1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
24001 Job 2:6 | 6 En de HEERE zeide tot den satan:
24002 Job 2:7 | het aangezicht des HEEREN, en sloeg Job met boze zweren,
24003 Job 2:8 | 8 En hij nam zich een potscherf,
24004 Job 2:8 | zich daarmede te schrabben, en hij zat neder in het midden
24005 Job 2:9 | oprechtigheid? Zegen God, en sterf. ~
24006 Job 2:10 | goede van God ontvangen, en het kwade niet ontvangen?
24007 Job 2:11 | plaats, Elifaz, de Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar,
24008 Job 2:11 | Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naamathiet; en
24009 Job 2:11 | en Zofar, de Naamathiet; en zij waren het eens geworden,
24010 Job 2:11 | kwamen om hem te beklagen, en om hem te vertroosten. ~
24011 Job 2:12 | 12 En toen zij hun ogen van verre
24012 Job 2:12 | ophieven, kenden zij hem niet, en hieven hun stem op, en weenden;
24013 Job 2:12 | en hieven hun stem op, en weenden; daartoe scheurden
24014 Job 2:12 | zij een ieder zijn mantel, en strooiden stof op hun hoofden
24015 Job 2:13 | op de aarde, zeven dagen en zeven nachten; en niemand
24016 Job 2:13 | dagen en zeven nachten; en niemand sprak tot hem een
24017 Job 3:1 | Daarna opende Job zijn mond, en vervloekte zijn dag. ~
24018 Job 3:2 | 2 Want Job antwoordde en zeide: ~
24019 Job 3:3 | waarin ik geboren ben, en de nacht, waarin men zeide:
24020 Job 3:4 | hem niet vrage van boven; en dat geen glans over hem
24021 Job 3:5 | 5 Dat de duisternis en des doods schaduw hem verontreinigen;
24022 Job 3:9 | hij wachte naar het licht, en het worde niet; en hij zie
24023 Job 3:9 | licht, en het worde niet; en hij zie niet de oogleden
24024 Job 3:11 | gestorven van de baarmoeder af, en heb den geest gegeven, als
24025 Job 3:12 | mij de knieen voorgekomen, en waartoe de borsten, opdat
24026 Job 3:13 | Want nu zou ik nederliggen, en stil zijn; ik zou slapen,
24027 Job 3:14 | 14 Met de koningen en raadsheren der aarde, die
24028 Job 3:17 | bozen op van beroering, en daar rusten de vermoeiden
24029 Job 3:19 | 19 De kleine en de grote is daar; en de
24030 Job 3:19 | kleine en de grote is daar; en de knecht vrij van zijn
24031 Job 3:20 | den ellendigen het licht, en het leven den bitterlijk
24032 Job 3:21 | dood, maar hij is er niet; en graven daarnaar meer dan
24033 Job 3:22 | zijn tot opspringens toe, en zich verheugen, als zij
24034 Job 3:23 | wiens weg verborgen is, en dien God overdekt heeft? ~
24035 Job 3:24 | brood komt mijn zuchting; en mijn brullingen worden uitgestort
24036 Job 3:25 | Want ik vreesde een vreze, en zij is mij aangekomen; en
24037 Job 3:25 | en zij is mij aangekomen; en wat ik schroomde, is mij
24038 Job 3:26 | 26 Ik was niet gerust; en was niet stil, en rustte
24039 Job 3:26 | gerust; en was niet stil, en rustte niet; en de beroering
24040 Job 3:26 | niet stil, en rustte niet; en de beroering is gekomen. ~ ~
24041 Job 4:1 | antwoordde Elifaz, de Themaniet, en zeide: ~
24042 Job 4:3 | gij hebt velen onderwezen, en gij hebt slappe handen gesterkt; ~
24043 Job 4:4 | struikelende opgericht, en de krommende knieen hebt
24044 Job 4:5 | Maar nu komt het aan u, en gij zijt verdrietig; het
24045 Job 4:5 | verdrietig; het raakt tot u, en gij wordt beroerd. ~
24046 Job 4:6 | niet uw vreze Gods uw hoop, en de oprechtheid uwer wegen
24047 Job 4:7 | onschuldige, die vergaan zij; en waar zijn de oprechten verdelgd? ~
24048 Job 4:8 | heb: die ondeugd ploegen, en moeite zaaien, maaien dezelve. ~
24049 Job 4:9 | den adem Gods vergaan zij, en van het geblaas van Zijn
24050 Job 4:10 | De brulling des leeuws, en de stem des fellen leeuws,
24051 Job 4:10 | stem des fellen leeuws, en de tanden der jonge leeuwen
24052 Job 4:11 | omdat er geen roof is, en de jongens eens oudachtigen
24053 Job 4:12 | woord heimelijk gebracht, en mijn oor heeft een weinigje
24054 Job 4:14 | 14 Kwam mij schrik en beving over, en verschrikte
24055 Job 4:14 | mij schrik en beving over, en verschrikte de veelheid
24056 Job 4:16 | mijn ogen; er was stilte, en ik hoorde een stem, zeggende: ~
24057 Job 5:1 | iemand zijn, die u antwoorde? En tot wien van de heiligen
24058 Job 5:2 | brengt de toornigheid om, en de ijver doodt den slechte. ~
24059 Job 5:4 | waren zijn zonen van heil; en zij werden verbrijzeld in
24060 Job 5:4 | verbrijzeld in de poort, en er was geen verlosser. ~
24061 Job 5:6 | het verdriet niet voort, en de moeite spruit niet uit
24062 Job 5:8 | ik zou naar God zoeken, en tot God mijn aanspraak richten; ~
24063 Job 5:10 | regen geeft op de aarde, en water zendt op de straten; ~
24064 Job 5:14 | ontmoeten zij de duisternis, en gelijk des nachts tasten
24065 Job 5:15 | het zwaard, van hun mond, en van de hand des sterken. ~
24066 Job 5:16 | voor den arme verwachting; en de boosheid stopt haar mond
24067 Job 5:18 | Want Hij doet smart aan, en Hij verbindt; Hij doorwondt,
24068 Job 5:18 | verbindt; Hij doorwondt, en Zijn handen helen. ~
24069 Job 5:19 | benauwdheden zal Hij u verlossen, en in de zevende zal u het
24070 Job 5:20 | verlossen van den dood, en in den oorlog van het geweld
24071 Job 5:21 | zult gij verborgen wezen, en gij zult niet vrezen voor
24072 Job 5:22 | 22 Tegen de verwoesting en tegen den honger zult gij
24073 Job 5:22 | honger zult gij lachen, en voor het gedierte der aarde
24074 Job 5:23 | velds zal uw verbond zijn, en het gedierte des velds zal
24075 Job 5:24 | 24 En gij zult bevinden, dat uw
24076 Job 5:24 | dat uw tent in vrede is; en gij zult uw woning verzorgen,
24077 Job 5:24 | zult uw woning verzorgen, en zult niet feilen. ~
24078 Job 5:25 | zaad menigvuldig wezen zal, en uw spruiten als het kruid
24079 Job 5:27 | het is alzo; hoor het, en bemerk gij het voor u. ~ ~
24080 Job 6:1 | 1 Maar Job antwoordde en zeide: ~
24081 Job 6:2 | verdriet recht gewogen wierd, en men mijn ellende samen in
24082 Job 6:8 | of mijn begeerte kwame, en dat God mijn verwachting
24083 Job 6:9 | 9 En dat het Gode beliefde, dat
24084 Job 6:9 | verbrijzelde, Zijn hand losliet, en een einde met mij maakte! ~
24085 Job 6:10 | zou nog mijn troost zijn, en zou mij verkwikken in den
24086 Job 6:13 | dan mijn hulp niet in mij, en is de wijsheid uit mij verdreven? ~
24087 Job 6:16 | verdonkerd zijn van het ijs, en in dewelke de sneeuw zich
24088 Job 6:18 | lopen op in het woeste, en vergaan. ~
24089 Job 6:21 | hebt gezien de ontzetting, en gij hebt gevreesd. ~
24090 Job 6:22 | Heb ik gezegd: Brengt mij, en geeft geschenken voor mij
24091 Job 6:23 | de hand des verdrukkers, en verlost mij van de hand
24092 Job 6:24 | 24 Leert mij, en ik zal zwijgen, en geeft
24093 Job 6:24 | mij, en ik zal zwijgen, en geeft mij te verstaan, waarin
24094 Job 6:26 | bestraffen, woorden bedenken, en zullen de redenen des mismoedigen
24095 Job 6:27 | werpt gij u op een wees; en gij graaft tegen uw vriend.
24096 Job 6:28 | het u, wendt u tot mij, en het zal voor ulieder aangezicht
24097 Job 7:1 | een strijd op de aarde, en zijn zijn dagen niet als
24098 Job 7:2 | dienstknecht hijgt naar de schaduw, en gelijk de dagloner verwacht
24099 Job 7:3 | ijdelheid ten erve geworden, en nachten der moeite zijn
24100 Job 7:4 | Wanneer zal ik opstaan, en Hij den avond afgemeten
24101 Job 7:4 | avond afgemeten hebben? En ik word zat van woelingen
24102 Job 7:5 | vlees is met het gewormte en met het gruis des stofs
24103 Job 7:5 | bekleed; mijn huid is gekliefd en verachtelijk geworden. ~
24104 Job 7:6 | geweest dan een weversspoel, en zijn vergaan zonder verwachting. ~
24105 Job 7:9 | 9 Een wolk vergaat en vaart henen; alzo die in
24106 Job 7:10 | wederkeren tot zijn huis, en zijn plaats zal hem niet
24107 Job 7:14 | ontzet Gij mij met dromen, en door gezichten verschrikt
24108 Job 7:17 | dat Gij hem groot acht, en dat Gij Uw hart op hem zet? ~
24109 Job 7:18 | 18 En dat Gij hem bezoekt in elken
24110 Job 7:19 | keert Gij U niet af van mij, en laat niet van mij af, totdat
24111 Job 7:21 | 21 En waarom vergeeft Gij niet
24112 Job 7:21 | Gij niet mijn overtreding, en doet mijn ongerechtigheid
24113 Job 7:21 | zal ik in het stof liggen; en Gij zult mij vroeg zoeken,
24114 Job 8:1 | antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide: ~
24115 Job 8:2 | gij deze dingen spreken, en de redenen uws monds een
24116 Job 8:3 | God het recht verkeren, en zou de Almachtige de gerechtigheid
24117 Job 8:5 | gij naar God vroeg zoekt, en tot den Almachtige om genade
24118 Job 8:6 | 6 Zo gij zuiver en recht zijt, gewisselijk
24119 Job 8:6 | nu opwaken, om uwentwil, en Hij zal de woning uwer gerechtigheid
24120 Job 8:8 | naar het vorige geslacht, en bereid u tot de onderzoeking
24121 Job 8:9 | Want wij zijn van gisteren en weten niet; dewijl onze
24122 Job 8:10 | niet leren, tot u spreken, en uit hun hart redenen voortbrengen? ~
24123 Job 8:13 | allen, die God vergeten; en de verwachting des huichelaars
24124 Job 8:14 | denwelke zijn hoop walgen zal; en zijn vertrouwen zal zijn
24125 Job 8:16 | Hij is sappig voor de zon, en zijn scheuten gaan over
24126 Job 8:19 | dat is vreugde zijns wegs; en uit het stof zullen anderen
24127 Job 8:21 | mond met gelach vervulle, en uw lippen met gejuich. ~
24128 Job 8:22 | schaamte bekleed worden; en de tent der goddelozen zal
24129 Job 9:1 | 1 Maar Job antwoordde en zeide: ~
24130 Job 9:4 | 4 Hij is wijs van hart, en sterk van kracht; wie heeft
24131 Job 9:4 | zich tegen Hem verhard, en vrede gehad? ~
24132 Job 9:7 | 7 Die de zon gebiedt, en zij gaat niet op; en verzegelt
24133 Job 9:7 | gebiedt, en zij gaat niet op; en verzegelt de sterren; ~
24134 Job 9:8 | alleen de hemelen uitbreidt, en treedt op de hoogten der
24135 Job 9:9 | Wagen maakt, den Orion, en het Zevengesternte, en de
24136 Job 9:9 | en het Zevengesternte, en de binnenkameren van het
24137 Job 9:10 | men niet doorzoeken kan; en wonderen, die men niet tellen
24138 Job 9:11 | zal voor mij henengaan, en ik zal Hem niet zien; en
24139 Job 9:11 | en ik zal Hem niet zien; en Hij zal voorbijgaan, en
24140 Job 9:11 | en Hij zal voorbijgaan, en ik zal Hem niet merken. ~
24141 Job 9:14 | min zal ik Hem antwoorden, en mijn woorden uitkiezen tegen
24142 Job 9:16 | 16 Indien ik roep, en Hij mij antwoordt; ik zal
24143 Job 9:17 | vermorzelt mij door een onweder, en vermenigvuldigt mijn wonden
24144 Job 9:19 | komt, zie, Hij is sterk; en zo het aan het recht komt,
24145 Job 9:22 | daarom zeg ik: Den oprechte en den goddeloze verdoet Hij. ~
24146 Job 9:25 | 25 En mijn dagen zijn lichter
24147 Job 9:27 | zal mijn klacht vergeten, en ik zal mijn gebaar laten
24148 Job 9:27 | mijn gebaar laten varen, en mij verkwikken; ~
24149 Job 9:30 | mij wasse met sneeuwwater, en mijn handen zuivere met
24150 Job 9:31 | mij in de gracht induiken, en mijn klederen zullen van
24151 Job 9:34 | op mij Zijn roede wegdoe, en dat Zijn verschrikking mij
24152 Job 9:35 | 35 Zo zal ik spreken, en Hem niet vrezen; want zodanig
24153 Job 10:3 | den arbeid Uwer handen, en over den raad der goddelozen
24154 Job 10:6 | naar mijn ongerechtigheid, en naar mijn zonde verneemt? ~
24155 Job 10:8 | zamen rondom mij zijn zij, en Gij verslindt mij. ~
24156 Job 10:9 | mij als leem bereid hebt, en mij tot stof zult doen wederkeren. ~
24157 Job 10:10 | mij niet als melk gegoten, en mij als een kaas doen runnen? ~
24158 Job 10:11 | 11 Met vel en vlees hebt Gij mij bekleed;
24159 Job 10:11 | bekleed; met beenderen ook en zenuwen hebt Gij mij samengevlochten; ~
24160 Job 10:12 | weldadigheid aan mij gedaan, en Uw opzicht heeft mijn geest
24161 Job 10:14 | zult Gij mij waarnemen, en van mijn misdaad zult Gij
24162 Job 10:15 | goddeloos ben, wee mij! En ben ik rechtvaardig, ik
24163 Job 10:16 | Gij mij; Gij keert weder en stelt U wonderlijk tegen
24164 Job 10:17 | getuigen tegenover mij, en vermenigvuldigt Uw toorn
24165 Job 10:18 | 18 En waarom hebt Gij mij uit
24166 Job 10:18 | ik den geest gegeven had, en geen oog mij gezien had! ~
24167 Job 10:21 | 21 Eer ik henenga (en niet wederkom) in een land
24168 Job 10:21 | een land der duisternis en der schaduwe des doods; ~
24169 Job 10:22 | de schaduwe des doods, en zonder ordeningen, en het
24170 Job 10:22 | doods, en zonder ordeningen, en het geeft schijnsel als
24171 Job 11:1 | antwoordde Zofar, de Naamathiet, en zeide: ~
24172 Job 11:2 | niet beantwoord worden, en zou een klapachtig man recht
24173 Job 11:3 | de lieden doen zwijgen, en zoudt gij spotten, en niemand
24174 Job 11:3 | zwijgen, en zoudt gij spotten, en niemand u beschamen? ~
24175 Job 11:4 | gezegd: Mijn leer is zuiver, en ik ben rein in uw ogen. ~
24176 Job 11:5 | gewisselijk, och, of God sprak, en Zijn lippen tegen u opende; ~
24177 Job 11:6 | 6 En u bekend maakte de verborgenheden
24178 Job 11:9 | dan de aarde is haar maat, en breder dan de zee. ~
24179 Job 11:11 | Hij kent de ijdele lieden en Hij ziet de ondeugd; zou
24180 Job 11:14 | hand is, doe die verre weg; en laat het onrecht in uw tenten
24181 Job 11:15 | opheffen uit de gebreken, en zult vast wezen, en niet
24182 Job 11:15 | gebreken, en zult vast wezen, en niet vrezen. ~
24183 Job 11:16 | zult de moeite vergeten, en harer gedenken als der wateren,
24184 Job 11:18 | 18 En gij zult vertrouwen, omdat
24185 Job 11:18 | er verwachting zal zijn; en gij zult graven, gerustelijk
24186 Job 11:19 | 19 En gij zult nederliggen, en
24187 Job 11:19 | En gij zult nederliggen, en niemand zal u verschrikken;
24188 Job 11:19 | niemand zal u verschrikken; en velen zullen uw aangezicht
24189 Job 11:20 | goddelozen zullen bezwijken, en de toevlucht zal van hen
24190 Job 11:20 | toevlucht zal van hen vergaan; en hun verwachting zal zijn
24191 Job 12:1 | 1 Maar Job antwoordde en zeide: ~
24192 Job 12:3 | ik zwicht niet voor u; en bij wien zijn niet dergelijke
24193 Job 12:4 | verhoort; de rechtvaardige en oprechte is een spot. ~
24194 Job 12:6 | verwoesters hebben rust, en die Gode tergen, hebben
24195 Job 12:7 | 7 En waarlijk, vraag toch de
24196 Job 12:7 | vraag toch de beesten, en elkeen van die zal het u
24197 Job 12:7 | van die zal het u leren; en het gevogelte des hemels,
24198 Job 12:8 | Of spreek tot de aarde, en zij zal het u leren; ook
24199 Job 12:10 | ziel is van al wat leeft, en de geest van alle vlees
24200 Job 12:12 | stokouden is de wijsheid, en in de langheid der dagen
24201 Job 12:13 | 13 Bij Hem is wijsheid en macht; Hij heeft raad en
24202 Job 12:13 | en macht; Hij heeft raad en verstand. ~
24203 Job 12:14 | 14 Ziet, Hij breekt af, en het zal niet herbouwd worden;
24204 Job 12:14 | worden; Hij besluit iemand, en er zal niet opengedaan worden. ~
24205 Job 12:15 | Hij houdt de wateren op, en zij drogen uit; ook laat
24206 Job 12:15 | uit; ook laat Hij ze uit, en zij keren de aarde om. ~
24207 Job 12:16 | 16 Bij Hem is kracht en wijsheid; Zijns is de dwalende,
24208 Job 12:16 | wijsheid; Zijns is de dwalende, en die doet dwalen. ~
24209 Job 12:17 | raadsheren beroofd weg, en de rechters maakt Hij uitzinnig, ~
24210 Job 12:18 | koningen maakt Hij los, en Hij bindt den gordel aan
24211 Job 12:19 | de oversten beroofd weg, en de machtigen keert Hij om. ~
24212 Job 12:20 | den getrouwen de spraak, en der ouden oordeel neemt
24213 Job 12:21 | verachting over de prinsen uit, en Hij verslapt den riem der
24214 Job 12:22 | diepten uit de duisternis, en des doods schaduwe brengt
24215 Job 12:23 | vermenigvuldigt de volken, en verderft ze; Hij breidt
24216 Job 12:23 | Hij breidt de volken uit, en leidt ze. ~
24217 Job 12:24 | des volks der aarde weg, en doet hen dwalen in het woeste,
24218 Job 12:25 | duisternis, waar geen licht is; en Hij doet hen dwalen, als
24219 Job 13:1 | gezien, mijn oor gehoord en verstaan. ~
24220 Job 13:3 | den Almachtige spreken, en ben belust mij te verdedigen
24221 Job 13:6 | Hoort toch mijn verdediging, en merkt op de twistingen mijner
24222 Job 13:7 | voor God onrecht spreken, en zult gij voor Hem bedriegerij
24223 Job 13:11 | Zijn hoogheid verschrikken, en Zijn vreze over u vallen? ~
24224 Job 13:13 | van mij, opdat ik spreke, en er ga over mij, wat het
24225 Job 13:14 | vlees in mijn tanden nemen, en mijn ziel in mijn hand stellen? ~
24226 Job 13:17 | naarstiglijk mijn rede, en mijn aanwijzing met uw oren. ~
24227 Job 13:21 | Uw hand verre van op mij, en Uw verschrikking make mij
24228 Job 13:22 | 22 Roep dan, en ik zal antwoorden; of ik
24229 Job 13:22 | antwoorden; of ik zal spreken, en geef mij antwoord. ~
24230 Job 13:23 | 23 Hoeveel misdaden en zonden heb ik? Maak mijn
24231 Job 13:23 | ik? Maak mijn overtreding en mijn zonden mij bekend. ~
24232 Job 13:24 | verbergt Gij Uw aangezicht, en houdt mij voor Uw vijand? ~
24233 Job 13:25 | gedreven blad verbrijzelen, en zult Gij een drogen stoppel
24234 Job 13:26 | tegen mij bittere dingen; en Gij doet mij erven de misdaden
24235 Job 13:27 | mijn voeten in den stok, en neemt waar al mijn paden;
24236 Job 13:28 | 28 En hij veroudert als een verrotting,
24237 Job 14:1 | geboren, is kort van dagen, en zat van onrust. ~
24238 Job 14:2 | komt voort als een bloem, en wordt afgesneden; ook vlucht
24239 Job 14:2 | vlucht hij als een schaduw, en bestaat niet. ~
24240 Job 14:3 | ogen over zulk een open; en Gij betrekt mij in het gericht
24241 Job 14:5 | zijner maanden bij U is, en Gij zijn bepalingen gemaakt
24242 Job 14:7 | zich nog zal veranderen, en zijn scheut niet zal ophouden.
24243 Job 14:8 | wortel in de aarde veroudert, en zijn stam in het stof versterft; ~
24244 Job 14:9 | wateren weder uitspruiten, en zal een tak maken, gelijk
24245 Job 14:10 | sterft, als hij verzwakt is, en de mens geeft den geest,
24246 Job 14:11 | wateren verlopen uit een meer, en een rivier droogt uit en
24247 Job 14:11 | en een rivier droogt uit en verdort; ~
24248 Job 14:12 | Alzo ligt de mens neder, en staat niet op; totdat de
24249 Job 14:13 | mij een bepaling steldet, en mijner gedachtig waart! ~
24250 Job 14:15 | 15 Dat Gij zoudt roepen, en ik U zou antwoorden, dat
24251 Job 14:17 | een bundeltje verzegeld, en Gij pakt mijn ongerechtigheid
24252 Job 14:18 | 18 En voorwaar, een berg vallende
24253 Job 14:18 | een berg vallende vergaat, en een rots wordt versteld
24254 Job 14:20 | overweldigt hem in eeuwigheid, en hij gaat heen; veranderende
24255 Job 14:21 | kinderen komen tot eer, en hij weet het niet; of zij
24256 Job 14:21 | niet; of zij worden klein, en hij let niet op hen. ~
24257 Job 14:22 | hem zijnde, heeft smart; en zijn ziel, in hem zijnde,
24258 Job 15:1 | antwoordde Elifaz, de Themaniet, en zeide: ~
24259 Job 15:2 | wetenschap voor antwoord geven, en zal hij zijn buik vullen
24260 Job 15:3 | woorden, die niet baten, en door redenen, met dewelke
24261 Job 15:4 | gij vernietigt de vreze, en neemt het gebed voor het
24262 Job 15:5 | leert uw ongerechtigheid, en gij hebt de tong der arglistigen
24263 Job 15:6 | 6 Uw mond verdoemt u, en niet ik; en uw lippen getuigen
24264 Job 15:6 | verdoemt u, en niet ik; en uw lippen getuigen tegen
24265 Job 15:8 | verborgen raad Gods gehoord, en hebt gij de wijsheid naar
24266 Job 15:11 | vertroostingen Gods u te klein, en schuilt er enige zaak bij
24267 Job 15:12 | Waarom rukt uw hart u weg, en waarom wenken uw ogen? ~
24268 Job 15:13 | uw geest keert tegen God, en zulke redenen uit uw mond
24269 Job 15:14 | dat hij zuiver zou zijn, en die geboren is van een vrouw,
24270 Job 15:15 | zou Hij niet vertrouwen, en de hemelen zijn niet zuiver
24271 Job 15:16 | meer is een man gruwelijk en stinkende, die het onrecht
24272 Job 15:17 | u wijzen, hoor mij aan, en hetgeen ik gezien heb, dat
24273 Job 15:18 | wijzen verkondigd hebben, en men voor hun vaderen niet
24274 Job 15:19 | alleen het land gegeven was, en door welker midden niemand
24275 Job 15:20 | goddeloze zichzelven weedom aan; en weinige jaren in getal zijn
24276 Job 15:23 | 23 Hij zwerft heen en weder om brood, waar het
24277 Job 15:24 | 24 Angst en benauwdheid verschrikken
24278 Job 15:25 | tegen God zijn hand uit, en tegen den Almachtige stelt
24279 Job 15:27 | met zijn vet bedekt heeft, en rimpelen gemaakt om de weekdarmen; ~
24280 Job 15:28 | 28 En heeft bewoond verdelgde
24281 Job 15:28 | bewoond verdelgde steden, en huizen, die men niet bewoonde,
24282 Job 15:29 | Hij zal niet rijk worden, en zijn vermogen zal niet bestaan;
24283 Job 15:29 | vermogen zal niet bestaan; en hun volmaaktheid zal zich
24284 Job 15:33 | afrukken, als van een wijnstok, en zijn bloeisel afwerpen,
24285 Job 15:34 | huichelaren wordt eenzaam, en het vuur verteert de tenten
24286 Job 15:35 | 35 Zijn ontvangen moeite, en baren ijdelheid, en hun
24287 Job 15:35 | moeite, en baren ijdelheid, en hun buik richt bedrog aan. ~ ~
24288 Job 16:1 | 1 Maar Job antwoordde en zeide: ~
24289 Job 16:4 | woorden tegen u samenhopen, en zou ik over u met mijn hoofd
24290 Job 16:5 | versterken met mijn mond, en de beweging mijner lippen
24291 Job 16:6 | smart wordt niet ingehouden; en houd ik op, wat gaat er
24292 Job 16:8 | hebt, is tot een getuige; en mijn magerheid staat tegen
24293 Job 16:9 | 9 Zijn toorn verscheurt, en Hij haat mij; Hij knerst
24294 Job 16:11 | den verkeerde overgegeven, en heeft mij afgewend in de
24295 Job 16:12 | Hij heeft mij verbroken, en bij mijn nek gegrepen, en
24296 Job 16:12 | en bij mijn nek gegrepen, en mij verpletterd; en Hij
24297 Job 16:12 | gegrepen, en mij verpletterd; en Hij heeft mij Zich tot een
24298 Job 16:13 | mijn nieren doorspleten, en niet gespaard; Hij heeft
24299 Job 16:16 | gans bemodderd van wenen, en over mijn oogleden is des
24300 Job 16:17 | wrevel in mijn handen is, en mijn gebed zuiver is. ~
24301 Job 16:18 | bedek mijn bloed niet; en voor mijn geroep zij geen
24302 Job 16:19 | den hemel is mijn Getuige, en mijn Getuige in de hoogten. ~
24303 Job 16:22 | zullen er nog aankomen, en ik zal het pad henengaan,
24304 Job 17:2 | niet bespotters bij mij, en overnacht niet mijn oog
24305 Job 17:7 | door verdriet verdonkerd, en al mijn ledematen zijn gelijk
24306 Job 17:8 | hierover verbaasd zijn, en de onschuldige zal zich
24307 Job 17:9 | 9 En de rechtvaardige zal zijn
24308 Job 17:9 | zal zijn weg vasthouden, en die rein van handen is,
24309 Job 17:10 | gij allen, keert weder, en komt nu; want ik vind onder
24310 Job 17:14 | het gewormte: Mijn moeder, en mijn zuster! ~
24311 Job 18:1 | antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide: ~
24312 Job 18:2 | woorden zult maken? Merkt op, en daarna zullen wij spreken. ~
24313 Job 18:3 | wij geacht als beesten, en zijn onrein in ulieder ogen? ~
24314 Job 18:4 | de aarde verlaten worden, en zal een rots versteld worden
24315 Job 18:5 | goddelozen zal uitgeblust worden, en de vonk zijns vuurs zal
24316 Job 18:6 | verduisteren in zijn tent, en zijn lamp zal over hem uitgeblust
24317 Job 18:7 | macht zullen benauwd worden, en zijn raad zal hem nederwerpen. ~
24318 Job 18:8 | het net geworpen worden, en zal in het wargaren wandelen. ~
24319 Job 18:10 | is in de aarde verborgen, en zijn val op het pad.
24320 Job 18:11 | hem rondom verschrikken, en hem verstrooien op zijn
24321 Job 18:12 | macht zal hongerig wezen, en het verderf is bereid aan
24322 Job 18:16 | zijn wortelen verdorren, en van boven zal zijn tak afgesneden
24323 Job 18:17 | zal vergaan van de aarde, en hij zal geen naam hebben
24324 Job 18:18 | licht in de duisternis, en men zal hem van de wereld
24325 Job 18:19 | hebben onder zijn volk; en niemand zal in zijn woningen
24326 Job 18:20 | nakomelingen verbaasd zijn, en de ouden met schrik bevangen
24327 Job 18:21 | woningen des verkeerden, en dit is de plaats desgenen
24328 Job 19:1 | 1 Maar Job antwoordde en zeide: ~
24329 Job 19:2 | gijlieden mijn ziel bedroeven, en mij met woorden verbrijzelen? ~
24330 Job 19:5 | waarlijk u verheft tegen mij, en mijn smaad tegen mij drijft; ~
24331 Job 19:6 | God mij heeft omgekeerd, en mij met Zijn net omsingeld. ~
24332 Job 19:8 | dat ik niet doorgaan kan, en over mijn paden heeft Hij
24333 Job 19:9 | Hij van mij afgetrokken, en de kroon mijns hoofds heeft
24334 Job 19:10 | afgebroken, zodat ik henenga, en heeft mijn verwachting als
24335 Job 19:11 | toorn tegen mij ontstoken, en mij bij Zich geacht als
24336 Job 19:12 | zijn te zamen aangekomen, en hebben tegen mij haar weg
24337 Job 19:12 | tegen mij haar weg gebaand, en hebben zich gelegerd rondom
24338 Job 19:13 | Hij verre van mij gedaan; en die mij kennen, zekerlijk,
24339 Job 19:14 | nabestaanden houden op, en mijn bekenden vergeten mij.
24340 Job 19:15 | 15 Mijn huisgenoten en mijn dienstmaagden achten
24341 Job 19:16 | 16 Ik riep mijn knecht, en hij antwoordde niet; ik
24342 Job 19:17 | is mijn huisvrouw vreemd; en ik smeek om der kinderen
24343 Job 19:19 | hebben een gruwel aan mij; en die ik liefhad, zijn tegen
24344 Job 19:20 | gebeente kleeft aan mijn huid en aan mijn vlees; en ik ben
24345 Job 19:20 | huid en aan mijn vlees; en ik ben ontkomen met de huid
24346 Job 19:22 | vervolgt gij mij als God, en wordt niet verzadigd van
24347 Job 19:24 | met een ijzeren griffie en lood voor eeuwig in een
24348 Job 19:25 | weet: mijn Verlosser leeft, en Hij zal de laatste over
24349 Job 19:26 | 26 En als zij na mijn huid dit
24350 Job 19:27 | voor mij aanschouwen zal, en mijn ogen zien zullen, en
24351 Job 19:27 | en mijn ogen zien zullen, en niet een vreemde; mijn nieren
24352 Job 20:1 | antwoordde Zofar, de Naamathiet, en zeide: ~
24353 Job 20:2 | gedachten mij antwoorden, en over zulks is mijn verhaasten
24354 Job 20:5 | goddelozen van nabij geweest is, en de vreugde des huichelaars
24355 Job 20:6 | den hemel toe opklomme, en zijn hoofd tot aan de wolken
24356 Job 20:8 | men hem niet vinden zal, en hij zal verjaagd worden
24357 Job 20:9 | zal het niet meer doen; en zijn plaats zal hem niet
24358 Job 20:10 | zoeken den armen te behagen; en zijn handen zullen zijn
24359 Job 20:13 | 13 Hij dat spaart, en hetzelve niet verlaat, maar
24360 Job 20:17 | rivieren, beken van honig en boter zal hij niet zien. ~
24361 Job 20:18 | arbeid zal hij wedergeven en niet inslokken; naar het
24362 Job 20:23 | hitte Zijns toorns zenden, en over hem regenen op zijn
24363 Job 20:25 | zal uit het lijf uitgaan, en glinsterende uit zijn gal
24364 Job 20:27 | ongerechtigheid openbaren, en de aarde zal zich tegen
24365 Job 20:29 | goddelozen mensen van God, en de erve zijner redenen van
24366 Job 21:1 | 1 Maar Job antwoordde en zeide: ~
24367 Job 21:2 | aandachtelijk mijn rede, en laat dit zijn uw vertroostingen. ~
24368 Job 21:3 | 3 Verdraagt mij, en ik zal spreken; en nadat
24369 Job 21:3 | mij, en ik zal spreken; en nadat ik gesproken zal hebben,
24370 Job 21:5 | 5 Ziet mij aan, en wordt verbaasd, en legt
24371 Job 21:5 | aan, en wordt verbaasd, en legt de hand op den mond. ~
24372 Job 21:6 | gedenk, zo word ik beroerd, en mijn vlees heeft een gruwen
24373 Job 21:8 | hen voor hun aangezicht, en hun spruiten zijn voor hun
24374 Job 21:9 | hebben vrede zonder vreze, en de roede Gods is op hen
24375 Job 21:10 | 10 Zijn stier bespringt, en mist niet; zijn koe kalft,
24376 Job 21:10 | mist niet; zijn koe kalft, en misdraagt niet. ~
24377 Job 21:11 | zenden zij uit als een kudde, en hun kinderen huppelen. ~
24378 Job 21:12 | heffen op met de trommel en de harp, en zij verblijden
24379 Job 21:12 | met de trommel en de harp, en zij verblijden zich op het
24380 Job 21:13 | verslijten zij hun dagen; en in een ogenblik dalen zij
24381 Job 21:15 | dat wij Hem zouden dienen? En wat baat zullen wij hebben,
24382 Job 21:17 | goddelozen uitgeblust wordt, en hun verderf hun overkomt;
24383 Job 21:18 | stro worden voor den wind, en gelijk kaf, dat de wervelwind
24384 Job 21:20 | ogen zijn ondergang zien, en hij drinkt van de grimmigheid
24385 Job 21:23 | volkomenheid, daar hij gans stil en gerust was; ~
24386 Job 21:24 | melkvaten waren vol melk, en het merg zijner benen was
24387 Job 21:25 | sterft met een bittere ziel, en hij heeft van het goede
24388 Job 21:26 | zamen neder in het stof, en het gewormte overdekt ze. ~
24389 Job 21:27 | weet ulieder gedachten, en de boze verdichtselen, waarmede
24390 Job 21:28 | het huis van den prins, en waar is de tent van de woningen
24391 Job 21:29 | voorbijgaanden op den weg, en kent gij hun tekenen niet? ~
24392 Job 21:32 | naar de graven gebracht, en is gedurig in den aardhoop. ~
24393 Job 21:33 | des dals zijn hem zoet, en hij trekt na zich alle mensen;
24394 Job 21:33 | trekt na zich alle mensen; en dergenen, die voor hem geweest
24395 Job 22:1 | antwoordde Elifaz, de Themaniet, en zeide: ~
24396 Job 22:5 | niet uw boosheid groot, en uwer ongerechtigheden geen
24397 Job 22:6 | oorzaak pand afgenomen, en de klederen der naakten
24398 Job 22:7 | water te drinken gegeven, en van den hongerige hebt gij
24399 Job 22:8 | voor dien was het land, en een aanzienlijk persoon
24400 Job 22:9 | hebt gij ledig weggezonden, en de armen der wezen zijn
24401 Job 22:10 | zijn strikken rondom u, en vervaardheid heeft u haastelijk
24402 Job 22:11 | ziet de duisternis niet, en des water overvloed bedekt
24403 Job 22:14 | verberging, dat Hij niet ziet; en Hij bewandelt den omgang
24404 Job 22:17 | zeiden tot God: Wijk van ons! En wat had de Almachtige hun
24405 Job 22:19 | rechtvaardigen zagen het, en waren blijde, en de onschuldige
24406 Job 22:19 | zagen het, en waren blijde, en de onschuldige bespotte
24407 Job 22:21 | 21 Gewen u toch aan Hem, en heb vrede; daardoor zal
24408 Job 22:22 | toch de wet uit Zijn mond, en leg Zijn redenen in uw hart. ~
24409 Job 22:24 | goud op het stof leggen, en het goud van Ofir bij den
24410 Job 22:25 | uw overvloedig goud zijn, en uw krachtig zilver zijn; ~
24411 Job 22:26 | Almachtige verlustigen, en gij zult tot God uw aangezicht
24412 Job 22:27 | Hem ernstiglijk bidden, en Hij zal u verhoren; en gij
24413 Job 22:27 | en Hij zal u verhoren; en gij zult uw geloften betalen. ~
24414 Job 22:28 | zal zij u bestendig zijn; en op uw wegen zal het licht
24415 Job 22:29 | men iemand vernederen zal, en gij zeggen zult: Het zij
24416 Job 23:1 | 1 Maar Job antwoordde en zeide: ~
24417 Job 23:4 | ordentelijk voorstellen, en mijn mond zou ik met verdedigingen
24418 Job 23:5 | Hij mij antwoorden zou; en verstaan, wat Hij mij zeggen
24419 Job 23:7 | oprechte met Hem pleiten; en ik zou mij in eeuwigheid
24420 Job 23:11 | Zijn weg heb ik bewaard, en ben niet afgeweken. ~
24421 Job 23:14 | over mij bescheiden is; en diergelijke dingen zijn
24422 Job 23:15 | aangezicht beroerd; aanmerk het, en vrees voor Hem; ~
24423 Job 23:16 | mijn hart week gemaakt, en de Almachtige heeft mij
24424 Job 23:17 | ben voor de duisternis, en dat Hij van mijn aangezicht
24425 Job 24:2 | aan; de kudden roven zij, en weiden ze. ~
24426 Job 24:5 | vlakke veld is hem tot spijs, en den jongeren. ~
24427 Job 24:6 | maaien zij zijn voeder, en den wijnberg des goddelozen
24428 Job 24:8 | der bergen worden zij nat, en zonder toevlucht zijnde,
24429 Job 24:9 | het weesje van de borst, en dat over den arme is, nemen
24430 Job 24:10 | zij weggaan zonder kleed, en hongerig, die garven dragen. ~
24431 Job 24:11 | uit, treden de wijnpersen, en zijn dorstig. ~
24432 Job 24:12 | stad zuchten de lieden, en de ziel der verwonden schreeuwt
24433 Job 24:13 | kennen Zijn wegen niet, en zij blijven niet op Zijn
24434 Job 24:14 | moorder op, doodt den arme en den nooddruftige; en des
24435 Job 24:14 | arme en den nooddruftige; en des nachts is hij als een
24436 Job 24:15 | Geen oog zal mij zien; en hij legt een deksel op het
24437 Job 24:20 | wordt niet meer gedacht; en het onrecht wordt gebroken
24438 Job 24:21 | niet baart, teert hij af, en aan de weduwe doet hij niets
24439 Job 24:24 | anderen worden zij besloten; en gelijk de top ener aar worden
24440 Job 24:25 | mij leugenachtig maken, en mijn rede tot niet brengen? ~
24441 Job 25:1 | antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide: ~
24442 Job 25:2 | 2Heerschappij en vreze zijn bij Hem, Hij
24443 Job 25:3 | een getal Zijner benden? En over wien staat Zijn licht
24444 Job 25:4 | rechtvaardig zijn bij God, en hoe zou hij zuiver zijn,
24445 Job 25:5 | 5Zie, tot de maan toe, en zij zal geen schijnsel geven;
24446 Job 25:5 | zal geen schijnsel geven; en de sterren zijn niet zuiver
24447 Job 25:6 | de mens, die een made is, en des mensen kind, die een
24448 Job 26:1 | 1 Maar Job antwoordde en zeide: ~
24449 Job 26:2 | dien, die zonder kracht is, en behouden den arm, die zonder
24450 Job 26:3 | die geen wijsheid heeft, en de zaak, alzo zij is, ten
24451 Job 26:4 | gij die woorden verhaald? En wiens geest is van u uitgegaan? ~
24452 Job 26:5 | worden van onder de wateren, en hun inwoners. ~
24453 Job 26:6 | De hel is naakt voor Hem, en geen deksel is er voor het
24454 Job 26:11 | pilaren des hemels sidderen, en ontzetten zich voor Zijn
24455 Job 26:12 | kracht klieft Hij de zee, en door Zijn verstand verslaat
24456 Job 26:14 | uiterste einden Zijner wegen; en wat een klein stukje der
24457 Job 27:1 | 1 En Job ging voort zijn spreuk
24458 Job 27:1 | zijn spreuk op te heffen, en zeide: ~
24459 Job 27:2 | recht weggenomen heeft, en de Almachtige, Die mijner
24460 Job 27:3 | mijn adem in mij zal zijn, en het geblaas Gods in mijn
24461 Job 27:4 | onrecht zullen spreken, en indien mijn tong bedrog
24462 Job 27:6 | gerechtigheid zal ik vasthouden, en zal ze niet laten varen;
24463 Job 27:7 | vijand zij als de goddeloze, en die zich tegen mij opmaakt,
24464 Job 27:12 | zelve allen hebt het gezien; en waarom wordt gij dus door
24465 Job 27:13 | goddelozen mensen bij God, en de erve der tirannen, die
24466 Job 27:14 | vermenigvuldigen, het is ten zwaarde; en zijn spruiten zullen van
24467 Job 27:15 | den dood begraven worden, en zijn weduwen zullen niet
24468 Job 27:16 | opgehoopt zal hebben als stof, en kleding bereid als leem; ~
24469 Job 27:17 | rechtvaardige zal ze aantrekken, en de onschuldige zal het zilver
24470 Job 27:18 | zijn huis als een motte, en als een hoeder de hutte
24471 Job 27:19 | 19 Rijk ligt hij neder, en wordt niet weggenomen; doet
24472 Job 27:21 | wegvoeren, dat hij henengaat, en zal hem wegstormen uit zijn
24473 Job 27:22 | 22 En God zal dit over hem werpen,
24474 Job 27:22 | zal dit over hem werpen, en niet sparen; van Zijn hand
24475 Job 27:23 | met zijn handen klappen, en over hem fluiten uit zijn
24476 Job 28:1 | het zilver een uitgang, en een plaats voor het goud,
24477 Job 28:2 | wordt uit stof genomen, en uit steen wordt koper gegoten. ~
24478 Job 28:3 | heeft voor de duisternis, en al het uiterste onderzoekt
24479 Job 28:3 | gesteente der donkerheid en der schaduw des doods. ~
24480 Job 28:4 | worden van den mens uitgeput, en gaan weg. ~
24481 Job 28:5 | aarde komt het brood voort, en onder zich wordt zij veranderd,
24482 Job 28:6 | plaats van den saffier, en zij heeft stofjes van goud. ~
24483 Job 28:7 | heeft het pad niet gekend, en het oog der kraai heeft
24484 Job 28:10 | rotsstenen houwt hij stromen uit, en zijn oog ziet al het kostelijke. ~
24485 Job 28:11 | niet een traan uitkomt, en het verborgene brengt hij
24486 Job 28:12 | zal zij gevonden worden? En waar is de plaats des verstands? ~
24487 Job 28:13 | mens weet haar waarde niet, en zij wordt niet gevonden
24488 Job 28:14 | zegt: Zij is in mij niet; en de zee zegt: Zij is niet
24489 Job 28:15 | haar niet gegeven worden, en met zilver kan haar prijs
24490 Job 28:16 | den kostelijken Schoham, en den Saffier. ~
24491 Job 28:18 | 18 De Ramoth en Gabisch zal niet gedacht
24492 Job 28:19 | haar niet gelijk waarderen; en bij het fijn louter goud
24493 Job 28:20 | dan, van waar komt zij, en waar is de plaats des verstands? ~
24494 Job 28:21 | de ogen aller levenden, en voor het gevogelte des hemels
24495 Job 28:22 | 22 Het verderf en de dood zeggen: Haar gerucht
24496 Job 28:23 | 23 God verstaat haar weg, en Hij weet haar plaats. ~
24497 Job 28:25 | wind het gewicht maakte, en de wateren opwoog in mate; ~
24498 Job 28:26 | een gezette orde maakte, en een weg voor het weerlicht
24499 Job 28:27 | 27 Toen zag Hij haar, en vertelde ze; Hij schikte
24500 Job 28:27 | vertelde ze; Hij schikte ze, en ook doorzocht Hij ze. ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |