Book Chapter: Verse

25001 Psa  26:2   |            verzoek mij; toets mijn nieren en mijn hart. ~
25002 Psa  26:3   |       goedertierenheid is voor mijn ogen, en ik wandel in Uw waarheid. ~
25003 Psa  26:4   |                   niet bij ijdele lieden, en met bedekte lieden ga ik
25004 Psa  26:5   |              vergadering der boosdoeners, en bij de goddelozen zit ik
25005 Psa  26:6   |                  mijn handen in onschuld, en ik ga rondom uw altaar,
25006 Psa  26:7   |                   horen de stem des lofs, en om te vertellen al Uw wonderen. ~
25007 Psa  26:8   |               lief de woning van Uw huis, en de plaats des tabernakels
25008 Psa  26:10  |                   schandelijk bedrijf is, en welker rechterhand vol geschenken
25009 Psa  26:11  |             oprechtigheid, verlos mij dan en wees mij genadig. ~
25010 Psa  27:1   |                    De HEERE is mijn Licht en mijn Heil, voor wien zou
25011 Psa  27:2   |                bozen, mijn tegenpartijen, en mijn vijanden tegen mij,
25012 Psa  27:2   |                   stieten zij zelven aan, en vielen. ~
25013 Psa  27:4   |                des HEEREN te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel. ~
25014 Psa  27:6   |            vijanden, die rondom mij zijn, en ik zal in Zijn tent offeranden
25015 Psa  27:7   |                   mijn stem, als ik roep; en wees mij genadig, en antwoord
25016 Psa  27:7   |                roep; en wees mij genadig, en antwoord mij. ~
25017 Psa  27:9   |                 geweest, begeef mij niet, en verlaat mij niet, o God
25018 Psa  27:10  |                        10 Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten,
25019 Psa  27:11  |                   HEERE! leer mij Uw weg, en leid mij in het rechte pad,
25020 Psa  27:14  |                 op den HEERE, zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken,
25021 Psa  28:3   |               niet weg met de goddelozen, en met de werkers der ongerechtigheid,
25022 Psa  28:4   |                  4Geef hun naar hun doen, en naar de boosheid hunner
25023 Psa  28:5   |                   zo zal Hij hen afbreken en zal hen niet bouwen. ~
25024 Psa  28:7   |                 7De HEERE is mijn Sterkte en mijn Schild; op Hem heeft
25025 Psa  28:7   |                heeft mijn hart vertrouwd, en ik ben geholpen; dies springt
25026 Psa  28:7   |            springt mijn hart van vreugde, en ik zal Hem met mijngezang
25027 Psa  28:8   |               HEERE is hunlieder Sterkte, en Hij is de Sterkheid der
25028 Psa  28:9   |                          9Verlos Uw volk, en zegen Uw erve, en weid hen,
25029 Psa  28:9   |                   volk, en zegen Uw erve, en weid hen, en verhef hen
25030 Psa  28:9   |               zegen Uw erve, en weid hen, en verhef hen tot in eeuwigheid. ~  ~
25031 Psa  29:1   |            machtigen! geeft den HEERE eer en sterkte. ~
25032 Psa  29:6   |                                         6 En Hij doet ze huppelen als
25033 Psa  29:6   |                  als een kalf, de Libanon en Sirjon als een jongen eenhoorn. ~
25034 Psa  29:9   |                  de hinden jongen werpen, en ontbloot de wouden; maar
25035 Psa  30:2   |                 Gij hebt mij opgetrokken, en mijn vijanden over mij niet
25036 Psa  30:3   |                    ik heb tot U geroepen, en Gij hebt mij genezen. ~
25037 Psa  30:5   |                    gij Zijn gunstgenoten! en zegt lof ter gedachtenis
25038 Psa  30:9   |                  9 Tot U, HEERE! riep ik, en ik smeekte tot den HEERE: ~
25039 Psa  30:11  |                           11 Hoor, HEERE! en wees mij genadig; HEERE!
25040 Psa  30:12  |                  hebt mijn zak ontbonden, en mij met blijdschap omgord; ~
25041 Psa  30:13  |              Opdat mijn eer U psalmzinge, en niet zwijge. HEERE, mijn
25042 Psa  31:4   |                   Gij zijt mijn Steenrots en mijn Burg; leid mij dan,
25043 Psa  31:4   |                  mijn Burg; leid mij dan, en voer mij, om Uws Naams wil. ~
25044 Psa  31:7   |              valse ijdelheden acht nemen, en ik betrouw op den HEERE. ~
25045 Psa  31:8   |                    8 Ik zal mij verheugen en verblijden in Uw goedertierenheid,
25046 Psa  31:8   |                   ellende hebt aangezien, en mijn ziel in benauwdheden
25047 Psa  31:9   |                                         9 En mij niet hebt overgeleverd
25048 Psa  31:10  |            doorknaagd mijn oog, mijn ziel en mijn buik. ~
25049 Psa  31:11  |                   verteerd van droefenis, en mijn jaren van zuchten;
25050 Psa  31:11  |                door mijn ongerechtigheid, en mijn beenderen zijn doorknaagd. ~
25051 Psa  31:12  |                   tot een smaad geworden, en mijn bekenden tot een schrik;
25052 Psa  31:16  |                  de hand mijner vijanden, en van mijn vervolgers. ~
25053 Psa  31:19  |                rechtvaardige, in hoogmoed en verachting. ~
25054 Psa  31:24  |               HEERE behoedt de gelovigen, en vergeldt overvloediglijk
25055 Psa  31:25  |                            25 Zijt sterk, en Hij zal ulieder hart versterken,
25056 Psa  32:2   |           ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog
25057 Psa  32:4   |                    4 Want Uw hand was dag en nacht zwaar op mij; mijn
25058 Psa  32:5   |                 zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte
25059 Psa  32:5   |        overtredingen doen voor den HEERE; en Gij vergaaft de ongerechtigheid
25060 Psa  32:8   |                   8 Ik zal u onderwijzen, en u leren van den weg, dien
25061 Psa  32:9   |                muil men breidelt met toom en gebit, opdat het tot u niet
25062 Psa  32:11  |                 Verblijdt u in den HEERE, en verheugt u, gij rechtvaardigen!
25063 Psa  32:11  |           verheugt u, gij rechtvaardigen! en zingt vrolijk, alle gij
25064 Psa  33:2   |               psalmzingt Hem met de luit, en het tiensnarig instrument. ~
25065 Psa  33:4   |                des HEEREN woord is recht, en al Zijn werk getrouw. ~
25066 Psa  33:5   |                   Hij heeft gerechtigheid en gericht lief; de aarde is
25067 Psa  33:6   |                  zijn de hemelen gemaakt, en door den Geest Zijns monds
25068 Psa  33:9   |                       9 Want Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt,
25069 Psa  33:9   |                   het is er; Hij gebiedt, en het staat er. ~
25070 Psa  33:13  |              HEERE schouwt uit den hemel, en ziet alle mensenkinderen. ~
25071 Psa  33:17  |              paard feilt ter overwinning, en bevrijdt niet door zijn
25072 Psa  33:19  |                   van den dood te redden, en om hen bij het leven te
25073 Psa  33:20  |                   HEERE: Hij is onze Hulp en ons Schild.
25074 Psa  34:2   |               psalmzingt Hem met de luit, en het tiensnarig instrument. ~
25075 Psa  34:4   |                des HEEREN woord is recht, en al Zijn werk getrouw. ~
25076 Psa  34:5   |                   Hij heeft gerechtigheid en gericht lief; de aarde is
25077 Psa  34:6   |                  zijn de hemelen gemaakt, en door den Geest Zijns monds
25078 Psa  34:9   |                       9 Want Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt,
25079 Psa  34:9   |                   het is er; Hij gebiedt, en het staat er. ~
25080 Psa  34:13  |              HEERE schouwt uit den hemel, en ziet alle mensenkinderen.
25081 Psa  34:17  |              paard feilt ter overwinning, en bevrijdt niet door zijn
25082 Psa  34:19  |                   van den dood te redden, en om hen bij het leven te
25083 Psa  34:20  |                   HEERE: Hij is onze Hulp en ons Schild. ~
25084 Psa  35:3   |            zachtmoedigen zullen het horen en verblijd zijn. ~
25085 Psa  35:4   |                  den HEERE met mij groot, en laat ons Zijn Naam samen
25086 Psa  35:5   |                 Ik heb den HEERE gezocht, en Hij heeft mij geantwoord,
25087 Psa  35:5   |                 Hij heeft mij geantwoord, en mij uit al mijn vrezen gered. ~
25088 Psa  35:6   |                   waterstroom aangelopen; en hun aangezichten zijn niet
25089 Psa  35:7   |                Zain. Deze ellendige riep, en de HEERE hoorde; en Hij
25090 Psa  35:7   |                 riep, en de HEERE hoorde; en Hij verloste hem uit al
25091 Psa  35:8   |                  degenen, die Hem vrezen, en rukt hen uit. ~
25092 Psa  35:9   |                            9 Teth. Smaakt en ziet, dat de HEERE goed
25093 Psa  35:11  |                   leeuwen lijden armoede, en hongeren; maar die den HEERE
25094 Psa  35:14  |             Bewaar uw tong van het kwaad, en uw lippen van bedrog te
25095 Psa  35:15  |                    Wijk af van het kwaad, en doe het goede; zoek den
25096 Psa  35:15  |                het goede; zoek den vrede, en jaag dien na. ~
25097 Psa  35:16  |                zijn op de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun geroep. ~
25098 Psa  35:18  |                     18 Tsade. Zij roepen, en de HEERE hoort, en Hij redt
25099 Psa  35:18  |                roepen, en de HEERE hoort, en Hij redt hen uit al hun
25100 Psa  35:19  |                  de gebrokenen van harte, en Hij behoudt de verslagenen
25101 Psa  35:22  |                  zal den goddeloze doden; en die den rechtvaardige haten,
25102 Psa  35:23  |                  de ziel Zijner knechten; en allen, die op Hem betrouwen,
25103 Psa  36:2   |                        2 Grijp het schild en de rondas, en sta op tot
25104 Psa  36:2   |                  het schild en de rondas, en sta op tot mijn hulp. ~
25105 Psa  36:3   |                                         3 En breng de spies voort, en
25106 Psa  36:3   |                  En breng de spies voort, en sluit den weg toe, mijn
25107 Psa  36:4   |                      4 Laat hen beschaamd en te schande worden, die mijn
25108 Psa  36:4   |                 hen achterwaarts gedreven en schaamrood worden, die kwaad
25109 Psa  36:5   |             worden als kaf voor den wind, en de Engel des HEEREN drijve
25110 Psa  36:6   |                     6 Hun weg zij duister en gans slibberig; en de Engel
25111 Psa  36:6   |                duister en gans slibberig; en de Engel des HEEREN vervolge
25112 Psa  36:8   |                    dat hij het niet wete, en zijn net, dat hij verborgen
25113 Psa  36:10  |                   die sterker is dan hij, en den ellendige en nooddruftige
25114 Psa  36:10  |                 dan hij, en den ellendige en nooddruftige van zijn berover. ~
25115 Psa  36:13  |              kwelde mijn ziel met vasten, en mijn gebed keerde weder
25116 Psa  36:15  |               hinkte, waren zij verblijd, en verzamelden zich; zij verzamelden
25117 Psa  36:15  |                   tot mij als geslagenen, en ik merkte niets; zij scheurden
25118 Psa  36:15  |                   scheurden hun klederen, en zwegen niet stil. ~
25119 Psa  36:21  |                                        21 En zij sperren hun mond wijd
25120 Psa  36:23  |                                23 Ontwaak en word wakker tot mijn recht;
25121 Psa  36:23  |                  tot mijn recht; mijn God en HEERE! tot mijn twistzaak. ~
25122 Psa  36:24  |           gerechtigheid, HEERE, mijn God! en laat hen zich over mij niet
25123 Psa  36:26  |                     26 Laat hen beschaamd en te zamen schaamrood worden,
25124 Psa  36:26  |         verblijden; laat hen met schaamte en schande bekleed worden,
25125 Psa  36:27  |                   Laat hen vrolijk zingen en verblijd zijn, die lust
25126 Psa  36:27  |                   tot mijn gerechtigheid; en laat hen geduriglijk zeggen:
25127 Psa  36:28  |               vermelden Uw gerechtigheid, en Uw lof den gansen dag. ~  ~
25128 Psa  37:4   |                  zijns monds zijn onrecht en bedrog; hij laat na te verstaan
25129 Psa  37:7   |                 HEERE! Gij behoudt mensen en beesten. ~
25130 Psa  37:9   |                 de vettigheid Uws huizes; en Gij drenkt hen uit de beek
25131 Psa  37:11  |               over degenen, die U kennen, en Uw gerechtigheid over de
25132 Psa  37:12  |           hovaardigen kome niet over mij, en de hand der goddelozen doe
25133 Psa  37:13  |                   zij zijn nedergestoten, en kunnen niet weder opstaan. ~  ~
25134 Psa  38:2   |                  haast worden afgesneden, en als de groene grasscheutjes
25135 Psa  38:3   |                    Vertrouw op den HEERE, en doe het goede; bewoon de
25136 Psa  38:3   |                   goede; bewoon de aarde, en voed u met getrouwigheid. ~
25137 Psa  38:4   |                                         4 En verlustig u in den HEERE,
25138 Psa  38:5   |               Wentel uw weg op den HEERE, en vertrouw op Hem; Hij zal
25139 Psa  38:6   |                                         6 En zal uw gerechtigheid doen
25140 Psa  38:6   |                 voortkomen als het licht, en uw recht als den middag. ~
25141 Psa  38:7   |                  Daleth. Zwijg den HEERE, en verbeid Hem; ontsteek u
25142 Psa  38:8   |                  8 He. Laat af van toorn, en verlaat de grimmigheid;
25143 Psa  38:10  |                                   10 Vau. En nog een weinig, en de goddeloze
25144 Psa  38:10  |                   Vau. En nog een weinig, en de goddeloze zal er niet
25145 Psa  38:10  |               goddeloze zal er niet zijn; en gij zult acht nemen op zijn
25146 Psa  38:11  |                  aarde erfelijk bezitten, en zich verlustigen over groten
25147 Psa  38:12  |                  tegen den rechtvaardige, en hij knerst over hem met
25148 Psa  38:14  |                  het zwaard uitgetrokken, en hun boog gespannen, om den
25149 Psa  38:14  |               gespannen, om den ellendige en nooddruftige neder te vellen,
25150 Psa  38:15  |                   in hunlieder hart gaan; en hun bogen zullen verbroken
25151 Psa  38:18  |                   de dagen der oprechten; en hun erfenis zal in eeuwigheid
25152 Psa  38:19  |                 worden in den kwade tijd, en in de dagen des hongers
25153 Psa  38:20  |                goddelozen zullen vergaan, en de vijanden des HEEREN zullen
25154 Psa  38:21  |              Lamed. De goddeloze ontleent en geeft niet weder; maar de
25155 Psa  38:21  |              rechtvaardige ontfermt zich, en geeft. ~
25156 Psa  38:23  |                  van den HEERE bevestigd; en Hij heeft lust aan zijn
25157 Psa  38:26  |             gansen dag ontfermt hij zich, en leent; en zijn zaad is tot
25158 Psa  38:26  |              ontfermt hij zich, en leent; en zijn zaad is tot zegening. ~
25159 Psa  38:27  |                    Wijk af van het kwade, en doe het goede, en woon in
25160 Psa  38:27  |                  kwade, en doe het goede, en woon in eeuwigheid. ~
25161 Psa  38:28  |               HEERE heeft het recht lief, en zal Zijn gunstgenoten niet
25162 Psa  38:29  |                  aarde erfelijk bezitten, en in eeuwigheid daarop wonen. ~
25163 Psa  38:30  |         rechtvaardigen vermeldt wijsheid, en zijn tong spreekt het recht. ~
25164 Psa  38:32  |               loert op den rechtvaardige, en zoekt hem te doden. ~
25165 Psa  38:33  |               laat hem niet in zijn hand; en Hij verdoemt hem niet, als
25166 Psa  38:34  |                 Koph. Wacht op den HEERE, en houd Zijn weg, en Hij zal
25167 Psa  38:34  |                  HEERE, en houd Zijn weg, en Hij zal u verhogen, om de
25168 Psa  38:36  |                    36 Maar hij ging door, en zie, hij was er niet meer;
25169 Psa  38:36  |                zie, hij was er niet meer; en ik zocht hem, maar hij werd
25170 Psa  38:37  |                  Schin. Let op den vrome, en zie naar den oprechte; want
25171 Psa  38:40  |                                        40 En de HEERE zal hen helpen,
25172 Psa  38:40  |                  de HEERE zal hen helpen, en zal hen bevrijden; Hij zal
25173 Psa  38:40  |              bevrijden van de goddelozen, en zal ze behouden; want zij
25174 Psa  39:2   |                  niet in Uw groten toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid. ~
25175 Psa  39:3   |               pijlen zijn in mij gedaald, en Uw hand is op mij nedergedaald. ~
25176 Psa  39:8   |                  een verachtelijke plage, en er is niets geheels in mijn
25177 Psa  39:9   |                        9 Ik ben verzwakt, en uitermate zeer verbrijzeld;
25178 Psa  39:10  |               voor U is al mijn begeerte; en mijn zuchten is voor U niet
25179 Psa  39:11  |                     11 Mijn hart keert om en om, mijn kracht heeft mij
25180 Psa  39:11  |                kracht heeft mij verlaten; en het licht mijner ogen, ook
25181 Psa  39:12  |                       12 Mijn liefhebbers en mijn vrienden staan van
25182 Psa  39:12  |                 van tegenover mijn plage, en mijn nabestaanden staan
25183 Psa  39:13  |                                        13 En die mijn ziel zoeken, leggen
25184 Psa  39:13  |              zoeken, leggen mij strikken; en die mijn kwaad zoeken, spreken
25185 Psa  39:13  |             zoeken, spreken verdervingen, en zij overdenken den gansen
25186 Psa  39:14  |                   een dove, ik hoor niet, en als een stomme, die zijn
25187 Psa  39:15  |                  een man, die niet hoort, en in wiens mond geen tegenredenen
25188 Psa  39:18  |                 ik ben tot hinken gereed, en mijn smart is steeds voor
25189 Psa  39:20  |                  levende, worden machtig; en die mij om valse oorzaken
25190 Psa  39:21  |                                        21 En die kwaad voor goed vergelden,
25191 Psa  40:5   |               maak mij bekend mijn einde, en welke de mate mijner dagen
25192 Psa  40:6   |              dagen een handbreed gesteld, en mijn leeftijd is als niets
25193 Psa  40:7   |              ijdelijk; men brengt bijeen, en men weet niet, wie het naar
25194 Psa  40:8   |                                         8 En nu, wat verwacht ik, o HEERE!
25195 Psa  40:9   |                van al mijn overtredingen; en stel mij niet tot een smaad
25196 Psa  40:13  |                  Hoor, HEERE! mijn gebed, en neem mijn geroep ter ore;
25197 Psa  40:14  |             verkwikke, eer dat ik heenga, en ik niet meer zij. ~  ~
25198 Psa  41:2   |                  den HEERE lang verwacht; en Hij heeft Zich tot mij geneigd,
25199 Psa  41:2   |               heeft Zich tot mij geneigd, en mijn geroep gehoord. ~
25200 Psa  41:3   |                                         3 En Hij heeft mij uit een ruisenden
25201 Psa  41:3   |                 modderig slijk opgehaald, en heeft mijn voeten op een
25202 Psa  41:4   |                                         4 En Hij heeft een nieuw lied
25203 Psa  41:4   |                    velen zullen het zien, en vrezen, en op den HEERE
25204 Psa  41:4   |               zullen het zien, en vrezen, en op den HEERE vertrouwen. ~
25205 Psa  41:5   |                tot zijn vertrouwen stelt, en niet omziet naar de hovaardigen,
25206 Psa  41:5   |               omziet naar de hovaardigen, en die tot leugen afwijken. ~
25207 Psa  41:6   |                mijn God! hebt Uw wonderen en Uw gedachten aan ons vele
25208 Psa  41:6   |           verhalen; zal ik ze verkondigen en uitspreken, zo zijn zij
25209 Psa  41:7   |                lust gehad aan slachtoffer en spijsoffer; Gij hebt mij
25210 Psa  41:7   |                oren doorboord; brandoffer en zondoffer hebt Gij niet
25211 Psa  41:9   |                 om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden
25212 Psa  41:11  |                 mijns harten; Uw waarheid en Uw heil spreek ik uit; Uw
25213 Psa  41:11  |                   ik uit; Uw weldadigheid en Uw trouw verheel ik niet
25214 Psa  41:12  |           onthouden; laat Uw weldadigheid en Uw trouw mij geduriglijk
25215 Psa  41:13  |                dan de haren mijns hoofds, en mijn hart heeft mij verlaten. ~
25216 Psa  41:15  |               Laat hen te zamen beschaamd en schaamrood worden, die mijn
25217 Psa  41:15  |             achterwaarts gedreven worden, en te schande worden, die lust
25218 Psa  41:17  |                      17 Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen, die
25219 Psa  41:18  |                    18 Ik ben wel ellendig en nooddruftig, maar de HEERE
25220 Psa  41:18  |                   mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; o mijn God!
25221 Psa  42:3   |                 De HEERE zal hem bewaren, en zal hem bij het leven behouden;
25222 Psa  42:6   |                  Wanneer zal hij sterven, en zijn naam vergaan? ~
25223 Psa  42:7   |                                         7 En zo iemand van hen komt,
25224 Psa  42:9   |               Belialsstuk kleeft hem aan; en hij, die nederligt, zal
25225 Psa  42:11  |                  HEERE! wees mij genadig, en richt mij op; en ik zal
25226 Psa  42:11  |                 genadig, en richt mij op; en ik zal het hun vergelden. ~
25227 Psa  42:13  |                mij in mijn oprechtigheid, en Gij stelt mij voor Uw aangezicht
25228 Psa  42:14  |                   Israels, van eeuwigheid en tot in eeuwigheid! Amen,
25229 Psa  42:17  |                    wanneer zal ik ingaan, en voor Gods aangezicht verschijnen? ~
25230 Psa  42:18  |             tranen zijn mij tot spijs dag en nacht; omdat zij den gansen
25231 Psa  42:19  |                      5 Ik gedenk daaraan, en stort mijn ziel uit in mij,
25232 Psa  42:19  |                  te gaan onder de schare, en met hen te treden naar Gods
25233 Psa  42:19  |                een stem van vreugdegezang en lof, onder de feesthoudende
25234 Psa  42:20  |                 gij u neder, o mijn ziel! en zijt onrustig in mij? Hoop
25235 Psa  42:21  |                  het land van de Jordaan, en Hermon, uit het klein gebergte. ~
25236 Psa  42:22  |                   watergoten; al Uw baren en Uw golven zijn over mij
25237 Psa  42:23  |                goedertierenheid gebieden, en des nachts zal Zijn lied
25238 Psa  42:26  |                 gij u neder, o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in
25239 Psa  42:26  |             Verlossing mijns aangezichts, en mijn God. ~  ~
25240 Psa  43:1   |                    1Doe mij recht, o God! en twist Gij mijn twistzaak;
25241 Psa  43:1   |                   van den man des bedrogs en des onrechts. ~
25242 Psa  43:3   |                            3Zend Uw licht en Uw waarheid, dat die mij
25243 Psa  43:3   |                 den berg Uwer heiligheid, en tot Uw woningen; ~
25244 Psa  43:4   |             blijdschap mijner verheuging, en U met de harp love, o God,
25245 Psa  43:5   |                 gij u neder, o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in
25246 Psa  43:5   |              Verlossing mijns aangezichts,en mijn God. ~  ~  ~  ~
25247 Psa  44:4   |                   geerfd door hun zwaard, en hun arm heeft hun geen heil
25248 Psa  44:4   |             gegeven; maar Uw rechterhand, en Uw arm, en het licht Uws
25249 Psa  44:4   |                   rechterhand, en Uw arm, en het licht Uws aangezichts,
25250 Psa  44:7   |               vertrouw niet op mijn boog, en mijn zwaard zal mij niet
25251 Psa  44:8   |                 van onze wederpartijders, en Gij maakt onze haters beschaamd. ~
25252 Psa  44:9   |                roemen wij den gansen dag, en Uw Naam zullen wij loven
25253 Psa  44:10  |                 nu hebt Gij ons verstoten en te schande gemaakt, dewijl
25254 Psa  44:11  |                   van den wederpartijder; en onze haters beroven ons
25255 Psa  44:12  |                   als schapen ter spijze, en Gij verstrooit ons onder
25256 Psa  44:13  |                  Uw volk om geen waardij; en Gij verhoogt hun prijs niet. ~
25257 Psa  44:14  |               naburen tot smaad, tot spot en schimp dengenen, die rondom
25258 Psa  44:16  |                  den gansen dag voor mij, en de schaamte mijns aangezichts
25259 Psa  44:17  |                  17 Om de stem des honers en des lasteraars, vanwege
25260 Psa  44:17  |            lasteraars, vanwege den vijand en den wraakgierige. ~
25261 Psa  44:20  |                 in een plaats der draken, en ons met een doodsschaduw
25262 Psa  44:21  |               onzes Gods hadden vergeten, en onze handen tot een vreemden
25263 Psa  44:25  |                   verbergen, onze ellende en onze onderdrukking vergeten? ~
25264 Psa  44:27  |                  27 Sta op, ons ter hulp, en verlos ons om Uwer goedertierenheid
25265 Psa  45:4   |                heup, o Held! Uw Majesteit en Uw heerlijkheid. ~
25266 Psa  45:5   |                                         5 En rijd voorspoediglijk in
25267 Psa  45:5   |                 op het woord der waarheid en rechtvaardige zachtmoedigheid;
25268 Psa  45:5   |            rechtvaardige zachtmoedigheid; en Uw rechterhand zal U vreselijke
25269 Psa  45:7   |               troon, o God! is eeuwiglijk en altoos; de scepter Uws Koninkrijks
25270 Psa  45:8   |                  hebt gerechtigheid lief, en haat goddeloosheid; daarom
25271 Psa  45:9   |                   Uw klederen zijn mirre, en aloe, en kassie; uit de
25272 Psa  45:9   |             klederen zijn mirre, en aloe, en kassie; uit de elpenbenen
25273 Psa  45:11  |                       11 Hoor, o Dochter! en zie, en neig uw oor; en
25274 Psa  45:11  |                  Hoor, o Dochter! en zie, en neig uw oor; en vergeet
25275 Psa  45:11  |                   en zie, en neig uw oor; en vergeet uw volk en uws vaders
25276 Psa  45:11  |                   oor; en vergeet uw volk en uws vaders huis. ~
25277 Psa  45:13  |                                        13 En de dochter van Tyrus, de
25278 Psa  45:16  |                worden met alle blijdschap en verheuging; zij zullen ingaan
25279 Psa  45:18  |                   volken loven eeuwiglijk en altoos. ~  ~
25280 Psa  46:2   |                  God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk
25281 Psa  46:3   |          veranderde de aarde haar plaats, en al werden de bergen verzet
25282 Psa  46:10  |                 aarde, de boog verbreekt, en de spies aan twee slaat,
25283 Psa  46:11  |                               11 Laat af, en weet, dat Ik God ben; Ik
25284 Psa  47:4   |               brengt de volken onder ons, en de natien onder onze voeten. ~
25285 Psa  48:2   |                       2 De HEERE is groot en zeer te prijzen, in de stad
25286 Psa  48:13  |                      13 Gaat rondom Sion, en omringt haar; telt haar
25287 Psa  48:15  |                God is onze God eeuwiglijk en altoos; Hij zal ons geleiden
25288 Psa  49:3   |              aanzienlijken, te zamen rijk en arm! ~
25289 Psa  49:4   |                   enkel wijsheid spreken, en de overdenking mijns harten
25290 Psa  49:7   |                   op hun goed vertrouwen; en op de veelheid huns rijkdoms
25291 Psa  49:9   |              hunner ziel is te kostelijk, en zal in eeuwigheid ophouden); ~
25292 Psa  49:10  |           voortaan geduriglijk zou leven, en de verderving niet zien. ~
25293 Psa  49:11  |                    dat te zamen een dwaas en een onvernuftige omkomen,
25294 Psa  49:11  |                 een onvernuftige omkomen, en hun goed anderen nalaten. ~
25295 Psa  49:15  |                 de dood zal hen afweiden; en de oprechten zullen over
25296 Psa  49:15  |              heersen in dien morgenstond; en het graf zal hun gedaante
25297 Psa  49:19  |                ziel in zijn leven zegent, en zij u loven, omdat gij uzelven
25298 Psa  49:21  |                   mens, die in waarde is, en geen verstand heeft, wordt
25299 Psa  50:1   |                  goden, de HEERE spreekt, en roept de aarde, van den
25300 Psa  50:3   |                      3 Onze God zal komen en zal niet zwijgen; een vuur
25301 Psa  50:3   |                  aangezicht zal verteren, en rondom Hem zal het zeer
25302 Psa  50:4   |                  tot den hemel van boven, en tot de aarde, om Zijn volk
25303 Psa  50:6   |                                         6 En de hemelen verkondigen Zijn
25304 Psa  50:7   |                       7 Hoort, Mijn volk! en Ik zal spreken; Israel!
25305 Psa  50:7   |                   Ik zal spreken; Israel! en Ik zal onder u betuigen;
25306 Psa  50:11  |                 het gevogelte der bergen, en het wild des velds is bij
25307 Psa  50:12  |                    want Mijn is de wereld en haar volheid. ~
25308 Psa  50:14  |                      14 Offert Gode dank, en betaalt den Allerhoogste
25309 Psa  50:15  |                                        15 En roept Mij aan in den dag
25310 Psa  50:15  |                    Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eren. ~
25311 Psa  50:16  |                 inzettingen te vertellen, en neemt Mijn verbond in uw
25312 Psa  50:17  |                   gij de kastijding haat, en Mijn woorden achter u henenwerpt. ~
25313 Psa  50:18  |               ziet, zo loopt gij met hem; en uw deel is met de overspelers. ~
25314 Psa  50:19  |                   slaat gij in het kwade, en uw tong koppelt bedrog. ~
25315 Psa  50:21  |                  21 Deze dingen doet gij, en Ik zwijg; gij meent, dat
25316 Psa  50:21  |                   gij; Ik zal u straffen, en zal het ordentelijk voor
25317 Psa  50:22  |                  opdat Ik niet verscheure en niemand redde. ~
25318 Psa  50:23  |             dankoffert, die zal Mij eren; en wie zijn weg wel aanstelt,
25319 Psa  51:4   |                 van mijn ongerechtigheid, en reinig mij van mijn zonde. ~
25320 Psa  51:5   |                   ken mijn overtredingen, en mijn zonde is steeds voor
25321 Psa  51:6   |                 alleen, heb ik gezondigd, en gedaan, dat kwaad is in
25322 Psa  51:6   |          rechtvaardig zijt in Uw spreken, en rein zijt in Uw richten. ~
25323 Psa  51:7   |                  ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn
25324 Psa  51:8   |                waarheid in het binnenste, en in het verborgene maakt
25325 Psa  51:9   |                  Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij,
25326 Psa  51:9   |                   zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw. ~
25327 Psa  51:10  |                        10 Doe mij vreugde en blijdschap horen; dat de
25328 Psa  51:11  |               aangezicht van mijn zonden, en delg uit al mijn ongerechtigheden. ~
25329 Psa  51:12  |                 mij een rein hart, o God! en vernieuw in het binnenste
25330 Psa  51:13  |                   niet van Uw aangezicht, en neem Uw Heiligen Geest niet
25331 Psa  51:14  |               weder de vreugde Uws heils; en de vrijmoedige geest ondersteune
25332 Psa  51:15  |               overtreders Uw wegen leren; en de zondaars zullen zich
25333 Psa  51:19  |              gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij,
25334 Psa  51:21  |             gerechtigheid, aan brandoffer en een offer, dat gans verteerd
25335 Psa  52:2   |                  de Edomiet, gekomen was, en Saul te kennen gegeven,
25336 Psa  52:2   |                   Saul te kennen gegeven, en tot hem gezegd had: David
25337 Psa  52:6   |                  woorden van verslinding, en een tong des bedrogs. ~
25338 Psa  52:7   |            eeuwigheid; Hij zal u wegrapen en u uit de tent uitrukken;
25339 Psa  52:8   |                                         8 En de rechtvaardigen zullen
25340 Psa  52:8   |           rechtvaardigen zullen het zien, en vrezen; en zij zullen over
25341 Psa  52:8   |               zullen het zien, en vrezen; en zij zullen over hem lachen,
25342 Psa  52:10  |               goedertierenheid eeuwiglijk en altoos. ~
25343 Psa  52:11  |                omdat Gij het gedaan hebt; en ik zal Uw Naam verwachten;
25344 Psa  53:2   |                   God; zij verderven het, en zij bedrijven gruwelijk
25345 Psa  54:2   |                   Zifieten gekomen waren, en tot Saul gezegd hadden:
25346 Psa  54:3   |                  verlos mij door Uw Naam, en doe mij recht door Uw macht. ~
25347 Psa  54:5   |              vreemden staan tegen mij op, en tirannen zoeken mijn ziel;
25348 Psa  54:9   |               gered uit alle benauwdheid; en mijn oog heeft gezien op
25349 Psa  55:2   |                 neem mijn gebed ter oren, en verberg U niet voor mijn
25350 Psa  55:3   |                            3 Merk op mij, en verhoor mij; ik bedrijf
25351 Psa  55:3   |                   misbaar in mijn klacht, en maak getier; ~
25352 Psa  55:4   |                   ongerechtigheid op mij, en in toorn haten zij mij. ~
25353 Psa  55:5   |                 in het binnenste van mij, en verschrikkingen des doods
25354 Psa  55:6   |                                   6 Vrees en beving komt mij aan, en
25355 Psa  55:6   |                   en beving komt mij aan, en gruwen overdekt mij; ~
25356 Psa  55:10  |                  tong; want ik zie wrevel en twist in de stad. ~
25357 Psa  55:11  |                                    11 Dag en nacht omringen zij haar
25358 Psa  55:11  |                   zij haar op haar muren; en ongerechtigheid en overlast
25359 Psa  55:11  |                 muren; en ongerechtigheid en overlast is binnen in haar. ~
25360 Psa  55:12  |             verderving is binnen in haar; en list en bedrog wijkt niet
25361 Psa  55:12  |                   binnen in haar; en list en bedrog wijkt niet van haar
25362 Psa  55:14  |                waardigheid, mijn leidsman en mijn bekende! ~
25363 Psa  55:17  |                    ik zal tot God roepen, en de HEERE zal mij verlossen. ~
25364 Psa  55:18  |                            18 Des avonds, en des morgens, en des middags
25365 Psa  55:18  |                   avonds, en des morgens, en des middags zal ik klagen
25366 Psa  55:18  |                 des middags zal ik klagen en getier maken; en Hij zal
25367 Psa  55:18  |                   klagen en getier maken; en Hij zal mijn stem horen. ~
25368 Psa  55:20  |                         20 God zal horen, en zal hen plagen, als die
25369 Psa  55:20  |                 gans geen verandering is, en zij God niet vrezen. ~
25370 Psa  55:23  |                Werp uw zorg op den HEERE, en Hij zal u onderhouden; Hij
25371 Psa  55:24  |            verderfs; de mannen des bloeds en bedrogs zullen hun dagen
25372 Psa  57:2   |                  mijn ziel betrouwt op U, en ik neem mijn toevlucht onder
25373 Psa  57:4   |                 zal van den hemel zenden, en mij verlossen, te schande
25374 Psa  57:4   |                 zal Zijn goedertierenheid en Zijn waarheid zenden. ~
25375 Psa  57:5   |     mensenkinderen, welker tanden spiesen en pijlen zijn, en hun tong
25376 Psa  57:5   |                   spiesen en pijlen zijn, en hun tong een scherp zwaard. ~
25377 Psa  57:8   |                 is bereid; ik zal zingen, en psalmzingen. ~
25378 Psa  57:9   |                   eer! waak op, gij, luit en harp! ik zal in den dageraad
25379 Psa  57:11  |                 groot tot aan de hemelen, en Uw waarheid tot aan de bovenste
25380 Psa  58:12  |                                        12 En de mens zal zeggen: Immers
25381 Psa  59:3   |              werkers der ongerechtigheid, en verlos mij van de mannen
25382 Psa  59:4   |                  zonder mijn overtreding, en zonder mijn zonde, o HEERE! ~
25383 Psa  59:5   |                               5 Zij lopen en bereiden zich zonder mijn
25384 Psa  59:5   |            misdaad; waak op mij tegemoet, en zie. ~
25385 Psa  59:7   |                  zij tieren als een hond, en zij gaan rondom de stad. ~
25386 Psa  59:12  |                  omzwerven door Uw macht, en werp hen neder, o Heere,
25387 Psa  59:13  |                  het woord hunner lippen; en laat hen gevangen worden
25388 Psa  59:13  |                   worden in hun hoogmoed; en om den vloek, en om de leugen,
25389 Psa  59:13  |                hoogmoed; en om den vloek, en om de leugen, die zij vertellen. ~
25390 Psa  59:14  |                hen, dat zij er niet zijn, en laat hen weten, dat God
25391 Psa  59:15  |                  hen tieren als een hond, en rondom de stad gaan; ~
25392 Psa  59:16  |                 zelfs omzwerven om spijs; en laat hen vernachten, al
25393 Psa  59:17  |                 ik zal Uw sterkte zingen, en des morgens Uw goedertierenheid
25394 Psa  59:17  |                Hoog Vertrek zijt geweest, en een Toevlucht ten dage,
25395 Psa  60:2   |                  Syriers van Mesopotamie, en met de Syriers van Zoba;
25396 Psa  60:2   |                  met de Syriers van Zoba; en Joab wederkwam, en de Edomieten
25397 Psa  60:2   |                  Zoba; en Joab wederkwam, en de Edomieten sloeg in het
25398 Psa  60:7   |                 heil door Uw rechterhand, en verhoor ons. ~
25399 Psa  60:8   |          opspringen; ik zal Sichem delen, en het dal van Sukkoth zal
25400 Psa  60:9   |                         9 Gilead is mijn, en Manasse is mijn, en Efraim
25401 Psa  60:9   |                 mijn, en Manasse is mijn, en Efraim is de sterkte mijns
25402 Psa  60:12  |                   Die ons verstoten hadt, en niet uittoogt, o God! met
25403 Psa  60:14  |             zullen wij kloeke daden doen, en Hij zal onze wederpartijders
25404 Psa  61:8   |                   bereid goedertierenheid en waarheid, dat zij hem behoeden. ~
25405 Psa  62:3   |              Immers is Hij mijn Rotssteen en mijn Heil, mijn Hoog Vertrek,
25406 Psa  62:7   |                  is immers mijn Rotssteen en mijn Heil, mijn Hoog Vertrek;
25407 Psa  62:8   |                     8 In God is mijn Heil en mijn Eer; de Rotssteen mijner
25408 Psa  62:11  |             vermogen overvloedig aanwast, en zet er het hart niet op. ~
25409 Psa  62:13  |                                        13 En de goedertierenheid, o Heere!
25410 Psa  63:2   |                  naar U, in een land, dor en mat, zonder water. ~
25411 Psa  63:3   |           aanschouwd, ziende Uw sterkheid en Uw eer; ~
25412 Psa  63:6   |               Mijn ziel zou als met smeer en vettigheid verzadigd worden,
25413 Psa  63:6   |              vettigheid verzadigd worden, en mijn mond zou roemen met
25414 Psa  63:8   |                zijt mij een hulp geweest; en in de schaduw Uwer vleugelen
25415 Psa  64:5   |            haastig schieten zij naar hem, en vrezen niet. ~
25416 Psa  64:7   |                  het binnenste eens mans, en het diepe hart. ~
25417 Psa  64:9   |                                         9 En hun tong zal hen doen aanstoten
25418 Psa  64:10  |                                        10 En alle mensen zullen vrezen,
25419 Psa  64:10  |                alle mensen zullen vrezen, en Gods werk verkondigen, en
25420 Psa  64:10  |                 en Gods werk verkondigen, en Zijn doen verstandelijk
25421 Psa  64:11  |                  verblijden in den HEERE, en op Hem betrouwen; en alle
25422 Psa  64:11  |               HEERE, en op Hem betrouwen; en alle oprechten van hart
25423 Psa  65:2   |           stilheid tot U, o God! in Sion; en U zal de gelofte betaald
25424 Psa  65:5   |                   hij, dien Gij verkiest, en doet naderen, dat hij wone
25425 Psa  65:6   |                   aller einden der aarde, en der verre gelegenen aan
25426 Psa  65:8   |                 het bruisen harer golven, en het rumoer der volken. ~
25427 Psa  65:9   |                                         9 En die op de einden wonen,
25428 Psa  65:9   |                  de uitgangen des morgens en des avonds juichen. ~
25429 Psa  65:10  |                  10 Gij bezoekt het land, en hebbende het begerig gemaakt,
25430 Psa  65:12  |                   het jaar Uwer goedheid; en Uw voetstappen druipen van
25431 Psa  65:13  |                   de weiden der woestijn; en de heuvelen zijn aangegord
25432 Psa  65:14  |                  zijn bekleed met kudden, en de dalen zijn bedekt met
25433 Psa  66:4   |                   ganse aarde aanbidde U, en psalmzinge U; zij psalmzinge
25434 Psa  66:5   |                                    5 Komt en ziet Gods daden; Hij is
25435 Psa  66:8   |                    gij volken! onzen God; en laat horen de stem Zijns
25436 Psa  66:9   |                zielen in het leven stelt, en niet toelaat, dat onze voet
25437 Psa  66:12  |             rijden; wij waren in het vuur en in het water gekomen; maar
25438 Psa  66:14  |                 mijn lippen hebben geuit, en mijn mond heeft uitgesproken,
25439 Psa  66:16  |                allen gij, die God vreest, en ik zal vertellen, wat Hij
25440 Psa  66:17  |               riep tot Hem met mijn mond, en Hij werd verhoogd onder
25441 Psa  67:2   |                      2God zij ons genadig en zegene ons; Hij doe Zijn
25442 Psa  67:5   |             natien zullen zich verblijden en juichen, omdat Gij de volken
25443 Psa  67:5   |                richten in rechtmatigheid; en de natien op de aarde die
25444 Psa  67:8   |                     8God zal ons zegenen; en alle einden der aarde zullen
25445 Psa  68:2   |                 zullen verstrooid worden, en Zijn haters zullen van Zijn
25446 Psa  68:4   |          opspringen voor Gods aangezicht, en van blijdschap vrolijk zijn. ~
25447 Psa  68:5   |                 omdat Zijn Naam is HEERE; en springt op van vreugde voor
25448 Psa  68:6   |                   is een Vader der wezen, en een Rechter der weduwen;
25449 Psa  68:10  |                regen doen druipen, o God! en Gij hebt Uw erfenis gesterkt,
25450 Psa  68:13  |               vloden weg, zij vloden weg; en zij, die te huis bleef,
25451 Psa  68:14  |               duive, overdekt met zilver, en welker vederen zijn met
25452 Psa  68:21  |                  van volkomene Zaligheid; en bij den HEERE, den Heere,
25453 Psa  68:31  |                   de kalveren der volken; en dien, die zich onderwerpt
25454 Psa  68:35  |                  hoogheid is over Israel, en Zijn sterkte in de bovenste
25455 Psa  68:36  |                   geeft den volke sterkte en krachten. Geloofd zij God! ~
25456 Psa  69:3   |                   de diepten der wateren, en de vloed overstroomt mij. ~
25457 Psa  69:6   |                  weet van mijn dwaasheid, en mijn schulden zijn voor
25458 Psa  69:9   |                broederen vreemd geworden, en onbekend aan mijner moeders
25459 Psa  69:10  |                  huis heeft mij verteerd; en de smaadheden dergenen,
25460 Psa  69:11  |                                        11 En ik heb geweend in het vasten
25461 Psa  69:12  |                                        12 En ik heb een zak tot mijn
25462 Psa  69:13  |                  zitten, klappen van mij; en ik ben een snarenspel dergenen,
25463 Psa  69:15  |                 15 Ruk mij uit het slijk, en laat mij niet verzinken;
25464 Psa  69:15  |                   worden van mijn haters, en uit de diepten der wateren. ~
25465 Psa  69:16  |          watervloed mij niet overstromen, en laat de diepte mij niet
25466 Psa  69:16  |               diepte mij niet verslinden; en laat den put zijn mond over
25467 Psa  69:18  |                                        18 En verberg Uw aangezicht niet
25468 Psa  69:20  |                   weet mijn versmaadheid, en mijn schaamte, en mijn schande;
25469 Psa  69:20  |           versmaadheid, en mijn schaamte, en mijn schande; al mijn benauwers
25470 Psa  69:21  |                 heeft mijn hart gebroken, en ik ben zeer zwak; en ik
25471 Psa  69:21  |            gebroken, en ik ben zeer zwak; en ik heb gewacht naar medelijden,
25472 Psa  69:21  |              medelijden, maar er is geen; en naar vertroosters, maar
25473 Psa  69:22  |                   tot mijn spijs gegeven; en in mijn dorst hebben zij
25474 Psa  69:23  |                 aangezicht tot een strik, en tot volle vergelding tot
25475 Psa  69:24  |                worden, dat zij niet zien; en doe hun lenden gedurig waggelen. ~
25476 Psa  69:25  |                over hen Uw gramschap uit; en de hittigheid Uws toorns
25477 Psa  69:27  |                   dien Gij geslagen hebt; en maken een praat van de smart
25478 Psa  69:28  |                  misdaad tot hun misdaad, en laat hen niet komen tot
25479 Psa  69:29  |                  uit het boek des levens, en met de rechtvaardigen niet
25480 Psa  69:30  |                   30 Doch ik ben ellendig en in smart; Uw heil, o God!
25481 Psa  69:31  |                  Naam prijzen met gezang, en Hem met dankzegging grootmaken. ~
25482 Psa  69:32  |                                        32 En het zal den HEERE aangenamer
25483 Psa  69:33  |                   zullen zich verblijden; en gij, die God zoekt, ulieder
25484 Psa  69:34  |                   hoort de nooddruftigen, en Hij veracht Zijn gevangenen
25485 Psa  69:35  |                  Dat Hem prijzen de hemel en de aarde, de zeeen, en al
25486 Psa  69:35  |              hemel en de aarde, de zeeen, en al wat daarin wriemelt. ~
25487 Psa  69:36  |                   God zal Sion verlossen, en de steden van Juda bouwen;
25488 Psa  69:36  |                   steden van Juda bouwen; en aldaar zullen zij wonen,
25489 Psa  69:36  |                  aldaar zullen zij wonen, en haar erfelijk bezitten; ~
25490 Psa  69:37  |                                        37 En het zaad Zijner knechten
25491 Psa  69:37  |                knechten zal haar beerven; en de liefhebbers Zijns Naams
25492 Psa  70:3   |                       3Laat hen beschaamd en schaamrood worden, die mijn
25493 Psa  70:3   |                 hen achterwaarts gedreven en te schande worden, die lust
25494 Psa  70:5   |                        5Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen, die
25495 Psa  70:6   |                     6Doch ik ben ellendig en nooddruftig; o God, haast
25496 Psa  70:6   |                   mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; HEERE, vertoef
25497 Psa  71:2   |                mij door Uw gerechtigheid, en bevrijd mij; neig Uw oor
25498 Psa  71:2   |                 mij; neig Uw oor tot mij, en verlos mij. ~
25499 Psa  71:3   |                   Gij zijt mijn Steenrots en mijn Burg. ~
25500 Psa  71:4   |                die verkeerdelijk handelt, en des opgeblazenen. ~