 2Kon 17:8 | in het huis des HEEREN, en in de schatten van het huis
17734 2Kon 17:8 | des konings gevonden werd, en hij zond den koning van
17735 2Kon 17:9 | toog op tegen Damaskus, en nam haar in, en voerde hen
17736 2Kon 17:9 | Damaskus, en nam haar in, en voerde hen gevankelijk naar
17737 2Kon 17:9 | hen gevankelijk naar Kir, en hij doodde Rezin. ~
17738 2Kon 17:10 | tegemoet, naar Damaskus; en gezien hebbende een altaar,
17739 2Kon 17:10 | gelijkenis van het altaar, en zijn afbeelding, naar zijn
17740 2Kon 17:11 | 11 En Uria, de priester, bouwde
17741 2Kon 17:12 | zag de koning het altaar; en de koning naderde tot het
17742 2Kon 17:12 | naderde tot het altaar, en offerde daarop. ~
17743 2Kon 17:13 | 13 En hij stak zijn brandoffer
17744 2Kon 17:13 | stak zijn brandoffer aan, en zijn spijsoffer, en goot
17745 2Kon 17:13 | aan, en zijn spijsoffer, en goot zijn drankoffer en
17746 2Kon 17:13 | en goot zijn drankoffer en sprengde het bloed zijner
17747 2Kon 17:14 | van tussen zijn altaar, en van tussen het huis des
17748 2Kon 17:14 | tussen het huis des HEEREN, en hij zette het aan de zijde
17749 2Kon 17:15 | 15 En de koning Achaz gebood Uria,
17750 2Kon 17:15 | aan het morgenbrandoffer, en het avondspijsoffer, en
17751 2Kon 17:15 | en het avondspijsoffer, en des konings brandoffer,
17752 2Kon 17:15 | des konings brandoffer, en zijn spijsoffer, en het
17753 2Kon 17:15 | brandoffer, en zijn spijsoffer, en het brandoffer van al het
17754 2Kon 17:15 | van al het volk des lands, en hun spijsoffer, en hun drankofferen;
17755 2Kon 17:15 | lands, en hun spijsoffer, en hun drankofferen; en spreng
17756 2Kon 17:15 | spijsoffer, en hun drankofferen; en spreng daarop al het bloed
17757 2Kon 17:15 | het bloed des brandoffers, en al het bloed des slachtoffer;
17758 2Kon 17:16 | 16 En Uria, de priester, deed
17759 2Kon 17:17 | 17 En de koning Achaz sneed de
17760 2Kon 17:17 | lijsten der stellingen af, en nam die van boven het wasvat
17761 2Kon 17:17 | van boven het wasvat weg, en deed de zee af van de koperen
17762 2Kon 17:17 | runderen, die daaronder waren; en hij zette die op een stenen
17763 2Kon 17:18 | het huis gebouwd hadden, en den buitensten ingang des
17764 2Kon 17:20 | 20 En Achaz ontsliep met zijn
17765 2Kon 17:20 | ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven bij zijn vaderen,
17766 2Kon 17:20 | vaderen, in de stad Davids; en Hizkia, zijn zoon, werd
17767 2Kon 18:2 | oud, toen hij koning werd, en hij regeerde zestien jaren
17768 2Kon 18:2 | zestien jaren te Jeruzalem; en hij deed niet dat recht
17769 2Kon 18:4 | 4 Hij offerde ook en rookte op de hoogten en
17770 2Kon 18:4 | en rookte op de hoogten en op de heuvelen, ook onder
17771 2Kon 18:5 | naar Jeruzalem ten strijde; en zij belegerden Achaz, maar
17772 2Kon 18:6 | Elath weder aan Syrie, en wierp de Joden uit Elath;
17773 2Kon 18:6 | wierp de Joden uit Elath; en de Syriers kwamen te Elath,
17774 2Kon 18:6 | Syriers kwamen te Elath, en hebben daar gewoond tot
17775 2Kon 18:7 | zeggende: Ik ben uw knecht en uw zoon; kom op, en verlos
17776 2Kon 18:7 | knecht en uw zoon; kom op, en verlos mij uit de hand van
17777 2Kon 18:7 | van den koning van Syrie, en uit de hand van den koning
17778 2Kon 18:8 | 8 En Achaz nam het zilver en
17779 2Kon 18:8 | En Achaz nam het zilver en het goud, dat in het huis
17780 2Kon 18:8 | in het huis des HEEREN, en in de schatten van het huis
17781 2Kon 18:8 | des konings gevonden werd, en hij zond den koning van
17782 2Kon 18:9 | toog op tegen Damaskus, en nam haar in, en voerde hen
17783 2Kon 18:9 | Damaskus, en nam haar in, en voerde hen gevankelijk naar
17784 2Kon 18:9 | hen gevankelijk naar Kir, en hij doodde Rezin. ~
17785 2Kon 18:10 | tegemoet, naar Damaskus; en gezien hebbende een altaar,
17786 2Kon 18:10 | gelijkenis van het altaar, en zijn afbeelding, naar zijn
17787 2Kon 18:11 | 11 En Uria, de priester, bouwde
17788 2Kon 18:12 | zag de koning het altaar; en de koning naderde tot het
17789 2Kon 18:12 | naderde tot het altaar, en offerde daarop. ~
17790 2Kon 18:13 | 13 En hij stak zijn brandoffer
17791 2Kon 18:13 | stak zijn brandoffer aan, en zijn spijsoffer, en goot
17792 2Kon 18:13 | aan, en zijn spijsoffer, en goot zijn drankoffer en
17793 2Kon 18:13 | en goot zijn drankoffer en sprengde het bloed zijner
17794 2Kon 18:14 | van tussen zijn altaar, en van tussen het huis des
17795 2Kon 18:14 | tussen het huis des HEEREN, en hij zette het aan de zijde
17796 2Kon 18:15 | 15 En de koning Achaz gebood Uria,
17797 2Kon 18:15 | aan het morgenbrandoffer, en het avondspijsoffer, en
17798 2Kon 18:15 | en het avondspijsoffer, en des konings brandoffer,
17799 2Kon 18:15 | des konings brandoffer, en zijn spijsoffer, en het
17800 2Kon 18:15 | brandoffer, en zijn spijsoffer, en het brandoffer van al het
17801 2Kon 18:15 | van al het volk des lands, en hun spijsoffer, en hun drankofferen;
17802 2Kon 18:15 | lands, en hun spijsoffer, en hun drankofferen; en spreng
17803 2Kon 18:15 | spijsoffer, en hun drankofferen; en spreng daarop al het bloed
17804 2Kon 18:15 | het bloed des brandoffers, en al het bloed des slachtoffer;
17805 2Kon 18:16 | 16 En Uria, de priester, deed
17806 2Kon 18:17 | 17 En de koning Achaz sneed de
17807 2Kon 18:17 | lijsten der stellingen af, en nam die van boven het wasvat
17808 2Kon 18:17 | van boven het wasvat weg, en deed de zee af van de koperen
17809 2Kon 18:17 | runderen, die daaronder waren; en hij zette die op een stenen
17810 2Kon 18:18 | het huis gebouwd hadden, en den buitensten ingang des
17811 2Kon 18:20 | 20 En Achaz ontsliep met zijn
17812 2Kon 18:20 | ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven bij zijn vaderen,
17813 2Kon 18:20 | vaderen, in de stad Davids; en Hizkia, zijn zoon, werd
17814 2Kon 19:1 | over Israel te Samaria, en regeerde negen jaren.
17815 2Kon 19:2 | 2 En hij deed dat kwaad was in
17816 2Kon 19:3 | Salmaneser, koning van Assyrie; en Hosea werd zijn knecht,
17817 2Kon 19:4 | Egypte, boden gezonden had, en het geschenk aan den koning
17818 2Kon 19:4 | hem de koning van Assyrie, en bond hem in het gevangenhuis. ~
17819 2Kon 19:5 | hij kwam op naar Samaria, en hij belegerde haar drie
17820 2Kon 19:6 | van Assyrie Samaria in, en voerde Israel weg in Assyrie,
17821 2Kon 19:6 | voerde Israel weg in Assyrie, en deed ze wonen in Halah,
17822 2Kon 19:6 | deed ze wonen in Halah, en in Habor, aan de rivier
17823 2Kon 19:6 | Habor, aan de rivier Gozan, en in de steden der Meden. ~
17824 2Kon 19:7 | den koning van Egypte; en hadden andere goden gevreesd; ~
17825 2Kon 19:8 | 8 En hadden gewandeld in de inzettingen
17826 2Kon 19:8 | kinderen Israels verdreven had, en der koningen van Israel,
17827 2Kon 19:9 | 9 En de kinderen Israels hadden
17828 2Kon 19:9 | HEERE, hun God, bemanteld; en hadden zich hoogten gebouwd
17829 2Kon 19:10 | 10 En zij hadden zich staande
17830 2Kon 19:10 | staande beelden opgericht en bossen, op allen hogen heuvel
17831 2Kon 19:10 | bossen, op allen hogen heuvel en onder alle groen geboomte. ~
17832 2Kon 19:11 | 11 En zij hadden daar gerookt
17833 2Kon 19:11 | aangezichten weggevoerd had; en zij hadden kwade dingen
17834 2Kon 19:12 | 12 En zij hadden de drekgoden
17835 2Kon 19:13 | nu de HEERE tegen Israel en tegen Juda, door den dienst
17836 2Kon 19:13 | Bekeert u van uw boze wegen en houdt Mijn geboden, en Mijn
17837 2Kon 19:13 | wegen en houdt Mijn geboden, en Mijn inzettingen, naar al
17838 2Kon 19:13 | uw vaderen geboden heb, en die Ik tot u door de hand
17839 2Kon 19:15 | verwierpen zij Zijn inzettingen, en Zijn verbond, dat Hij met
17840 2Kon 19:15 | hun vaderen gemaakt had, en Zijn getuigenissen, die
17841 2Kon 19:15 | Hij tegen hen betuigd had, en wandelden de ijdelheid na,
17842 2Kon 19:15 | na, dat zij ijdel werden, en achter de heidenen, die
17843 2Kon 19:16 | geboden des HEEREN, huns Gods, en maakten zich gegoten beelden,
17844 2Kon 19:16 | beelden, twee kalveren; en maakten bossen, en bogen
17845 2Kon 19:16 | kalveren; en maakten bossen, en bogen zich voor alle heir
17846 2Kon 19:16 | voor alle heir des hemels, en dienden Baal. ~
17847 2Kon 19:17 | Ook deden zij hun zonen en hun dochteren door het vuur
17848 2Kon 19:17 | dochteren door het vuur gaan, en gebruikten waarzeggerijen,
17849 2Kon 19:17 | gebruikten waarzeggerijen, en gaven op vogelgeschrei acht,
17850 2Kon 19:17 | gaven op vogelgeschrei acht, en verkochten zich, om te doen
17851 2Kon 19:20 | het ganse zaad van Israel, en bedrukte hen, en gaf ze
17852 2Kon 19:20 | Israel, en bedrukte hen, en gaf ze in de hand der rovers,
17853 2Kon 19:21 | van het huis van David af, en zij maakten Jerobeam, den
17854 2Kon 19:21 | zoon van Nebat, koning; en Jerobeam dreef Israel af
17855 2Kon 19:21 | af van achter den HEERE, en hij deed ze een grote zonde
17856 2Kon 19:24 | Assyrie bracht volk van Babel, en van Chuta, en van Avva,
17857 2Kon 19:24 | van Babel, en van Chuta, en van Avva, en van Hamath,
17858 2Kon 19:24 | van Chuta, en van Avva, en van Hamath, en Sefarvaim,
17859 2Kon 19:24 | van Avva, en van Hamath, en Sefarvaim, en deed hen wonen
17860 2Kon 19:24 | van Hamath, en Sefarvaim, en deed hen wonen in de steden
17861 2Kon 19:24 | plaats der kinderen Israels; en zij namen Samaria erfelijk
17862 2Kon 19:24 | namen Samaria erfelijk in, en woonden in haar steden. ~
17863 2Kon 19:25 | 25 En het geschiedde in het begin
17864 2Kon 19:26 | die gij vervoerd hebt, en hebt doen wonen in de steden
17865 2Kon 19:26 | leeuwen onder hen gezonden, en ziet, zij doden hen, dewijl
17866 2Kon 19:27 | hebt, dat zij henentrekken, en wonen aldaar; en dat hij
17867 2Kon 19:27 | henentrekken, en wonen aldaar; en dat hij hun lere de wijze
17868 2Kon 19:28 | Samaria weggevoerd hadden, en woonde te Beth-El; en hij
17869 2Kon 19:28 | hadden, en woonde te Beth-El; en hij leerde hun, hoe zij
17870 2Kon 19:29 | volk maakte zijn goden; en zij stelden ze in de huizen
17871 2Kon 19:30 | maakten Sukkoth Benoth, en de lieden van Chut maakten
17872 2Kon 19:30 | van Chut maakten Nergal, en de lieden van Hamath maakten
17873 2Kon 19:31 | 31 En de Avieten maakten Nibhaz
17874 2Kon 19:31 | de Avieten maakten Nibhaz en Tartak, en de Sefarvieten
17875 2Kon 19:31 | maakten Nibhaz en Tartak, en de Sefarvieten verbrandden
17876 2Kon 19:31 | hun zonen voor Adramelech en Anamelech, de goden van
17877 2Kon 19:32 | vreesden zij den HEERE, en maakten zich van hun geringsten
17878 2Kon 19:33 | Zij vreesden den HEERE, en dienden ook hun goden, naar
17879 2Kon 19:34 | zij vrezen den HEERE niet, en zij doen niet naar hun inzettingen,
17880 2Kon 19:34 | niet naar hun inzettingen, en naar hun rechten, en naar
17881 2Kon 19:34 | inzettingen, en naar hun rechten, en naar de wet, en naar het
17882 2Kon 19:34 | rechten, en naar de wet, en naar het gebod, dat de HEERE
17883 2Kon 19:35 | verbond met hen gemaakt, en had hun geboden, zeggende:
17884 2Kon 19:36 | Egypteland met grote kracht en met een uitgestrekten arm
17885 2Kon 19:36 | heeft, Dien zult gij vrezen, en voor Hem zult gij u buigen,
17886 2Kon 19:36 | voor Hem zult gij u buigen, en Hem zult gij offerande doen; ~
17887 2Kon 19:37 | 37 En de inzettingen, en de rechten,
17888 2Kon 19:37 | 37 En de inzettingen, en de rechten, en de wet, en
17889 2Kon 19:37 | inzettingen, en de rechten, en de wet, en het gebod, die
17890 2Kon 19:37 | en de rechten, en de wet, en het gebod, die Hij u geschreven
17891 2Kon 19:37 | waarnemen te doen te allen dag; en gij zult andere goden niet
17892 2Kon 19:38 | 38 En het verbond, dat Ik met
17893 2Kon 19:38 | zult gij niet vergeten; en gij zult andere goden niet
17894 2Kon 19:39 | uw God, zult gij vrezen; en Hij zal u redden uit de
17895 2Kon 19:41 | volken vreesden den HEERE, en dienden hun gesneden beelden;
17896 2Kon 19:41 | beelden; ook doen hun kinderen en hun kindskinderen, gelijk
17897 2Kon 20:2 | 2 Vijf en twintig jaren was hij oud,
17898 2Kon 20:2 | oud, toen hij koning werd, en hij regeerde negen en twintig
17899 2Kon 20:2 | werd, en hij regeerde negen en twintig jaren te Jeruzalem,
17900 2Kon 20:2 | twintig jaren te Jeruzalem, en de naam zijner moeder was
17901 2Kon 20:3 | 3 En hij deed dat recht was in
17902 2Kon 20:4 | Hij nam de hoogten weg, en brak de opgerichte beelden,
17903 2Kon 20:4 | brak de opgerichte beelden, en roeide de bossen uit; en
17904 2Kon 20:4 | en roeide de bossen uit; en hij verbrijzelde de koperen
17905 2Kon 20:4 | toe haar gerookt hadden; en hij noemde haar Nehustan. ~
17906 2Kon 20:6 | niet van Hem na te volgen, en hij hield Zijn geboden,
17907 2Kon 20:8 | Filistijnen tot Gaza toe, en haar landpalen, van den
17908 2Kon 20:9 | Assyrie, opkwam tegen Samaria, en haar belegerde. ~
17909 2Kon 20:10 | 10 En zij namen haar in ten einde
17910 2Kon 20:11 | 11 En de koning van Assyrie voerde
17911 2Kon 20:11 | Israel weg naar Assyrie, en deed hen leiden in Halah,
17912 2Kon 20:11 | deed hen leiden in Halah, en in Habor, bij de rivier
17913 2Kon 20:11 | Habor, bij de rivier Gozan, en in de steden der Meden. ~
17914 2Kon 20:12 | verbond overtreden hadden; en al wat Mozes, de knecht
17915 2Kon 20:13 | alle vaste steden van Juda, en nam ze in. ~
17916 2Kon 20:14 | driehonderd talenten zilvers, en dertig talenten gouds op. ~
17917 2Kon 20:15 | in het huis des HEEREN, en in de schatten van het huis
17918 2Kon 20:16 | van den tempel des HEEREN, en van de posten, die Hizkia,
17919 2Kon 20:16 | had laten overtrekken, en gaf dat aan de koning van
17920 2Kon 20:17 | koning van Assyrie Tartan, en Rabsaris, en Rabsake, van
17921 2Kon 20:17 | Assyrie Tartan, en Rabsaris, en Rabsake, van Lachis tot
17922 2Kon 20:17 | zwaar heir naar Jeruzalem; en zij togen op, en kwamen
17923 2Kon 20:17 | Jeruzalem; en zij togen op, en kwamen naar Jeruzalem. En
17924 2Kon 20:17 | en kwamen naar Jeruzalem. En als zij optogen en gekomen
17925 2Kon 20:17 | Jeruzalem. En als zij optogen en gekomen waren, bleven zij
17926 2Kon 20:18 | 18 En zij riepen tot den koning;
17927 2Kon 20:18 | van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, de schrijver, en
17928 2Kon 20:18 | en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf,
17929 2Kon 20:19 | 19 En Rabsake zeide tot hen: Zegt
17930 2Kon 20:20 | der lippen): Er is raad en macht tot den oorlog; op
17931 2Kon 20:21 | zal hij in zijn hand gaan, en die doorboren; alzo is Farao,
17932 2Kon 20:22 | die niet, Wiens hoogten en Wiens altaren Hizkia weggenomen
17933 2Kon 20:22 | Hizkia weggenomen heeft, en tot Juda en tot Jeruzalem
17934 2Kon 20:22 | weggenomen heeft, en tot Juda en tot Jeruzalem gezegd heeft:
17935 2Kon 20:23 | den koning van Assyrie; en ik zal u twee duizend paarden
17936 2Kon 20:24 | op Egypte, om de wagenen en om de ruiteren. ~
17937 2Kon 20:25 | Trek op tegen dat land, en verderf het. ~
17938 2Kon 20:26 | Eljakim, de zoon van Hilkia, en Sebna, en Joah tot Rabsake:
17939 2Kon 20:26 | zoon van Hilkia, en Sebna, en Joah tot Rabsake: Spreek
17940 2Kon 20:26 | want wij verstaan het wel; en spreek met ons niet in het
17941 2Kon 20:27 | mijn heer mij tot uw heer en tot u gezonden, om deze
17942 2Kon 20:27 | met ulieden hun drek eten, en hun water drinken zullen? ~
17943 2Kon 20:28 | 28 Alzo stond Rabsake, en riep met luider stem in
17944 2Kon 20:28 | luider stem in het Joods; en hij sprak en zeide: Hoort
17945 2Kon 20:28 | het Joods; en hij sprak en zeide: Hoort het woord des
17946 2Kon 20:30 | zal ons zekerlijk redden, en deze stad zal niet in de
17947 2Kon 20:31 | met mij door een geschenk, en komt tot mij uit, en eet,
17948 2Kon 20:31 | geschenk, en komt tot mij uit, en eet, een ieder van zijn
17949 2Kon 20:31 | ieder van zijn wijnstok, en een ieder van zijn vijgeboom;
17950 2Kon 20:31 | ieder van zijn vijgeboom; en drinkt een ieder het water
17951 2Kon 20:32 | 32 Totdat ik kom, en u haal in een land, als
17952 2Kon 20:32 | land, een land van koren en van most, een land van brood
17953 2Kon 20:32 | most, een land van brood en van wijngaarden, een land
17954 2Kon 20:32 | land van olijven, van olie en van honig; zo zult gij leven
17955 2Kon 20:32 | honig; zo zult gij leven en niet sterven; en hoort niet
17956 2Kon 20:32 | gij leven en niet sterven; en hoort niet naar Hizkia,
17957 2Kon 20:34 | zijn de goden van Hamath, en van Arpad? Waar zijn de
17958 2Kon 20:34 | goden van Sefarvaim, Hena en Ivva? Ja, hebben zij Samaria
17959 2Kon 20:36 | Doch het volk zweeg stil en antwoordde hem niet een
17960 2Kon 20:37 | van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, de schrijver, en
17961 2Kon 20:37 | en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf,
17962 2Kon 20:37 | met gescheurde klederen; en zij gaven hem de woorden
17963 2Kon 21:1 | 1 En het geschiedde, als de koning
17964 2Kon 21:1 | scheurde hij zijn klederen, en bedekte zich met een zak,
17965 2Kon 21:1 | bedekte zich met een zak, en ging in het huis des HEEREN. ~
17966 2Kon 21:2 | Eljakim, den hofmeester, en Sebna, den schrijver, en
17967 2Kon 21:2 | en Sebna, den schrijver, en de oudsten der priesteren,
17968 2Kon 21:3 | 3 En zij zeiden tot hem: Alzo
17969 2Kon 21:3 | een dag der benauwdheid, en der schelding, en der lastering;
17970 2Kon 21:3 | benauwdheid, en der schelding, en der lastering; want de kinderen
17971 2Kon 21:3 | gekomen tot aan de geboorte, en er is geen kracht om te
17972 2Kon 21:4 | den levenden God te honen, en te schelden, met woorden,
17973 2Kon 21:5 | 5 En de knechten van den koning
17974 2Kon 21:6 | 6 En Jesaja zeide tot hen: Zo
17975 2Kon 21:7 | hij een gerucht horen zal, en weder in zijn land keren;
17976 2Kon 21:7 | weder in zijn land keren; en ik zal hem door het zwaard
17977 2Kon 21:8 | 8 Zo kwam Rabsake weder, en vond den koning van Assyrie,
17978 2Kon 21:11 | hebben, die verbannende; en zoudt gij gered worden? ~
17979 2Kon 21:12 | dezelve gered, als Gozan, en Haran, en Rezef, en de kinderen
17980 2Kon 21:12 | gered, als Gozan, en Haran, en Rezef, en de kinderen van
17981 2Kon 21:12 | Gozan, en Haran, en Rezef, en de kinderen van Eden, die
17982 2Kon 21:13 | is de koning van Hamath, en de koning van Arpad, en
17983 2Kon 21:13 | en de koning van Arpad, en de koning der stad Sefarvaim,
17984 2Kon 21:13 | der stad Sefarvaim, Hena en Ivva? ~
17985 2Kon 21:14 | der boden hand ontvangen, en die gelezen had, ging hij
17986 2Kon 21:14 | in het huis des HEEREN, en Hizkia breidde die uit voor
17987 2Kon 21:15 | 15 En Hizkia bad voor het aangezicht
17988 2Kon 21:15 | het aangezicht des HEEREN, en zeide: O HEERE, God Israels,
17989 2Kon 21:15 | aarde, Gij hebt den hemel en de aarde gemaakt. ~
17990 2Kon 21:16 | 16 O, HEERE! neig Uw oor en hoor, doe, HEERE! Uw ogen
17991 2Kon 21:16 | doe, HEERE! Uw ogen open en zie, en hoor de woorden
17992 2Kon 21:16 | HEERE! Uw ogen open en zie, en hoor de woorden van Sanherib,
17993 2Kon 21:17 | van Assyrie die heidenen en hun land verwoest; ~
17994 2Kon 21:18 | 18 En hebben hun goden in het
17995 2Kon 21:18 | werk van mensenhanden, hout en steen; daarom hebben zij
17996 2Kon 21:22 | 22 Wien hebt gij gehoond en gelasterd? en tegen Wien
17997 2Kon 21:22 | gij gehoond en gelasterd? en tegen Wien hebt gij de stem
17998 2Kon 21:22 | hebt gij de stem verheven, en uw ogen omhoog opgeheven?
17999 2Kon 21:23 | hebt gij den HEERE gehoond, en gezegd: Ik heb met de menigte
18000 2Kon 21:23 | zijden van den Libanon; en ik zal zijn hoge cederbomen,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |