Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
emmaus 1
emmer 1
emmeren 1
en 46573
en-dor 1
en-eglaim 1
en-gannim 3
Frequency    [«  »]
-----
-----
-----
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het

Bijbel

IntraText - Concordances

en

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573

      Book Chapter: Verse
23001 Neh 5:11 | wijngaarden, hun olijfgaarden en hun huizen; en het honderdste 23002 Neh 5:11 | olijfgaarden en hun huizen; en het honderdste deel van 23003 Neh 5:11 | honderdste deel van het geld, en van het koren, den most 23004 Neh 5:11 | van het koren, den most en de olie, die gij hun hebt 23005 Neh 5:12 | Wij zullen het wedergeven, en van hen niets zoeken; wij 23006 Neh 5:12 | alzo doen, als gij zegt. En ik riep de priesteren, en 23007 Neh 5:12 | En ik riep de priesteren, en deed hen zweren, dat zij 23008 Neh 5:13 | schudde ik mijn boezem uit, en zeide: Alzo schudde God 23009 Neh 5:13 | bevestigen, uit zijn huis en uit zijn arbeid, en hij 23010 Neh 5:13 | huis en uit zijn arbeid, en hij zij alzo uitgeschud 23011 Neh 5:13 | hij zij alzo uitgeschud en ledig. En de ganse gemeente 23012 Neh 5:13 | alzo uitgeschud en ledig. En de ganse gemeente zeide: 23013 Neh 5:13 | ganse gemeente zeide: Amen! En zij prezen de HEERE. En 23014 Neh 5:13 | En zij prezen de HEERE. En het volk deed naar dit woord. ~ 23015 Neh 5:14 | twintigste jaar af, tot het twee en dertigste jaar van den koning 23016 Neh 5:15 | 15 En de vorige landvoogden, die 23017 Neh 5:15 | hebben het volk bezwaard, en van hen genomen aan brood 23018 Neh 5:15 | van hen genomen aan brood en wijn, daarna veertig zilveren 23019 Neh 5:16 | werk dezes muurs verbeterd, en wij hebben geen land gekocht; 23020 Neh 5:16 | hebben geen land gekocht; en al mijn jongens zijn aldaar 23021 Neh 5:17 | 17 Ook zijn van de Joden en van de overheden honderd 23022 Neh 5:17 | van de overheden honderd en vijftig man, en die van 23023 Neh 5:17 | honderd en vijftig man, en die van de heidenen, die 23024 Neh 5:18 | 18 En wat voor een dag bereid 23025 Neh 5:18 | bereid werd, was een os en zes uitgelezen schapen; 23026 Neh 5:18 | werden mij vogelen bereid, en binnen tien dagen van allen 23027 Neh 6:1 | geschied, als van Sanballat, en Tobia, en van Gesem, den 23028 Neh 6:1 | van Sanballat, en Tobia, en van Gesem, den Arabier, 23029 Neh 6:1 | van Gesem, den Arabier, en van onze andere vijanden 23030 Neh 6:1 | ik den muur gebouwd had, en dat geen scheur daarin was 23031 Neh 6:2 | 2 Zo zond Sanballat, en Gesem, tot mij, om te zeggen: 23032 Neh 6:2 | tot mij, om te zeggen: Kom en laat ons te zamen vergaderen 23033 Neh 6:3 | 3 En ik zond boden tot hen, om 23034 Neh 6:3 | terwijl ik het zou nalaten, en tot ulieden afkomen? ~ 23035 Neh 6:4 | mij, op dezelfde wijze. En ik antwoordde hun op dezelfde 23036 Neh 6:6 | onder de volken gehoord, en Gasmu zegt: Gij en de Joden 23037 Neh 6:6 | gehoord, en Gasmu zegt: Gij en de Joden denkt te rebelleren, 23038 Neh 6:6 | daarom bouwt gij den muur, en gij zult hun ten koning 23039 Neh 6:7 | zaken zijn; kom dan nu, en laat ons te zamen raadslaan. ~ 23040 Neh 6:10 | het midden des tempels, en laat ons de deuren des tempels 23041 Neh 6:11 | een man, als ik, vlieden? En wie is er, zijnde als ik, 23042 Neh 6:12 | 12 Want ik merkte, en ziet, God had hem niet gezonden; 23043 Neh 6:12 | profetie tegen mij, omdat Tobia en Sanballat hem gehuurd hadden. 23044 Neh 6:13 | gehuurd, opdat ik zou vrezen, en alzo doen, en zondigen; 23045 Neh 6:13 | zou vrezen, en alzo doen, en zondigen; opdat zij iets 23046 Neh 6:14 | Gedenk, mijn God, aan Tobia en aan Sanballat, naar deze 23047 Neh 6:14 | naar deze zijn werken; en ook aan de profetes Noadja, 23048 Neh 6:14 | aan de profetes Noadja, en aan de andere profeten, 23049 Neh 6:15 | werd volbracht, op den vijf en twintigsten van Elul, in 23050 Neh 6:15 | twintigsten van Elul, in twee en vijftig dagen. ~ 23051 Neh 6:16 | 16 En het geschiedde, als al onze 23052 Neh 6:16 | heidenen, die rondom ons waren, en zij vervielen zeer in hun 23053 Neh 6:17 | die naar Tobia gingen; en die van Tobia kwamen tot 23054 Neh 6:18 | Sechanja, den zoon van Arah; en zijn zoon Johanan had genomen 23055 Neh 6:19 | goeddadigheden voor mijn aangezicht, en mijn woorden brachten zij 23056 Neh 7:1 | ik de deuren oprichtte, en de poortiers, en de zangers, 23057 Neh 7:1 | oprichtte, en de poortiers, en de zangers, en de Levieten 23058 Neh 7:1 | poortiers, en de zangers, en de Levieten werden besteld. ~ 23059 Neh 7:2 | 2 En ik gaf bevel aan mijn broeder 23060 Neh 7:2 | aan mijn broeder Hanani, en aan Hananja, den overste 23061 Neh 7:2 | een man van getrouwheid, en godvrezende boven velen. ~ 23062 Neh 7:3 | 3 En ik zeide tot hen: Laat de 23063 Neh 7:3 | totdat de zon heet wordt, en terwijl zij daarbij staan, 23064 Neh 7:3 | sluiten, betast gij ze dan; en dat men wachten zette, inwoners 23065 Neh 7:3 | iegelijk op zijn wacht, en een iegelijk tegenover zijn 23066 Neh 7:4 | stad nu was wijd van ruimte en groot; doch des volks was 23067 Neh 7:4 | volks was weinig daarbinnen; en de huizen waren niet gebouwd. ~ 23068 Neh 7:5 | hart, dat ik de edelen, en de overheden, en het volk 23069 Neh 7:5 | edelen, en de overheden, en het volk verzamelde, om 23070 Neh 7:5 | de geslachten te rekenen; en ik vond het geslachtsregister 23071 Neh 7:5 | het eerst waren opgetogen, en vond daarin geschreven aldus: ~ 23072 Neh 7:6 | van Babel, weggevoerd had, en die wedergekeerd zijn naar 23073 Neh 7:6 | wedergekeerd zijn naar Jeruzalem en naar Juda, een iegelijk 23074 Neh 7:7 | Mispereth, Bigvai, Nehim en Baena. Dit is het getal 23075 Neh 7:8 | twee duizend, honderd twee en zeventig; ~ 23076 Neh 7:9 | Sefatja, driehonderd twee en zeventig; ~ 23077 Neh 7:10 | van Arach, zeshonderd twee en vijftig; ~ 23078 Neh 7:11 | van de kinderen van Jesua en Joab, twee duizend, achthonderd 23079 Neh 7:11 | twee duizend, achthonderd en achttien; ~ 23080 Neh 7:12 | duizend, tweehonderd vier en vijftig; 23081 Neh 7:13 | Zatthu, achthonderd vijf en veertig; ~ 23082 Neh 7:14 | van Zakkai, zevenhonderd en zestig; ~ 23083 Neh 7:15 | Binnui, zeshonderd acht en veertig; ~ 23084 Neh 7:16 | van Bebai, zeshonderd acht en twintig; ~ 23085 Neh 7:17 | duizend, driehonderd twee en twintig; ~ 23086 Neh 7:18 | Adonikam, zeshonderd zeven en zestig; ~ 23087 Neh 7:19 | Bigvai, twee duizend, zeven en zestig; ~ 23088 Neh 7:20 | van Adin, zeshonderd vijf en vijftig; ~ 23089 Neh 7:21 | van Ater, van Hizkia, acht en negentig; ~ 23090 Neh 7:22 | Hassum, driehonderd acht en twintig; ~ 23091 Neh 7:23 | Bezai, driehonderd vier en twintig; ~ 23092 Neh 7:24 | kinderen van Harif, honderd en twaalf; ~ 23093 Neh 7:25 | kinderen van Gibeon, vijf en negentig; ~ 23094 Neh 7:26 | De mannen van Bethlehem en Netofa, honderd acht en 23095 Neh 7:26 | en Netofa, honderd acht en tachtig; 23096 Neh 7:27 | van Anathoth, honderd acht en twintig; ~ 23097 Neh 7:28 | van Beth-Azmaveth, twee en veertig; ~ 23098 Neh 7:29 | van Kirjath-Jearim, Cefira en Beeroth, zevenhonderd drie 23099 Neh 7:29 | Beeroth, zevenhonderd drie en veertig; ~ 23100 Neh 7:30 | 30 De mannen van Rama en Gaba, zeshonderd en twintig; ~ 23101 Neh 7:30 | Rama en Gaba, zeshonderd en twintig; ~ 23102 Neh 7:31 | van Michmas, honderd twee en twintig; ~ 23103 Neh 7:32 | 32 De mannen van Beth-El en Ai, honderd drie en twintig; ~ 23104 Neh 7:32 | Beth-El en Ai, honderd drie en twintig; ~ 23105 Neh 7:33 | van het andere Nebo, twee en vijftig; ~ 23106 Neh 7:34 | duizend, tweehonderd vier en vijftig; ~ 23107 Neh 7:35 | kinderen van Harim, driehonderd en twintig; ~ 23108 Neh 7:36 | Jericho, driehonderd vijf en veertig; ~ 23109 Neh 7:37 | kinderen van Lod, Hadid en Ono, zevenhonderd een en 23110 Neh 7:37 | en Ono, zevenhonderd een en twintig; ~ 23111 Neh 7:38 | drie duizend, negenhonderd en dertig; ~ 23112 Neh 7:39 | Jesua, negenhonderd drie en zeventig; ~ 23113 Neh 7:40 | van Immer, duizend twee en vijftig; ~ 23114 Neh 7:41 | duizend, tweehonderd zeven en veertig; ~ 23115 Neh 7:42 | kinderen van Harim, duizend en zeventien; ~ 23116 Neh 7:43 | kinderen van Hodeva, vier en zeventig; ~ 23117 Neh 7:44 | kinderen van Asaf, honderd acht en veertig; ~ 23118 Neh 7:45 | van Sobai, honderd acht en dertig; ~ 23119 Neh 7:60 | 60 Al de Nethinim, en de kinderen der knechten 23120 Neh 7:60 | waren driehonderd twee en negentig. ~ 23121 Neh 7:61 | Thel-harsa, Cherub, Addon en Immer; maar zij konden hunner 23122 Neh 7:61 | konden hunner vaderen huis, en hun zaad niet tonen, of 23123 Neh 7:62 | Nekoda, zeshonderd twee en veertig. ~ 23124 Neh 7:63 | 63 En van de priesteren, de kinderen 23125 Neh 7:63 | Gileadiet, genomen had, en naar hun naam genoemd was. ~ 23126 Neh 7:65 | 65 En Hattirsatha zeide tot hen, 23127 Neh 7:65 | priester stond met urim en thummim. ~ 23128 Neh 7:66 | gemeente te zamen was twee en veertig duizend, driehonderd 23129 Neh 7:66 | veertig duizend, driehonderd en zestig; ~ 23130 Neh 7:67 | 67 Behalve hun knechten en hun maagden, die waren zeven 23131 Neh 7:67 | duizend, driehonderd zeven en dertig; en zij hadden tweehonderd 23132 Neh 7:67 | driehonderd zeven en dertig; en zij hadden tweehonderd vijf 23133 Neh 7:67 | hadden tweehonderd vijf en veertig zangers en zangeressen. ~ 23134 Neh 7:67 | vijf en veertig zangers en zangeressen. ~ 23135 Neh 7:68 | paarden, zevenhonderd zes en dertig; hun muildieren, 23136 Neh 7:68 | muildieren, tweehonderd vijf en veertig; ~ 23137 Neh 7:69 | Kemelen, vierhonderd vijf en dertig; ezelen, zes duizend, 23138 Neh 7:69 | zes duizend, zevenhonderd en twintig. ~ 23139 Neh 7:70 | sprengbekkens, vijfhonderd en dertig priesterrokken. ~ 23140 Neh 7:71 | 71 En anderen van de hoofden der 23141 Neh 7:71 | twintig duizend drachmen, en aan zilver, twee duizend 23142 Neh 7:71 | aan zilver, twee duizend en tweehonderd ponden. ~ 23143 Neh 7:72 | 72 En wat de overigen des volks 23144 Neh 7:72 | twintig duizend drachmen, en aan zilver, twee duizend 23145 Neh 7:72 | zilver, twee duizend mijnen, en zeven en zestig priesterrokken. ~ 23146 Neh 7:72 | duizend mijnen, en zeven en zestig priesterrokken. ~ 23147 Neh 7:73 | 73 En de priesters, en de Levieten, 23148 Neh 7:73 | 73 En de priesters, en de Levieten, en de poortiers, 23149 Neh 7:73 | priesters, en de Levieten, en de poortiers, en de zangers, 23150 Neh 7:73 | Levieten, en de poortiers, en de zangers, en sommigen 23151 Neh 7:73 | poortiers, en de zangers, en sommigen van het volk, en 23152 Neh 7:73 | en sommigen van het volk, en de Nethinim, en gans Israel, 23153 Neh 7:73 | het volk, en de Nethinim, en gans Israel, woonden in 23154 Neh 8:1 | de zevende maand aankwam, en de kinderen Israels in hun 23155 Neh 8:2 | straat voor de Waterpoort; en zij zeiden tot Ezra, den 23156 Neh 8:3 | 3 En Ezra, de priester, bracht 23157 Neh 8:3 | gemeente, beiden mannen en vrouwen, en allen, die verstandig 23158 Neh 8:3 | beiden mannen en vrouwen, en allen, die verstandig waren 23159 Neh 8:4 | 4 En hij las daarin voor de straat, 23160 Neh 8:4 | den middag, voor de mannen en vrouwen, en de verstandigen; 23161 Neh 8:4 | voor de mannen en vrouwen, en de verstandigen; en de oren 23162 Neh 8:4 | vrouwen, en de verstandigen; en de oren des gansen volks 23163 Neh 8:5 | 5 En Ezra, de schriftgeleerde, 23164 Neh 8:5 | die zaak gemaakt hadden, en nevens hem stond Mattithja, 23165 Neh 8:5 | nevens hem stond Mattithja, en Sema, en Anaja, en Uria, 23166 Neh 8:5 | stond Mattithja, en Sema, en Anaja, en Uria, en Hilkia, 23167 Neh 8:5 | Mattithja, en Sema, en Anaja, en Uria, en Hilkia, en Maaseja, 23168 Neh 8:5 | Sema, en Anaja, en Uria, en Hilkia, en Maaseja, aan 23169 Neh 8:5 | Anaja, en Uria, en Hilkia, en Maaseja, aan zijn rechterhand; 23170 Neh 8:5 | Maaseja, aan zijn rechterhand; en aan zijn linkerhand Pedaja, 23171 Neh 8:5 | zijn linkerhand Pedaja, en Misael, en Malchia, en Hasum, 23172 Neh 8:5 | linkerhand Pedaja, en Misael, en Malchia, en Hasum, en Hasbaddana, 23173 Neh 8:5 | en Misael, en Malchia, en Hasum, en Hasbaddana, Zacharja 23174 Neh 8:5 | Misael, en Malchia, en Hasum, en Hasbaddana, Zacharja en 23175 Neh 8:5 | en Hasbaddana, Zacharja en Mesullam. ~ 23176 Neh 8:6 | 6 En Ezra opende het boek voor 23177 Neh 8:6 | hij was boven al het volk; en als hij het opende, stond 23178 Neh 8:7 | 7 En Ezra loofde den HEERE, den 23179 Neh 8:7 | den HEERE, den groten God; en al het volk antwoordde: 23180 Neh 8:7 | opheffing hunner handen, en neigden zich, en aanbaden 23181 Neh 8:7 | handen, en neigden zich, en aanbaden den HEERE, met 23182 Neh 8:8 | 8 Jesua nu, en Bani, en Serebja, Jamin, 23183 Neh 8:8 | 8 Jesua nu, en Bani, en Serebja, Jamin, Akkub, Sabbethai, 23184 Neh 8:8 | Jozabad, Hanan, Pelaja, en de Levieten onderwezen het 23185 Neh 8:8 | onderwezen het volk in de wet. En het volk stond op zijn standplaats. ~ 23186 Neh 8:9 | 9 En zij lazen in het boek, in 23187 Neh 8:9 | de wet Gods, duidelijk; en den zin verklarende, zo 23188 Neh 8:10 | 10 En Nehemia (dezelve is Hattirsatha) 23189 Neh 8:10 | dezelve is Hattirsatha) en Ezra, de priester, de schriftgeleerde, 23190 Neh 8:10 | priester, de schriftgeleerde, en de Levieten, die het volk 23191 Neh 8:10 | bedrijft dan geen rouw, en weent niet; want al het 23192 Neh 8:11 | hen: Gaat, eet het vette, en drinkt het zoete, en zendt 23193 Neh 8:11 | vette, en drinkt het zoete, en zendt delen dengenen, voor 23194 Neh 8:12 | 12 En de Levieten stilden al het 23195 Neh 8:13 | het volk henen om te eten, en om te drinken, en om delen 23196 Neh 8:13 | eten, en om te drinken, en om delen te zenden, en om 23197 Neh 8:13 | en om delen te zenden, en om grote blijdschap te maken; 23198 Neh 8:14 | 14 En des anderen daags verzamelden 23199 Neh 8:14 | ganse volk, de priesters en de Levieten, tot Ezra, den 23200 Neh 8:14 | Ezra, den schriftgeleerde, en dat, om verstand te bekomen 23201 Neh 8:15 | 15 En zij vonden in de wet geschreven, 23202 Neh 8:16 | 16 En dat zij het zouden luidbaar 23203 Neh 8:16 | het zouden luidbaar maken, en een stem laten doorgaan 23204 Neh 8:16 | doorgaan door al hun steden, en te Jeruzalem, zeggende: 23205 Neh 8:16 | Gaat uit op het gebergte, en haalt takken van olijfbomen, 23206 Neh 8:16 | haalt takken van olijfbomen, en takken van andere olieachtige 23207 Neh 8:16 | andere olieachtige bomen, en takken van mirtebomen, en 23208 Neh 8:16 | en takken van mirtebomen, en takken van palmbomen, en 23209 Neh 8:16 | en takken van palmbomen, en takken van andere dichte 23210 Neh 8:17 | 17 Alzo ging het volk uit en haalden ze, en maakten zich 23211 Neh 8:17 | volk uit en haalden ze, en maakten zich loofhutten, 23212 Neh 8:17 | een iegelijk op zijn dak, en in hun voorhoven, en in 23213 Neh 8:17 | dak, en in hun voorhoven, en in de voorhoven van Gods 23214 Neh 8:17 | voorhoven van Gods huis, en op de straat der Waterpoort, 23215 Neh 8:17 | de straat der Waterpoort, en op de straat van Efraimspoort. ~ 23216 Neh 8:18 | 18 En de ganse gemeente dergenen, 23217 Neh 8:18 | wedergekomen, maakten loofhutten, en woonden in die loofhutten; 23218 Neh 8:18 | Nun, tot op dezen dag toe; en er was zeer grote blijdschap. ~ 23219 Neh 8:19 | 19 En men las in het wetboek Gods 23220 Neh 8:19 | dag tot den laatsten dag. En zij hielden het feest zeven 23221 Neh 8:19 | hielden het feest zeven dagen, en op den achtsten dag den 23222 Neh 9:1 | 1 Voorts op den vier en twintigsten dag dezer maand 23223 Neh 9:1 | kinderen Israels met vasten en met zakken, en aarde was 23224 Neh 9:1 | met vasten en met zakken, en aarde was op hen. ~ 23225 Neh 9:2 | 2 En het zaad Israels scheidde 23226 Neh 9:2 | zich af van alle vreemden. En zij stonden, en deden belijdenis 23227 Neh 9:2 | vreemden. En zij stonden, en deden belijdenis van hun 23228 Neh 9:2 | belijdenis van hun zonden en hunner vaderen ongerechtigheden. ~ 23229 Neh 9:3 | vierendeel van den dag; en op een ander vierendeel 23230 Neh 9:3 | vierendeel deden zij belijdenis, en aanbaden den HEERE, hun 23231 Neh 9:4 | 4 Jesua nu, en Bani, Kadmiel, Sebanja, 23232 Neh 9:4 | Sebanja, Bunni, Serebja, Bani en Chenani, stonden op het 23233 Neh 9:4 | gestoelte der Levieten, en riepen met luider stem tot 23234 Neh 9:5 | 5 En de Levieten, Jesua, en Kadmiel, 23235 Neh 9:5 | 5 En de Levieten, Jesua, en Kadmiel, Bani, Hasabneja; 23236 Neh 9:5 | eeuwigheid tot in eeuwigheid; en men love den Naam Uwer heerlijkheid, 23237 Neh 9:5 | verhoogd is boven allen lof en prijs! ~ 23238 Neh 9:6 | den hemel der hemelen, en al hun heir, de aarde en 23239 Neh 9:6 | en al hun heir, de aarde en al wat daarop is, de zeeen 23240 Neh 9:6 | wat daarop is, de zeeen en al wat daarin is, en Gij 23241 Neh 9:6 | zeeen en al wat daarin is, en Gij maakt die allen levend; 23242 Neh 9:6 | maakt die allen levend; en het heir der hemelen aanbidt 23243 Neh 9:7 | Die Abram hebt verkoren, en hem uit Ur der Chaldeen 23244 Neh 9:7 | der Chaldeen uitgevoerd; en Gij hebt zijn naam gesteld 23245 Neh 9:8 | 8 En Gij hebt zijn hart getrouw 23246 Neh 9:8 | gevonden voor Uw aangezicht, en hebt een verbond met hem 23247 Neh 9:8 | Hethieten, der Amorieten, en der Ferezieten, en der Jebusieten, 23248 Neh 9:8 | Amorieten, en der Ferezieten, en der Jebusieten, en der Girgasieten, 23249 Neh 9:8 | Ferezieten, en der Jebusieten, en der Girgasieten, dat Gij 23250 Neh 9:8 | het zijn zade zoudt geven; en Gij hebt Uw woorden bevestigd, 23251 Neh 9:9 | 9 En Gij hebt aangezien onzer 23252 Neh 9:9 | vaderen ellende in Egypte, en Gij hebt hun geroep gehoord 23253 Neh 9:10 | 10 En Gij hebt tekenen en wonderen 23254 Neh 9:10 | 10 En Gij hebt tekenen en wonderen gedaan aan Farao, 23255 Neh 9:10 | wonderen gedaan aan Farao, en aan al zijn knechten, en 23256 Neh 9:10 | en aan al zijn knechten, en aan al het volk zijns lands; 23257 Neh 9:10 | trotselijk tegen hen handelden; en Gij hebt U een Naam gemaakt, 23258 Neh 9:11 | 11 En Gij hebt de zee voor hun 23259 Neh 9:11 | het droge zijn doorgegaan; en hun vervolgers hebt Gij 23260 Neh 9:12 | 12 En Gij hebt ze des daags geleid 23261 Neh 9:12 | geleid met een wolkkolom, en des nachts met een vuurkolom, 23262 Neh 9:13 | 13 En Gij zijt neergedaald op 23263 Neh 9:13 | neergedaald op den berg Sinai, en hebt met hen gesproken uit 23264 Neh 9:13 | gesproken uit den hemel; en Gij hebt hun gegeven rechtmatige 23265 Neh 9:13 | gegeven rechtmatige rechten, en getrouwe wetten, goede inzettingen 23266 Neh 9:13 | wetten, goede inzettingen en geboden. ~ 23267 Neh 9:14 | 14 En Gij hebt Uw heiligen sabbat 23268 Neh 9:14 | heiligen sabbat bekend gemaakt; en Gij hebt hun geboden, en 23269 Neh 9:14 | en Gij hebt hun geboden, en inzettingen en een wet bevolen, 23270 Neh 9:14 | geboden, en inzettingen en een wet bevolen, door de 23271 Neh 9:15 | 15 En Gij hebt hun brood uit den 23272 Neh 9:15 | gegeven voor hun honger, en hun water uit de steenrots 23273 Neh 9:15 | voortgebracht voor hun dorst; en Gij hebt tot hen gezegd, 23274 Neh 9:16 | 16 Maar zij en onze vaders hebben trotselijk 23275 Neh 9:16 | hebben trotselijk gehandeld, en zij hebben hun nek verhard, 23276 Neh 9:16 | hebben hun nek verhard, en niet gehoord naar Uw geboden; ~ 23277 Neh 9:17 | 17 En zij hebben geweigerd te 23278 Neh 9:17 | hebben geweigerd te horen, en niet gedacht aan Uw wonderen, 23279 Neh 9:17 | Gij bij hen gedaan hadt, en hebben hun nek verhard, 23280 Neh 9:17 | hebben hun nek verhard, en in hun wederspannigheid 23281 Neh 9:17 | van vergevingen, genadig en barmhartig, lankmoedig, 23282 Neh 9:17 | barmhartig, lankmoedig, en groot van weldadigheid, 23283 Neh 9:18 | gegoten kalf gemaakt hadden, en gezegd: Dit is uw God, Die 23284 Neh 9:18 | Egypte heeft opgevoerd; en grote lasteren gedaan hadden; ~ 23285 Neh 9:19 | nachts, om hen te lichten, en dat, op den weg, waarin 23286 Neh 9:20 | 20 En Gij hebt Uw goeden Geest 23287 Neh 9:20 | gegeven om hen te onderwijzen; en Uw Manna hebt Gij niet geweerd 23288 Neh 9:20 | niet geweerd van hun mond, en water hebt Gij hun gegeven 23289 Neh 9:21 | klederen zijn niet veroud, en hun voeten niet gezwollen. ~ 23290 Neh 9:22 | hebt Gij hun koninkrijken en volken gegeven, en hebt 23291 Neh 9:22 | koninkrijken en volken gegeven, en hebt hen verdeeld in hoeken. 23292 Neh 9:22 | des konings van Hesbon, en het land van Og, koning 23293 Neh 9:23 | als de sterren des hemels; en Gij hebt hen gebracht in 23294 Neh 9:24 | kinderen daarin gekomen, en hebben dat land erfelijk 23295 Neh 9:24 | land erfelijk ingenomen; en Gij hebt de inwoners des 23296 Neh 9:24 | aangezicht ten ondergebracht, en hebt hen in hun hand gegeven, 23297 Neh 9:24 | mitsgaders hun koningen en de volken des lands, om 23298 Neh 9:25 | 25 En zij hebben vaste steden 23299 Neh 9:25 | zij hebben vaste steden en een vet land ingenomen, 23300 Neh 9:25 | een vet land ingenomen, en erfelijk bezeten, huizen, 23301 Neh 9:25 | wijngaarden, olijfgaarden en bomen van spijze, in menigte; 23302 Neh 9:25 | van spijze, in menigte; en zij hebben gegeten, en zijn 23303 Neh 9:25 | en zij hebben gegeten, en zijn zat en vet geworden, 23304 Neh 9:25 | hebben gegeten, en zijn zat en vet geworden, en hebben 23305 Neh 9:25 | zijn zat en vet geworden, en hebben in wellust geleefd, 23306 Neh 9:26 | zijn wederspannig geworden, en hebben tegen U gerebelleerd, 23307 Neh 9:26 | hebben tegen U gerebelleerd, en Uw wet achter hun rug geworpen, 23308 Neh 9:26 | achter hun rug geworpen, en Uw profeten gedood die tegen 23309 Neh 9:27 | Gij van den hemel gehoord, en hun naar Uw grote barmhartigheden 23310 Neh 9:28 | zij zich dan bekeerden, en U aanriepen, zo hebt Gij 23311 Neh 9:28 | hen van den hemel gehoord, en hebt hen naar Uw barmhartigheden 23312 Neh 9:29 | 29 En Gij hebt tegen hen betuigd, 23313 Neh 9:29 | hebben trotselijk gehandeld, en niet gehoord naar Uw geboden, 23314 Neh 9:29 | gehoord naar Uw geboden, en tegen Uw rechten, tegen 23315 Neh 9:29 | die ze doet, leven zal; en zij hebben hun schouder 23316 Neh 9:29 | hun schouder teruggetogen, en hun nek verhard, en niet 23317 Neh 9:29 | teruggetogen, en hun nek verhard, en niet gehoord. ~ 23318 Neh 9:30 | het vele jaren over hen, en betuigdet tegen hen door 23319 Neh 9:31 | want Gij zijt een genadig en barmhartig God. ~ 23320 Neh 9:32 | Gij grote, Gij machtige, en Gij vreselijke God, Die 23321 Neh 9:32 | vreselijke God, Die het verbond en de weldadigheid houdt; laat 23322 Neh 9:32 | koningen, onze vorsten, en onze priesteren; en onze 23323 Neh 9:32 | vorsten, en onze priesteren; en onze profeten, en onze vaderen, 23324 Neh 9:32 | priesteren; en onze profeten, en onze vaderen, en Uw ganse 23325 Neh 9:32 | profeten, en onze vaderen, en Uw ganse volk, van de dagen 23326 Neh 9:34 | 34 En onze koningen, onze vorsten, 23327 Neh 9:34 | vorsten, onze priesters en onze vaders hebben Uw wet 23328 Neh 9:34 | hebben Uw wet niet gedaan; en zij hebben niet geluisterd 23329 Neh 9:34 | geluisterd naar Uw geboden, en naar Uw getuigenissen, die 23330 Neh 9:35 | gediend in hun koninkrijk, en in Uw menigvuldig goed, 23331 Neh 9:35 | goed, dat Gij hun gaaft, en in dat wijde en dat vette 23332 Neh 9:35 | hun gaaft, en in dat wijde en dat vette land, dat Gij 23333 Neh 9:35 | aangezicht gegeven hadt; en zij hebben zich niet bekeerd 23334 Neh 9:36 | hebt, om de vrucht daarvan, en het goede daarvan te eten, 23335 Neh 9:37 | 37 En het vermenigvuldigt zijn 23336 Neh 9:37 | hebt, om onzer zonden wil; en zij heersen over onze lichamen 23337 Neh 9:37 | heersen over onze lichamen en over onze beesten, naar 23338 Neh 9:38 | 38 En in dit alles maken wij een 23339 Neh 9:38 | maken wij een vast verbond en schrijven het; en onze vorsten, 23340 Neh 9:38 | verbond en schrijven het; en onze vorsten, onze Levieten 23341 Neh 9:38 | onze vorsten, onze Levieten en onze priesteren zullen het 23342 Neh 10:1 | Hattirsatha, zoon van Hachalja, en Zidkia, ~ 23343 Neh 10:9 | 9 En de Levieten, namelijk: Jesua, 23344 Neh 10:10 | 10 En hun broederen: Sebanja, 23345 Neh 10:26 | 26 En Ahia, Hanan, Anan, ~ 23346 Neh 10:28 | 28 En het overige des volks, de 23347 Neh 10:28 | de zangers, de Nethinim, en al wie zich van de volken 23348 Neh 10:28 | hun vrouwen, hun zonen en hun dochteren, al wie wetenschap 23349 Neh 10:28 | dochteren, al wie wetenschap en verstand had; ~ 23350 Neh 10:29 | broederen, hun voortreffelijken, en kwamen in den vloek en in 23351 Neh 10:29 | en kwamen in den vloek en in den eed, dat zij zouden 23352 Neh 10:29 | den knecht Gods, Mozes; en dat zij zouden houden, en 23353 Neh 10:29 | en dat zij zouden houden, en dat zij zouden doen al de 23354 Neh 10:29 | des HEEREN, onzes Heeren, en Zijn rechten en Zijn inzettingen; ~ 23355 Neh 10:29 | Heeren, en Zijn rechten en Zijn inzettingen; ~ 23356 Neh 10:30 | 30 En dat wij onze dochteren niet 23357 Neh 10:31 | de volken des lands waren en alle koren op den sabbatdag 23358 Neh 10:31 | van hen niet zouden nemen; en dat wij het zevende jaar 23359 Neh 10:33 | het brood der toerichting, en het gedurig spijsoffer, 23360 Neh 10:33 | het gedurig spijsoffer, en tot het gedurig brandoffer, 23361 Neh 10:33 | tot de gezette hoogtijden, en tot de heilige dingen, en 23362 Neh 10:33 | en tot de heilige dingen, en tot de zondofferen, om verzoening 23363 Neh 10:33 | verzoening te doen over Israel; en tot alle werk van het huis 23364 Neh 10:34 | de priesters, de Levieten en het volk, over het offer 23365 Neh 10:35 | eerstelingen onzes lands en de eerstelingen van alle 23366 Neh 10:36 | 36 En de eerstgeborenen onzer 23367 Neh 10:36 | eerstgeborenen onzer zonen en onzer beesten, gelijk het 23368 Neh 10:36 | in de wet geschreven is; en dat wij de eerstgeborenen 23369 Neh 10:36 | eerstgeborenen onzer runderen en onzer schapen zouden brengen 23370 Neh 10:37 | 37 En dat wij de eerstelingen 23371 Neh 10:37 | eerstelingen onzes deegs, en onze hefofferen, en de vrucht 23372 Neh 10:37 | deegs, en onze hefofferen, en de vrucht aller bomen, most 23373 Neh 10:37 | vrucht aller bomen, most en olie, zouden brengen tot 23374 Neh 10:37 | van het huis onzes Gods, en de tienden onzes lands tot 23375 Neh 10:37 | onzes lands tot de Levieten; en dat dezelfde Levieten de 23376 Neh 10:38 | 38 En dat er een priester, een 23377 Neh 10:38 | Levieten de tienden ontvangen; en dat de Levieten de tienden 23378 Neh 10:39 | Want de kinderen Israels en de kinderen van Levi moeten 23379 Neh 10:39 | hefoffer van koren, most en olie in die kameren brengen, 23380 Neh 10:39 | vaten des heiligdoms zijn, en de priesteren, die dienen, 23381 Neh 10:39 | priesteren, die dienen, en de poortiers, en de zangers; 23382 Neh 10:39 | dienen, en de poortiers, en de zangers; dat wij alzo 23383 Neh 11:1 | stad Jeruzalem zou wonen, en negen delen in de andere 23384 Neh 11:2 | 2 En het volk zegende al de mannen, 23385 Neh 11:3 | 3 En dit zijn de hoofden van 23386 Neh 11:3 | steden, Israel, de priesters, en de Levieten, en de Nethinim, 23387 Neh 11:3 | priesters, en de Levieten, en de Nethinim, en de kinderen 23388 Neh 11:3 | Levieten, en de Nethinim, en de kinderen der knechten 23389 Neh 11:4 | van de kinderen van Juda, en van de kinderen van Benjamin. 23390 Neh 11:5 | 5 En Maaseja, de zoon van Baruch, 23391 Neh 11:6 | waren vierhonderd acht en zestig dappere mannen. ~ 23392 Neh 11:7 | 7 En dit zijn de kinderen van 23393 Neh 11:8 | 8 En na hem Gabbai, Sallai; negenhonderd 23394 Neh 11:8 | Sallai; negenhonderd acht en twintig. ~ 23395 Neh 11:9 | 9 En Joel, de zoon van Zichri, 23396 Neh 11:9 | was opziener over hen; en Juda, de zoon van Senua, 23397 Neh 11:12 | 12 En hun broederen, die het werk 23398 Neh 11:12 | waren achthonderd twee en twintig. En Adaja, de zoon 23399 Neh 11:12 | achthonderd twee en twintig. En Adaja, de zoon van Jeroham, 23400 Neh 11:13 | 13 En zijn broederen, hoofden 23401 Neh 11:13 | waren tweehonderd twee en veertig. En Amassai, de 23402 Neh 11:13 | tweehonderd twee en veertig. En Amassai, de zoon van Azareel, 23403 Neh 11:14 | 14 En hun broederen, dappere helden, 23404 Neh 11:14 | helden, waren honderd acht en twintig; en opziener over 23405 Neh 11:14 | honderd acht en twintig; en opziener over hen was Zabdiel, 23406 Neh 11:15 | 15 En van de Levieten: Semaja, 23407 Neh 11:16 | 16 En Sabbethai, en Jozabad, van 23408 Neh 11:16 | 16 En Sabbethai, en Jozabad, van de hoofden 23409 Neh 11:17 | 17 En Matthanja, de zoon van Micha, 23410 Neh 11:17 | dankzegging begon in het gebed, en Bakbukja was de tweede van 23411 Neh 11:17 | tweede van zijn broederen; en Abda, de zoon van Sammua, 23412 Neh 11:18 | stad waren tweehonderd vier en tachtig. ~ 23413 Neh 11:19 | 19 En de poortiers: Akkub, Talmon, 23414 Neh 11:19 | poorten, waren honderd twee en zeventig. ~ 23415 Neh 11:20 | Israel, van de priesters en de Levieten, was in alle 23416 Neh 11:21 | 21 En de Nethinim woonden in Ofel; 23417 Neh 11:21 | Nethinim woonden in Ofel; en Ziha en Gispa waren over 23418 Neh 11:21 | woonden in Ofel; en Ziha en Gispa waren over de Nethinim. ~ 23419 Neh 11:22 | 22 En der Levieten opziener te 23420 Neh 11:24 | 24 En Petahja, de zoon van Mesezabeel, 23421 Neh 11:25 | van Juda, in Kirjath-Arba en haar onderhorige plaatsen, 23422 Neh 11:25 | haar onderhorige plaatsen, en in Dibon en haar onderhorige 23423 Neh 11:25 | onderhorige plaatsen, en in Dibon en haar onderhorige plaatsen, 23424 Neh 11:25 | haar onderhorige plaatsen, en in Jekabzeel en haar dorpen; ~ 23425 Neh 11:25 | plaatsen, en in Jekabzeel en haar dorpen; ~ 23426 Neh 11:26 | 26 En te Jesua, en te Molada, 23427 Neh 11:26 | 26 En te Jesua, en te Molada, en te Beth-Pelet, ~ 23428 Neh 11:26 | te Jesua, en te Molada, en te Beth-Pelet, ~ 23429 Neh 11:27 | 27 En te Hazar-Sual, en in Ber-Seba, 23430 Neh 11:27 | 27 En te Hazar-Sual, en in Ber-Seba, en haar onderhorige 23431 Neh 11:27 | Hazar-Sual, en in Ber-Seba, en haar onderhorige plaatsen, ~ 23432 Neh 11:28 | 28 En te Ziklag, en in Mechona 23433 Neh 11:28 | 28 En te Ziklag, en in Mechona en haar onderhorige 23434 Neh 11:28 | te Ziklag, en in Mechona en haar onderhorige plaatsen, ~ 23435 Neh 11:29 | 29 En te En-Rimmon, en te Zora, 23436 Neh 11:29 | 29 En te En-Rimmon, en te Zora, en te Jarmuth, ~ 23437 Neh 11:29 | te En-Rimmon, en te Zora, en te Jarmuth, ~ 23438 Neh 11:30 | 30 Zanoah, Adullam en haar dorpen, Lachis en haar 23439 Neh 11:30 | Adullam en haar dorpen, Lachis en haar akkers, Azeka en haar 23440 Neh 11:30 | Lachis en haar akkers, Azeka en haar onderhorige plaatsen; 23441 Neh 11:30 | haar onderhorige plaatsen; en zij legerden zich van Ber-seba 23442 Neh 11:31 | Geba woonden in Michmas, en Aja, en Beth-El, en haar 23443 Neh 11:31 | woonden in Michmas, en Aja, en Beth-El, en haar onderhorige 23444 Neh 11:31 | Michmas, en Aja, en Beth-El, en haar onderhorige plaatsen, ~ 23445 Neh 11:35 | 35 Lod, en Ono, in het dal der werkmeesters. ~ 23446 Neh 11:36 | de verdelingen van Juda, en van Benjamin. ~  ~  ~  23447 Neh 12:1 | Dit nu zijn de priesters en de Levieten, die met Zerubbabel, 23448 Neh 12:1 | den zoon van Sealthiel, en Jesua, optogen: Seraja, 23449 Neh 12:6 | 6 Semaja, en Jojarib, Jedaja, ~ 23450 Neh 12:7 | hoofden der priesteren, en hun broederen, in de dagen 23451 Neh 12:8 | 8 En de Levieten waren: Jesua, 23452 Neh 12:8 | Serebja, Juda, Matthanja; hij en zijn broederen waren over 23453 Neh 12:9 | 9 En Bakbukja, en Unni, hun broederen, 23454 Neh 12:9 | 9 En Bakbukja, en Unni, hun broederen, waren 23455 Neh 12:10 | Jesua nu gewon Jojakim, en Jojakim gewon Eljasib, en 23456 Neh 12:10 | en Jojakim gewon Eljasib, en Eljasib gewon Jojada, ~ 23457 Neh 12:11 | 11 En Jojada gewon Jonathan, en 23458 Neh 12:11 | En Jojada gewon Jonathan, en Jonathan gewon Jaddua. ~ 23459 Neh 12:12 | 12 En in de dagen van Jojakim 23460 Neh 12:19 | 19 En van Jojarib, Matthenai; 23461 Neh 12:22 | dagen van Eljasib, Jojada, en Johanan, en Jaddua, de hoofden 23462 Neh 12:22 | Eljasib, Jojada, en Johanan, en Jaddua, de hoofden der vaderen 23463 Neh 12:24 | waren Hasabja, Serebja, en Jesua, de zoon van Kadmiel, 23464 Neh 12:24 | Jesua, de zoon van Kadmiel, en hun broederen tegen hen 23465 Neh 12:24 | hen over, om te prijzen en te danken, naar het gebod 23466 Neh 12:25 | 25 Matthanja en Bakbukja, Obadja, Mesullam, 23467 Neh 12:25 | Obadja, Mesullam, Talmon en Akkub, waren poortiers, 23468 Neh 12:26 | Jesua, den zoon van Jozadak, en in de dagen van Nehemia, 23469 Neh 12:26 | Nehemia, den landvoogd, en van den priester Ezra, den 23470 Neh 12:27 | inwijding te doen met vreugde, en met dankzeggingen, en met 23471 Neh 12:27 | vreugde, en met dankzeggingen, en met gezang, cimbalen, luiten, 23472 Neh 12:27 | gezang, cimbalen, luiten, en met harpen. ~ 23473 Neh 12:29 | 29 En uit het huis van Gilgal, 23474 Neh 12:29 | uit het huis van Gilgal, en uit de velden van Geba en 23475 Neh 12:29 | en uit de velden van Geba en Asmaveth; want de zangers 23476 Neh 12:30 | 30 En de priesters en de Levieten 23477 Neh 12:30 | 30 En de priesters en de Levieten reinigden zichzelven; 23478 Neh 12:30 | reinigden zij het volk, en de poorten, en den muur. ~ 23479 Neh 12:30 | het volk, en de poorten, en den muur. ~ 23480 Neh 12:31 | Juda opgaan op den muur; en ik stelde twee grote dankkoren 23481 Neh 12:31 | stelde twee grote dankkoren en omgangen, een ter rechterhand 23482 Neh 12:32 | 32 En achter hen ging Hosaja, 23483 Neh 12:32 | achter hen ging Hosaja, en de helft der vorsten van 23484 Neh 12:33 | 33 En Azarja, Ezra, en Mesullam, ~ 23485 Neh 12:33 | 33 En Azarja, Ezra, en Mesullam, ~ 23486 Neh 12:34 | 34 Juda, en Benjamin, en Semaja, en 23487 Neh 12:34 | 34 Juda, en Benjamin, en Semaja, en Jeremia; ~ 23488 Neh 12:34 | en Benjamin, en Semaja, en Jeremia; ~ 23489 Neh 12:35 | 35 En van de priesters kinderen 23490 Neh 12:36 | 36 En zijn broeders, Semaja, en 23491 Neh 12:36 | En zijn broeders, Semaja, en Azareel, Milalai, Gilalai, 23492 Neh 12:36 | Gilalai, Maai, Nethaneel, en Juda, Hanani, met muziekinstrumenten 23493 Neh 12:36 | van David, den man Gods; en Ezra, de schriftgeleerde, 23494 Neh 12:37 | Voorts naar de Fonteinpoort, en tegen hen over, gingen zij 23495 Neh 12:38 | dankkoor nu ging tegenover, en ik achter hetzelve, met 23496 Neh 12:39 | 39 En van boven de poort van Efraim, 23497 Neh 12:39 | boven de poort van Efraim, en boven de Oude poort, en 23498 Neh 12:39 | en boven de Oude poort, en boven de Vispoort, en den 23499 Neh 12:39 | poort, en boven de Vispoort, en den toren Hananeel, en den 23500 Neh 12:39 | en den toren Hananeel, en den toren Mea, tot aan de


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License