Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
emmaus 1
emmer 1
emmeren 1
en 46573
en-dor 1
en-eglaim 1
en-gannim 3
Frequency    [«  »]
-----
-----
-----
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het

Bijbel

IntraText - Concordances

en

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573

      Book Chapter: Verse
24501 Job 28:28 | des HEEREN is de wijsheid, en van het kwade te wijken 24502 Job 29:1 | 1 En Job ging voort zijn spreuk 24503 Job 29:1 | zijn spreuk op te heffen, en zeide: ~ 24504 Job 29:3 | schijnen over mijn hoofd, en ik bij Zijn licht de duisternis 24505 Job 29:5 | Almachtige nog met mij was, en mijn jongens rondom mij; ~ 24506 Job 29:6 | mijn gangen wies in boter, en de rots bij mij oliebeken 24507 Job 29:8 | 8 De jongens zagen mij, en verstaken zich, en de stokouden 24508 Job 29:8 | mij, en verstaken zich, en de stokouden rezen op en 24509 Job 29:8 | en de stokouden rezen op en stonden. ~ 24510 Job 29:9 | oversten hielden de woorden in, en leiden de hand op hun mond. ~ 24511 Job 29:10 | der vorsten verstak zich, en hun tong kleefde aan hun 24512 Job 29:12 | den ellendige, die riep, en den wees, die geen helper 24513 Job 29:13 | verloren ging, kwam op mij; en het hart der weduwe deed 24514 Job 29:14 | bekleedde mij met gerechtigheid, en zij bekleedde mij; mijn 24515 Job 29:14 | oordeel was als een mantel en vorstelijke hoed. ~ 24516 Job 29:15 | blinden was ik tot ogen, en den kreupelen was ik tot 24517 Job 29:16 | nooddruftigen een vader; en het geschil, dat ik niet 24518 Job 29:17 | 17 En ik verbrak de baktanden 24519 Job 29:17 | baktanden des verkeerden, en wierp den roof uit zijn 24520 Job 29:18 | 18 En ik zeide: Ik zal in mijn 24521 Job 29:18 | mijn nest den geest geven, en ik zal de dagen vermenigvuldigen 24522 Job 29:19 | uitgebreid aan het water, en dauw vernachtte op mijn 24523 Job 29:20 | heerlijkheid was nieuw bij mij, en mijn boog veranderde zich 24524 Job 29:21 | 21 Zij hoorden mij aan, en wachtten, en zwegen op mijn 24525 Job 29:21 | hoorden mij aan, en wachtten, en zwegen op mijn raad. ~ 24526 Job 29:22 | spraken zij niet weder, en mijn rede drupte op hen. ~ 24527 Job 29:23 | gelijk naar den regen, en sperden hun mond open, als 24528 Job 29:24 | zij geloofden het niet; en het licht mijns aangezichts 24529 Job 29:25 | weg, zo zat ik bovenaan, en woonde als een koning onder 24530 Job 30:3 | 3 Die door gebrek en honger eenzaam waren, vliedende 24531 Job 30:3 | in het donkere, woeste en verwoeste. ~ 24532 Job 30:4 | plukten bij de struiken, en welker spijze was de wortel 24533 Job 30:6 | dalen, de holen des stofs en der steenrotsen. ~ 24534 Job 30:8 | waren kinderen der dwazen, en kinderen van geen naam; 24535 Job 30:9 | een snarenspel geworden, en ik ben hun tot een klapwoord. ~ 24536 Job 30:11 | heeft mijn zeel losgemaakt, en mij bedrukt; daarom hebben 24537 Job 30:12 | stoten mijn voeten uit, en banen tegen mij hun verderfelijke 24538 Job 30:15 | een wind mijn edele ziel, en mijn heil is als een wolk 24539 Job 30:17 | Hij mijn beenderen in mij, en mijn polsaderen rusten niet. ~ 24540 Job 30:19 | mij in het slijk geworpen, en ik ben gelijk geworden als 24541 Job 30:19 | gelijk geworden als stof en as. ~ 24542 Job 30:22 | doet mij daarop rijden, en Gij versmelt mij het wezen. ~ 24543 Job 30:23 | mij ter dood brengen zult, en tot het huis der samenkomst 24544 Job 30:27 | 27 Mijn ingewand ziedt, en is niet stil; de dagen der 24545 Job 30:29 | draken een broeder geworden, en een metgezel der jonge struisen. ~ 24546 Job 30:30 | zwart geworden over mij, en mijn gebeente is ontstoken 24547 Job 30:31 | een rouwklage geworden, en mijn orgel tot een stem 24548 Job 31:4 | Ziet Hij niet mijn wegen, en telt Hij niet al mijn treden? ~ 24549 Job 31:5 | ijdelheid omgegaan heb, en mijn voet gesneld heeft 24550 Job 31:6 | in een rechte weegschaal, en God zal mijn oprechtigheid 24551 Job 31:7 | uit den weg geweken is, en mijn hart mijn ogen nagevolgd 24552 Job 31:7 | mijn ogen nagevolgd is, en aan mijn handen iets aankleeft; ~ 24553 Job 31:8 | zaaien, maar een ander eten, en mijn spruiten moeten uitgeworteld 24554 Job 31:10 | huisvrouw met een ander malen, en anderen zich over haar krommen! ~ 24555 Job 31:11 | is een schandelijke daad, en het is een misdaad bij de 24556 Job 31:12 | verderving toe verteert, en al mijn inkomen uitgeworteld 24557 Job 31:14 | ik doen, als God opstond? En als Hij bezoeking deed, 24558 Job 31:15 | maakte, hem ook gemaakt en Een ons in de baarmoeder 24559 Job 31:17 | 17 En mijn bete alleen gegeten 24560 Job 31:18 | opgetogen, als bij een vader, en van mijner moeders buik 24561 Job 31:19 | hij zonder kleding was, en dat de nooddruftige geen 24562 Job 31:22 | valle van het schouderbeen, en mijn arm breke van zijn 24563 Job 31:23 | was bij mij een schrik, en ik vermocht niet vanwege 24564 Job 31:25 | mijn vermogen groot was, en omdat mijn hand geweldig 24565 Job 31:27 | 27 En mijn hart verlokt is geweest 24566 Job 31:29 | verdrukking mijns haters, en mij opgewekt heb, als het 24567 Job 31:34 | zodat ik gewezen zou hebben, en ter deure niet uitgegaan 24568 Job 31:35 | Almachtige mij antwoorde, en dat mijn tegenpartij een 24569 Job 31:38 | mijn land tegen mij roept, en zijn voren te zamen wenen; 24570 Job 31:39 | gegeten heb zonder geld, en de ziel zijner akkerlieden 24571 Job 31:40 | tarwe distelen voortkomen, en voor gerst stinkkruid! De 24572 Job 32:6 | van Baracheel, den Buziet, en zeide: Ik ben minder van 24573 Job 32:6 | daarom heb ik geschroomd en gevreesd, ulieden mijn gevoelen 24574 Job 32:7 | Laat de dagen spreken, en de veelheid der jaren wijsheid 24575 Job 32:8 | geest, die in den mens is, en de inblazing des Almachtigen, 24576 Job 32:9 | De groten zijn niet wijs, en de ouden verstaan het recht 24577 Job 32:14 | mij geen woorden gericht, en met ulieder woorden zal 24578 Job 32:20 | zal mijn lippen openen, en zal antwoorden. ~ 24579 Job 32:21 | niemands aangezicht aanneme, en tot den mens geen bijnamen 24580 Job 33:1 | 1 En gewisselijk, o Job! hoor 24581 Job 33:1 | hoor toch mijn redenen, en neem al mijn woorden ter 24582 Job 33:3 | oprechtigheid mijns harten, en de wetenschap mijner lippen, 24583 Job 33:4 | Gods heeft mij gemaakt, en de adem des Almachtigen 24584 Job 33:7 | verschrikking zal u niet beroeren, en mijn hand zal over u niet 24585 Job 33:8 | hebt gezegd voor mijn oren, en ik heb de stem der woorden 24586 Job 33:9 | overtreding; ik ben zuiver, en heb geen misdaad. ~ 24587 Job 33:16 | voor het oor der lieden, en Hij verzegelt hun kastijding; ~ 24588 Job 33:17 | mens afwende van zijn werk, en van den man de hovaardij 24589 Job 33:18 | van het verderf afhoude; en zijn leven, dat het door 24590 Job 33:19 | met smart op zijn leger, en de sterke menigte zijner 24591 Job 33:20 | het brood zelf verfoeit, en zijn ziel de begeerlijke 24592 Job 33:21 | verdwijnt uit het gezicht, en zijn beenderen, die niet 24593 Job 33:22 | 22 En zijn ziel nadert ten verderve, 24594 Job 33:22 | ziel nadert ten verderve, en zijn leven tot de dingen, 24595 Job 33:24 | zal Hij hem genadig zijn, en zeggen: Verlos hem, dat 24596 Job 33:26 | een welbehagen nemen zal, en zijn aangezicht met gejuich 24597 Job 33:27 | zal de mensen aanschouwen, en zeggen: Ik heb gezondigd, 24598 Job 33:27 | zeggen: Ik heb gezondigd, en het recht verkeerd, hetwelk 24599 Job 33:30 | afkere van het verderf, en hij verlicht worde met het 24600 Job 33:31 | Job! Hoor naar mij; zwijg, en ik zal spreken. ~ 24601 Job 33:33 | niet, hoor naar mij; zwijg, en ik zal u wijsheid leren. ~  ~  ~ 24602 Job 34:1 | Verder antwoordde Elihu, en zeide: ~ 24603 Job 34:2 | gij wijzen, mijn woorden, en gij verstandigen, neigt 24604 Job 34:5 | gezegd: Ik ben rechtvaardig, en God heeft mijn recht weggenomen. ~ 24605 Job 34:8 | 8 En gaat over weg in gezelschap 24606 Job 34:8 | werkers der ongerechtigheid, en wandelt met goddeloze lieden. ~ 24607 Job 34:10 | zij God van goddeloosheid, en de Almachtige van onrecht! ~ 24608 Job 34:11 | mensen vergeldt Hij hem, en naar eens ieders weg doet 24609 Job 34:12 | handelt niet goddelooslijk, en de Almachtige verkeert het 24610 Job 34:13 | Hem gesteld over de aarde, en wie heeft de ganse wereld 24611 Job 34:14 | tegen hem zette, zijn geest en zijn adem zou Hij tot Zich 24612 Job 34:15 | tegelijk den geest geven, en de mens zou tot stof wederkeren. ~ 24613 Job 34:17 | den gewonde verbinden, en zoudt gij den zeer Rechtvaardige 24614 Job 34:19 | der vorsten niet aanneemt, en den rijke voor den arme 24615 Job 34:20 | geschud, dat het doorga; en de machtige wordt weggenomen 24616 Job 34:21 | ogen zijn op ieders wegen, en Hij ziet al zijn treden. ~ 24617 Job 34:22 | 22 Er is geen duisternis, en er is geen schaduw des doods, 24618 Job 34:24 | het niet doorzoeken kan, en stelt anderen in hun plaats. ~ 24619 Job 34:25 | keert Hij hen des nachts om, en zij worden verbrijzeld. ~ 24620 Job 34:27 | achter Hem afgeweken zijn, en geen Zijner wegen verstaan 24621 Job 34:28 | geroep des armen brenge, en het geroep der ellendigen 24622 Job 34:30 | huichelachtige mens niet meer regere, en geen strikken des volks 24623 Job 34:33 | Zoudt gij dan verkiezen, en niet ik? Wat weet gij dan? 24624 Job 34:34 | verstand zullen met mij zeggen, en een wijs man zal naar mij 24625 Job 34:35 | wetenschap gesproken heeft, en zijn woorden niet met kloek 24626 Job 34:37 | ons in de handen klappen, en hij zou zijn redenen vermenigvuldigen 24627 Job 35:1 | Elihu antwoordde verder, en zeide: ~ 24628 Job 35:4 | Ik zal u antwoord geven, en uw vrienden met u. ~ 24629 Job 35:5 | 5 Bemerk den hemel en zie; en aanschouw de bovenste 24630 Job 35:5 | Bemerk den hemel en zie; en aanschouw de bovenste wolken, 24631 Job 35:8 | een man, gelijk gij zijt, en uw gerechtigheid voor eens 24632 Job 35:11 | dan de beesten der aarde, en ons wijzer maakt dan het 24633 Job 35:13 | ijdelheid niet verhoren, en de Almachtige zal die niet 24634 Job 35:15 | toorn Job bezocht heeft, en Hij hem niet zeer in overvloed 24635 Job 35:16 | ijdelheid zijn mond geopend, en zonder wetenschap woorden 24636 Job 36:1 | 1 Elihu ging nog voort, en zeide: ~ 24637 Job 36:2 | Verbeid mij een weinig, en ik zal u aanwijzen, dat 24638 Job 36:3 | gevoelen van verre ophalen, en mijn Schepper gerechtigheid 24639 Job 36:6 | den goddeloze niet leven, en het recht der ellendigen 24640 Job 36:7 | zet Hij hen voor altoos, en zij worden verheven. ~ 24641 Job 36:8 | 8 En zo zij, gebonden zijnde 24642 Job 36:9 | hun hun werk te kennen, en hun overtredingen, omdat 24643 Job 36:10 | 10 En Hij openbaart het voor hunlieder 24644 Job 36:10 | hunlieder oor ter tucht, en zegt, dat zij zich van de 24645 Job 36:11 | 11 Indien zij horen, en Hem dienen, zo zullen zij 24646 Job 36:11 | dagen eindigen in het goede, en hun jaren in liefelijkheden. ~ 24647 Job 36:12 | zij door het zwaard door, en zij geven den geest zonder 24648 Job 36:13 | 13 En die met het hart huichelachtig 24649 Job 36:14 | in de jonkheid sterven, en hun leven onder de schandjongens. ~ 24650 Job 36:15 | zijn ellende vrijmaken, en in de onderdrukking zal 24651 Job 36:16 | benauwing zou geweest zijn; en het gerecht uwer tafel zou 24652 Job 36:17 | goddelozen vervuld; het gericht en het recht houden u vast. ~ 24653 Job 36:26 | 26 Zie, God is groot, en wij begrijpen het niet; 24654 Job 36:28 | Welke de wolken uitgieten, en over den mens overvloediglijk 24655 Job 36:29 | uitbreidingen der wolken, en de krakingen Zijner hutte? ~ 24656 Job 36:30 | over hem Zijn licht uit, en de wortelen der zee bedekt 24657 Job 36:32 | handen bedekt Hij het licht, en doet aan hetzelve verbod 24658 Job 36:33 | verkondigt Zijn geklater, en het vee; ook van den opgaanden 24659 Job 36:34 | beeft hierover mijn hart, en springt op uit zijn plaats. 24660 Job 36:35 | de beweging Zijner stem, en het geluid, dat uit Zijn 24661 Job 36:36 | onder den gansen hemel, en Zijn licht over de einden 24662 Job 36:37 | de stem Zijner hoogheid, en vertrekt die dingen niet, 24663 Job 36:38 | Hij doet grote dingen, en wij begrijpen ze niet. ~ 24664 Job 36:39 | sneeuw: Wees op de aarde; en tot den plasregens des regens; 24665 Job 36:41 | 8 En het gedierte gaat in de 24666 Job 36:41 | gaat in de loerplaatsen, en blijft in zijn holen. ~ 24667 Job 36:42 | binnenkamer komt de wervelwind, en van de verstrooiende winden 24668 Job 36:47 | dit, o Job, ter ore; sta, en aanmerk de wonderen Gods. 24669 Job 36:48 | over dezelve orde stelt, en het licht Zijner wolk laat 24670 Job 36:54 | 21 En nu ziet men het licht niet 24671 Job 36:54 | hemel, als de wind doorgaat, en dien zuivert; ~ 24672 Job 36:56 | kracht; doch door gericht en grote gerechtigheid verdrukt 24673 Job 37:1 | HEERE Job uit een onweder, en zeide: ~ 24674 Job 37:3 | lenden, zo zal Ik u vragen, en onderricht Mij. ~ 24675 Job 37:7 | te zamen vrolijk zongen, en al de kinderen Gods juichten. ~ 24676 Job 37:8 | toegesloten, toen zij uitbrak, en uit de baarmoeder voortkwam? ~ 24677 Job 37:9 | tot haar kleding stelde, en de donkerheid tot haar windeldoek; ~ 24678 Job 37:10 | besluit de aarde doorbrak, en zette grendel en deuren; ~ 24679 Job 37:10 | doorbrak, en zette grendel en deuren; ~ 24680 Job 37:11 | 11 En zeide: Tot hiertoe zult 24681 Job 37:11 | hiertoe zult gij komen, en niet verder, en hier zal 24682 Job 37:11 | gij komen, en niet verder, en hier zal hij zich stellen 24683 Job 37:13 | einden der aarde vatten zou; en de goddelozen uit haar uitgeschud 24684 Job 37:14 | worden gelijk zegelleem, en zij gesteld worden als een 24685 Job 37:15 | 15 En dat van de goddelozen hun 24686 Job 37:15 | hun licht geweerd worde, en de hoge arm worde gebroken? ~ 24687 Job 37:16 | de oorsprongen der zee, en hebt gij in het onderste 24688 Job 37:17 | poorten des doods ontdekt, en hebt gij gezien de poorten 24689 Job 37:19 | weg, daar het licht woont? En de duisternis, waar is haar 24690 Job 37:20 | brengen zoudt tot zijn pale, en dat gij merken zoudt de 24691 Job 37:21 | gij waart toen geboren, en uw dagen zijn veel in getal. ~ 24692 Job 37:22 | schatkameren der sneeuw, en hebt gij de schatkameren 24693 Job 37:23 | tot den dag des strijds en des oorlogs! ~ 24694 Job 37:24 | het licht verdeeld wordt, en de oostenwind zich verstrooit 24695 Job 37:25 | stortregen een waterloop uit, en een weg voor het weerlicht 24696 Job 37:27 | 27 Om het woeste en het verwoeste te verzadigen, 24697 Job 37:27 | verwoeste te verzadigen, en om het uitspruitsel der 24698 Job 37:29 | buik komt het ijs voort, en wie baart den rijm des hemels? ~ 24699 Job 37:30 | verbergen zich de wateren, en het vlakke des afgrond wordt 24700 Job 37:32 | voortbrengen op haar tijd, en den Wagen met zijn kinderen 24701 Job 37:35 | uitlaten, dat zij henenvaren, en tot u zeggen: Zie, hier 24702 Job 37:37 | wolken met wijsheid tellen, en wie kan de flessen des hemels 24703 Job 37:38 | doorgoten is tot vastigheid, en de kluiten samenkleven? ~ 24704 Job 38:2 | nederbukken in de holen, en in den kuil zitten, ter 24705 Job 38:5 | tellen, die zij vervullen, en weet gij den tijd van haar 24706 Job 38:7 | het koren; zij gaan uit, en keren niet weder tot dezelve. ~ 24707 Job 38:8 | woudezel vrij henengezonden, en wie heeft de banden des 24708 Job 38:9 | tot zijn huis besteld heb, en het ziltige tot zijn woningen. ~ 24709 Job 38:11 | de bergen, is zijn weide; en hij zoekt allerlei groensel 24710 Job 38:14 | omdat zijn kracht groot is, en zult gij uw arbeid op hem 24711 Job 38:15 | uw zaad zal wederbrengen, en vergaderen tot uw dorsvloer? ~ 24712 Job 38:16 | de vederen des ooievaars, en des struisvogels? ~ 24713 Job 38:17 | eieren in de aarde laat, en in het stof die verwarmt. ~ 24714 Job 38:18 | 18 En vergeet, dat de voet die 24715 Job 38:18 | de voet die drukken kan, en de dieren des velds die 24716 Job 38:20 | haar van wijsheid ontbloot, en heeft haar des verstands 24717 Job 38:21 | hoogte; zij belacht het paard en zijn rijder. ~ 24718 Job 38:24 | Het graaft in den grond, en het is vrolijk in zijn kracht; 24719 Job 38:24 | vrolijk in zijn kracht; en trekt uit, den geharnaste 24720 Job 38:25 | 25 Het belacht de vreze, en wordt niet ontsteld, en 24721 Job 38:25 | en wordt niet ontsteld, en keert niet wederom vanwege 24722 Job 38:26 | vlammig ijzer des spies en der lans. ~ 24723 Job 38:27 | 27 Met schudding en beroering slokt het de aarde 24724 Job 38:27 | beroering slokt het de aarde op, en gelooft niet, dat het is 24725 Job 38:28 | bazuin, zegt het: Heah! en ruikt den krijg van verre, 24726 Job 38:28 | den donder der vorsten en het gejuich. ~ 24727 Job 38:29 | sperwer door uw verstand, en breidt hij zijn vleugelen 24728 Job 38:30 | arend zich omhoog verheft, en dat hij zijn nest in de 24729 Job 38:31 | 31 Hij woont en vernacht in de steenrots, 24730 Job 38:31 | de scherpte der steenrots en der vaste plaats. ~ 24731 Job 38:33 | zuipen zijn jongen bloed; en waar verslagenen zijn, daar 24732 Job 38:34 | 34 En de HEERE antwoordde Job, 24733 Job 38:34 | de HEERE antwoordde Job, en zeide: ~ 24734 Job 38:36 | antwoordde Job den HEERE, en zeide: ~ 24735 Job 39:1 | 1 En de HEERE antwoordde Job 24736 Job 39:1 | antwoordde Job uit een onweder, en zeide: ~ 24737 Job 39:2 | lenden; Ik zal u vragen, en onderricht Mij. ~ 24738 Job 39:4 | gij een arm gelijk God? En kunt gij, gelijk Hij, met 24739 Job 39:5 | nu met voortreffelijkheid en hoogheid, en bekleed u met 24740 Job 39:5 | voortreffelijkheid en hoogheid, en bekleed u met majesteit 24741 Job 39:5 | bekleed u met majesteit en heerlijkheid! ~ 24742 Job 39:6 | verbolgenheden uws toorns uit, en zie allen hoogmoedige, en 24743 Job 39:6 | en zie allen hoogmoedige, en verneder hem! ~ 24744 Job 39:7 | 7 Zie allen hoogmoedige, en breng hem ten onder; en 24745 Job 39:7 | en breng hem ten onder; en verpletter de goddelozen 24746 Job 39:11 | kracht is in zijn lenden, en zijn macht in den navel 24747 Job 39:16 | een schuilplaats des riets en des slijks. ~ 24748 Job 39:18 | doet de rivier geweld aan, en verhaast zich niet; hij 24749 Job 40:9 | doet een licht schijnen; en zijn ogen zijn als de oogleden 24750 Job 40:11 | als uit een ziedende pot en ruimen ketel. ~ 24751 Job 40:12 | zou kolen doen vlammen, en een vlam komt uit zijn mond 24752 Job 40:18 | acht het ijzer voor stro, en het staal voor verrot hout. ~ 24753 Job 40:20 | hem geacht als stoppelen, en hij belacht de drilling 24754 Job 41:1 | antwoordde Job den HEERE, en zeide: ~ 24755 Job 41:2 | dat Gij alles vermoogt, en dat geen van Uw gedachten 24756 Job 41:4 | 4 Hoor toch, en ik zal spreken; ik zal U 24757 Job 41:4 | spreken; ik zal U vragen, en onderricht Gij mij. ~ 24758 Job 41:6 | 6 Daarom verfoei ik mij, en ik heb berouw in stof en 24759 Job 41:6 | en ik heb berouw in stof en as. ~ 24760 Job 41:7 | toorn is ontstoken tegen u, en tegen uw twee vrienden, 24761 Job 41:8 | voor ulieden zeven varren en zeven rammen, en gaat henen 24762 Job 41:8 | varren en zeven rammen, en gaat henen tot Mijn knecht 24763 Job 41:8 | henen tot Mijn knecht Job, en offert brandoffer voor ulieden, 24764 Job 41:8 | brandoffer voor ulieden, en laat Mijn knecht Job voor 24765 Job 41:9 | gingen Elifaz, de Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, 24766 Job 41:9 | Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naamathiet, henen, 24767 Job 41:9 | Zofar, de Naamathiet, henen, en deden, gelijk als de HEERE 24768 Job 41:9 | HEERE tot hen gesproken had; en de HEERE nam het aangezicht 24769 Job 41:10 | 10 En de HEERE wendde de gevangenis 24770 Job 41:10 | had voor zijn vrienden; en de HEERE vermeerderde al 24771 Job 41:11 | tot hem al zijn broeders, en al zijn zusters, en allen, 24772 Job 41:11 | broeders, en al zijn zusters, en allen, die hem te voren 24773 Job 41:11 | te voren gekend hadden, en aten brood met hem in zijn 24774 Job 41:11 | brood met hem in zijn huis, en beklaagden hem, en vertroostten 24775 Job 41:11 | huis, en beklaagden hem, en vertroostten hem over al 24776 Job 41:11 | HEERE over hem gebracht had; en zij gaven hem een iegelijk 24777 Job 41:12 | 12 En de HEERE zegende Jobs laatste 24778 Job 41:12 | veertien duizend schapen, en zes duizend kemelen, en 24779 Job 41:12 | en zes duizend kemelen, en duizend juk runderen, en 24780 Job 41:12 | en duizend juk runderen, en duizend ezelinnen. ~ 24781 Job 41:13 | Daartoe had hij zeven zonen en drie dochteren. ~ 24782 Job 41:14 | 14 En hij noemde den naam der 24783 Job 41:14 | naam der eerste Jemima, en den naam der tweede Kezia, 24784 Job 41:14 | den naam der tweede Kezia, en den naam der derde Keren-Happuch. ~ 24785 Job 41:15 | 15 En er werden zo schone vrouwen 24786 Job 41:15 | als de dochteren van Job; en haar vader gaf haar erfdeel 24787 Job 41:16 | 16 En Job leefde na dezen honderd 24788 Job 41:16 | leefde na dezen honderd en veertig jaren, dat hij zag 24789 Job 41:16 | dat hij zag zijn kinderen, en de kinderen zijner kinderen, 24790 Job 41:17 | 17 En Job stierf, oud en der dagen 24791 Job 41:17 | 17 En Job stierf, oud en der dagen zat. ~  ~  ~  ~ 24792 Psa 1:2 | lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag 24793 Psa 1:2 | hij overdenkt Zijn wet dag en nacht. ~ 24794 Psa 1:3 | vrucht geeft op zijn tijd, en welks blad niet afvalt; 24795 Psa 1:3 | welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel 24796 Psa 2:1 | Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? ~ 24797 Psa 2:2 | der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen 24798 Psa 2:2 | te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, zeggende: ~ 24799 Psa 2:3 | hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen. ~ 24800 Psa 2:5 | hen spreken in Zijn toorn, en in Zijn grimmigheid zal 24801 Psa 2:8 | 8 Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven 24802 Psa 2:8 | heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot 24803 Psa 2:11 | Dient den HEERE met vreze, en verheugt u met beving. ~ 24804 Psa 2:12 | opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, 24805 Psa 3:4 | Schild voor mij, mijn eer, en Die mijn hoofd opheft. ~ 24806 Psa 3:5 | mijn stem tot den HEERE, en Hij verhoorde mij van den 24807 Psa 3:6 | 6Ik lag neder en sliep; ik ontwaakte, want 24808 Psa 4:2 | gemaakt; wees mij genadig, en hoor mijn gebed. ~ 24809 Psa 4:5 | 5Zijt beroerd, en zondigt niet; spreekt in 24810 Psa 4:5 | ulieder hart op uw leger, en zijt stil. Sela. ~ 24811 Psa 4:6 | offeranden der gerechtigheid, en vertrouwt op den HEERE. ~ 24812 Psa 4:8 | ter tijd, als hun koren en hun most vermenigvuldigd 24813 Psa 4:9 | vrede te zamen nederliggen en slapen; want Gij, o HEERE! 24814 Psa 5:3 | mijns geroeps, o mijn Koning en mijn God! Want tot U zal 24815 Psa 5:4 | zal ik mij tot U schikken, en wacht houden. ~ 24816 Psa 5:7 | van den man des bloeds en des bedrogs heeft de HEERE 24817 Psa 5:12 | omdat Gij hen overdekt; en laat in U van vreugde opspringen, 24818 Psa 6:2 | straf mij niet in Uw toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid! ~ 24819 Psa 6:4 | ziel is zeer verschrikt; en Gij, HEERE, hoe lange? ~ 24820 Psa 6:11 | vijanden zullen zeer beschaamd en verbaasd worden; zij zullen 24821 Psa 7:2 | van al mijn vervolgers, en red mij. ~ 24822 Psa 7:6 | vervolge de vijand mijn ziel, en achterhale ze, en vertrede 24823 Psa 7:6 | ziel, en achterhale ze, en vertrede mijn leven ter 24824 Psa 7:6 | vertrede mijn leven ter aarde, en doe mijn eer in het stof 24825 Psa 7:7 | verbolgenheden mijner benauwers, en ontwaak tot mij; Gij hebt 24826 Psa 7:9 | naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, 24827 Psa 7:10 | rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft, o rechtvaardige 24828 Psa 7:12 | een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage 24829 Psa 7:13 | heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid. ~ 24830 Psa 7:14 | 14 En heeft dodelijke wapenen 24831 Psa 7:15 | arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij 24832 Psa 7:16 | heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij 24833 Psa 7:17 | op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel 24834 Psa 7:18 | naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des 24835 Psa 8:3 | Uit de mond der kinderkens en der zuigelingen hebt Gij 24836 Psa 8:3 | tegenpartijen wil, om den vijand en wraakgierige te doen ophouden. ~ 24837 Psa 8:4 | werk Uwer vingeren, de maan en de sterren, die Gij bereid 24838 Psa 8:5 | dat Gij zijner gedenkt, en de zoon des mensen, dat 24839 Psa 8:6 | 6 En hebt hem een weinig minder 24840 Psa 8:6 | gemaakt dan de engelen, en hebt hem met eer en heerlijkheid 24841 Psa 8:6 | engelen, en hebt hem met eer en heerlijkheid gekroond? ~ 24842 Psa 8:8 | 8 Schapen en ossen, alle die; ook mede 24843 Psa 8:9 | Het gevogelte des hemels, en de vissen der zee; hetgeen 24844 Psa 9:3 | U zal ik mij verblijden, en van vreugde opspringen; 24845 Psa 9:4 | achterwaarts gekeerd, gevallen en vergaan zijn van Uw aangezicht. ~ 24846 Psa 9:5 | Want Gij hebt mijn recht en mijn rechtszaak afgedaan; 24847 Psa 9:6 | uitgedelgd, tot in eeuwigheid en altoos. ~ 24848 Psa 9:7 | verwoestingen voleind in eeuwigheid, en hebt gij de steden uitgeroeid? 24849 Psa 9:9 | 9 En Hij Zelf zal de wereld richten 24850 Psa 9:9 | richten in gerechtigheid, en de volken oordelen in rechtmatigheden. ~ 24851 Psa 9:10 | 10 En de HEERE zal een Hoog Vertrek 24852 Psa 9:11 | 11 En die Uw Naam kennen, zullen 24853 Psa 10:7 | Zijn mond is vol van vloek, en bedriegerijen, en list; 24854 Psa 10:7 | vloek, en bedriegerijen, en list; onder zijn tong is 24855 Psa 10:7 | onder zijn tong is moeite en ongerechtigheid. ~ 24856 Psa 10:10 | duikt neder, hij buigt zich; en de arme hoop valt in zijn 24857 Psa 10:14 | Gij aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men 24858 Psa 10:15 | Breek den arm des goddelozen en bozen. zoek zijn goddeloosheid, 24859 Psa 10:16 | HEERE is Koning eeuwiglijk en altoos; de heidenen zijn 24860 Psa 10:18 | 18 Om den wees en verdrukte recht te doen; 24861 Psa 11:5 | rechtvaardige; maar den goddeloze, en dien, die geweld liefheeft, 24862 Psa 11:6 | goddelozen regenen strikken, vuur en zwavel; en een geweldige 24863 Psa 11:6 | strikken, vuur en zwavel; en een geweldige stormwind 24864 Psa 15:2 | 2Die oprecht wandelt, en gerechtigheid werkt, en 24865 Psa 15:2 | en gerechtigheid werkt, en die met zijn hart de waarheid 24866 Psa 15:3 | metgezellen geen kwaad doet, en geen smaadrede opneemt tegen 24867 Psa 15:5 | geld niet geeft op woeker, en geen geschenk neemt tegen 24868 Psa 16:3 | heiligen, die op de aarde zijn, en de heerlijken, in dewelke 24869 Psa 16:4 | van bloed niet offeren, en hun namen op mijn lippen 24870 Psa 16:5 | is het deel mijner erve, en mijns bekers; Gij onderhoudt 24871 Psa 16:9 | Daarom is mijn hart verblijd, en mijn eer verheugt zich; 24872 Psa 17:12 | leeuw, die begeert te roven, en als een jonge leeuw, zittende 24873 Psa 17:14 | kinderen worden verzadigd, en zij laten hun overschot 24874 Psa 18:1 | hand van al zijn vijanden, en uit de hand van Saul. ~ 24875 Psa 18:3 | HEERE is mijn Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper; 24876 Psa 18:3 | Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper; mijn God, 24877 Psa 18:3 | ik betrouw; mijn Schild, en de Hoorn mijns heils, mijn 24878 Psa 18:4 | aan, Die te prijzen is, en werd verlost van mijn vijanden. ~ 24879 Psa 18:5 | doods hadden mij omvangen, en beken Belials verschrikten 24880 Psa 18:7 | riep ik den HEERE aan, en riep tot mijn God; Hij hoorde 24881 Psa 18:7 | mijn stem uit Zijn paleis, en mijn geroep voor Zijn aangezicht 24882 Psa 18:8 | 8 Toen daverde en beefde de aarde, en de gronden 24883 Psa 18:8 | daverde en beefde de aarde, en de gronden der bergen beroerden 24884 Psa 18:8 | der bergen beroerden zich en daverden, omdat Hij ontstoken 24885 Psa 18:9 | Rook ging op van Zijn neus, en een vuur uit Zijn mond verteerde; 24886 Psa 18:10 | 10 En Hij boog den hemel, en daalde 24887 Psa 18:10 | 10 En Hij boog den hemel, en daalde neder, en donkerheid 24888 Psa 18:10 | hemel, en daalde neder, en donkerheid was onder Zijn 24889 Psa 18:11 | 11 En Hij voer op een cherub, 24890 Psa 18:11 | Hij voer op een cherub, en vloog; ja, Hij vloog snellijk 24891 Psa 18:13 | wolken daarhenen, hagel en vurige kolen. ~ 24892 Psa 18:14 | 14 En de HEERE donderde in den 24893 Psa 18:14 | HEERE donderde in den hemel, en de Allerhoogste gaf Zijn 24894 Psa 18:14 | Allerhoogste gaf Zijn stem, hagel en vurige kolen. ~ 24895 Psa 18:15 | 15 En Hij zond Zijn pijlen uit, 24896 Psa 18:15 | Hij zond Zijn pijlen uit, en verstrooide ze; en Hij vermenigvuldigde 24897 Psa 18:15 | uit, en verstrooide ze; en Hij vermenigvuldigde de 24898 Psa 18:15 | vermenigvuldigde de bliksemen, en verschrikte ze. ~ 24899 Psa 18:16 | 16 En de diepe kolken der wateren 24900 Psa 18:16 | der wateren werden gezien, en de gronden der wereld werden 24901 Psa 18:18 | van mijn sterken vijand, en van mijn haters, omdat zij 24902 Psa 18:20 | 20 En Hij voerde mij uit in de 24903 Psa 18:22 | des HEEREN wegen gehouden, en ben van mijn God niet goddelooslijk 24904 Psa 18:23 | rechten waren voor mij, en Zijn inzettingen deed ik 24905 Psa 18:24 | ik was oprecht bij Hem, en ik wachtte mij voor mijn 24906 Psa 18:30 | loop ik door een bende, en met mijn God spring ik over 24907 Psa 18:32 | is God, behalve de HEERE? En wie is een Rotssteen, dan 24908 Psa 18:33 | mij met kracht omgordt; en Hij heeft mijn weg volkomen 24909 Psa 18:34 | voeten gelijk als der hinden, en Hij stelt mij op mijn hoogten. ~ 24910 Psa 18:36 | schild Uws heils gegeven, en Uw rechterhand heeft mij 24911 Psa 18:36 | rechterhand heeft mij ondersteund, en Uw zachtmoedigheid heeft 24912 Psa 18:37 | ruim gemaakt onder mij, en mijn enkelen hebben niet 24913 Psa 18:38 | vervolgde mijn vijanden, en trof hen aan; en ik keerde 24914 Psa 18:38 | vijanden, en trof hen aan; en ik keerde niet weder, totdat 24915 Psa 18:41 | 41 En Gij gaaft mij den nek mijner 24916 Psa 18:41 | den nek mijner vijanden, en mijn haters, die vernielde 24917 Psa 18:46 | Vreemden zijn vervallen, en hebben gesidderd uit hun 24918 Psa 18:47 | 47 De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen, 24919 Psa 18:47 | geloofd zij mijn Rotssteen, en verhoogd zij de God mijns 24920 Psa 18:48 | mij volkomen wraak geeft, en de volken onder mij brengt; ~ 24921 Psa 18:50 | loven onder de heidenen; en Uw Naam zal ik psalmzingen; ~ 24922 Psa 18:51 | Zijns konings groot maakt, en goedertierenheid doet aan 24923 Psa 18:51 | Zijn gezalfde, aan David en aan zijn zaad tot in eeuwigheid. ~  ~ 24924 Psa 19:2 | hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt 24925 Psa 19:3 | overvloediglijk spraak uit, en de nacht aan den nacht toont 24926 Psa 19:4 | 4 Geen spraak, en geen woorden zijn er, waar 24927 Psa 19:5 | uit over de ganse aarde, en hun redenen aan het einde 24928 Psa 19:6 | 6 En die is als een bruidegom, 24929 Psa 19:7 | van het einde des hemels, en haar omloop tot aan de einden 24930 Psa 19:7 | aan de einden deszelven; en niets is verborgen voor 24931 Psa 19:11 | ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig en honigzeem. ~ 24932 Psa 19:11 | goud; en zoeter dan honig en honigzeem. ~ 24933 Psa 19:14 | dan zal ik oprecht zijn en rein van grote overtreding. ~ 24934 Psa 19:15 | de redenen mijns monds, en de overdenking mijns harten 24935 Psa 19:15 | o HEERE, mijn Rotssteen en mijn Verlosser! ~  ~ 24936 Psa 20:3 | hulp uit het heiligdom, en ondersteune u uit Sion. ~ 24937 Psa 20:4 | gedenke al uwer spijsofferen, en make uw brandoffer tot as. 24938 Psa 20:5 | Hij geve u naar uw hart, en vervulle al uw raad. ~ 24939 Psa 20:6 | zullen juichen over Uw heil, en de vaandelen opsteken in 24940 Psa 20:8 | Dezen vermelden van wagens, en die van paarden; maar wij 24941 Psa 20:9 | Zij hebben zich gekromd, en zijn gevallen; maar wij 24942 Psa 20:9 | gevallen; maar wij zijn gerezen en staande gebleven. ~ 24943 Psa 21:2 | verblijd over Uw sterkte; en hoezeer is hij verheugd 24944 Psa 21:3 | zijns harten wens gegeven, en de uitspraak zijner lippen 24945 Psa 21:5 | lengte van dagen, eeuwiglijk en altoos. ~ 24946 Psa 21:6 | door Uw heil; majesteit en heerlijkheid hebt Gij hem 24947 Psa 21:8 | vertrouwt op den HEERE, en door de goedertierenheid 24948 Psa 21:10 | in Zijn toorn verslinden, en het vuur zal hen verteren. ~ 24949 Psa 21:11 | vrucht van de aarde verdoen, en hun zaad van de kinderen 24950 Psa 21:14 | sterkte; zo zullen wij zingen, en Uw macht met psalmen loven. ~ 24951 Psa 22:3 | maar Gij antwoordt niet; en des nachts, en ik heb geen 24952 Psa 22:3 | antwoordt niet; en des nachts, en ik heb geen stilte. ~ 24953 Psa 22:5 | vertrouwd; zij hebben vertrouwd, en Gij hebt hen uitgeholpen. ~ 24954 Psa 22:6 | Tot U hebben zij geroepen, en zijn uitgered; op U hebben 24955 Psa 22:6 | U hebben zij vertrouwd, en zijn niet beschaamd geworden. ~ 24956 Psa 22:7 | 7 Maar ik ben een worm en geen man, een smaad van 24957 Psa 22:7 | man, een smaad van mensen, en veracht van het volk. ~ 24958 Psa 22:14 | opgesperd, als een verscheurende en brullende leeuw. ~ 24959 Psa 22:15 | ben uitgestort als water, en al mijn beenderen hebben 24960 Psa 22:16 | verdroogd als een potscherf, en mijn tong kleeft aan mijn 24961 Psa 22:16 | kleeft aan mijn gehemelte; en Gij legt mij in het stof 24962 Psa 22:17 | zij hebben mijn handen en mijn voeten doorgraven. ~ 24963 Psa 22:19 | mijn klederen onder zich, en werpen het lot over mijn 24964 Psa 22:22 | mij uit des leeuwen muil; en verhoor mij van de hoornen 24965 Psa 22:24 | van Jakob! vereert Hem; en ontziet u voor Hem, al gij 24966 Psa 22:27 | zachtmoedigen zullen eten en verzadigd worden; zij zullen 24967 Psa 22:28 | aarde zullen het gedenken, en zich tot den HEERE bekeren; 24968 Psa 22:28 | zich tot den HEERE bekeren; en alle geslachten der heidenen 24969 Psa 22:29 | koninkrijk is des HEEREN, en Hij heerst onder de heidenen. ~ 24970 Psa 22:30 | vetten op aarde zullen eten, en aanbidden; allen, die in 24971 Psa 22:30 | aangezicht nederbukken; en die zijn ziel bij het leven 24972 Psa 22:32 | 32 Zij zullen aankomen, en Zijn gerechtigheid verkondigen 24973 Psa 23:4 | Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten 24974 Psa 23:6 | 6Immers zullen mij het goede en de weldadigheid volgen al 24975 Psa 23:6 | al de dagen mijns levens; en ik zal in het huis des HEEREN 24976 Psa 24:1 | haar volheid, de wereld, en die daarin wonen. ~ 24977 Psa 24:2 | ze gegrond op de zeeen, en heeft ze gevestigd op de 24978 Psa 24:3 | op den berg des HEEREN, en wie zal staan in de plaats 24979 Psa 24:4 | 4 Die rein van handen, en zuiver van hart is, die 24980 Psa 24:4 | niet opheft tot ijdelheid, en die niet bedriegelijk zweert; ~ 24981 Psa 24:5 | ontvangen van den HEERE, en gerechtigheid van den God 24982 Psa 24:7 | hoofden op, gij poorten, en verheft u, gij eeuwige deuren, 24983 Psa 24:8 | der ere? De HEERE, sterk en geweldig, de HEERE, geweldig 24984 Psa 25:5 | Leid mij in Uw waarheid, en leer mij, want Gij zijt 24985 Psa 25:6 | HEERE! Uwer barmhartigheden en Uwer goedertierenheden, 24986 Psa 25:8 | 8 Teth. De HEERE is goed en recht; daarom zal Hij de 24987 Psa 25:9 | zachtmoedigen leiden in het recht, en Hij zal den zachtmoedigen 24988 Psa 25:10 | HEEREN zijn goedertierenheid en waarheid, dengenen, die 24989 Psa 25:10 | dengenen, die Zijn verbond en Zijn getuigenissen bewaren. ~ 24990 Psa 25:13 | vernachten in het goede, en zijn zaad zal de aarde beerven. ~ 24991 Psa 25:14 | degenen, die Hem vrezen; en Zijn verbond, om hun die 24992 Psa 25:16 | 16 Pe. Wend U tot mij, en wees mij genadig, want ik 24993 Psa 25:16 | genadig, want ik ben eenzaam en ellendig. ~ 24994 Psa 25:18 | Resch. Aanzie mijn ellende, en mijn moeite, en neem weg 24995 Psa 25:18 | ellende, en mijn moeite, en neem weg al mijn zonden. ~ 24996 Psa 25:19 | want zij vermenigvuldigen, en zij haten mij met een wreveligen 24997 Psa 25:20 | Schin. Bewaar mijn ziel, en red mij; laat mij niet beschaamd 24998 Psa 25:21 | Thau. Laat oprechtigheid en vroomheid mij behoeden, 24999 Psa 26:1 | wandel in mijn oprechtigheid; en ik vertrouw op den HEERE, 25000 Psa 26:2 | 2 Proef mij, HEERE, en verzoek mij; toets mijn


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License