Book Chapter: Verse

25501 Psa  71:10  |                 vijanden spreken van mij, en die op mijn ziel loeren,
25502 Psa  71:11  |                   hem verlaten; jaagt na, en grijpt hem, want er is geen
25503 Psa  71:13  |                  zijn; laat hen met smaad en schande overdekt worden,
25504 Psa  71:14  |                 ik zal geduriglijk hopen, en zal al Uw lof nog groter
25505 Psa  71:17  |               geleerd van mijn jeugd aan, en tot nog toe verkondig ik
25506 Psa  71:18  |                  ook, terwijl de ouderdom en grijsheid daar is, verlaat
25507 Psa  71:20  |                 Die mij veel benauwdheden en kwaden hebt doen zien, zult
25508 Psa  71:20  |                   mij weder levend maken, en zult mij weder ophalen uit
25509 Psa  71:21  |                   grootheid vermeerderen, en mij rondom vertroosten. ~
25510 Psa  71:23  |             wanneer ik U zal psalmzingen, en mijn ziel, die Gij verlost
25511 Psa  72:1   |               geef den koning Uw rechten, en Uw gerechtigheid den zoon
25512 Psa  72:2   |                richten met gerechtigheid, en Uw ellendigen met recht. ~
25513 Psa  72:4   |                  nooddruftigen verlossen, en den verdrukker verbrijzelen. ~
25514 Psa  72:5   |                   U vrezen, zolang de zon en maan zullen zijn, van geslacht
25515 Psa  72:7   |                 de rechtvaardige bloeien, en de veelheid van vrede, totdat
25516 Psa  72:8   |                                         8 En hij zal heersen van de zee
25517 Psa  72:8   |                van de zee tot aan de zee, en van de rivier tot aan de
25518 Psa  72:9   |                  zijn aangezicht knielen, en zijn vijanden zullen het
25519 Psa  72:10  |                   De koningen van Tharsis en de eilanden zullen geschenken
25520 Psa  72:10  |                    de koningen van Scheba en Seba zullen vereringen toevoeren. ~
25521 Psa  72:12  |                 mitsgaders den ellendige, en die geen helper heeft. ~
25522 Psa  72:13  |                       13 Hij zal den arme en nooddruftige verschonen,
25523 Psa  72:13  |                  nooddruftige verschonen, en de zielen der nooddruftigen
25524 Psa  72:14  |                   zal hun zielen van list en geweld bevrijden, en hun
25525 Psa  72:14  |                 list en geweld bevrijden, en hun bloed zal dierbaar zijn
25526 Psa  72:15  |                                        15 En hij zal leven; en men zal
25527 Psa  72:15  |                      15 En hij zal leven; en men zal hem geven van het
25528 Psa  72:15  |                  van het goud van Scheba, en men zal geduriglijk voor
25529 Psa  72:16  |                zal ruisen als de Libanon; en die van de stad zullen bloeien
25530 Psa  72:17  |                 kind voortgeplant worden; en zij zullen in hem gezegend
25531 Psa  72:19  |                                        19 En geloofd zij de Naam Zijner
25532 Psa  72:19  |           heerlijkheid tot in eeuwigheid; en de ganse aarde worde met
25533 Psa  73:4   |                  banden tot hun dood toe, en hun kracht is fris. ~
25534 Psa  73:5   |                 moeite als andere mensen, en worden met andere mensen
25535 Psa  73:8   |                   mergelen de lieden uit, en spreken boselijk van verdrukking;
25536 Psa  73:9   |                 hun mond tegen den hemel, en hun tong wandelt op de aarde. ~
25537 Psa  73:11  |                    Hoe zou het God weten, en zou er wetenschap zijn bij
25538 Psa  73:13  |           tevergeefs mijn hart gezuiverd, en mijn handen in onschuld
25539 Psa  73:14  |                  gansen dag geplaagd ben, en mijn straffing is er alle
25540 Psa  73:17  |                 Gods heiligdommen inging, en op hun einde merkte. ~
25541 Psa  73:21  |                mijn hart opgezwollen was, en ik in mijn nieren geprikkeld
25542 Psa  73:22  |                  Toen was ik onvernuftig, en wist niets; ik was een groot
25543 Psa  73:24  |                  mij leiden door Uw raad; en daarna zult Gij mij in heerlijkheid
25544 Psa  73:26  |                    26 Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de
25545 Psa  73:26  |                   Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid. ~
25546 Psa  74:6   |           graveerselen samen met houwelen en beukhamers in stukken geslagen. ~
25547 Psa  74:15  |                   15 Gij hebt een fontein en beek gekliefd; Gij hebt
25548 Psa  74:16  |                   Uwe; Gij hebt het licht en de zon bereid. ~
25549 Psa  74:17  |                  der aarde gesteld; zomer en winter, die hebt Gij geformeerd. ~
25550 Psa  74:18  |                  heeft den HEERE gesmaad, en een dwaas volk heeft Uw
25551 Psa  74:21  |            wederkeren; laat den ellendige en nooddruftige Uw Naam prijzen. ~
25552 Psa  75:4   |                                4 Het land en al zijn inwoners waren versmolten;
25553 Psa  75:5   |          onzinnigen: Weest niet onzinnig; en tot de goddelozen: Verhoogt
25554 Psa  75:8   |             Rechter; Hij vernedert dezen, en verhoogt genen.
25555 Psa  75:9   |                 HEEREN hand is een beker, en de wijn is beroerd, vol
25556 Psa  75:9   |               beroerd, vol van mengeling, en Hij schenkt daaruit; doch
25557 Psa  75:10  |                                        10 En ik zal het in eeuwigheid
25558 Psa  75:11  |                                        11 En ik zal alle hoornen der
25559 Psa  76:3   |                                         3 En in Salem is Zijn hut, en
25560 Psa  76:3   |                  En in Salem is Zijn hut, en Zijn woning in Sion. ~
25561 Psa  76:4   |                 van den boog, het schild, en het zwaard, en den krijg.
25562 Psa  76:4   |                het schild, en het zwaard, en den krijg. Sela. ~
25563 Psa  76:5   |                  5 Gij zijt doorluchtiger en heerlijker dan de roofbergen. ~
25564 Psa  76:6   |              hebben hun slaap gesluimerd; en geen van de dappere mannen
25565 Psa  76:7   |                 van Jakob! is samen wagen en paard in slaap gezonken. ~
25566 Psa  76:8   |                  Gij, vreselijk zijt Gij; en wie zal voor Uw aangezicht
25567 Psa  76:9   |                   hemel; de aarde vreesde en werd stil, ~
25568 Psa  76:12  |                          12 Doet geloften en betaalt ze den HEERE, uw
25569 Psa  77:2   |                   2 Mijn stem is tot God, en ik roep; mijn stem is tot
25570 Psa  77:2   |               roep; mijn stem is tot God, en Hij zal het oor tot mij
25571 Psa  77:3   |                   des nachts uitgestrekt, en liet niet af; mijn ziel
25572 Psa  77:5   |                wakende; ik was verslagen, en sprak niet. ~
25573 Psa  77:7   |                overlegde ik in mijn hart, en mijn geest onderzocht: ~
25574 Psa  77:8   |                 in eeuwigheden verstoten, en voortaan niet meer goedgunstig
25575 Psa  77:13  |                                        13 En zal al Uw werken betrachten,
25576 Psa  77:13  |                  al Uw werken betrachten, en van Uw daden spreken. ~
25577 Psa  77:16  |            verlost; de kinderen van Jakob en van Jozef. Sela. ~
25578 Psa  77:19  |             wereld; de aarde werd beroerd en daverde. ~
25579 Psa  77:20  |                  20 Uw weg was in de zee, en Uw pad in grote wateren,
25580 Psa  77:20  |                  Uw pad in grote wateren, en Uw voetstappen werden niet
25581 Psa  77:21  |              kudde door de hand van Mozes en Aaron. ~
25582 Psa  78:3   |                  3 Die wij gehoord hebben en weten ze, en onze vaders
25583 Psa  78:3   |               gehoord hebben en weten ze, en onze vaders ons verteld
25584 Psa  78:4   |                loffelijkheden des HEEREN, en Zijn sterkheid, en Zijn
25585 Psa  78:4   |                HEEREN, en Zijn sterkheid, en Zijn wonderen, die Hij gedaan
25586 Psa  78:5   |            getuigenis opgericht in Jakob, en een wet gesteld in Israel;
25587 Psa  78:6   |                die geboren zouden worden; en zouden opstaan, en vertellen
25588 Psa  78:6   |                worden; en zouden opstaan, en vertellen ze hun kinderen; ~
25589 Psa  78:7   |                                         7 En dat zij hun hoop op God
25590 Psa  78:7   |               hoop op God zouden stellen, en Gods daden niet vergeten,
25591 Psa  78:8   |                                         8 En dat zij niet zouden worden
25592 Psa  78:8   |                hun vaders, een wederhorig en wederspannig geslacht; een
25593 Psa  78:8   |                   zijn hart niet richtte, en welks geest niet getrouw
25594 Psa  78:10  |                hielden Gods verbond niet, en weigerden te wandelen in
25595 Psa  78:11  |                                        11 En zij vergaten Zijn daden,
25596 Psa  78:11  |                  zij vergaten Zijn daden, en Zijn wonderen, die Hij hun
25597 Psa  78:13  |                    13 Hij kliefde de zee, en deed er hen doorgaan; en
25598 Psa  78:13  |                  en deed er hen doorgaan; en de wateren deed Hij staan
25599 Psa  78:14  |                                        14 En Hij leidde hen des daags
25600 Psa  78:14  |                   des daags met een wolk, en den gansen nacht met een
25601 Psa  78:15  |                rotsstenen in de woestijn, en drenkte hen overvloedig,
25602 Psa  78:16  |                   voort uit de steenrots, en deed de wateren afdalen
25603 Psa  78:18  |                                        18 En zij verzochten God in hun
25604 Psa  78:19  |                                        19 En zij spraken tegen God, zij
25605 Psa  78:20  |                   er wateren uitvloeiden, en beken overvloediglijk uitbraken,
25606 Psa  78:21  |                   Daarom hoorde de HEERE, en werd verbolgen; en een vuur
25607 Psa  78:21  |                 HEERE, en werd verbolgen; en een vuur werd ontstoken
25608 Psa  78:21  |               werd ontstoken tegen Jakob, en toorn ging ook op tegen
25609 Psa  78:22  |                zij in God niet geloofden, en op Zijn heil niet vertrouwden. ~
25610 Psa  78:23  |                  wolken van boven gebood, en de deuren des hemels opende; ~
25611 Psa  78:24  |                                        24 En regende op hen het Man om
25612 Psa  78:24  |                   hen het Man om te eten, en gaf hun hemels koren. ~
25613 Psa  78:26  |            oostenwind voort in den hemel, en voerde den zuidenwind aan
25614 Psa  78:27  |                                        27 En regende op hen vlees als
25615 Psa  78:27  |            regende op hen vlees als stof, en gevleugeld gevogelte als
25616 Psa  78:28  |                                        28 En deed het vallen in het midden
25617 Psa  78:29  |                         29 Toen aten zij, en werden zeer zat; zodat Hij
25618 Psa  78:31  |                   van hun vetsten doodde, en de uitgelezenen van Israel
25619 Psa  78:32  |                  alles zondigden zij nog, en geloofden niet, door Zijn
25620 Psa  78:33  |               dagen vergaan in ijdelheid, en hun jaren in verschrikking. ~
25621 Psa  78:34  |                 zo vraagden zij naar Hem, en keerden weder, en zochten
25622 Psa  78:34  |               naar Hem, en keerden weder, en zochten God vroeg; ~
25623 Psa  78:35  |                                        35 En gedachten, dat God hun Rotssteen
25624 Psa  78:35  |                dat God hun Rotssteen was, en God, de Allerhoogste, hun
25625 Psa  78:36  |                                        36 En zij vleiden Hem met hun
25626 Psa  78:36  |                 vleiden Hem met hun mond, en logen Hem met hun tong.
25627 Psa  78:37  |                   was niet recht met Hem, en zij waren niet getrouw in
25628 Psa  78:38  |             verzoende de ongerechtigheid, en verdierf hen niet; maar
25629 Psa  78:38  |                   dikwijls Zijn toorn af, en wekte Zijn ganse grimmigheid
25630 Psa  78:39  |                                        39 En Hij dacht, dat zij vlees
25631 Psa  78:39  |                   een wind, die henengaat en niet wederkeert. ~
25632 Psa  78:41  |                  Want zij kwamen alweder, en verzochten God, en stelden
25633 Psa  78:41  |               alweder, en verzochten God, en stelden den Heilige Israels
25634 Psa  78:43  |                 tekenen stelde in Egypte, en Zijn wonderheden in het
25635 Psa  78:44  |                                        44 En hun vloeden in bloed veranderde,
25636 Psa  78:44  |              vloeden in bloed veranderde, en hun stromen, opdat zij niet
25637 Psa  78:45  |                   hen, dat hen verteerde, en vorsen, die hen verdierven. ~
25638 Psa  78:46  |                                        46 En Hij gaf hun gewas den kruidworm,
25639 Psa  78:46  |                  hun gewas den kruidworm, en hun arbeid den sprinkhaan. ~
25640 Psa  78:47  |                  wijnstok door den hagel, en hun wilde vijgebomen door
25641 Psa  78:48  |                   hun vee den hagel over, en hun beesten aan de vurige
25642 Psa  78:49  |              Zijns toorns, verbolgenheid, en verstoordheid, en benauwdheid,
25643 Psa  78:49  |          verbolgenheid, en verstoordheid, en benauwdheid, met uitzending
25644 Psa  78:50  |                   ziel niet van den dood; en hun gedierte gaf Hij aan
25645 Psa  78:51  |                                        51 En Hij sloeg al het eerstgeborene
25646 Psa  78:52  |                                        52 En Hij voerde Zijn volk als
25647 Psa  78:52  |             voerde Zijn volk als schapen, en leidde hen, als een kudde,
25648 Psa  78:54  |                                        54 En Hij bracht hen tot de landpale
25649 Psa  78:55  |                                        55 En Hij verdreef voor hun aangezicht
25650 Psa  78:55  |                   aangezicht de heidenen, en deed hen vallen in het snoer
25651 Psa  78:55  |                 het snoer hunner erfenis, en deed de stammen Israels
25652 Psa  78:56  |                    56 Maar zij verzochten en verbitterden God, den Allerhoogste,
25653 Psa  78:56  |       verbitterden God, den Allerhoogste, en onderhielden Zijn getuigenissen
25654 Psa  78:57  |                                        57 En zij weken terug, en handelden
25655 Psa  78:57  |                    57 En zij weken terug, en handelden trouwelooslijk,
25656 Psa  78:58  |                                        58 En zij verwekten Hem tot toorn
25657 Psa  78:58  |                   toorn door hun hoogten, en verwekten Hem tot ijver
25658 Psa  78:59  |                         59 God hoorde het en werd verbolgen, en versmaadde
25659 Psa  78:59  |             hoorde het en werd verbolgen, en versmaadde Israel zeer. ~
25660 Psa  78:61  |                                        61 En Hij gaf Zijn sterkte in
25661 Psa  78:61  |                 sterkte in de gevangenis, en Zijn heerlijkheid in de
25662 Psa  78:62  |                                        62 En Hij leverde Zijn volk over
25663 Psa  78:62  |               Zijn volk over ten zwaarde, en werd verbolgen tegen Zijn
25664 Psa  78:63  |                verteerde hun jongelingen, en hun jonge dochters werden
25665 Psa  78:64  |                   vielen door het zwaard, en hun weduwen weenden niet. ~
25666 Psa  78:66  |                                        66 En Hij sloeg Zijn wederpartijders
25667 Psa  78:67  |               verwierp de tent van Jozef, en den stam van Efraim verkoos
25668 Psa  78:69  |                                        69 En Hij bouwde Zijn heiligdom
25669 Psa  78:70  |                                        70 En Hij verkoos Zijn knecht
25670 Psa  78:70  |                verkoos Zijn knecht David, en nam hem van de schaapskooien; ~
25671 Psa  78:71  |                  weiden Jakob, Zijn volk, en Israel, Zijn erfenis. ~
25672 Psa  78:72  |                 oprechtheid zijns harten, en heeft hen geleid met een
25673 Psa  79:3   |             Jeruzalem als water vergoten; en er was niemand, die hen
25674 Psa  79:4   |              smaadheid geworden; een spot en schimp dien, die rondom
25675 Psa  79:6   |              heidenen, die U niet kennen, en over de koninkrijken, die
25676 Psa  79:7   |                men heeft Jakob opgegeten, en zij hebben zijn liefelijke
25677 Psa  79:9   |             oorzake van de eer Uws Naams; en red ons, en doe verzoening
25678 Psa  79:9   |                eer Uws Naams; en red ons, en doe verzoening over onze
25679 Psa  79:12  |                                        12 En geef onze naburen zevenvoudig
25680 Psa  79:13  |                 13 Zo zullen wij, Uw volk en de schapen Uwer weide, U
25681 Psa  80:3   |                het aangezicht van Efraim, en Benjamin, en Manasse, en
25682 Psa  80:3   |                  van Efraim, en Benjamin, en Manasse, en kom tot onze
25683 Psa  80:3   |                  en Benjamin, en Manasse, en kom tot onze verlossing. ~
25684 Psa  80:4   |                   O God! breng ons weder, en laat Uw aanschijn lichten,
25685 Psa  80:6   |               spijst hen met tranenbrood, en drenkt hen met tranen uit
25686 Psa  80:7   |            naburen tot een twist gesteld, en onze vijanden spotten onder
25687 Psa  80:8   |             heirscharen! breng ons weder, en laat Uw aangezicht lichten;
25688 Psa  80:9   |               hebt de heidenen verdreven, en hebt denzelven geplant; ~
25689 Psa  80:10  |                   plaats voor hem bereid, en zijn wortelen doen inwortelen,
25690 Psa  80:11  |                   schaduw bedekt geweest, en zijn ranken waren als cederbomen
25691 Psa  80:12  |                ranken uit tot aan de zee, en zijn scheuten tot aan de
25692 Psa  80:14  |                woud heeft hem uitgewroet, en het wild des velds heeft
25693 Psa  80:15  |                  aanschouw uit den hemel, en zie, en bezoek dezen wijnstok, ~
25694 Psa  80:15  |          aanschouw uit den hemel, en zie, en bezoek dezen wijnstok, ~
25695 Psa  80:16  |                                        16 En den stam, dien Uw rechterhand
25696 Psa  80:16  |                rechterhand geplant heeft, en dat om den zoon, dien Gij
25697 Psa  81:3   |                      3 Heft een psalm op, en geeft de trommel; de liefelijke
25698 Psa  81:8   |                 de benauwdheid riept gij, en Ik hielp u uit; Ik antwoordde
25699 Psa  81:9   |                  volk, zeide Ik hoor toe, en Ik zal onder u betuigen,
25700 Psa  81:10  |                  geen uitlands god wezen, en gij zult u voor geen vreemden
25701 Psa  81:11  |                    doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen. ~
25702 Psa  81:12  |                   Mijn stem niet gehoord; en Israel heeft Mijner niet
25703 Psa  81:15  |                  vijanden gedempt hebben, en Mijn hand gewend hebben
25704 Psa  81:17  |                                        17 En Hij zou het gespijsd hebben
25705 Psa  82:2   |               gijlieden onrecht oordelen, en het aangezicht der goddelozen
25706 Psa  82:3   |                      3Doet recht den arme en den wees; rechtvaardigt
25707 Psa  82:3   |               rechtvaardigt den verdrukte en den arme. ~
25708 Psa  82:4   |                         4Verlost den arme en den behoeftige, rukt hem
25709 Psa  82:5   |                          5Zij weten niet, en verstaan niet; zij wandelen
25710 Psa  82:6   |                   gezegd: Gij zijt goden; en gij zijt allen kinderen
25711 Psa  82:7   |                 gij sterven als een mens; en als een van de vorsten zult
25712 Psa  83:2   |               niet, houd U niet als doof, en zijt niet stil, o God! ~
25713 Psa  83:3   |                 Uw vijanden maken getier, en Uw haters steken het hoofd
25714 Psa  83:4   |        heimelijken aanslag tegen Uw volk, en beraadslagen zich tegen
25715 Psa  83:5   |                  Zij hebben gezegd: Komt, en laat ons hen uitroeien,
25716 Psa  83:7   |                      7 De tenten van Edom en der Ismaelieten, Moab en
25717 Psa  83:7   |                  en der Ismaelieten, Moab en de Hagarenen;
25718 Psa  83:8   |                                  8 Gebal, en Ammon, en Amalek, Palestina
25719 Psa  83:8   |                        8 Gebal, en Ammon, en Amalek, Palestina met de
25720 Psa  83:12  |                               12 Maak hen en hun prinsen als Oreb en
25721 Psa  83:12  |                   en hun prinsen als Oreb en als Zeeb, en al hun vorsten
25722 Psa  83:12  |             prinsen als Oreb en als Zeeb, en al hun vorsten als Zebah
25723 Psa  83:12  |                  al hun vorsten als Zebah en als Zalmuna; ~
25724 Psa  83:15  |                  vuur een woud verbrandt, en gelijk de vlam de bergen
25725 Psa  83:16  |                  hen alzo met Uw onweder, en verschrik hen met Uw draaiwind. ~
25726 Psa  83:18  |                     18 Laat hen beschaamd en verschrikt wezen tot in
25727 Psa  83:18  |                  wezen tot in eeuwigheid, en laat hen schaamrood worden,
25728 Psa  83:18  |               laat hen schaamrood worden, en omkomen; ~
25729 Psa  84:3   |                   3 Mijn ziel is begerig, en bezwijkt ook van verlangen,
25730 Psa  84:3   |           voorhoven des HEEREN; mijn hart en mijn vlees roepen uit tot
25731 Psa  84:4   |              Zelfs vindt de mus een huis, en de zwaluw een nest voor
25732 Psa  84:4   |                 heirscharen, mijn Koning, en mijn God! ~
25733 Psa  84:10  |                   O God, ons Schild! zie, en aanschouw het aangezicht
25734 Psa  84:12  |                 God, de HEERE, is een Zon en Schild; de HEERE zal genade
25735 Psa  84:12  |               Schild; de HEERE zal genade en eer geven; Hij zal het goede
25736 Psa  85:5   |                 weder, o God onzes heils! en doe te niet Uw toornigheid
25737 Psa  85:8   |                goedertierenheid, o HEERE, en geef ons Uw heil. ~
25738 Psa  85:9   |                want Hij zal tot Zijn volk en tot Zijn gunstgenoten van
25739 Psa  85:11  |                    11 De goedertierenheid en waarheid zullen elkander
25740 Psa  85:11  |               ontmoeten; de gerechtigheid en vrede zullen elkander kussen. ~
25741 Psa  85:12  |                zal uit de aarde spruiten, en gerechtigheid zal van den
25742 Psa  85:13  |                 de HEERE het goede geven; en ons land zal zijn vrucht
25743 Psa  85:14  |                Zijn aangezicht henengaan, en Hij zal ze zetten op den
25744 Psa  86:1   |                 mij; want ik ben ellendig en nooddruftig. ~
25745 Psa  86:5   |               Want Gij, HEERE! zijt goed, en gaarne vergevende, en van
25746 Psa  86:5   |               goed, en gaarne vergevende, en van grote goedertierenheid
25747 Psa  86:6   |                  neem mijn gebed ter ore, en merk op de stem mijner smekingen. ~
25748 Psa  86:8   |                  niemand U gelijk, Heere! en er zijn geen gelijk Uw werken. ~
25749 Psa  86:9   |               gemaakt hebt, zullen komen, en zullen zich voor Uw aanschijn
25750 Psa  86:9   |                 Uw aanschijn nederbuigen, en Uw Naam eren. ~
25751 Psa  86:10  |                   10 Want Gij zijt groot, en doet wonderwerken; Gij alleen
25752 Psa  86:12  |                met mijn ganse hart loven, en ik zal Uw Naam eren in eeuwigheid; ~
25753 Psa  86:13  |       goedertierenheid is groot over mij; en Gij hebt mijn ziel uit het
25754 Psa  86:14  |           hovaardigen staan tegen mij op, en de vergaderingen der tirannen
25755 Psa  86:14  |                tirannen zoeken mijn ziel; en zij stellen U niet voor
25756 Psa  86:15  |                Heere! zijt een barmhartig en genadig God, lankmoedig,
25757 Psa  86:15  |                  genadig God, lankmoedig, en groot van goedertierenheid
25758 Psa  86:15  |                groot van goedertierenheid en waarheid. ~
25759 Psa  86:16  |                        16 Wend U tot mij, en zijt mij genadig, geef Uw
25760 Psa  86:16  |                geef Uw knecht Uw sterkte, en verlos den zoon Uwer dienstmaagd. ~
25761 Psa  86:17  |               opdat het mijn haters zien, en beschaamd worden, als Gij,
25762 Psa  86:17  |                 Gij, HEERE! mij geholpen, en mij getroost zult hebben. ~
25763 Psa  87:4   |                             4Ik zal Rahab en Babel vermelden, onder degenen,
25764 Psa  87:4   |               kennen; ziet, de Filistijn, en de Tyrier, met den Moor,
25765 Psa  87:5   |               Sion zal gezegd worden: Die en die is daarin geboren; en
25766 Psa  87:5   |                 en die is daarin geboren; en de Allerhoogste Zelf zal
25767 Psa  88:4   |               ziel is der tegenheden zat, en mijn leven raakt tot aan
25768 Psa  88:6   |                die Gij niet meer gedenkt, en zij zijn afgesneden van
25769 Psa  88:9   |                 gesteld; ik ben besloten, en kan niet uitkomen. ~
25770 Psa  88:13  |                  worden in de duisternis, en Uw gerechtigheid in het
25771 Psa  88:14  |               Maar ik, HEERE! roep tot U, en mijn gebed komt U voor in
25772 Psa  88:15  |                   verstoot Gij mijn ziel, en verbergt Uw aanschijn voor
25773 Psa  88:16  |                  jeugd aan ben ik bedrukt en doodbrakende; ik draag Uw
25774 Psa  88:19  |                        19 Gij hebt vriend en metgezel verre van mij gedaan;
25775 Psa  89:5   |                 in eeuwigheid bevestigen, en uw troon opbouwen van geslacht
25776 Psa  89:8   |                 in den raad der heiligen, en vreselijk boven allen, die
25777 Psa  89:9   |                    grootmachtig, o HEERE! en Uw getrouwheid is rondom
25778 Psa  89:12  |                   de aarde Uwe; de wereld en haar volheid, die hebt Gij
25779 Psa  89:13  |                            13 Het noorden en het zuiden, die hebt Gij
25780 Psa  89:13  |                hebt Gij geschapen; Thabor en Hermon juichen in Uw Naam. ~
25781 Psa  89:15  |                          15 Gerechtigheid en gericht zijn de vastigheid
25782 Psa  89:15  |                  troons; goedertierenheid en waarheid gaan voor Uw aanschijn
25783 Psa  89:17  |                 dag verheugen in Uw Naam, en door Uw gerechtigheid verhoogd
25784 Psa  89:18  |              heerlijkheid hunner sterkte; en door Uw welbehagen zal onze
25785 Psa  89:19  |                  schild is van den HEERE, en onze koning is van den Heilige
25786 Psa  89:20  |                 gesproken van Uw heilige, en gezegd: Ik heb hulp besteld
25787 Psa  89:23  |              vijand zal hem niet dringen, en de zoon der ongerechtigheid
25788 Psa  89:24  |        verpletteren voor zijn aangezicht, en die hem haten, zal Ik plagen. ~
25789 Psa  89:25  |                                        25 En Mijn getrouwheid en Mijn
25790 Psa  89:25  |                    25 En Mijn getrouwheid en Mijn goedertierenheid zullen
25791 Psa  89:25  |     goedertierenheid zullen met hem zijn; en zijn hoorn zal in Mijn Naam
25792 Psa  89:26  |                                        26 En Ik zal zijn hand in de zee
25793 Psa  89:26  |               zijn hand in de zee zetten, en zijn rechterhand in de rivieren. ~
25794 Psa  89:27  |                zijt mijn Vader! mijn God, en de Rotssteen mijns heils! ~
25795 Psa  89:29  |    goedertierenheid in eeuwigheid houden, en Mijn verbond zal hem vast
25796 Psa  89:30  |                                        30 En Ik zal zijn zaad in eeuwigheid
25797 Psa  89:30  |                zaad in eeuwigheid zetten, en zijn troon als de dagen
25798 Psa  89:31  |               kinderen Mijn wet verlaten, en in Mijn rechten niet wandelen; ~
25799 Psa  89:32  |                  inzettingen ontheiligen, en Mijn geboden niet houden; ~
25800 Psa  89:33  |        overtreding met de roede bezoeken, en hun ongerechtigheid met
25801 Psa  89:34  |                 Ik van hem niet wegnemen, en in Mijn getrouwheid niet
25802 Psa  89:35  |                 verbond niet ontheiligen, en hetgeen uit Mijn lippen
25803 Psa  89:37  |                   in der eeuwigheid zijn, en zijn troon zal voor Mij
25804 Psa  89:38  |                   worden, gelijk de maan; en de Getuige in den hemel
25805 Psa  89:39  |               Maar Gij hebt hem verstoten en verworpen; Gij zijt verbolgen
25806 Psa  89:44  |                  zijns zwaards omgekeerd, en hebt hem niet staande gehouden
25807 Psa  89:45  |                 schoonheid doen ophouden; en Gij hebt zijn troon ter
25808 Psa  90:2   |                  de bergen geboren waren, en Gij de aarde en de wereld
25809 Psa  90:2   |            geboren waren, en Gij de aarde en de wereld voortgebracht
25810 Psa  90:3   |             wederkeren tot verbrijzeling, en zegt: Keert weder, gij mensenkinderen! ~
25811 Psa  90:4   |                 als hij voorbijgegaan is, en als een nachtwaak. ~
25812 Psa  90:6   |                   morgenstond bloeit het, en het verandert; des avonds
25813 Psa  90:6   |              avonds wordt het afgesneden, en het verdort. ~
25814 Psa  90:7   |                wij vergaan door Uw toorn; en door Uw grimmigheid worden
25815 Psa  90:10  |                sterk zijn, tachtig jaren; en het uitnemendste van die
25816 Psa  90:10  |            uitnemendste van die is moeite en verdriet; want het wordt
25817 Psa  90:10  |                wordt snellijk afgesneden, en wij vliegen daarheen. ~
25818 Psa  90:11  |               kent de sterkte Uws toorns, en Uw verbolgenheid, naardat
25819 Psa  90:13  |              weder, HEERE! tot hoe lange? en het berouwe U over Uw knechten. ~
25820 Psa  90:14  |                    zo zullen wij juichen, en verblijd zijn in al onze
25821 Psa  90:16  |                   knechten gezien worden, en Uw heerlijkheid over hun
25822 Psa  90:17  |                                        17 En de liefelijkheid des HEEREN,
25823 Psa  90:17  |                 onzes Gods; zij over ons; en bevestig Gij het werk onzer
25824 Psa  91:2   |              HEERE zeggen: Mijn Toevlucht en mijn Burg! mijn God, op
25825 Psa  91:4   |                  dekken met Zijn vlerken, en onder Zijn vleugelen zult
25826 Psa  91:4   |               Zijn waarheid is een rondas en beukelaar. ~
25827 Psa  91:7   |                 zullen er duizend vallen, en tien duizend aan uw rechterhand;
25828 Psa  91:8   |                  met uw ogen aanschouwen; en gij zult de vergelding der
25829 Psa  91:10  |                zal geen kwaad wedervaren, en geen plage zal uw tent naderen. ~
25830 Psa  91:13  |                    13 Op den fellen leeuw en de adder zult gij treden,
25831 Psa  91:13  |                 gij zult den jongen leeuw en den draak vertreden. ~
25832 Psa  91:15  |                 15 Hij zal Mij aanroepen, en Ik zal hem verhoren; in
25833 Psa  91:15  |                 Ik zal er hem uittrekken, en zal hem verheerlijken. ~
25834 Psa  91:16  |            langheid der dagen verzadigen, en Ik zal hem Mijn heil doen
25835 Psa  92:2   |                   dat men den HEERE love, en Uw Naam psalmzinge, o Allerhoogste! ~
25836 Psa  92:3   |              goedertierenheid verkondige, en Uw getrouwheid in de nachten; ~
25837 Psa  92:4   |                 het tiensnarig instrument en op de luit, met een voorbedacht
25838 Psa  92:7   |         onvernuftig man weet er niet van, en een dwaas verstaat ditzelve
25839 Psa  92:8   |         goddelozen groeien als het kruid, en al de werkers der ongerechtigheid
25840 Psa  92:12  |                                        12 En mijn oog zal mijn verspieders
25841 Psa  92:15  |           vruchten dragen; zij zullen vet en groen zijn, ~
25842 Psa  92:16  |                    Hij is mijn Rotssteen, en in Hem is geen onrecht. ~  ~  ~
25843 Psa  94:5   |                 zij verbrijzelen Uw volk, en zij verdrukken Uw erfdeel. ~
25844 Psa  94:6   |                               6 De weduwe en den vreemdeling doden zij,
25845 Psa  94:6   |                den vreemdeling doden zij, en zij vermoorden de wezen. ~
25846 Psa  94:7   |                                         7 En zeggen: De HEERE ziet het
25847 Psa  94:7   |                   De HEERE ziet het niet, en de God van Jakob merkt het
25848 Psa  94:8   |             onvernuftigen onder het volk! en gij dwazen! wanneer zult
25849 Psa  94:12  |                 HEERE! dien Gij tuchtigt, en dien Gij leert uit Uw wet, ~
25850 Psa  94:14  |                   Zijn volk niet begeven, en Hij zal Zijn erve niet verlaten. ~
25851 Psa  94:15  |          wederkeren tot de gerechtigheid; en alle oprechten van hart
25852 Psa  94:21  |                  ziel des rechtvaardigen, en zij verdoemen onschuldig
25853 Psa  94:22  |             geweest tot een Hoog Vertrek, en mijn God tot een Steenrots
25854 Psa  94:23  |                                        23 En Hij zal hun ongerechtigheid
25855 Psa  94:23  |                   op hen doen wederkeren, en Hij zal hen in hun boosheid
25856 Psa  95:4   |                  plaatsen der aarde zijn, en de hoogten der bergen zijn
25857 Psa  95:5   |                want Hij heeft ze gemaakt; en Zijn handen hebben het droge
25858 Psa  95:6   |                  Komt, laat ons aanbidden en nederbukken; laat ons knielen
25859 Psa  95:7   |                   7 Want Hij is onze God, en wij zijn het volk Zijner
25860 Psa  95:7   |               zijn het volk Zijner weide, en de schapen Zijner hand.
25861 Psa  95:10  |                   gehad aan dit geslacht, en heb gezegd: Zij zijn een
25862 Psa  95:10  |                  volk, dwalende van hart, en zij kennen Mijn wegen niet. ~
25863 Psa  96:4   |                   Want de HEERE is groot, en zeer te prijzen; Hij is
25864 Psa  96:6   |                               6 Majesteit en heerlijkheid zijn voor Zijn
25865 Psa  96:6   |                  Zijn aangezicht, sterkte en sieraad in Zijn heiligdom. ~
25866 Psa  96:7   |               volken! geeft den HEERE eer en sterkte. ~
25867 Psa  96:8   |                Zijns Naams; brengt offer, en komt in Zijn voorhoven. ~
25868 Psa  96:11  |                  hemelen zich verblijden, en de aarde zich verheuge,
25869 Psa  96:13  |                richten met gerechtigheid, en de volken met Zijn waarheid. ~  ~
25870 Psa  97:2   |                  2 Rondom Hem zijn wolken en donkerheid, gerechtigheid
25871 Psa  97:2   |                 donkerheid, gerechtigheid en gericht zijn de vastigheid
25872 Psa  97:3   |                voor Zijn aangezicht heen, en het steekt Zijn wederpartijen
25873 Psa  97:4   |              wereld; het aardrijk ziet ze en het beeft. ~
25874 Psa  97:6   |           verkondigen Zijn gerechtigheid, en alle volken zien Zijn eer. ~
25875 Psa  97:8   |                     8 Sion heeft gehoord, en het heeft zich verblijd,
25876 Psa  97:8   |                  het heeft zich verblijd, en de dochteren van Juda hebben
25877 Psa  97:11  |                den rechtvaardige gezaaid, en vrolijkheid voor de oprechten
25878 Psa  97:12  |                 verblijdt u in den HEERE, en spreekt lof ter gedachtenis
25879 Psa  98:1   |                 gedaan; Zijn rechterhand, en de arm Zijner heiligheid,
25880 Psa  98:3   |                  Zijner goedertierenheid, en Zijner waarheid aan het
25881 Psa  98:3   |            waarheid aan het huis Israels; en al de einden der aarde hebben
25882 Psa  98:4   |                    roept uit van vreugde, en zingt vrolijk, en psalmzingt. ~
25883 Psa  98:4   |                vreugde, en zingt vrolijk, en psalmzingt. ~
25884 Psa  98:5   |                  met de harp, met de harp en met de stem des gezangs, ~
25885 Psa  98:6   |                           6Met trompetten en bazuinengeklank; juicht
25886 Psa  98:9   |                 richten in gerechtigheid, en de volken in alle rechtmatigheid. ~  ~
25887 Psa  99:2   |                   HEERE is groot in Sion, en Hij is hoog boven alle volken. ~
25888 Psa  99:3   |                        3Dat zij Uw groten en vreselijken Naam loven,
25889 Psa  99:4   |                 bevestigd, Gij hebt recht en gerechtigheid gedaan in
25890 Psa  99:5   |            5Verheft den HEERE, onzen God, en buigt u neder voor de voetbank
25891 Psa  99:6   |                                    6Mozes en Aaron waren onder Zijn priesters,
25892 Psa  99:6   |               waren onder Zijn priesters, en Samuel onder de aanroepers
25893 Psa  99:6   |                 zij riepen tot den HEERE, en Hij verhoorde hen. ~
25894 Psa  99:7   |                getuigenissen onderhouden, en de inzettingen, die Hij
25895 Psa  99:9   |            9Verheft den HEERE, onzen God, en buigt u voor den berg Zijner
25896 Psa 100:3   |                    Hij heeft ons gemaakt (en niet wij), Zijn volk en
25897 Psa 100:3   |                   en niet wij), Zijn volk en de schapen Zijner weide. ~
25898 Psa 100:5   |    goedertierenheid is in der eeuwigheid, en Zijn getrouwheid van geslacht
25899 Psa 101:1   |                  zal van goedertierenheid en recht zingen; U zal ik psalmzingen,
25900 Psa 101:5   |          verdelgen; die hoog van ogen is, en trots van hart, die zal
25901 Psa 102:1   |                    als hij overstelpt is, en zijn klacht uitstort voor
25902 Psa 102:2   |                   HEERE! hoor mijn gebed, en laat mijn geroep tot U komen. ~
25903 Psa 102:4   |              dagen zijn vergaan als rook, en mijn gebeenten zijn uitgebrand
25904 Psa 102:5   |                   5 Mijn hart is geslagen en verdord als gras, zodat
25905 Psa 102:8   |                                8 Ik waak, en ben geworden als een eenzame
25906 Psa 102:10  |                 Want ik eet as als brood, en vermeng mijn drank met tranen.
25907 Psa 102:11  |                  Vanwege Uw verstoordheid en Uw groten toorn; want Gij
25908 Psa 102:11  |               want Gij hebt mij verheven, en mij weder nedergeworpen. ~
25909 Psa 102:12  |                 als een afgaande schaduw, en ik verdor als gras. ~
25910 Psa 102:13  |              HEERE! blijft in eeuwigheid, en Uw gedachtenis van geslacht
25911 Psa 102:15  |              welgevallen aan haar stenen, en hebben medelijden met haar
25912 Psa 102:16  |                   Naam des HEEREN vrezen, en alle koningen der aarde
25913 Psa 102:18  |           desgenen, die gans ontbloot is, en niet versmaad hebben hunlieder
25914 Psa 102:19  |                  het navolgende geslacht; en het volk, dat geschapen
25915 Psa 102:22  |                  HEEREN vertelle te Sion, en Zijn lof te Jeruzalem; ~
25916 Psa 102:26  |               voormaals de aarde gegrond, en de hemelen zijn het werk
25917 Psa 102:27  |                 Gij zult staande blijven; en zij alle zullen als een
25918 Psa 102:27  |                veranderen als een gewaad, en zij zullen veranderd zijn. ~
25919 Psa 102:28  |                   Maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet geeindigd
25920 Psa 102:29  |               Uwer knechten zullen wonen, en hun zaad zal voor Uw aangezicht
25921 Psa 103:1   |                Loof den HEERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is,
25922 Psa 103:2   |                Loof den HEERE, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden; ~
25923 Psa 103:4   |               kroont met goedertierenheid en barmhartigheden; ~
25924 Psa 103:6   |                  HEERE doet gerechtigheid en gerichten al dengenen, die
25925 Psa 103:8   |                              8 Barmhartig en genadig is de HEERE, lankmoedig
25926 Psa 103:8   |                   is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid. ~
25927 Psa 103:10  |                ons niet naar onze zonden, en vergeldt ons niet naar onze
25928 Psa 103:16  |                  is, zo is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet
25929 Psa 103:17  |                  HEEREN is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over degenen,
25930 Psa 103:17  |                  degenen, die Hem vrezen, en Zijn gerechtigheid aan kindskinderen; ~
25931 Psa 103:18  |                  die Zijn verbond houden, en die aan Zijn bevelen denken,
25932 Psa 103:19  |                  in de hemelen bevestigd, en Zijn Koninkrijk heerst over
25933 Psa 104:1   |                zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid. ~
25934 Psa 104:14  |              uitspruiten voor de beesten, en het kruid tot dienst des
25935 Psa 104:15  |                                        15 En den wijn, die het hart des
25936 Psa 104:15  |              aangezicht blinken van olie; en het brood, dat het hart
25937 Psa 104:20  |                   beschikt de duisternis, en het wordt nacht, in denwelken
25938 Psa 104:21  |                    briesende om een roof, en om hun spijs van God te
25939 Psa 104:22  |             opgaande, maken zij zich weg, en liggen neder in hun holen. ~
25940 Psa 104:23  |               gaat dan uit tot zijn werk, en naar zijn arbeid tot den
25941 Psa 104:25  |                    25 Deze zee, die groot en wijd van ruimte is, daarin
25942 Psa 104:25  |                 het wriemelende gedierte, en dat zonder getal, kleine
25943 Psa 104:26  |                 Daar wandelen de schepen, en de Leviathan, dien Gij geformeerd
25944 Psa 104:29  |                hun adem weg, zij sterven, en zij keren weder tot hun
25945 Psa 104:30  |                  zo worden zij geschapen, en Gij vernieuwt het gelaat
25946 Psa 104:35  |                  de aarde verdaan worden, en de goddelozen zullen niet
25947 Psa 105:4   |                   4 Vraagt naar den HEERE en Zijn sterkte; zoekt Zijn
25948 Psa 105:5   |              heeft, Zijner wondertekenen, en der oordelen Zijns monds. ~
25949 Psa 105:9   |                met Abraham heeft gemaakt, en Zijns eeds aan Izak; ~
25950 Psa 105:12  |                   getal waren, ja, weinig en vreemdelingen daarin; ~
25951 Psa 105:13  |                                        13 En wandelden van volk tot volk,
25952 Psa 105:15  |                  Mijn gezalfden niet aan, en doet Mijn profeten geen
25953 Psa 105:20  |                        20 De koning zond, en deed hem ontslaan; de heerser
25954 Psa 105:21  |                  een heer over zijn huis, en tot een heerser over al
25955 Psa 105:22  |                 te binden naar zijn lust, en zijn oudsten te onderwijzen. ~
25956 Psa 105:23  |             Daarna kwam Israel in Egypte, en Jakob verkeerde als vreemdeling
25957 Psa 105:24  |                                        24 En Hij deed Zijn volk zeer
25958 Psa 105:24  |               deed Zijn volk zeer wassen, en maakte het machtiger dan
25959 Psa 105:26  |                  zond Mozes, Zijn knecht, en Aaron, dien Hij verkoren
25960 Psa 105:27  |                   bevelen Zijner tekenen, en de wonderwerken in het land
25961 Psa 105:28  |                   28 Hij zond duisternis, en maakte het duister; en zij
25962 Psa 105:28  |                    en maakte het duister; en zij waren Zijn woord niet
25963 Psa 105:29  |              keerde hun wateren in bloed, en Hij doodde hun vissen. ~
25964 Psa 105:31  |                             31 Hij sprak, en er kwam een vermenging van
25965 Psa 105:33  |                                        33 En Hij sloeg hun wijnstok en
25966 Psa 105:33  |                 En Hij sloeg hun wijnstok en hun vijgeboom, en Hij brak
25967 Psa 105:33  |                wijnstok en hun vijgeboom, en Hij brak het geboomte hunner
25968 Psa 105:34  |                             34 Hij sprak, en er kwamen sprinkhanen en
25969 Psa 105:34  |                  en er kwamen sprinkhanen en kevers, en dat zonder getal; ~
25970 Psa 105:34  |             kwamen sprinkhanen en kevers, en dat zonder getal; ~
25971 Psa 105:37  |                                        37 En Hij voerde hen uit met zilver
25972 Psa 105:37  |                 voerde hen uit met zilver en goud; en onder hun stammen
25973 Psa 105:37  |                   uit met zilver en goud; en onder hun stammen was niemand,
25974 Psa 105:39  |                  wolk uit tot een deksel, en vuur om den nacht te verlichten. ~
25975 Psa 105:40  |                             40 Zij baden, en Hij deed kwakkelen komen,
25976 Psa 105:40  |                 Hij deed kwakkelen komen, en Hij verzadigde hen met hemels
25977 Psa 105:41  |                 Hij opende een steenrots, en er vloeiden wateren uit,
25978 Psa 105:44  |                                        44 En Hij gaf hun de landen der
25979 Psa 105:45  |                 inzettingen onderhielden, en Zijn wetten bewaarden. Hallelujah! ~  ~  ~  ~
25980 Psa 106:9   |                                         9 En Hij schold de Schelfzee,
25981 Psa 106:9   |          Schelfzee, zodat zij verdroogde, en Hij deed hen wandelen door
25982 Psa 106:10  |                                        10 En Hij verloste hen uit de
25983 Psa 106:10  |                   uit de hand des haters, en Hij bevrijdde hen van de
25984 Psa 106:11  |                                        11 En de wateren overdekten hun
25985 Psa 106:14  |                  met lust in de woestijn, en zij verzochten God in de
25986 Psa 106:16  |                                        16 En zij benijdden Mozes in het
25987 Psa 106:16  |             benijdden Mozes in het leger, en Aaron, den heilige des HEEREN. ~
25988 Psa 106:17  |                  De aarde deed zich open, en verslond Dathan, en overdekte
25989 Psa 106:17  |                 open, en verslond Dathan, en overdekte de vergadering
25990 Psa 106:18  |                                        18 En een vuur brandde onder hun
25991 Psa 106:19  |               maakten een kalf bij Horeb, en zij bogen zich voor een
25992 Psa 106:20  |                                        20 En zij veranderden hun Eer
25993 Psa 106:27  |                                        27 En dat Hij hun zaad zou nedervellen
25994 Psa 106:27  |            nedervellen onder de heidenen, en hen verstrooien zou door
25995 Psa 106:28  |                  gekoppeld aan Baal-Peor, en zij hebben de offeranden
25996 Psa 106:29  |                                        29 En zij hebben den HEERE tot
25997 Psa 106:30  |                 30 Toen stond Pinehas op, en hij oefende gericht, en
25998 Psa 106:30  |                   en hij oefende gericht, en de plaag werd opgehouden. ~
25999 Psa 106:31  |                                        31 En het is hem gerekend tot
26000 Psa 106:32  |               toornig aan het twistwater, en het ging Mozes kwalijk om