1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
24501 Job 28:28 | des HEEREN is de wijsheid, en van het kwade te wijken
24502 Job 29:1 | 1 En Job ging voort zijn spreuk
24503 Job 29:1 | zijn spreuk op te heffen, en zeide: ~
24504 Job 29:3 | schijnen over mijn hoofd, en ik bij Zijn licht de duisternis
24505 Job 29:5 | Almachtige nog met mij was, en mijn jongens rondom mij; ~
24506 Job 29:6 | mijn gangen wies in boter, en de rots bij mij oliebeken
24507 Job 29:8 | 8 De jongens zagen mij, en verstaken zich, en de stokouden
24508 Job 29:8 | mij, en verstaken zich, en de stokouden rezen op en
24509 Job 29:8 | en de stokouden rezen op en stonden. ~
24510 Job 29:9 | oversten hielden de woorden in, en leiden de hand op hun mond. ~
24511 Job 29:10 | der vorsten verstak zich, en hun tong kleefde aan hun
24512 Job 29:12 | den ellendige, die riep, en den wees, die geen helper
24513 Job 29:13 | verloren ging, kwam op mij; en het hart der weduwe deed
24514 Job 29:14 | bekleedde mij met gerechtigheid, en zij bekleedde mij; mijn
24515 Job 29:14 | oordeel was als een mantel en vorstelijke hoed. ~
24516 Job 29:15 | blinden was ik tot ogen, en den kreupelen was ik tot
24517 Job 29:16 | nooddruftigen een vader; en het geschil, dat ik niet
24518 Job 29:17 | 17 En ik verbrak de baktanden
24519 Job 29:17 | baktanden des verkeerden, en wierp den roof uit zijn
24520 Job 29:18 | 18 En ik zeide: Ik zal in mijn
24521 Job 29:18 | mijn nest den geest geven, en ik zal de dagen vermenigvuldigen
24522 Job 29:19 | uitgebreid aan het water, en dauw vernachtte op mijn
24523 Job 29:20 | heerlijkheid was nieuw bij mij, en mijn boog veranderde zich
24524 Job 29:21 | 21 Zij hoorden mij aan, en wachtten, en zwegen op mijn
24525 Job 29:21 | hoorden mij aan, en wachtten, en zwegen op mijn raad. ~
24526 Job 29:22 | spraken zij niet weder, en mijn rede drupte op hen. ~
24527 Job 29:23 | gelijk naar den regen, en sperden hun mond open, als
24528 Job 29:24 | zij geloofden het niet; en het licht mijns aangezichts
24529 Job 29:25 | weg, zo zat ik bovenaan, en woonde als een koning onder
24530 Job 30:3 | 3 Die door gebrek en honger eenzaam waren, vliedende
24531 Job 30:3 | in het donkere, woeste en verwoeste. ~
24532 Job 30:4 | plukten bij de struiken, en welker spijze was de wortel
24533 Job 30:6 | dalen, de holen des stofs en der steenrotsen. ~
24534 Job 30:8 | waren kinderen der dwazen, en kinderen van geen naam;
24535 Job 30:9 | een snarenspel geworden, en ik ben hun tot een klapwoord. ~
24536 Job 30:11 | heeft mijn zeel losgemaakt, en mij bedrukt; daarom hebben
24537 Job 30:12 | stoten mijn voeten uit, en banen tegen mij hun verderfelijke
24538 Job 30:15 | een wind mijn edele ziel, en mijn heil is als een wolk
24539 Job 30:17 | Hij mijn beenderen in mij, en mijn polsaderen rusten niet. ~
24540 Job 30:19 | mij in het slijk geworpen, en ik ben gelijk geworden als
24541 Job 30:19 | gelijk geworden als stof en as. ~
24542 Job 30:22 | doet mij daarop rijden, en Gij versmelt mij het wezen. ~
24543 Job 30:23 | mij ter dood brengen zult, en tot het huis der samenkomst
24544 Job 30:27 | 27 Mijn ingewand ziedt, en is niet stil; de dagen der
24545 Job 30:29 | draken een broeder geworden, en een metgezel der jonge struisen. ~
24546 Job 30:30 | zwart geworden over mij, en mijn gebeente is ontstoken
24547 Job 30:31 | een rouwklage geworden, en mijn orgel tot een stem
24548 Job 31:4 | Ziet Hij niet mijn wegen, en telt Hij niet al mijn treden? ~
24549 Job 31:5 | ijdelheid omgegaan heb, en mijn voet gesneld heeft
24550 Job 31:6 | in een rechte weegschaal, en God zal mijn oprechtigheid
24551 Job 31:7 | uit den weg geweken is, en mijn hart mijn ogen nagevolgd
24552 Job 31:7 | mijn ogen nagevolgd is, en aan mijn handen iets aankleeft; ~
24553 Job 31:8 | zaaien, maar een ander eten, en mijn spruiten moeten uitgeworteld
24554 Job 31:10 | huisvrouw met een ander malen, en anderen zich over haar krommen! ~
24555 Job 31:11 | is een schandelijke daad, en het is een misdaad bij de
24556 Job 31:12 | verderving toe verteert, en al mijn inkomen uitgeworteld
24557 Job 31:14 | ik doen, als God opstond? En als Hij bezoeking deed,
24558 Job 31:15 | maakte, hem ook gemaakt en Een ons in de baarmoeder
24559 Job 31:17 | 17 En mijn bete alleen gegeten
24560 Job 31:18 | opgetogen, als bij een vader, en van mijner moeders buik
24561 Job 31:19 | hij zonder kleding was, en dat de nooddruftige geen
24562 Job 31:22 | valle van het schouderbeen, en mijn arm breke van zijn
24563 Job 31:23 | was bij mij een schrik, en ik vermocht niet vanwege
24564 Job 31:25 | mijn vermogen groot was, en omdat mijn hand geweldig
24565 Job 31:27 | 27 En mijn hart verlokt is geweest
24566 Job 31:29 | verdrukking mijns haters, en mij opgewekt heb, als het
24567 Job 31:34 | zodat ik gewezen zou hebben, en ter deure niet uitgegaan
24568 Job 31:35 | Almachtige mij antwoorde, en dat mijn tegenpartij een
24569 Job 31:38 | mijn land tegen mij roept, en zijn voren te zamen wenen;
24570 Job 31:39 | gegeten heb zonder geld, en de ziel zijner akkerlieden
24571 Job 31:40 | tarwe distelen voortkomen, en voor gerst stinkkruid! De
24572 Job 32:6 | van Baracheel, den Buziet, en zeide: Ik ben minder van
24573 Job 32:6 | daarom heb ik geschroomd en gevreesd, ulieden mijn gevoelen
24574 Job 32:7 | Laat de dagen spreken, en de veelheid der jaren wijsheid
24575 Job 32:8 | geest, die in den mens is, en de inblazing des Almachtigen,
24576 Job 32:9 | De groten zijn niet wijs, en de ouden verstaan het recht
24577 Job 32:14 | mij geen woorden gericht, en met ulieder woorden zal
24578 Job 32:20 | zal mijn lippen openen, en zal antwoorden. ~
24579 Job 32:21 | niemands aangezicht aanneme, en tot den mens geen bijnamen
24580 Job 33:1 | 1 En gewisselijk, o Job! hoor
24581 Job 33:1 | hoor toch mijn redenen, en neem al mijn woorden ter
24582 Job 33:3 | oprechtigheid mijns harten, en de wetenschap mijner lippen,
24583 Job 33:4 | Gods heeft mij gemaakt, en de adem des Almachtigen
24584 Job 33:7 | verschrikking zal u niet beroeren, en mijn hand zal over u niet
24585 Job 33:8 | hebt gezegd voor mijn oren, en ik heb de stem der woorden
24586 Job 33:9 | overtreding; ik ben zuiver, en heb geen misdaad. ~
24587 Job 33:16 | voor het oor der lieden, en Hij verzegelt hun kastijding; ~
24588 Job 33:17 | mens afwende van zijn werk, en van den man de hovaardij
24589 Job 33:18 | van het verderf afhoude; en zijn leven, dat het door
24590 Job 33:19 | met smart op zijn leger, en de sterke menigte zijner
24591 Job 33:20 | het brood zelf verfoeit, en zijn ziel de begeerlijke
24592 Job 33:21 | verdwijnt uit het gezicht, en zijn beenderen, die niet
24593 Job 33:22 | 22 En zijn ziel nadert ten verderve,
24594 Job 33:22 | ziel nadert ten verderve, en zijn leven tot de dingen,
24595 Job 33:24 | zal Hij hem genadig zijn, en zeggen: Verlos hem, dat
24596 Job 33:26 | een welbehagen nemen zal, en zijn aangezicht met gejuich
24597 Job 33:27 | zal de mensen aanschouwen, en zeggen: Ik heb gezondigd,
24598 Job 33:27 | zeggen: Ik heb gezondigd, en het recht verkeerd, hetwelk
24599 Job 33:30 | afkere van het verderf, en hij verlicht worde met het
24600 Job 33:31 | Job! Hoor naar mij; zwijg, en ik zal spreken. ~
24601 Job 33:33 | niet, hoor naar mij; zwijg, en ik zal u wijsheid leren. ~ ~ ~
24602 Job 34:1 | Verder antwoordde Elihu, en zeide: ~
24603 Job 34:2 | gij wijzen, mijn woorden, en gij verstandigen, neigt
24604 Job 34:5 | gezegd: Ik ben rechtvaardig, en God heeft mijn recht weggenomen. ~
24605 Job 34:8 | 8 En gaat over weg in gezelschap
24606 Job 34:8 | werkers der ongerechtigheid, en wandelt met goddeloze lieden. ~
24607 Job 34:10 | zij God van goddeloosheid, en de Almachtige van onrecht! ~
24608 Job 34:11 | mensen vergeldt Hij hem, en naar eens ieders weg doet
24609 Job 34:12 | handelt niet goddelooslijk, en de Almachtige verkeert het
24610 Job 34:13 | Hem gesteld over de aarde, en wie heeft de ganse wereld
24611 Job 34:14 | tegen hem zette, zijn geest en zijn adem zou Hij tot Zich
24612 Job 34:15 | tegelijk den geest geven, en de mens zou tot stof wederkeren. ~
24613 Job 34:17 | den gewonde verbinden, en zoudt gij den zeer Rechtvaardige
24614 Job 34:19 | der vorsten niet aanneemt, en den rijke voor den arme
24615 Job 34:20 | geschud, dat het doorga; en de machtige wordt weggenomen
24616 Job 34:21 | ogen zijn op ieders wegen, en Hij ziet al zijn treden. ~
24617 Job 34:22 | 22 Er is geen duisternis, en er is geen schaduw des doods,
24618 Job 34:24 | het niet doorzoeken kan, en stelt anderen in hun plaats. ~
24619 Job 34:25 | keert Hij hen des nachts om, en zij worden verbrijzeld. ~
24620 Job 34:27 | achter Hem afgeweken zijn, en geen Zijner wegen verstaan
24621 Job 34:28 | geroep des armen brenge, en het geroep der ellendigen
24622 Job 34:30 | huichelachtige mens niet meer regere, en geen strikken des volks
24623 Job 34:33 | Zoudt gij dan verkiezen, en niet ik? Wat weet gij dan?
24624 Job 34:34 | verstand zullen met mij zeggen, en een wijs man zal naar mij
24625 Job 34:35 | wetenschap gesproken heeft, en zijn woorden niet met kloek
24626 Job 34:37 | ons in de handen klappen, en hij zou zijn redenen vermenigvuldigen
24627 Job 35:1 | Elihu antwoordde verder, en zeide: ~
24628 Job 35:4 | Ik zal u antwoord geven, en uw vrienden met u. ~
24629 Job 35:5 | 5 Bemerk den hemel en zie; en aanschouw de bovenste
24630 Job 35:5 | Bemerk den hemel en zie; en aanschouw de bovenste wolken,
24631 Job 35:8 | een man, gelijk gij zijt, en uw gerechtigheid voor eens
24632 Job 35:11 | dan de beesten der aarde, en ons wijzer maakt dan het
24633 Job 35:13 | ijdelheid niet verhoren, en de Almachtige zal die niet
24634 Job 35:15 | toorn Job bezocht heeft, en Hij hem niet zeer in overvloed
24635 Job 35:16 | ijdelheid zijn mond geopend, en zonder wetenschap woorden
24636 Job 36:1 | 1 Elihu ging nog voort, en zeide: ~
24637 Job 36:2 | Verbeid mij een weinig, en ik zal u aanwijzen, dat
24638 Job 36:3 | gevoelen van verre ophalen, en mijn Schepper gerechtigheid
24639 Job 36:6 | den goddeloze niet leven, en het recht der ellendigen
24640 Job 36:7 | zet Hij hen voor altoos, en zij worden verheven. ~
24641 Job 36:8 | 8 En zo zij, gebonden zijnde
24642 Job 36:9 | hun hun werk te kennen, en hun overtredingen, omdat
24643 Job 36:10 | 10 En Hij openbaart het voor hunlieder
24644 Job 36:10 | hunlieder oor ter tucht, en zegt, dat zij zich van de
24645 Job 36:11 | 11 Indien zij horen, en Hem dienen, zo zullen zij
24646 Job 36:11 | dagen eindigen in het goede, en hun jaren in liefelijkheden. ~
24647 Job 36:12 | zij door het zwaard door, en zij geven den geest zonder
24648 Job 36:13 | 13 En die met het hart huichelachtig
24649 Job 36:14 | in de jonkheid sterven, en hun leven onder de schandjongens. ~
24650 Job 36:15 | zijn ellende vrijmaken, en in de onderdrukking zal
24651 Job 36:16 | benauwing zou geweest zijn; en het gerecht uwer tafel zou
24652 Job 36:17 | goddelozen vervuld; het gericht en het recht houden u vast. ~
24653 Job 36:26 | 26 Zie, God is groot, en wij begrijpen het niet;
24654 Job 36:28 | Welke de wolken uitgieten, en over den mens overvloediglijk
24655 Job 36:29 | uitbreidingen der wolken, en de krakingen Zijner hutte? ~
24656 Job 36:30 | over hem Zijn licht uit, en de wortelen der zee bedekt
24657 Job 36:32 | handen bedekt Hij het licht, en doet aan hetzelve verbod
24658 Job 36:33 | verkondigt Zijn geklater, en het vee; ook van den opgaanden
24659 Job 36:34 | beeft hierover mijn hart, en springt op uit zijn plaats.
24660 Job 36:35 | de beweging Zijner stem, en het geluid, dat uit Zijn
24661 Job 36:36 | onder den gansen hemel, en Zijn licht over de einden
24662 Job 36:37 | de stem Zijner hoogheid, en vertrekt die dingen niet,
24663 Job 36:38 | Hij doet grote dingen, en wij begrijpen ze niet. ~
24664 Job 36:39 | sneeuw: Wees op de aarde; en tot den plasregens des regens;
24665 Job 36:41 | 8 En het gedierte gaat in de
24666 Job 36:41 | gaat in de loerplaatsen, en blijft in zijn holen. ~
24667 Job 36:42 | binnenkamer komt de wervelwind, en van de verstrooiende winden
24668 Job 36:47 | dit, o Job, ter ore; sta, en aanmerk de wonderen Gods.
24669 Job 36:48 | over dezelve orde stelt, en het licht Zijner wolk laat
24670 Job 36:54 | 21 En nu ziet men het licht niet
24671 Job 36:54 | hemel, als de wind doorgaat, en dien zuivert; ~
24672 Job 36:56 | kracht; doch door gericht en grote gerechtigheid verdrukt
24673 Job 37:1 | HEERE Job uit een onweder, en zeide: ~
24674 Job 37:3 | lenden, zo zal Ik u vragen, en onderricht Mij. ~
24675 Job 37:7 | te zamen vrolijk zongen, en al de kinderen Gods juichten. ~
24676 Job 37:8 | toegesloten, toen zij uitbrak, en uit de baarmoeder voortkwam? ~
24677 Job 37:9 | tot haar kleding stelde, en de donkerheid tot haar windeldoek; ~
24678 Job 37:10 | besluit de aarde doorbrak, en zette grendel en deuren; ~
24679 Job 37:10 | doorbrak, en zette grendel en deuren; ~
24680 Job 37:11 | 11 En zeide: Tot hiertoe zult
24681 Job 37:11 | hiertoe zult gij komen, en niet verder, en hier zal
24682 Job 37:11 | gij komen, en niet verder, en hier zal hij zich stellen
24683 Job 37:13 | einden der aarde vatten zou; en de goddelozen uit haar uitgeschud
24684 Job 37:14 | worden gelijk zegelleem, en zij gesteld worden als een
24685 Job 37:15 | 15 En dat van de goddelozen hun
24686 Job 37:15 | hun licht geweerd worde, en de hoge arm worde gebroken? ~
24687 Job 37:16 | de oorsprongen der zee, en hebt gij in het onderste
24688 Job 37:17 | poorten des doods ontdekt, en hebt gij gezien de poorten
24689 Job 37:19 | weg, daar het licht woont? En de duisternis, waar is haar
24690 Job 37:20 | brengen zoudt tot zijn pale, en dat gij merken zoudt de
24691 Job 37:21 | gij waart toen geboren, en uw dagen zijn veel in getal. ~
24692 Job 37:22 | schatkameren der sneeuw, en hebt gij de schatkameren
24693 Job 37:23 | tot den dag des strijds en des oorlogs! ~
24694 Job 37:24 | het licht verdeeld wordt, en de oostenwind zich verstrooit
24695 Job 37:25 | stortregen een waterloop uit, en een weg voor het weerlicht
24696 Job 37:27 | 27 Om het woeste en het verwoeste te verzadigen,
24697 Job 37:27 | verwoeste te verzadigen, en om het uitspruitsel der
24698 Job 37:29 | buik komt het ijs voort, en wie baart den rijm des hemels? ~
24699 Job 37:30 | verbergen zich de wateren, en het vlakke des afgrond wordt
24700 Job 37:32 | voortbrengen op haar tijd, en den Wagen met zijn kinderen
24701 Job 37:35 | uitlaten, dat zij henenvaren, en tot u zeggen: Zie, hier
24702 Job 37:37 | wolken met wijsheid tellen, en wie kan de flessen des hemels
24703 Job 37:38 | doorgoten is tot vastigheid, en de kluiten samenkleven? ~
24704 Job 38:2 | nederbukken in de holen, en in den kuil zitten, ter
24705 Job 38:5 | tellen, die zij vervullen, en weet gij den tijd van haar
24706 Job 38:7 | het koren; zij gaan uit, en keren niet weder tot dezelve. ~
24707 Job 38:8 | woudezel vrij henengezonden, en wie heeft de banden des
24708 Job 38:9 | tot zijn huis besteld heb, en het ziltige tot zijn woningen. ~
24709 Job 38:11 | de bergen, is zijn weide; en hij zoekt allerlei groensel
24710 Job 38:14 | omdat zijn kracht groot is, en zult gij uw arbeid op hem
24711 Job 38:15 | uw zaad zal wederbrengen, en vergaderen tot uw dorsvloer? ~
24712 Job 38:16 | de vederen des ooievaars, en des struisvogels? ~
24713 Job 38:17 | eieren in de aarde laat, en in het stof die verwarmt. ~
24714 Job 38:18 | 18 En vergeet, dat de voet die
24715 Job 38:18 | de voet die drukken kan, en de dieren des velds die
24716 Job 38:20 | haar van wijsheid ontbloot, en heeft haar des verstands
24717 Job 38:21 | hoogte; zij belacht het paard en zijn rijder. ~
24718 Job 38:24 | Het graaft in den grond, en het is vrolijk in zijn kracht;
24719 Job 38:24 | vrolijk in zijn kracht; en trekt uit, den geharnaste
24720 Job 38:25 | 25 Het belacht de vreze, en wordt niet ontsteld, en
24721 Job 38:25 | en wordt niet ontsteld, en keert niet wederom vanwege
24722 Job 38:26 | vlammig ijzer des spies en der lans. ~
24723 Job 38:27 | 27 Met schudding en beroering slokt het de aarde
24724 Job 38:27 | beroering slokt het de aarde op, en gelooft niet, dat het is
24725 Job 38:28 | bazuin, zegt het: Heah! en ruikt den krijg van verre,
24726 Job 38:28 | den donder der vorsten en het gejuich. ~
24727 Job 38:29 | sperwer door uw verstand, en breidt hij zijn vleugelen
24728 Job 38:30 | arend zich omhoog verheft, en dat hij zijn nest in de
24729 Job 38:31 | 31 Hij woont en vernacht in de steenrots,
24730 Job 38:31 | de scherpte der steenrots en der vaste plaats. ~
24731 Job 38:33 | zuipen zijn jongen bloed; en waar verslagenen zijn, daar
24732 Job 38:34 | 34 En de HEERE antwoordde Job,
24733 Job 38:34 | de HEERE antwoordde Job, en zeide: ~
24734 Job 38:36 | antwoordde Job den HEERE, en zeide: ~
24735 Job 39:1 | 1 En de HEERE antwoordde Job
24736 Job 39:1 | antwoordde Job uit een onweder, en zeide: ~
24737 Job 39:2 | lenden; Ik zal u vragen, en onderricht Mij. ~
24738 Job 39:4 | gij een arm gelijk God? En kunt gij, gelijk Hij, met
24739 Job 39:5 | nu met voortreffelijkheid en hoogheid, en bekleed u met
24740 Job 39:5 | voortreffelijkheid en hoogheid, en bekleed u met majesteit
24741 Job 39:5 | bekleed u met majesteit en heerlijkheid! ~
24742 Job 39:6 | verbolgenheden uws toorns uit, en zie allen hoogmoedige, en
24743 Job 39:6 | en zie allen hoogmoedige, en verneder hem! ~
24744 Job 39:7 | 7 Zie allen hoogmoedige, en breng hem ten onder; en
24745 Job 39:7 | en breng hem ten onder; en verpletter de goddelozen
24746 Job 39:11 | kracht is in zijn lenden, en zijn macht in den navel
24747 Job 39:16 | een schuilplaats des riets en des slijks. ~
24748 Job 39:18 | doet de rivier geweld aan, en verhaast zich niet; hij
24749 Job 40:9 | doet een licht schijnen; en zijn ogen zijn als de oogleden
24750 Job 40:11 | als uit een ziedende pot en ruimen ketel. ~
24751 Job 40:12 | zou kolen doen vlammen, en een vlam komt uit zijn mond
24752 Job 40:18 | acht het ijzer voor stro, en het staal voor verrot hout. ~
24753 Job 40:20 | hem geacht als stoppelen, en hij belacht de drilling
24754 Job 41:1 | antwoordde Job den HEERE, en zeide: ~
24755 Job 41:2 | dat Gij alles vermoogt, en dat geen van Uw gedachten
24756 Job 41:4 | 4 Hoor toch, en ik zal spreken; ik zal U
24757 Job 41:4 | spreken; ik zal U vragen, en onderricht Gij mij. ~
24758 Job 41:6 | 6 Daarom verfoei ik mij, en ik heb berouw in stof en
24759 Job 41:6 | en ik heb berouw in stof en as. ~
24760 Job 41:7 | toorn is ontstoken tegen u, en tegen uw twee vrienden,
24761 Job 41:8 | voor ulieden zeven varren en zeven rammen, en gaat henen
24762 Job 41:8 | varren en zeven rammen, en gaat henen tot Mijn knecht
24763 Job 41:8 | henen tot Mijn knecht Job, en offert brandoffer voor ulieden,
24764 Job 41:8 | brandoffer voor ulieden, en laat Mijn knecht Job voor
24765 Job 41:9 | gingen Elifaz, de Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar,
24766 Job 41:9 | Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naamathiet, henen,
24767 Job 41:9 | Zofar, de Naamathiet, henen, en deden, gelijk als de HEERE
24768 Job 41:9 | HEERE tot hen gesproken had; en de HEERE nam het aangezicht
24769 Job 41:10 | 10 En de HEERE wendde de gevangenis
24770 Job 41:10 | had voor zijn vrienden; en de HEERE vermeerderde al
24771 Job 41:11 | tot hem al zijn broeders, en al zijn zusters, en allen,
24772 Job 41:11 | broeders, en al zijn zusters, en allen, die hem te voren
24773 Job 41:11 | te voren gekend hadden, en aten brood met hem in zijn
24774 Job 41:11 | brood met hem in zijn huis, en beklaagden hem, en vertroostten
24775 Job 41:11 | huis, en beklaagden hem, en vertroostten hem over al
24776 Job 41:11 | HEERE over hem gebracht had; en zij gaven hem een iegelijk
24777 Job 41:12 | 12 En de HEERE zegende Jobs laatste
24778 Job 41:12 | veertien duizend schapen, en zes duizend kemelen, en
24779 Job 41:12 | en zes duizend kemelen, en duizend juk runderen, en
24780 Job 41:12 | en duizend juk runderen, en duizend ezelinnen. ~
24781 Job 41:13 | Daartoe had hij zeven zonen en drie dochteren. ~
24782 Job 41:14 | 14 En hij noemde den naam der
24783 Job 41:14 | naam der eerste Jemima, en den naam der tweede Kezia,
24784 Job 41:14 | den naam der tweede Kezia, en den naam der derde Keren-Happuch. ~
24785 Job 41:15 | 15 En er werden zo schone vrouwen
24786 Job 41:15 | als de dochteren van Job; en haar vader gaf haar erfdeel
24787 Job 41:16 | 16 En Job leefde na dezen honderd
24788 Job 41:16 | leefde na dezen honderd en veertig jaren, dat hij zag
24789 Job 41:16 | dat hij zag zijn kinderen, en de kinderen zijner kinderen,
24790 Job 41:17 | 17 En Job stierf, oud en der dagen
24791 Job 41:17 | 17 En Job stierf, oud en der dagen zat. ~ ~ ~ ~
24792 Psa 1:2 | lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag
24793 Psa 1:2 | hij overdenkt Zijn wet dag en nacht. ~
24794 Psa 1:3 | vrucht geeft op zijn tijd, en welks blad niet afvalt;
24795 Psa 1:3 | welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel
24796 Psa 2:1 | Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? ~
24797 Psa 2:2 | der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen
24798 Psa 2:2 | te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, zeggende: ~
24799 Psa 2:3 | hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen. ~
24800 Psa 2:5 | hen spreken in Zijn toorn, en in Zijn grimmigheid zal
24801 Psa 2:8 | 8 Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven
24802 Psa 2:8 | heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot
24803 Psa 2:11 | Dient den HEERE met vreze, en verheugt u met beving. ~
24804 Psa 2:12 | opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat,
24805 Psa 3:4 | Schild voor mij, mijn eer, en Die mijn hoofd opheft. ~
24806 Psa 3:5 | mijn stem tot den HEERE, en Hij verhoorde mij van den
24807 Psa 3:6 | 6Ik lag neder en sliep; ik ontwaakte, want
24808 Psa 4:2 | gemaakt; wees mij genadig, en hoor mijn gebed. ~
24809 Psa 4:5 | 5Zijt beroerd, en zondigt niet; spreekt in
24810 Psa 4:5 | ulieder hart op uw leger, en zijt stil. Sela. ~
24811 Psa 4:6 | offeranden der gerechtigheid, en vertrouwt op den HEERE. ~
24812 Psa 4:8 | ter tijd, als hun koren en hun most vermenigvuldigd
24813 Psa 4:9 | vrede te zamen nederliggen en slapen; want Gij, o HEERE!
24814 Psa 5:3 | mijns geroeps, o mijn Koning en mijn God! Want tot U zal
24815 Psa 5:4 | zal ik mij tot U schikken, en wacht houden. ~
24816 Psa 5:7 | van den man des bloeds en des bedrogs heeft de HEERE
24817 Psa 5:12 | omdat Gij hen overdekt; en laat in U van vreugde opspringen,
24818 Psa 6:2 | straf mij niet in Uw toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid! ~
24819 Psa 6:4 | ziel is zeer verschrikt; en Gij, HEERE, hoe lange? ~
24820 Psa 6:11 | vijanden zullen zeer beschaamd en verbaasd worden; zij zullen
24821 Psa 7:2 | van al mijn vervolgers, en red mij. ~
24822 Psa 7:6 | vervolge de vijand mijn ziel, en achterhale ze, en vertrede
24823 Psa 7:6 | ziel, en achterhale ze, en vertrede mijn leven ter
24824 Psa 7:6 | vertrede mijn leven ter aarde, en doe mijn eer in het stof
24825 Psa 7:7 | verbolgenheden mijner benauwers, en ontwaak tot mij; Gij hebt
24826 Psa 7:9 | naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid,
24827 Psa 7:10 | rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft, o rechtvaardige
24828 Psa 7:12 | een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage
24829 Psa 7:13 | heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid. ~
24830 Psa 7:14 | 14 En heeft dodelijke wapenen
24831 Psa 7:15 | arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij
24832 Psa 7:16 | heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij
24833 Psa 7:17 | op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel
24834 Psa 7:18 | naar Zijn gerechtigheid, en den Naam des HEEREN, des
24835 Psa 8:3 | Uit de mond der kinderkens en der zuigelingen hebt Gij
24836 Psa 8:3 | tegenpartijen wil, om den vijand en wraakgierige te doen ophouden. ~
24837 Psa 8:4 | werk Uwer vingeren, de maan en de sterren, die Gij bereid
24838 Psa 8:5 | dat Gij zijner gedenkt, en de zoon des mensen, dat
24839 Psa 8:6 | 6 En hebt hem een weinig minder
24840 Psa 8:6 | gemaakt dan de engelen, en hebt hem met eer en heerlijkheid
24841 Psa 8:6 | engelen, en hebt hem met eer en heerlijkheid gekroond? ~
24842 Psa 8:8 | 8 Schapen en ossen, alle die; ook mede
24843 Psa 8:9 | Het gevogelte des hemels, en de vissen der zee; hetgeen
24844 Psa 9:3 | U zal ik mij verblijden, en van vreugde opspringen;
24845 Psa 9:4 | achterwaarts gekeerd, gevallen en vergaan zijn van Uw aangezicht. ~
24846 Psa 9:5 | Want Gij hebt mijn recht en mijn rechtszaak afgedaan;
24847 Psa 9:6 | uitgedelgd, tot in eeuwigheid en altoos. ~
24848 Psa 9:7 | verwoestingen voleind in eeuwigheid, en hebt gij de steden uitgeroeid?
24849 Psa 9:9 | 9 En Hij Zelf zal de wereld richten
24850 Psa 9:9 | richten in gerechtigheid, en de volken oordelen in rechtmatigheden. ~
24851 Psa 9:10 | 10 En de HEERE zal een Hoog Vertrek
24852 Psa 9:11 | 11 En die Uw Naam kennen, zullen
24853 Psa 10:7 | Zijn mond is vol van vloek, en bedriegerijen, en list;
24854 Psa 10:7 | vloek, en bedriegerijen, en list; onder zijn tong is
24855 Psa 10:7 | onder zijn tong is moeite en ongerechtigheid. ~
24856 Psa 10:10 | duikt neder, hij buigt zich; en de arme hoop valt in zijn
24857 Psa 10:14 | Gij aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men
24858 Psa 10:15 | Breek den arm des goddelozen en bozen. zoek zijn goddeloosheid,
24859 Psa 10:16 | HEERE is Koning eeuwiglijk en altoos; de heidenen zijn
24860 Psa 10:18 | 18 Om den wees en verdrukte recht te doen;
24861 Psa 11:5 | rechtvaardige; maar den goddeloze, en dien, die geweld liefheeft,
24862 Psa 11:6 | goddelozen regenen strikken, vuur en zwavel; en een geweldige
24863 Psa 11:6 | strikken, vuur en zwavel; en een geweldige stormwind
24864 Psa 15:2 | 2Die oprecht wandelt, en gerechtigheid werkt, en
24865 Psa 15:2 | en gerechtigheid werkt, en die met zijn hart de waarheid
24866 Psa 15:3 | metgezellen geen kwaad doet, en geen smaadrede opneemt tegen
24867 Psa 15:5 | geld niet geeft op woeker, en geen geschenk neemt tegen
24868 Psa 16:3 | heiligen, die op de aarde zijn, en de heerlijken, in dewelke
24869 Psa 16:4 | van bloed niet offeren, en hun namen op mijn lippen
24870 Psa 16:5 | is het deel mijner erve, en mijns bekers; Gij onderhoudt
24871 Psa 16:9 | Daarom is mijn hart verblijd, en mijn eer verheugt zich;
24872 Psa 17:12 | leeuw, die begeert te roven, en als een jonge leeuw, zittende
24873 Psa 17:14 | kinderen worden verzadigd, en zij laten hun overschot
24874 Psa 18:1 | hand van al zijn vijanden, en uit de hand van Saul. ~
24875 Psa 18:3 | HEERE is mijn Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper;
24876 Psa 18:3 | Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper; mijn God,
24877 Psa 18:3 | ik betrouw; mijn Schild, en de Hoorn mijns heils, mijn
24878 Psa 18:4 | aan, Die te prijzen is, en werd verlost van mijn vijanden. ~
24879 Psa 18:5 | doods hadden mij omvangen, en beken Belials verschrikten
24880 Psa 18:7 | riep ik den HEERE aan, en riep tot mijn God; Hij hoorde
24881 Psa 18:7 | mijn stem uit Zijn paleis, en mijn geroep voor Zijn aangezicht
24882 Psa 18:8 | 8 Toen daverde en beefde de aarde, en de gronden
24883 Psa 18:8 | daverde en beefde de aarde, en de gronden der bergen beroerden
24884 Psa 18:8 | der bergen beroerden zich en daverden, omdat Hij ontstoken
24885 Psa 18:9 | Rook ging op van Zijn neus, en een vuur uit Zijn mond verteerde;
24886 Psa 18:10 | 10 En Hij boog den hemel, en daalde
24887 Psa 18:10 | 10 En Hij boog den hemel, en daalde neder, en donkerheid
24888 Psa 18:10 | hemel, en daalde neder, en donkerheid was onder Zijn
24889 Psa 18:11 | 11 En Hij voer op een cherub,
24890 Psa 18:11 | Hij voer op een cherub, en vloog; ja, Hij vloog snellijk
24891 Psa 18:13 | wolken daarhenen, hagel en vurige kolen. ~
24892 Psa 18:14 | 14 En de HEERE donderde in den
24893 Psa 18:14 | HEERE donderde in den hemel, en de Allerhoogste gaf Zijn
24894 Psa 18:14 | Allerhoogste gaf Zijn stem, hagel en vurige kolen. ~
24895 Psa 18:15 | 15 En Hij zond Zijn pijlen uit,
24896 Psa 18:15 | Hij zond Zijn pijlen uit, en verstrooide ze; en Hij vermenigvuldigde
24897 Psa 18:15 | uit, en verstrooide ze; en Hij vermenigvuldigde de
24898 Psa 18:15 | vermenigvuldigde de bliksemen, en verschrikte ze. ~
24899 Psa 18:16 | 16 En de diepe kolken der wateren
24900 Psa 18:16 | der wateren werden gezien, en de gronden der wereld werden
24901 Psa 18:18 | van mijn sterken vijand, en van mijn haters, omdat zij
24902 Psa 18:20 | 20 En Hij voerde mij uit in de
24903 Psa 18:22 | des HEEREN wegen gehouden, en ben van mijn God niet goddelooslijk
24904 Psa 18:23 | rechten waren voor mij, en Zijn inzettingen deed ik
24905 Psa 18:24 | ik was oprecht bij Hem, en ik wachtte mij voor mijn
24906 Psa 18:30 | loop ik door een bende, en met mijn God spring ik over
24907 Psa 18:32 | is God, behalve de HEERE? En wie is een Rotssteen, dan
24908 Psa 18:33 | mij met kracht omgordt; en Hij heeft mijn weg volkomen
24909 Psa 18:34 | voeten gelijk als der hinden, en Hij stelt mij op mijn hoogten. ~
24910 Psa 18:36 | schild Uws heils gegeven, en Uw rechterhand heeft mij
24911 Psa 18:36 | rechterhand heeft mij ondersteund, en Uw zachtmoedigheid heeft
24912 Psa 18:37 | ruim gemaakt onder mij, en mijn enkelen hebben niet
24913 Psa 18:38 | vervolgde mijn vijanden, en trof hen aan; en ik keerde
24914 Psa 18:38 | vijanden, en trof hen aan; en ik keerde niet weder, totdat
24915 Psa 18:41 | 41 En Gij gaaft mij den nek mijner
24916 Psa 18:41 | den nek mijner vijanden, en mijn haters, die vernielde
24917 Psa 18:46 | Vreemden zijn vervallen, en hebben gesidderd uit hun
24918 Psa 18:47 | 47 De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen,
24919 Psa 18:47 | geloofd zij mijn Rotssteen, en verhoogd zij de God mijns
24920 Psa 18:48 | mij volkomen wraak geeft, en de volken onder mij brengt; ~
24921 Psa 18:50 | loven onder de heidenen; en Uw Naam zal ik psalmzingen; ~
24922 Psa 18:51 | Zijns konings groot maakt, en goedertierenheid doet aan
24923 Psa 18:51 | Zijn gezalfde, aan David en aan zijn zaad tot in eeuwigheid. ~ ~
24924 Psa 19:2 | hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt
24925 Psa 19:3 | overvloediglijk spraak uit, en de nacht aan den nacht toont
24926 Psa 19:4 | 4 Geen spraak, en geen woorden zijn er, waar
24927 Psa 19:5 | uit over de ganse aarde, en hun redenen aan het einde
24928 Psa 19:6 | 6 En die is als een bruidegom,
24929 Psa 19:7 | van het einde des hemels, en haar omloop tot aan de einden
24930 Psa 19:7 | aan de einden deszelven; en niets is verborgen voor
24931 Psa 19:11 | ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig en honigzeem. ~
24932 Psa 19:11 | goud; en zoeter dan honig en honigzeem. ~
24933 Psa 19:14 | dan zal ik oprecht zijn en rein van grote overtreding. ~
24934 Psa 19:15 | de redenen mijns monds, en de overdenking mijns harten
24935 Psa 19:15 | o HEERE, mijn Rotssteen en mijn Verlosser! ~ ~
24936 Psa 20:3 | hulp uit het heiligdom, en ondersteune u uit Sion. ~
24937 Psa 20:4 | gedenke al uwer spijsofferen, en make uw brandoffer tot as.
24938 Psa 20:5 | Hij geve u naar uw hart, en vervulle al uw raad. ~
24939 Psa 20:6 | zullen juichen over Uw heil, en de vaandelen opsteken in
24940 Psa 20:8 | Dezen vermelden van wagens, en die van paarden; maar wij
24941 Psa 20:9 | Zij hebben zich gekromd, en zijn gevallen; maar wij
24942 Psa 20:9 | gevallen; maar wij zijn gerezen en staande gebleven. ~
24943 Psa 21:2 | verblijd over Uw sterkte; en hoezeer is hij verheugd
24944 Psa 21:3 | zijns harten wens gegeven, en de uitspraak zijner lippen
24945 Psa 21:5 | lengte van dagen, eeuwiglijk en altoos. ~
24946 Psa 21:6 | door Uw heil; majesteit en heerlijkheid hebt Gij hem
24947 Psa 21:8 | vertrouwt op den HEERE, en door de goedertierenheid
24948 Psa 21:10 | in Zijn toorn verslinden, en het vuur zal hen verteren. ~
24949 Psa 21:11 | vrucht van de aarde verdoen, en hun zaad van de kinderen
24950 Psa 21:14 | sterkte; zo zullen wij zingen, en Uw macht met psalmen loven. ~
24951 Psa 22:3 | maar Gij antwoordt niet; en des nachts, en ik heb geen
24952 Psa 22:3 | antwoordt niet; en des nachts, en ik heb geen stilte. ~
24953 Psa 22:5 | vertrouwd; zij hebben vertrouwd, en Gij hebt hen uitgeholpen. ~
24954 Psa 22:6 | Tot U hebben zij geroepen, en zijn uitgered; op U hebben
24955 Psa 22:6 | U hebben zij vertrouwd, en zijn niet beschaamd geworden. ~
24956 Psa 22:7 | 7 Maar ik ben een worm en geen man, een smaad van
24957 Psa 22:7 | man, een smaad van mensen, en veracht van het volk. ~
24958 Psa 22:14 | opgesperd, als een verscheurende en brullende leeuw. ~
24959 Psa 22:15 | ben uitgestort als water, en al mijn beenderen hebben
24960 Psa 22:16 | verdroogd als een potscherf, en mijn tong kleeft aan mijn
24961 Psa 22:16 | kleeft aan mijn gehemelte; en Gij legt mij in het stof
24962 Psa 22:17 | zij hebben mijn handen en mijn voeten doorgraven. ~
24963 Psa 22:19 | mijn klederen onder zich, en werpen het lot over mijn
24964 Psa 22:22 | mij uit des leeuwen muil; en verhoor mij van de hoornen
24965 Psa 22:24 | van Jakob! vereert Hem; en ontziet u voor Hem, al gij
24966 Psa 22:27 | zachtmoedigen zullen eten en verzadigd worden; zij zullen
24967 Psa 22:28 | aarde zullen het gedenken, en zich tot den HEERE bekeren;
24968 Psa 22:28 | zich tot den HEERE bekeren; en alle geslachten der heidenen
24969 Psa 22:29 | koninkrijk is des HEEREN, en Hij heerst onder de heidenen. ~
24970 Psa 22:30 | vetten op aarde zullen eten, en aanbidden; allen, die in
24971 Psa 22:30 | aangezicht nederbukken; en die zijn ziel bij het leven
24972 Psa 22:32 | 32 Zij zullen aankomen, en Zijn gerechtigheid verkondigen
24973 Psa 23:4 | Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten
24974 Psa 23:6 | 6Immers zullen mij het goede en de weldadigheid volgen al
24975 Psa 23:6 | al de dagen mijns levens; en ik zal in het huis des HEEREN
24976 Psa 24:1 | haar volheid, de wereld, en die daarin wonen. ~
24977 Psa 24:2 | ze gegrond op de zeeen, en heeft ze gevestigd op de
24978 Psa 24:3 | op den berg des HEEREN, en wie zal staan in de plaats
24979 Psa 24:4 | 4 Die rein van handen, en zuiver van hart is, die
24980 Psa 24:4 | niet opheft tot ijdelheid, en die niet bedriegelijk zweert; ~
24981 Psa 24:5 | ontvangen van den HEERE, en gerechtigheid van den God
24982 Psa 24:7 | hoofden op, gij poorten, en verheft u, gij eeuwige deuren,
24983 Psa 24:8 | der ere? De HEERE, sterk en geweldig, de HEERE, geweldig
24984 Psa 25:5 | Leid mij in Uw waarheid, en leer mij, want Gij zijt
24985 Psa 25:6 | HEERE! Uwer barmhartigheden en Uwer goedertierenheden,
24986 Psa 25:8 | 8 Teth. De HEERE is goed en recht; daarom zal Hij de
24987 Psa 25:9 | zachtmoedigen leiden in het recht, en Hij zal den zachtmoedigen
24988 Psa 25:10 | HEEREN zijn goedertierenheid en waarheid, dengenen, die
24989 Psa 25:10 | dengenen, die Zijn verbond en Zijn getuigenissen bewaren. ~
24990 Psa 25:13 | vernachten in het goede, en zijn zaad zal de aarde beerven. ~
24991 Psa 25:14 | degenen, die Hem vrezen; en Zijn verbond, om hun die
24992 Psa 25:16 | 16 Pe. Wend U tot mij, en wees mij genadig, want ik
24993 Psa 25:16 | genadig, want ik ben eenzaam en ellendig. ~
24994 Psa 25:18 | Resch. Aanzie mijn ellende, en mijn moeite, en neem weg
24995 Psa 25:18 | ellende, en mijn moeite, en neem weg al mijn zonden. ~
24996 Psa 25:19 | want zij vermenigvuldigen, en zij haten mij met een wreveligen
24997 Psa 25:20 | Schin. Bewaar mijn ziel, en red mij; laat mij niet beschaamd
24998 Psa 25:21 | Thau. Laat oprechtigheid en vroomheid mij behoeden,
24999 Psa 26:1 | wandel in mijn oprechtigheid; en ik vertrouw op den HEERE,
25000 Psa 26:2 | 2 Proef mij, HEERE, en verzoek mij; toets mijn
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |