1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
27001 Pred 6:10 | bekend, dat hij een mens is; en dat hij niet kan rechten
27002 Pred 7:1 | goede naam, dan goede olie, en de dag des doods, dan de
27003 Pred 7:2 | het einde aller mensen, en de levende legt het in zijn
27004 Pred 7:7 | wel een wijze dol maken; en het geschenk verderft het
27005 Pred 7:11 | is goed met een erfdeel; en degenen, die de zon aanschouwen,
27006 Pred 7:12 | wijsheid is tot een schaduw, en het geld is tot een schaduw;
27007 Pred 7:18 | dat gij daaraan vasthoudt, en trek ook uw hand van dit
27008 Pred 7:20 | op aarde, die goed doet, en niet zondigt. ~
27009 Pred 7:24 | Hetgeen verre af is, en zeer diep, wie zal dat vinden? ~
27010 Pred 7:25 | 25 Ik keerde mij om, en mijn hart, om te weten,
27011 Pred 7:25 | mijn hart, om te weten, en om na te sporen, en te zoeken
27012 Pred 7:25 | weten, en om na te sporen, en te zoeken wijsheid en een
27013 Pred 7:25 | sporen, en te zoeken wijsheid en een sluitrede; en om te
27014 Pred 7:25 | wijsheid en een sluitrede; en om te weten de goddeloosheid
27015 Pred 7:25 | goddeloosheid der zotheid, en de dwaasheid der onzinnigheden. ~
27016 Pred 7:26 | 26 En ik vond een bitterder ding,
27017 Pred 7:26 | vrouw, welker hart netten en garen, en haar handen banden
27018 Pred 7:26 | welker hart netten en garen, en haar handen banden zijn;
27019 Pred 8:1 | Wie is gelijk de wijze, en wie weet de uitlegging der
27020 Pred 8:1 | verlicht zijn aangezicht, en de stuursheid zijns aangezichts
27021 Pred 8:4 | is, daar is heerschappij; en wie zal tot hem zeggen:
27022 Pred 8:5 | niets kwaads gewaar worden; en het hart eens wijzen zal
27023 Pred 8:5 | hart eens wijzen zal tijd en wijze weten. ~
27024 Pred 8:6 | ieder voornemen heeft tijd en wijze, dewijl het kwaad
27025 Pred 8:8 | den geest in te houden; en hij heeft geen heerschappij
27026 Pred 8:10 | goddelozen, die begraven waren, en degenen, die kwamen, en
27027 Pred 8:10 | en degenen, die kwamen, en uit de plaats des Heiligen
27028 Pred 8:12 | honderd maal kwaad doet, en God hem de dagen verlengt;
27029 Pred 8:13 | goddeloze zal het niet welgaan, en hij zal de dagen niet verlengen;
27030 Pred 8:14 | het werk der goddelozen, en er zijn goddelozen, dien
27031 Pred 8:15 | onder de zon, dan te eten, en te drinken, en blijde te
27032 Pred 8:15 | te eten, en te drinken, en blijde te zijn; want dat
27033 Pred 8:16 | begaf, om wijsheid te weten, en om aan te zien de bezigheid,
27034 Pred 9:1 | dat de rechtvaardigen, en de wijzen, en hun werken
27035 Pred 9:1 | rechtvaardigen, en de wijzen, en hun werken in de hand Gods
27036 Pred 9:2 | wedervaart den rechtvaardige en den goddeloze, den goede
27037 Pred 9:2 | den goddeloze, den goede en den reine, als den onreine;
27038 Pred 9:3 | enerlei ding allen wedervaart, en dat ook het hart der mensenkinderen
27039 Pred 9:3 | mensenkinderen vol boosheid is, en dat er in hun leven
27040 Pred 9:3 | onzinnigheden zijn in hun hart; en daarna moeten zij naar de
27041 Pred 9:6 | hun nijdigheid vergaan; en zij hebben geen deel meer
27042 Pred 9:7 | eet uw brood met vreugde, en drink uw wijn van goeder
27043 Pred 9:8 | te allen tijd wit zijn, en laat op uw hoofd geen olie
27044 Pred 9:9 | is uw deel in dit leven, en van uw arbeid, dien
27045 Pred 9:11 | 11 Ik keerde mij, en zag onder de zon, dat de
27046 Pred 9:11 | welwetenden, maar dat tijd en toeval aan alle dezen wedervaart; ~
27047 Pred 9:12 | worden met het boze net; en gelijk de vogelen, die gevangen
27048 Pred 9:13 | zon deze wijsheid gezien, en zij was groot bij mij: ~
27049 Pred 9:14 | Er was een kleine stad, en weinig lieden waren daarin;
27050 Pred 9:14 | weinig lieden waren daarin; en een groot koning kwam tegen
27051 Pred 9:14 | koning kwam tegen haar, en hij omsingelde ze, en hij
27052 Pred 9:14 | haar, en hij omsingelde ze, en hij bouwde grote vastigheden
27053 Pred 9:15 | 15 En men vond daar een armen
27054 Pred 9:16 | wijsheid des armen veracht, en zijn woorden niet waren
27055 Pred 10:1 | zalf des apothekers stinken en opwellen; alzo een weinig
27056 Pred 10:1 | kostelijk is van wijsheid en van eer. ~
27057 Pred 10:3 | 3 En ook wanneer de dwaas op
27058 Pred 10:3 | zijn hart ontbreekt hem, en hij zegt tot een iegelijk,
27059 Pred 10:7 | knechten te paard gezien, en vorsten, gaande als knechten
27060 Pred 10:8 | graaft, zal daarin vallen; en wie een muur doorbreekt,
27061 Pred 10:10 | ijzer heeft stomp gemaakt, en hij slijpt de snede niet,
27062 Pred 10:13 | zijns monds is dwaasheid, en het einde zijns monds is
27063 Pred 10:14 | zij, dat geschieden zal; en wat na hem geschieden zal,
27064 Pred 10:16 | welks koning een kind is, en welks vorsten tot in den
27065 Pred 10:17 | een zoon der edelen is, en welks vorsten ter rechter
27066 Pred 10:17 | rechter tijd eten, tot sterkte en niet tot drinkerij. ~
27067 Pred 10:18 | luiheid verzwakt het gebint, en door slapheid der handen
27068 Pred 10:19 | maaltijden om te lachen, en de wijn verheugt de levenden,
27069 Pred 10:19 | wijn verheugt de levenden, en het geld verantwoordt alles. ~
27070 Pred 10:20 | zelfs in uw gedachten, en vloek den rijke niet in
27071 Pred 10:20 | hemels zou de stem wegvoeren, en het gevleugelde zou
27072 Pred 11:3 | plasregen uit op de aarde; en als de boom naar het zuiden,
27073 Pred 11:4 | geeft, die zal niet zaaien, en wie op de wolken ziet, die
27074 Pred 11:6 | zaad in den morgenstond, en trek uw hand des avonds
27075 Pred 11:7 | Verder, het licht is zoet, en het is den ogen goed de
27076 Pred 11:8 | de mens veel jaren heeft, en verblijdt zich in die allen,
27077 Pred 11:8 | want die zullen veel zijn; en al wat zal gekomen is, is
27078 Pred 11:9 | jongeling! in uw jeugd, en laat uw hart zich vermaken
27079 Pred 11:9 | dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten,
27080 Pred 11:9 | in de wegen uws harten, en in de aanschouwingen uwer
27081 Pred 11:10 | toornigheid wijken van uw hart, en doe het kwade weg van uw
27082 Pred 11:10 | uw vlees, want de jeugd, en de jonkheid is ijdelheid. ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
27083 Pred 12:1 | 1 En gedenk aan de Schepper in
27084 Pred 12:1 | dat de kwade dagen komen, en de jaren naderen, van dewelke
27085 Pred 12:2 | 2 Eer dan de zon, en het licht, en de maan, en
27086 Pred 12:2 | dan de zon, en het licht, en de maan, en de sterren verduisterd
27087 Pred 12:2 | en het licht, en de maan, en de sterren verduisterd worden,
27088 Pred 12:2 | sterren verduisterd worden, en de wolken wederkomen na
27089 Pred 12:3 | des huizes zullen beven, en de sterke mannen zichzelven
27090 Pred 12:3 | zichzelven zullen krommen, en de maalsters zullen stilstaan,
27091 Pred 12:3 | zij minder geworden zijn, en die door de vensteren
27092 Pred 12:4 | 4 En de twee deuren naar de straat
27093 Pred 12:4 | nederig geluid der maling, en hij opstaat op de stem van
27094 Pred 12:4 | de stem van het vogeltje, en al de zangeressen nedergebogen
27095 Pred 12:5 | de hoogte zullen vrezen, en dat er verschrikkingen zullen
27096 Pred 12:5 | zullen zijn op den weg, en de amandelboom zal bloeien,
27097 Pred 12:5 | amandelboom zal bloeien, en dat de sprinkhaan zichzelven
27098 Pred 12:5 | een last zal wezen, en dat de lust zal vergaan;
27099 Pred 12:5 | gaat naar zijn eeuwig huis, en de rouwklagers zullen in
27100 Pred 12:6 | zilveren koord ontketend wordt, en de gulden schaal in stukken
27101 Pred 12:6 | stukken gestoten wordt, en de kruik aan de springader
27102 Pred 12:6 | springader gebroken wordt, en het rad aan den bornput
27103 Pred 12:7 | 7 En dat het stof wederom tot
27104 Pred 12:7 | keert, als het geweest is; en de geest weder tot God keert,
27105 Pred 12:9 | 9 En voorts, dewijl de prediker
27106 Pred 12:9 | het volk nog wetenschap, en merkte op, en onderzocht;
27107 Pred 12:9 | wetenschap, en merkte op, en onderzocht; hij stelde vele
27108 Pred 12:10 | aangename woorden uit te vinden, en het geschrevene is recht,
27109 Pred 12:11 | wijzen zijn gelijk prikkelen, en gelijk nagelen, diep ingeslagen
27110 Pred 12:12 | 12 En wat boven dezelve is, mijn
27111 Pred 12:12 | te maken is geen einde, en veel lezens is vermoeiing
27112 Pred 12:13 | van de zaak: Vrees God, en houd Zijn geboden, want
27113 Hoo 1:4 | wij zullen ons verheugen en in U verblijden; wij zullen
27114 Hoo 1:8 | voetstappen der schapen, en weid uw geiten bij de woningen
27115 Hoo 2:3 | groten lust in Zijn schaduw, en zit er onder, en Zijn vrucht
27116 Hoo 2:3 | schaduw, en zit er onder, en Zijn vrucht is mijn gehemelte
27117 Hoo 2:4 | voert mij in het wijnhuis, en de liefde is Zijn banier
27118 Hoo 2:6 | linkerhand zij onder mijn hoofd, en Zijn rechterhand omhelze
27119 Hoo 2:10 | Mijn Liefste antwoordt, en zegt tot mij: Sta op, Mijn
27120 Hoo 2:10 | Mijn vriendin, Mijn schone, en kom! ~
27121 Hoo 2:12 | land, de zangtijd genaakt, en de stem der tortelduif wordt
27122 Hoo 2:13 | zijn jonge vijgjes voort, en de wijnstokken geven reuk
27123 Hoo 2:13 | Mijn vriendin! Mijn schone, en kom! ~
27124 Hoo 2:14 | horen; want uw stem is zoet, en uw gedaante is liefelijk. ~
27125 Hoo 2:16 | Mijn Liefste is mijn, en ik ben Zijn, Die weidt onder
27126 Hoo 2:17 | Totdat de dag aankomt, en de schaduwen vlieden; keer
27127 Hoo 3:2 | Ik zal nu opstaan, en in de stad omgaan, in de
27128 Hoo 3:2 | stad omgaan, in de wijken en in de straten; ik zal Hem
27129 Hoo 3:4 | liefheeft; ik hield Hem vast, en liet Hem niet gaan, totdat
27130 Hoo 3:4 | huis gebracht had, en in de binnenste kamer van
27131 Hoo 3:6 | rookpilaren, berookt met mirre en wierook, en met allerlei
27132 Hoo 3:6 | berookt met mirre en wierook, en met allerlei poeder des
27133 Hoo 3:11 | 11 Gaat uit, en aanschouwt, gij, dochteren
27134 Hoo 3:11 | den dag Zijner bruiloft, en op den dag der vreugde
27135 Hoo 4:2 | tweelingen voortbrengen, en geen onder hen is jongeloos. ~
27136 Hoo 4:3 | als een scharlaken snoer, en uw spraak is liefelijk;
27137 Hoo 4:6 | Totdat de dag aankomt, en de schaduwen vlieden, zal
27138 Hoo 4:6 | gaan tot den mirreberg, en tot den wierookheuvel. ~
27139 Hoo 4:7 | gij schoon, Mijn vriendin, en er is geen gebrek aan u. ~
27140 Hoo 4:8 | Amana, van den top van Senir en van Hermon, van de woningen
27141 Hoo 4:10 | uitnemende liefde dan wijn, en de reuk uwer olien dan alle
27142 Hoo 4:11 | druppen van honigzeem; honig en melk is onder uw tong, en
27143 Hoo 4:11 | en melk is onder uw tong, en de reuk uwer klederen is
27144 Hoo 4:14 | 14 Nardus en saffraan, kalmus en kaneel,
27145 Hoo 4:14 | Nardus en saffraan, kalmus en kaneel, met allerlei bomen
27146 Hoo 4:14 | bomen van wierook, mirre en aloe, mitsgaders alle voornaamste
27147 Hoo 4:16 | Ontwaak, noordenwind! en kom, Gij zuidenwind! doorwaai
27148 Hoo 4:16 | Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten! ~ ~ ~
27149 Hoo 5:1 | Eet, vrienden! drinkt, en wordt dronken, o liefsten! ~
27150 Hoo 5:4 | hand van het gat der deur; en mijn ingewand werd ontroerd
27151 Hoo 5:5 | mijn Liefste open te doen; en mijn handen drupten van
27152 Hoo 5:5 | handen drupten van mirre, en mijn vingers van vloeiende
27153 Hoo 5:10 | Mijn Liefste is blank en rood, Hij draagt de banier
27154 Hoo 5:16 | gehemelte is enkel zoetigheid, en al wat aan Hem is, is gans
27155 Hoo 6:2 | om te weiden in de hoven, en om de lelien te verzamelen. ~
27156 Hoo 6:3 | Ik ben mijns Liefsten, en mijn Liefste is mijn, Die
27157 Hoo 6:6 | tweelingen voortbrengen, en onder dezelve is geen jongeloos. ~
27158 Hoo 6:8 | zijn zestig koninginnen en tachtig bijwijven, en maagden
27159 Hoo 6:8 | koninginnen en tachtig bijwijven, en maagden zonder getal. ~
27160 Hoo 6:9 | roemen, de koninginnen en de bijwijven; en zij zullen
27161 Hoo 6:9 | koninginnen en de bijwijven; en zij zullen haar prijzen. ~
27162 Hoo 7:5 | hoofd op u is als Karmel, en de haarband uws hoofds als
27163 Hoo 7:6 | Hoe schoon zijt gij, en hoe liefelijk zijt gij,
27164 Hoo 7:7 | vergelijken bij een palmboom, en uw borsten bij druif trossen. ~
27165 Hoo 7:8 | trossen aan den wijnstok, en de reuk van uw neus als
27166 Hoo 7:9 | 9 En uw gehemelte als goede wijn,
27167 Hoo 7:10 | Ik ben mijns Liefsten, en Zijn genegenheid is tot
27168 Hoo 7:13 | De dudaim geven reuk, en aan onze deuren zijn allerlei
27169 Hoo 7:13 | allerlei edele vruchten, nieuwe en oude; o mijn Liefste! die
27170 Hoo 8:2 | specerijwijn te drinken geven, en van het sap van mijn granaatappelen. ~
27171 Hoo 8:3 | linkerhand zij onder mijn hoofd, en Zijn rechterhand omhelze
27172 Hoo 8:5 | opklimt uit de woestijn, en liefelijk leunt op haar
27173 Hoo 8:9 | van zilver op haar bouwen; en zo zij een deur is, wij
27174 Hoo 8:10 | 10 Ik ben een muur en mijn borsten zijn als torens.
27175 Hoo 8:14 | haastelijk, mijn Liefste! en wees Gij gelijk een ree,
27176 Jes 1:1 | hetwelk hij zag over Juda en Jeruzalem, in de dagen van
27177 Jes 1:1 | van Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia, de koningen van
27178 Jes 1:2 | Hoort, gij hemelen! en neem ter ore, gij aarde!
27179 Jes 1:2 | heb kinderen groot gemaakt en verhoogd; maar zij hebben
27180 Jes 1:3 | Een os kent zijn bezitter, en een ezel de krib zijns heren;
27181 Jes 1:5 | het ganse hoofd is krank, en het ganse hart is mat. ~
27182 Jes 1:6 | aan hetzelve; maar wonden, en striemen, en etterbuilen,
27183 Jes 1:6 | maar wonden, en striemen, en etterbuilen, die niet uitgedrukt
27184 Jes 1:6 | uitgedrukt noch verbonden zijn, en geen derzelve is met
27185 Jes 1:7 | in uw tegenwoordigheid, en een verwoesting is er, als
27186 Jes 1:8 | 8 En de dochter van Sion is overgebleven
27187 Jes 1:11 | brandoffers der rammen, en het smeer der vette beesten,
27188 Jes 1:11 | smeer der vette beesten, en heb geen lust aan het bloed
27189 Jes 1:13 | gruwel; de nieuwe maanden, en sabbatten, en het bijeenroepen
27190 Jes 1:13 | nieuwe maanden, en sabbatten, en het bijeenroepen der vergaderingen
27191 Jes 1:14 | 14 Uw nieuwe maanden en uw gezette hoogtijden haat
27192 Jes 1:15 | 15 En als gijlieden uw handen
27193 Jes 1:18 | 18 Komt dan, en laat ons samen rechten,
27194 Jes 1:19 | Indien gijlieden willig zijt en hoort, zo zult gij het goede
27195 Jes 1:20 | Maar indien gij weigert, en wederspannig zijt, zo zult
27196 Jes 1:23 | vorsten zijn afvalligen, en metgezellen der dieven,
27197 Jes 1:23 | heeft de geschenken lief, en zij jagen de vergeldingen
27198 Jes 1:23 | wezen doen zij geen recht, en de twistzaak der weduwen
27199 Jes 1:25 | 25 En Ik zal Mijn hand tegen u
27200 Jes 1:25 | Mijn hand tegen u keren, en Ik zal uw schuim op het
27201 Jes 1:25 | allerreinste afzuiveren, en Ik zal al uw tin wegnemen. ~
27202 Jes 1:26 | 26 En Ik zal u uw rechters wedergeven,
27203 Jes 1:26 | wedergeven, als in het eerste, en uw raadslieden als in den
27204 Jes 1:27 | door recht verlost worden, en haar wederkerenden door
27205 Jes 1:28 | verbreking zijn der overtreders, en der zondaars te zamen; en
27206 Jes 1:28 | en der zondaars te zamen; en die den HEERE verlaten,
27207 Jes 1:29 | gijlieden begeerd hebt, en gij zult schaamrood worden,
27208 Jes 1:30 | welks bladeren afvallen, en als een hof, die geen water
27209 Jes 1:31 | 31 En de sterke zal wezen tot
27210 Jes 1:31 | zal wezen tot grof vlas, en zijn werkmeester tot een
27211 Jes 1:31 | werkmeester tot een vonk, en zij zullen beiden te zamen
27212 Jes 1:31 | beiden te zamen branden, en er zal geen uitblusser wezen. ~ ~ ~ ~ ~
27213 Jes 2:1 | gezien heeft over Juda en Jeruzalem. ~
27214 Jes 2:2 | 2 En het zal geschieden in het
27215 Jes 2:2 | zijn op den top der bergen, en dat hij zal verheven worden
27216 Jes 2:2 | boven de heuvelen, en tot denzelven zullen alle
27217 Jes 2:3 | 3 En vele volken zullen heengaan
27218 Jes 2:3 | vele volken zullen heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan
27219 Jes 2:3 | ons lere van Zijn wegen, en dat wij wandelen in
27220 Jes 2:3 | Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem. ~
27221 Jes 2:4 | 4 En Hij zal rechten onder de
27222 Jes 2:4 | rechten onder de heidenen, en bestraffen vele volken;
27223 Jes 2:4 | bestraffen vele volken; en zij zullen hun zwaarden
27224 Jes 2:4 | zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkelen;
27225 Jes 2:4 | geen zwaard opheffen, en zij zullen geen oorlog meer
27226 Jes 2:5 | Komt, gij huis van Jakob, en laat ons wandelen in het
27227 Jes 2:6 | goddeloosheid, meer dan het oosten, en zij zijn guichelaars gelijk
27228 Jes 2:6 | guichelaars gelijk de Filistijnen, en aan de kinderen der
27229 Jes 2:7 | 7 En hun land is vervuld met
27230 Jes 2:7 | land is vervuld met zilver en goud, en hunner schatten
27231 Jes 2:7 | vervuld met zilver en goud, en hunner schatten is geen
27232 Jes 2:7 | ook vervuld met paarden, en hunner wagenen is geen einde. ~
27233 Jes 2:9 | bukt zich de gemene man, en de aanzienlijke man vernedert
27234 Jes 2:10 | Ga in den rotssteen, en verberg u in het stof, vanwege
27235 Jes 2:10 | vanwege den schrik des HEEREN, en om de heerlijkheid Zijner
27236 Jes 2:11 | zullen vernederd worden, en de hoogheid der mannen zal
27237 Jes 2:11 | zal nedergebogen worden; en de HEERE alleen zal in dien
27238 Jes 2:12 | zijn tegen allen hovaardige en hoge, en tegen allen verhevene,
27239 Jes 2:12 | allen hovaardige en hoge, en tegen allen verhevene, opdat
27240 Jes 2:13 | 13 En tegen alle hoge en verhevene
27241 Jes 2:13 | En tegen alle hoge en verhevene cederen van Libanon,
27242 Jes 2:13 | verhevene cederen van Libanon, en tegen alle eiken van Basan; ~
27243 Jes 2:14 | 14 En tegen alle hoge bergen,
27244 Jes 2:14 | tegen alle hoge bergen, en tegen alle verhevene heuvelen; ~
27245 Jes 2:15 | 15 En tegen allen hogen toren,
27246 Jes 2:15 | tegen allen hogen toren, en tegen allen vasten muur; ~
27247 Jes 2:16 | 16 En tegen alle schepen van Tarsis,
27248 Jes 2:16 | alle schepen van Tarsis, en tegen alle gewenste schilderijen. ~
27249 Jes 2:17 | 17 En de hoogheid der mensen zal
27250 Jes 2:17 | der mensen zal gebogen, en de hoogheid der mannen zal
27251 Jes 2:17 | mannen zal vernederd worden; en de HEERE alleen zal in die
27252 Jes 2:18 | 18 En elkeen der afgoden zal ganselijk
27253 Jes 2:19 | spelonken der rotsstenen gaan, en in de holen der aarde, vanwege
27254 Jes 2:19 | vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid
27255 Jes 2:20 | mens zijn zilveren afgoden, en zijn gouden afgoden, welke
27256 Jes 2:20 | wegwerpen voor de mollen en de vledermuizen; ~
27257 Jes 2:21 | Gaande in de reten der rotsen en in de kloven der steenrotsen,
27258 Jes 2:21 | vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid
27259 Jes 3:1 | heirscharen, zal van Jeruzalem en van Juda wegnemen den stok
27260 Jes 3:1 | van Juda wegnemen den stok en den staf, allen stok des
27261 Jes 3:1 | allen stok des broods, en allen stok des waters; ~
27262 Jes 3:2 | 2 Den held en den krijgsman, den rechter
27263 Jes 3:2 | den krijgsman, den rechter en den profeet, en den waarzegger,
27264 Jes 3:2 | rechter en den profeet, en den waarzegger, en den oude; ~
27265 Jes 3:2 | profeet, en den waarzegger, en den oude; ~
27266 Jes 3:3 | Den overste van vijftig, en den aanzienlijke, en den
27267 Jes 3:3 | vijftig, en den aanzienlijke, en den raadsman, en den wijze
27268 Jes 3:3 | aanzienlijke, en den raadsman, en den wijze onder de werkmeesters,
27269 Jes 3:3 | wijze onder de werkmeesters, en dien, die kloek ter tale
27270 Jes 3:4 | 4 En Ik zal jongelingen stellen
27271 Jes 3:4 | stellen tot hun vorsten, en kinderen zullen over hen
27272 Jes 3:5 | 5 En het volk zal gedrongen worden,
27273 Jes 3:5 | zal zijn tegen den ander, en een iegelijk tegen zijn
27274 Jes 3:7 | wezen; er is ook geen brood en geen kleed in mijn huis;
27275 Jes 3:8 | Jeruzalem heeft aangestoten, en Juda is gevallen, dewijl
27276 Jes 3:8 | gevallen, dewijl hun tong en handelingen tegen den HEERE
27277 Jes 3:9 | aangezichts getuigt tegen hen, en hun zonden spreken zij vrij
27278 Jes 3:12 | Mijns volks zijn kinderen, en vrouwen heersen over hetzelve.
27279 Jes 3:12 | die u leiden, verleiden u, en den weg uwer paden slokken
27280 Jes 3:13 | stelt Zich om te pleiten, en Hij staat, om de volken
27281 Jes 3:14 | tegen de oudsten Zijns volks en deszelfs vorsten, want gijlieden
27282 Jes 3:15 | gij Mijn volk verbrijzelt, en de aangezichten der ellendigen
27283 Jes 3:16 | van Sion zich verheffen, en gaan met uitgestrekten hals,
27284 Jes 3:16 | met uitgestrekten hals, en lonken met de ogen, al gaande
27285 Jes 3:16 | lonken met de ogen, al gaande en trippelende daarhenen treden,
27286 Jes 3:16 | trippelende daarhenen treden, en alsof haar voeten gebonden
27287 Jes 3:17 | van Sion schurftig maken, en de HEERE zal haar schaamte
27288 Jes 3:18 | sieraad der kousebanden, en de netjes, en de maantjes. ~
27289 Jes 3:18 | kousebanden, en de netjes, en de maantjes. ~
27290 Jes 3:19 | 19 De reukdoosjes, en de kleine ketentjes, en
27291 Jes 3:19 | en de kleine ketentjes, en de glinsterende kledingen, ~
27292 Jes 3:20 | 20 De hoofdkroning, en de armversierselen, en de
27293 Jes 3:20 | en de armversierselen, en de bindselen, en de reukballetjes,
27294 Jes 3:20 | armversierselen, en de bindselen, en de reukballetjes, en de
27295 Jes 3:20 | bindselen, en de reukballetjes, en de oorringen, ~
27296 Jes 3:21 | 21 De ringen en de voorhoofdsierselen, ~
27297 Jes 3:22 | De wisselklederen, en de manteltjes, en de hoedjes,
27298 Jes 3:22 | wisselklederen, en de manteltjes, en de hoedjes, en de buidels, ~
27299 Jes 3:22 | manteltjes, en de hoedjes, en de buidels, ~
27300 Jes 3:23 | 23 De spiegels, en de fijn-linnen deksels,
27301 Jes 3:23 | de fijn-linnen deksels, en de hulledoeken, en de sluiers. ~
27302 Jes 3:23 | deksels, en de hulledoeken, en de sluiers. ~
27303 Jes 3:24 | 24 En het zal geschieden, dat
27304 Jes 3:24 | specerij stank zal zijn, en lossigheid voor een gordel,
27305 Jes 3:24 | lossigheid voor een gordel, en kaalheid in plaats van haarvlechten,
27306 Jes 3:24 | plaats van haarvlechten, en omgording eens zaks in plaats
27307 Jes 3:24 | van een wijden rok, en verbranding in plaats van
27308 Jes 3:25 | door het zwaard vallen, en uw helden in den strijd. ~
27309 Jes 3:26 | 26 En haar poorten zullen treuren,
27310 Jes 3:26 | poorten zullen treuren, en leed dragen, en zij zal,
27311 Jes 3:26 | treuren, en leed dragen, en zij zal, ledig gemaakt zijnde,
27312 Jes 4:1 | 1 En te dien dage zullen zeven
27313 Jes 4:1 | Ons brood zullen wij eten, en met onze klederen zullen
27314 Jes 4:2 | SPRUIT zijn tot sieraad en tot heerlijkheid, en de
27315 Jes 4:2 | sieraad en tot heerlijkheid, en de vrucht der aarde tot
27316 Jes 4:2 | aarde tot voortreffelijkheid en tot versiering dengenen,
27317 Jes 4:3 | 3 En het zal geschieden, dat
27318 Jes 4:3 | de overgeblevene in Sion, en de overgelatene in Jeruzalem
27319 Jes 4:4 | der dochteren van Sion, en de bloedschulden van Jeruzalem
27320 Jes 4:4 | den Geest des oordeels, en door den Geest der uitbranding. ~
27321 Jes 4:5 | 5 En de HEERE zal over alle woning
27322 Jes 4:5 | woning van den berg Sions, en over haar vergaderingen,
27323 Jes 4:5 | scheppen een wolk des daags, en een rook, en den glans eens
27324 Jes 4:5 | des daags, en een rook, en den glans eens vlammenden
27325 Jes 4:6 | 6 En daar zal een hut zijn tot
27326 Jes 4:6 | des daags tegen de hitte, en tot een toevlucht, en tot
27327 Jes 4:6 | hitte, en tot een toevlucht, en tot een verberging tegen
27328 Jes 4:6 | verberging tegen den vloed en tegen den regen. ~ ~
27329 Jes 5:2 | 2 En Hij heeft dien omtuind,
27330 Jes 5:2 | Hij heeft dien omtuind, en van stenen gezuiverd, en
27331 Jes 5:2 | en van stenen gezuiverd, en Hij heeft hem beplant met
27332 Jes 5:2 | beplant met edele wijnstokken; en Hij heeft in deszelfs midden
27333 Jes 5:2 | midden een toren gebouwd, en ook een wijnbak daarin
27334 Jes 5:2 | daarin uitgehouwen; en Hij heeft verwacht, dat
27335 Jes 5:3 | inwoners van Jeruzalem, en gij mannen van Juda, oordeelt
27336 Jes 5:3 | oordeelt toch tussen Mij en tussen Mijn wijngaard. ~
27337 Jes 5:4 | druiven voortbrengen zou, en hij heeft stinkende
27338 Jes 5:6 | 6 En Ik zal hem tot woestheid
27339 Jes 5:6 | omgehakt worden, maar distelen en doornen zullen daarin opgaan;
27340 Jes 5:6 | doornen zullen daarin opgaan; en Ik zal den wolken gebieden,
27341 Jes 5:7 | is het huis van Israel, en de mannen van Juda zijn
27342 Jes 5:7 | plant Zijner verlustigingen; en Hij heeft gewacht naar recht,
27343 Jes 5:8 | er geen plaats meer zij, en dat gijlieden alleen inwoners
27344 Jes 5:9 | zullen worden, de grote en de treffelijke zonder inwoner! ~
27345 Jes 5:10 | zullen een enig bath geven, en een homer zaads zal een
27346 Jes 5:11 | sterken drank najagen, en vertoeven tot in de schemering,
27347 Jes 5:12 | 12 En harpen en luiten, trommelen
27348 Jes 5:12 | 12 En harpen en luiten, trommelen en pijpen,
27349 Jes 5:12 | harpen en luiten, trommelen en pijpen, en wijn zijn in
27350 Jes 5:12 | luiten, trommelen en pijpen, en wijn zijn in hun maaltijden;
27351 Jes 5:12 | het werk des HEEREN niet, en zij zien niet op het maaksel
27352 Jes 5:13 | het geen wetenschap heeft; en deszelfs heerlijken zullen
27353 Jes 5:13 | heerlijken zullen honger lijden, en hun menigte zal verdorren
27354 Jes 5:14 | zichzelf wijd opensperren, en zijn mond opendoen, zonder
27355 Jes 5:14 | nederdale haar heerlijkheid, en haar menigte, met haar gedruis,
27356 Jes 5:14 | menigte, met haar gedruis, en die in haar van vreugde
27357 Jes 5:15 | man nedergebogen worden, en de aanzienlijke man zal
27358 Jes 5:15 | man zal vernederd worden, en de ogen der hovaardigen
27359 Jes 5:16 | verhoogd worden door het recht; en God, die Heilige, zal geheiligd
27360 Jes 5:17 | 17 En de lammeren zullen weiden
27361 Jes 5:17 | zullen weiden naar hun wijze, en de vreemdelingen zullen
27362 Jes 5:18 | met koorden der ijdelheid, en de zonde als met dikke wagenzelen! ~
27363 Jes 5:19 | bespoedige, opdat wij het zien; en laat naderen en komen den
27364 Jes 5:19 | het zien; en laat naderen en komen den raadslag des Heiligen
27365 Jes 5:20 | die het kwade goed heten, en het goede kwaad; die duisternis
27366 Jes 5:20 | duisternis tot licht stellen, en het licht tot duisternis;
27367 Jes 5:20 | bittere tot zoet stellen, en het zoete tot bitterheid! ~
27368 Jes 5:21 | dengenen, die in hun ogen wijs, en bij zichzelven verstandig
27369 Jes 5:22 | zijn om wijn te drinken, en die kloeke mannen zijn om
27370 Jes 5:23 | rechtvaardigen om een geschenk, en de gerechtigheid der rechtvaardigen
27371 Jes 5:24 | vuurs den stoppel verteert, en het kaf door de vlam verdaan
27372 Jes 5:24 | als een uittering wezen; en hun bloem zal als stof opvaren;
27373 Jes 5:24 | HEEREN der heirscharen, en de rede des Heiligen van
27374 Jes 5:25 | ontstoken tegen Zijn volk, en Hij heeft tegen hetzelve
27375 Jes 5:25 | hetzelve Zijn hand uitgestrekt, en Hij heeft het geslagen,
27376 Jes 5:25 | de bergen hebben gebeefd, en hun dode lichamen zijn
27377 Jes 5:26 | onder de heidenen van verre, en Hij zal hen herwaarts sissen
27378 Jes 5:26 | van het einde der aarde; en ziet, haastelijk, snellijk
27379 Jes 5:27 | 27 Geen moede, en geen struikelende zal onder
27380 Jes 5:28 | pijlen scherp zullen zijn, en al hun bogen gespannen;
27381 Jes 5:28 | als een rots geacht zijn, en hun raderen als een wervelwind. ~
27382 Jes 5:29 | als van een ouden leeuw, en zij zullen brullen als de
27383 Jes 5:29 | brullen als de jonge leeuwen, en zij zullen briesen, en den
27384 Jes 5:29 | en zij zullen briesen, en den roof aangrijpen en wegvoeren;
27385 Jes 5:29 | en den roof aangrijpen en wegvoeren; en er zal geen
27386 Jes 5:29 | aangrijpen en wegvoeren; en er zal geen verlosser zijn. ~
27387 Jes 5:30 | 30 En zij zullen tegen hetzelve
27388 Jes 5:30 | ziet, er zal duisternis en benauwdheid zijn, en het
27389 Jes 5:30 | duisternis en benauwdheid zijn, en het licht zal verduisterd
27390 Jes 6:1 | Heere, zittende op een hogen en verheven troon, en Zijn
27391 Jes 6:1 | hogen en verheven troon, en Zijn zomen vervullende den
27392 Jes 6:2 | bedekte ieder zijn aangezicht, en met twee bedekte hij zijn
27393 Jes 6:2 | bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij. ~
27394 Jes 6:3 | 3 En de een riep tot den ander,
27395 Jes 6:3 | een riep tot den ander, en zeide: Heilig, heilig, heilig
27396 Jes 6:4 | van de stem des roependen; en het huis werd vervuld met
27397 Jes 6:5 | van onreine lippen ben, en ik woon in het midden eens
27398 Jes 6:6 | de serafs vloog tot mij, en had een gloeiende kool in
27399 Jes 6:7 | 7 En hij roerde mijn mond daarmede
27400 Jes 6:7 | mijn mond daarmede aan, en zeide: Zie, deze heeft uw
27401 Jes 6:7 | uw misdaad van u geweken, en uw zonde is verzoend. ~
27402 Jes 6:8 | zeide: Wien zal Ik zenden, en wie zal voor Ons henengaan?
27403 Jes 6:9 | Toen zeide Hij: Ga henen, en zeg tot dit volk: Horende
27404 Jes 6:9 | hoort, maar verstaat niet, en ziende ziet, maar merkt
27405 Jes 6:10 | het hart dezes volks vet, en maak hun oren zwaar, en
27406 Jes 6:10 | en maak hun oren zwaar, en sluit hun ogen, opdat het
27407 Jes 6:10 | noch zich bekere, en Hij het geneze. ~
27408 Jes 6:11 | zeide ik: Hoe lang, Heere? En Hij zeide: Totdat de steden
27409 Jes 6:11 | zodat er geen inwoner zij, en de huizen, dat er geen mens
27410 Jes 6:11 | huizen, dat er geen mens zij, en dat het land met verwoesting
27411 Jes 6:12 | die mensen verre wegdoen, en de verlating zal groot wezen
27412 Jes 6:13 | tiende deel zal daarin zijn, en het zal wederkeren, en zijn
27413 Jes 6:13 | en het zal wederkeren, en zijn om af te weiden; maar
27414 Jes 6:13 | weiden; maar gelijk de eik, en gelijk de haageik, in dewelke
27415 Jes 7:1 | Rezin, de koning van Syrie, en Pekah, de zoon van Remalia,
27416 Jes 7:2 | zo bewoog zich zijn hart en het hart zijns volks, gelijk
27417 Jes 7:3 | 3 En de HEERE zeide tot Jesaja:
27418 Jes 7:3 | uit, Achaz tegemoet, gij en uw zoon, Schear-Jaschub,
27419 Jes 7:4 | 4 En zeg tot hem: Wacht u, en
27420 Jes 7:4 | En zeg tot hem: Wacht u, en zijt gerust, vrees niet,
27421 Jes 7:4 | zijt gerust, vrees niet, en uw hart worde niet week,
27422 Jes 7:4 | des toorns van Rezin en der Syriers, en van den
27423 Jes 7:4 | Rezin en der Syriers, en van den zoon van Remalia; ~
27424 Jes 7:5 | beraadslaagd heeft, met Efraim en den zoon van Remalia, zeggende: ~
27425 Jes 7:6 | ons optrekken tegen Juda, en het verdriet aandoen, en
27426 Jes 7:6 | en het verdriet aandoen, en het onder ons delen, en
27427 Jes 7:6 | en het onder ons delen, en den zoon van Tabeal koning
27428 Jes 7:7 | HEERE: Het zal niet bestaan, en het zal niet geschieden. ~
27429 Jes 7:8 | het hoofd van Syrie zijn, en Rezin het hoofd van Damaskus;
27430 Jes 7:8 | het hoofd van Damaskus; en in nog vijf en zestig jaren
27431 Jes 7:8 | Damaskus; en in nog vijf en zestig jaren zal Efraim
27432 Jes 7:9 | Samaria Efraims hoofd zijn, en de zoon van Remalia het
27433 Jes 7:10 | 10 En de HEERE voer voort te spreken
27434 Jes 7:12 | Ik zal het niet eisen, en ik zal den HEERE niet verzoeken. ~
27435 Jes 7:14 | maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren,
27436 Jes 7:14 | zij zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL heten. ~
27437 Jes 7:15 | 15 Boter en honig zal Hij eten, totdat
27438 Jes 7:15 | te verwerpen het kwade, en te verkiezen het goede. ~
27439 Jes 7:16 | te verwerpen het kwade, en te verkiezen het goede,
27440 Jes 7:17 | Doch de HEERE zal over u, en over uw volk, en over uws
27441 Jes 7:17 | over u, en over uw volk, en over uws vaders huis, dagen
27442 Jes 7:18 | rivieren van Egypte zijn, en de bijen die in het land
27443 Jes 7:19 | 19 En zij zullen komen, en zij
27444 Jes 7:19 | En zij zullen komen, en zij allen zullen rusten
27445 Jes 7:19 | rusten in de woeste dalen, en in de kloven der steenrotsen,
27446 Jes 7:19 | kloven der steenrotsen, en in al de doornhagen, en
27447 Jes 7:19 | en in al de doornhagen, en in alle geprezene plaatsen. ~
27448 Jes 7:20 | Assyrie, afscheren het hoofd, en het haar der voeten; ja,
27449 Jes 7:21 | 21 En het zal geschieden te dien
27450 Jes 7:21 | leven zal behouden hebben, en twee schapen; ~
27451 Jes 7:22 | 22 En het zal geschieden, dat
27452 Jes 7:22 | des lands, die zal boter en honig eten. ~
27453 Jes 7:23 | zilverlingen, tot doornen en distelen zal zijn; ~
27454 Jes 7:24 | Dat men met pijlen en met den boog aldaar zal
27455 Jes 7:24 | het ganse land zal doornen en distelen zijn. ~
27456 Jes 7:25 | komen uit vrees der doornen en der distelen; maar die zullen
27457 Jes 7:25 | inzending van den os, en tot vertreding van het kleinvee. ~ ~ ~ ~ ~
27458 Jes 8:1 | mij: Neem u een grote rol, en schrijf daarop met eens
27459 Jes 8:2 | getuigen, Uria, den priester, en Zacharia, den zoon van Jeberechja. ~
27460 Jes 8:3 | 3 En ik was tot de profetesse
27461 Jes 8:3 | genaderd, die werd zwanger, en baarde een zoon; en de HEERE
27462 Jes 8:3 | zwanger, en baarde een zoon; en de HEERE zeide tot mij:
27463 Jes 8:4 | den rijkdom van Damaskus, en den buit van Samaria dragen
27464 Jes 8:5 | 5 En de HEERE sprak nog verder
27465 Jes 8:6 | Siloa, die zachtjes gaan, en er vreugde is bij Rezin
27466 Jes 8:6 | er vreugde is bij Rezin en den zoon van Remalia; ~
27467 Jes 8:7 | doen opkomen die sterke en geweldige wateren der rivier,
27468 Jes 8:7 | den koning van Assyrie en al zijn heerlijkheid; en
27469 Jes 8:7 | en al zijn heerlijkheid; en hij zal opkomen over al
27470 Jes 8:7 | over al zijn stromen, en gaan over al zijn oevers; ~
27471 Jes 8:8 | 8 En hij zal doortrekken in Juda,
27472 Jes 8:8 | hij zal het overstromen, en er doorgaan, hij zal tot
27473 Jes 8:8 | tot aan den hals reiken; en de uitstrekkingen zijner
27474 Jes 8:9 | volken! doch wordt verbroken; en neemt ter ore, allen gij,
27475 Jes 8:11 | gezegd, met een sterke hand, en Hij onderwees mij van niet
27476 Jes 8:12 | Het is een verbintenis; en vreest gijlieden hun vreze
27477 Jes 8:12 | gijlieden hun vreze niet, en verschrikt niet. ~
27478 Jes 8:13 | zult gijlieden heiligen, en Hij zij uw vreze, en Hij
27479 Jes 8:13 | heiligen, en Hij zij uw vreze, en Hij zij uw verschrikking.
27480 Jes 8:14 | een steen des aanstoots en tot een rotssteen der struikeling
27481 Jes 8:14 | van Israel, tot een strik en tot een net den inwoners
27482 Jes 8:15 | 15 En velen onder hen zullen struikelen,
27483 Jes 8:15 | onder hen zullen struikelen, en vallen, en verbroken worden,
27484 Jes 8:15 | zullen struikelen, en vallen, en verbroken worden, en zullen
27485 Jes 8:15 | vallen, en verbroken worden, en zullen verstrikt en gevangen
27486 Jes 8:15 | worden, en zullen verstrikt en gevangen worden. ~
27487 Jes 8:17 | voor het huis van Jakob, en ik zal Hem verwachten. ~
27488 Jes 8:18 | 18 Ziet, ik en de kinderen, die mij de
27489 Jes 8:18 | heeft, zijn tot tekenen en tot wonderen in Israel,
27490 Jes 8:19 | zullen: Vraagt waarzeggers en duivelskunstenaars, die
27491 Jes 8:19 | duivelskunstenaars, die daar piepen, en binnensmonds mompelen; zo
27492 Jes 8:20 | 20 Tot de wet en tot de getuigenis! zo zij
27493 Jes 8:21 | 21 En een ieder van hen zal daar
27494 Jes 8:21 | daar doorgaan, hard gedrukt en hongerig; en het zal geschieden,
27495 Jes 8:21 | hard gedrukt en hongerig; en het zal geschieden, wanneer
27496 Jes 8:21 | geschieden, wanneer hem hongert, en hij zeer toornig zal zijn,
27497 Jes 8:21 | hij vloeken op zijn koning en op zijn God, als hij
27498 Jes 8:22 | ziet, er zal benauwdheid en duisternis zijn; hij zal
27499 Jes 8:22 | verduisterd zijn door angst, en voortgedreven door donkerheid. ~
27500 Jes 8:23 | het land van Zebulon aan, en naar het land van Nafthali
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |