Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
emmaus 1
emmer 1
emmeren 1
en 46573
en-dor 1
en-eglaim 1
en-gannim 3
Frequency    [«  »]
-----
-----
-----
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het

Bijbel

IntraText - Concordances

en

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573

      Book Chapter: Verse
27001 Pred 6:10 | bekend, dat hij een mens is; en dat hij niet kan rechten 27002 Pred 7:1 | goede naam, dan goede olie, en de dag des doods, dan de 27003 Pred 7:2 | het einde aller mensen, en de levende legt het in zijn 27004 Pred 7:7 | wel een wijze dol maken; en het geschenk verderft het 27005 Pred 7:11 | is goed met een erfdeel; en degenen, die de zon aanschouwen, 27006 Pred 7:12 | wijsheid is tot een schaduw, en het geld is tot een schaduw; 27007 Pred 7:18 | dat gij daaraan vasthoudt, en trek ook uw hand van dit 27008 Pred 7:20 | op aarde, die goed doet, en niet zondigt. ~ 27009 Pred 7:24 | Hetgeen verre af is, en zeer diep, wie zal dat vinden? ~ 27010 Pred 7:25 | 25      Ik keerde mij om, en mijn hart, om te weten, 27011 Pred 7:25 | mijn hart, om te weten, en om na te sporen, en te zoeken 27012 Pred 7:25 | weten, en om na te sporen, en te zoeken wijsheid en een 27013 Pred 7:25 | sporen, en te zoeken wijsheid en een sluitrede; en om te 27014 Pred 7:25 | wijsheid en een sluitrede; en om te weten de goddeloosheid 27015 Pred 7:25 | goddeloosheid der zotheid, en de dwaasheid der      onzinnigheden. ~ 27016 Pred 7:26 | 26      En ik vond een bitterder ding, 27017 Pred 7:26 | vrouw, welker hart netten en garen, en haar handen banden 27018 Pred 7:26 | welker hart netten en garen, en haar handen banden zijn; 27019 Pred 8:1 | Wie is gelijk de wijze, en wie weet de uitlegging der 27020 Pred 8:1 | verlicht zijn aangezicht, en de stuursheid zijns aangezichts 27021 Pred 8:4 | is, daar is heerschappij; en wie zal tot hem zeggen: 27022 Pred 8:5 | niets kwaads gewaar worden; en het hart eens wijzen zal 27023 Pred 8:5 | hart eens wijzen zal tijd en wijze weten. ~ 27024 Pred 8:6 | ieder voornemen heeft tijd en wijze, dewijl het kwaad 27025 Pred 8:8 | den geest in te houden; en hij heeft geen heerschappij 27026 Pred 8:10 | goddelozen, die begraven waren, en degenen, die kwamen, en 27027 Pred 8:10 | en degenen, die kwamen, en uit de plaats des Heiligen 27028 Pred 8:12 | honderd maal kwaad doet, en God hem de dagen verlengt; 27029 Pred 8:13 | goddeloze zal het niet welgaan, en hij zal de dagen niet verlengen; 27030 Pred 8:14 | het werk der goddelozen, en er zijn goddelozen, dien 27031 Pred 8:15 | onder de zon, dan te eten, en te drinken, en blijde te 27032 Pred 8:15 | te eten, en te drinken, en blijde te zijn; want dat 27033 Pred 8:16 | begaf, om wijsheid te weten, en om aan te zien de bezigheid, 27034 Pred 9:1 | dat de rechtvaardigen, en de wijzen, en hun werken 27035 Pred 9:1 | rechtvaardigen, en de wijzen, en hun werken in de hand Gods 27036 Pred 9:2 | wedervaart den rechtvaardige en den goddeloze, den goede 27037 Pred 9:2 | den goddeloze, den goede en den reine, als den onreine; 27038 Pred 9:3 | enerlei ding allen wedervaart, en dat ook het hart der mensenkinderen 27039 Pred 9:3 | mensenkinderen vol boosheid is, en dat er in hun leven      27040 Pred 9:3 | onzinnigheden zijn in hun hart; en daarna moeten zij naar de 27041 Pred 9:6 | hun nijdigheid vergaan; en zij hebben geen deel meer 27042 Pred 9:7 | eet uw brood met vreugde, en drink uw wijn van goeder 27043 Pred 9:8 | te allen tijd wit zijn, en laat op uw hoofd geen olie 27044 Pred 9:9 | is uw deel in dit leven, en      van uw arbeid, dien 27045 Pred 9:11 | 11      Ik keerde mij, en zag onder de zon, dat de 27046 Pred 9:11 | welwetenden, maar dat tijd en toeval aan alle dezen wedervaart; ~ 27047 Pred 9:12 | worden met het boze net; en gelijk de vogelen, die gevangen 27048 Pred 9:13 | zon deze wijsheid gezien, en zij was groot bij mij: ~ 27049 Pred 9:14 | Er was een kleine stad, en weinig lieden waren daarin; 27050 Pred 9:14 | weinig lieden waren daarin; en een groot koning kwam tegen 27051 Pred 9:14 | koning kwam tegen haar, en hij omsingelde ze, en hij 27052 Pred 9:14 | haar, en hij omsingelde ze, en hij bouwde grote vastigheden 27053 Pred 9:15 | 15      En men vond daar een armen 27054 Pred 9:16 | wijsheid des armen veracht, en zijn woorden niet waren 27055 Pred 10:1 | zalf des apothekers stinken en opwellen; alzo een weinig 27056 Pred 10:1 | kostelijk is van wijsheid en van eer. ~ 27057 Pred 10:3 | 3      En ook wanneer de dwaas op 27058 Pred 10:3 | zijn hart ontbreekt hem, en hij zegt tot een iegelijk, 27059 Pred 10:7 | knechten te paard gezien, en vorsten, gaande als knechten 27060 Pred 10:8 | graaft, zal daarin vallen; en wie een muur doorbreekt, 27061 Pred 10:10 | ijzer heeft stomp gemaakt, en hij slijpt de snede niet, 27062 Pred 10:13 | zijns monds is dwaasheid, en het einde zijns monds is 27063 Pred 10:14 | zij, dat geschieden zal; en wat na hem geschieden zal, 27064 Pred 10:16 | welks koning een kind is, en welks vorsten tot in den 27065 Pred 10:17 | een zoon der edelen is, en welks vorsten ter rechter 27066 Pred 10:17 | rechter tijd eten, tot sterkte en niet tot drinkerij. ~ 27067 Pred 10:18 | luiheid verzwakt het gebint, en door slapheid der handen 27068 Pred 10:19 | maaltijden om te lachen, en de wijn verheugt de levenden, 27069 Pred 10:19 | wijn verheugt de levenden, en het geld verantwoordt alles. ~ 27070 Pred 10:20 | zelfs in uw gedachten, en vloek den rijke niet in 27071 Pred 10:20 | hemels zou de stem wegvoeren, en het      gevleugelde zou 27072 Pred 11:3 | plasregen uit op de aarde; en als de boom naar het zuiden, 27073 Pred 11:4 | geeft, die zal niet zaaien, en wie op de wolken ziet, die 27074 Pred 11:6 | zaad in den morgenstond, en trek uw hand des avonds 27075 Pred 11:7 | Verder, het licht is zoet, en het is den ogen goed de 27076 Pred 11:8 | de mens veel jaren heeft, en verblijdt zich in die allen, 27077 Pred 11:8 | want die zullen veel zijn; en al wat zal gekomen is, is      27078 Pred 11:9 | jongeling! in uw jeugd, en laat uw hart zich vermaken 27079 Pred 11:9 | dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten, 27080 Pred 11:9 | in de wegen uws harten, en in de aanschouwingen uwer 27081 Pred 11:10 | toornigheid wijken van uw hart, en doe het kwade weg van uw 27082 Pred 11:10 | uw vlees, want de jeugd, en de jonkheid is ijdelheid. ~  ~  ~  ~  ~  ~ ~ 27083 Pred 12:1 | 1      En gedenk aan de Schepper in 27084 Pred 12:1 | dat de kwade dagen komen, en de jaren naderen, van dewelke 27085 Pred 12:2 | 2      Eer dan de zon, en het licht, en de maan, en 27086 Pred 12:2 | dan de zon, en het licht, en de maan, en de sterren verduisterd 27087 Pred 12:2 | en het licht, en de maan, en de sterren verduisterd worden, 27088 Pred 12:2 | sterren verduisterd worden, en de wolken wederkomen na 27089 Pred 12:3 | des huizes zullen beven, en de sterke mannen zichzelven 27090 Pred 12:3 | zichzelven zullen krommen, en de maalsters zullen stilstaan, 27091 Pred 12:3 | zij minder geworden zijn, en      die door de vensteren 27092 Pred 12:4 | 4      En de twee deuren naar de straat 27093 Pred 12:4 | nederig geluid der maling, en hij opstaat op de stem van 27094 Pred 12:4 | de stem van het vogeltje, en al de zangeressen      nedergebogen 27095 Pred 12:5 | de hoogte zullen vrezen, en dat er verschrikkingen zullen 27096 Pred 12:5 | zullen zijn op den weg, en de amandelboom zal bloeien, 27097 Pred 12:5 | amandelboom zal bloeien, en dat de sprinkhaan zichzelven 27098 Pred 12:5 | een last zal      wezen, en dat de lust zal vergaan; 27099 Pred 12:5 | gaat naar zijn eeuwig huis, en de rouwklagers zullen in 27100 Pred 12:6 | zilveren koord ontketend wordt, en de gulden schaal in stukken 27101 Pred 12:6 | stukken gestoten wordt, en de kruik aan de springader 27102 Pred 12:6 | springader gebroken wordt, en het rad aan den bornput 27103 Pred 12:7 | 7      En dat het stof wederom tot 27104 Pred 12:7 | keert, als het geweest is; en de geest weder tot God keert, 27105 Pred 12:9 | 9      En voorts, dewijl de prediker 27106 Pred 12:9 | het volk nog wetenschap, en merkte op, en onderzocht; 27107 Pred 12:9 | wetenschap, en merkte op, en onderzocht; hij stelde vele 27108 Pred 12:10 | aangename woorden uit te vinden, en het geschrevene is recht, 27109 Pred 12:11 | wijzen zijn gelijk prikkelen, en gelijk nagelen, diep ingeslagen 27110 Pred 12:12 | 12      En wat boven dezelve is, mijn 27111 Pred 12:12 | te maken is geen einde, en veel lezens is vermoeiing 27112 Pred 12:13 | van de zaak: Vrees God, en houd Zijn geboden, want 27113 Hoo 1:4 | wij zullen ons verheugen en in U verblijden; wij zullen 27114 Hoo 1:8 | voetstappen der schapen, en weid uw geiten bij de woningen 27115 Hoo 2:3 | groten lust in Zijn schaduw, en zit er onder, en Zijn vrucht 27116 Hoo 2:3 | schaduw, en zit er onder, en Zijn vrucht is mijn gehemelte 27117 Hoo 2:4 | voert mij in het wijnhuis, en de liefde is Zijn banier 27118 Hoo 2:6 | linkerhand zij onder mijn hoofd, en Zijn rechterhand omhelze 27119 Hoo 2:10 | Mijn Liefste antwoordt, en zegt tot mij: Sta op, Mijn 27120 Hoo 2:10 | Mijn vriendin, Mijn schone, en kom! ~ 27121 Hoo 2:12 | land, de zangtijd genaakt, en de stem der tortelduif wordt 27122 Hoo 2:13 | zijn jonge vijgjes voort, en de wijnstokken geven reuk 27123 Hoo 2:13 | Mijn vriendin! Mijn schone, en kom! ~ 27124 Hoo 2:14 | horen; want uw stem is zoet, en uw gedaante is      liefelijk. ~ 27125 Hoo 2:16 | Mijn Liefste is mijn, en ik ben Zijn, Die weidt onder 27126 Hoo 2:17 | Totdat de dag aankomt, en de schaduwen vlieden; keer 27127 Hoo 3:2 | Ik zal nu opstaan, en in de stad omgaan, in de 27128 Hoo 3:2 | stad omgaan, in de wijken en in de straten; ik zal Hem 27129 Hoo 3:4 | liefheeft; ik hield Hem vast, en liet Hem niet gaan, totdat 27130 Hoo 3:4 | huis gebracht      had, en in de binnenste kamer van 27131 Hoo 3:6 | rookpilaren, berookt met mirre en wierook, en met allerlei 27132 Hoo 3:6 | berookt met mirre en wierook, en met allerlei poeder des 27133 Hoo 3:11 | 11      Gaat uit, en aanschouwt, gij, dochteren 27134 Hoo 3:11 | den dag Zijner bruiloft, en op den dag der vreugde      27135 Hoo 4:2 | tweelingen voortbrengen, en geen onder hen is jongeloos. ~ 27136 Hoo 4:3 | als een scharlaken snoer, en uw spraak is liefelijk; 27137 Hoo 4:6 | Totdat de dag aankomt, en de schaduwen vlieden, zal 27138 Hoo 4:6 | gaan tot den mirreberg, en tot den wierookheuvel. ~ 27139 Hoo 4:7 | gij schoon, Mijn vriendin, en er is geen gebrek aan u. ~ 27140 Hoo 4:8 | Amana, van den top van Senir en van Hermon, van de woningen 27141 Hoo 4:10 | uitnemende liefde dan wijn, en de reuk uwer olien dan alle 27142 Hoo 4:11 | druppen van honigzeem; honig en melk is onder uw tong, en 27143 Hoo 4:11 | en melk is onder uw tong, en de reuk uwer klederen is 27144 Hoo 4:14 | 14      Nardus en saffraan, kalmus en kaneel, 27145 Hoo 4:14 | Nardus en saffraan, kalmus en kaneel, met allerlei bomen 27146 Hoo 4:14 | bomen van wierook, mirre en aloe, mitsgaders alle voornaamste 27147 Hoo 4:16 | Ontwaak, noordenwind! en kom, Gij zuidenwind! doorwaai 27148 Hoo 4:16 | Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten! ~  ~ ~ 27149 Hoo 5:1 | Eet, vrienden! drinkt, en wordt dronken, o liefsten! ~ 27150 Hoo 5:4 | hand van het gat der deur; en mijn ingewand werd ontroerd 27151 Hoo 5:5 | mijn Liefste open te doen; en mijn handen drupten van 27152 Hoo 5:5 | handen drupten van mirre, en mijn vingers van vloeiende 27153 Hoo 5:10 | Mijn Liefste is blank en rood, Hij draagt de banier 27154 Hoo 5:16 | gehemelte is enkel zoetigheid, en al wat aan Hem is, is gans 27155 Hoo 6:2 | om te weiden in de hoven, en om de lelien te verzamelen. ~ 27156 Hoo 6:3 | Ik ben mijns Liefsten, en mijn Liefste is mijn, Die 27157 Hoo 6:6 | tweelingen voortbrengen, en onder dezelve is geen jongeloos. ~ 27158 Hoo 6:8 | zijn zestig koninginnen en tachtig bijwijven, en maagden 27159 Hoo 6:8 | koninginnen en tachtig bijwijven, en maagden zonder getal. ~ 27160 Hoo 6:9 | roemen, de koninginnen en de bijwijven; en zij zullen 27161 Hoo 6:9 | koninginnen en de bijwijven; en zij zullen haar prijzen. ~ 27162 Hoo 7:5 | hoofd op u is als Karmel, en de haarband uws hoofds als 27163 Hoo 7:6 | Hoe schoon zijt gij, en hoe liefelijk zijt gij, 27164 Hoo 7:7 | vergelijken bij een palmboom, en uw borsten bij druif trossen. ~ 27165 Hoo 7:8 | trossen aan den wijnstok, en de reuk van uw neus als 27166 Hoo 7:9 | 9      En uw gehemelte als goede wijn, 27167 Hoo 7:10 | Ik ben mijns Liefsten, en Zijn genegenheid is tot 27168 Hoo 7:13 | De dudaim geven reuk, en aan onze deuren zijn allerlei 27169 Hoo 7:13 | allerlei edele vruchten, nieuwe en oude; o mijn Liefste! die 27170 Hoo 8:2 | specerijwijn te drinken geven, en van het sap van mijn granaatappelen. ~ 27171 Hoo 8:3 | linkerhand zij onder mijn hoofd, en Zijn rechterhand omhelze 27172 Hoo 8:5 | opklimt uit de woestijn, en liefelijk leunt op haar 27173 Hoo 8:9 | van zilver op haar bouwen; en zo zij een deur is, wij 27174 Hoo 8:10 | 10      Ik ben een muur en mijn borsten zijn als torens. 27175 Hoo 8:14 | haastelijk, mijn Liefste! en wees Gij gelijk een ree, 27176 Jes 1:1 | hetwelk hij zag over Juda en Jeruzalem, in de dagen van 27177 Jes 1:1 | van Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia, de koningen van 27178 Jes 1:2 | Hoort, gij hemelen! en neem ter ore, gij aarde! 27179 Jes 1:2 | heb kinderen groot gemaakt en verhoogd; maar zij hebben 27180 Jes 1:3 | Een os kent zijn bezitter, en een ezel de krib zijns heren; 27181 Jes 1:5 | het ganse hoofd is krank, en het ganse hart is mat. ~ 27182 Jes 1:6 | aan hetzelve; maar wonden, en striemen, en etterbuilen, 27183 Jes 1:6 | maar wonden, en striemen, en etterbuilen, die niet uitgedrukt 27184 Jes 1:6 | uitgedrukt noch verbonden zijn, en geen derzelve is met      27185 Jes 1:7 | in uw tegenwoordigheid, en een verwoesting is er, als 27186 Jes 1:8 | 8      En de dochter van Sion is overgebleven 27187 Jes 1:11 | brandoffers der rammen, en het smeer der vette beesten, 27188 Jes 1:11 | smeer der vette beesten, en heb geen lust aan het bloed      27189 Jes 1:13 | gruwel; de nieuwe maanden, en sabbatten, en het bijeenroepen 27190 Jes 1:13 | nieuwe maanden, en sabbatten, en het bijeenroepen der vergaderingen 27191 Jes 1:14 | 14      Uw nieuwe maanden en uw gezette hoogtijden haat 27192 Jes 1:15 | 15      En als gijlieden uw handen 27193 Jes 1:18 | 18      Komt dan, en laat ons samen rechten, 27194 Jes 1:19 | Indien gijlieden willig zijt en hoort, zo zult gij het goede 27195 Jes 1:20 | Maar indien gij weigert, en wederspannig zijt, zo zult 27196 Jes 1:23 | vorsten zijn afvalligen, en metgezellen der dieven, 27197 Jes 1:23 | heeft de geschenken lief, en zij jagen de vergeldingen 27198 Jes 1:23 | wezen doen zij geen recht, en de      twistzaak der weduwen 27199 Jes 1:25 | 25      En Ik zal Mijn hand tegen u 27200 Jes 1:25 | Mijn hand tegen u keren, en Ik zal uw schuim op het 27201 Jes 1:25 | allerreinste afzuiveren, en Ik zal al uw tin wegnemen. ~ 27202 Jes 1:26 | 26      En Ik zal u uw rechters wedergeven, 27203 Jes 1:26 | wedergeven, als in het eerste, en uw raadslieden als in den 27204 Jes 1:27 | door recht verlost worden, en haar wederkerenden door 27205 Jes 1:28 | verbreking zijn der overtreders, en der zondaars te zamen; en 27206 Jes 1:28 | en der zondaars te zamen; en die den HEERE verlaten, 27207 Jes 1:29 | gijlieden begeerd hebt, en gij zult schaamrood worden, 27208 Jes 1:30 | welks bladeren afvallen, en als een hof, die geen water 27209 Jes 1:31 | 31      En de sterke zal wezen tot 27210 Jes 1:31 | zal wezen tot grof vlas, en zijn werkmeester tot een 27211 Jes 1:31 | werkmeester tot een vonk, en zij zullen beiden te zamen 27212 Jes 1:31 | beiden te zamen branden, en er zal geen uitblusser wezen. ~  ~  ~  ~ ~ 27213 Jes 2:1 | gezien heeft over Juda en Jeruzalem. ~ 27214 Jes 2:2 | 2      En het zal geschieden in het 27215 Jes 2:2 | zijn op den top der bergen, en dat hij zal verheven worden 27216 Jes 2:2 | boven de      heuvelen, en tot denzelven zullen alle 27217 Jes 2:3 | 3      En vele volken zullen heengaan 27218 Jes 2:3 | vele volken zullen heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan 27219 Jes 2:3 | ons lere van Zijn wegen, en dat wij      wandelen in 27220 Jes 2:3 | Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem. ~ 27221 Jes 2:4 | 4      En Hij zal rechten onder de 27222 Jes 2:4 | rechten onder de heidenen, en bestraffen vele volken; 27223 Jes 2:4 | bestraffen vele volken; en zij zullen hun zwaarden 27224 Jes 2:4 | zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkelen; 27225 Jes 2:4 | geen zwaard opheffen, en zij zullen geen oorlog meer 27226 Jes 2:5 | Komt, gij huis van Jakob, en laat ons wandelen in het 27227 Jes 2:6 | goddeloosheid, meer dan het oosten, en zij zijn guichelaars gelijk 27228 Jes 2:6 | guichelaars gelijk de Filistijnen, en aan de kinderen      der 27229 Jes 2:7 | 7      En hun land is vervuld met 27230 Jes 2:7 | land is vervuld met zilver en goud, en hunner schatten 27231 Jes 2:7 | vervuld met zilver en goud, en hunner schatten is geen 27232 Jes 2:7 | ook vervuld met paarden, en hunner wagenen is geen einde. ~ 27233 Jes 2:9 | bukt zich de gemene man, en de aanzienlijke man vernedert 27234 Jes 2:10 | Ga in den rotssteen, en verberg u in het stof, vanwege 27235 Jes 2:10 | vanwege den schrik des HEEREN, en om de heerlijkheid Zijner 27236 Jes 2:11 | zullen vernederd worden, en de hoogheid der mannen zal 27237 Jes 2:11 | zal nedergebogen worden; en de HEERE alleen zal in dien 27238 Jes 2:12 | zijn tegen allen hovaardige en hoge, en tegen allen verhevene, 27239 Jes 2:12 | allen hovaardige en hoge, en tegen allen verhevene, opdat 27240 Jes 2:13 | 13      En tegen alle hoge en verhevene 27241 Jes 2:13 | En tegen alle hoge en verhevene cederen van Libanon, 27242 Jes 2:13 | verhevene cederen van Libanon, en tegen alle eiken van Basan; ~ 27243 Jes 2:14 | 14      En tegen alle hoge bergen, 27244 Jes 2:14 | tegen alle hoge bergen, en tegen alle verhevene heuvelen; ~ 27245 Jes 2:15 | 15      En tegen allen hogen toren, 27246 Jes 2:15 | tegen allen hogen toren, en tegen allen vasten muur; ~ 27247 Jes 2:16 | 16      En tegen alle schepen van Tarsis, 27248 Jes 2:16 | alle schepen van Tarsis, en tegen alle gewenste schilderijen. ~ 27249 Jes 2:17 | 17      En de hoogheid der mensen zal 27250 Jes 2:17 | der mensen zal gebogen, en de hoogheid der mannen zal 27251 Jes 2:17 | mannen zal vernederd worden; en de HEERE alleen zal in die 27252 Jes 2:18 | 18      En elkeen der afgoden zal ganselijk 27253 Jes 2:19 | spelonken der rotsstenen gaan, en in de holen der aarde, vanwege 27254 Jes 2:19 | vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid 27255 Jes 2:20 | mens zijn zilveren afgoden, en zijn gouden afgoden, welke 27256 Jes 2:20 | wegwerpen voor de mollen en de      vledermuizen; ~ 27257 Jes 2:21 | Gaande in de reten der rotsen en in de kloven der steenrotsen, 27258 Jes 2:21 | vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid 27259 Jes 3:1 | heirscharen, zal van Jeruzalem en van Juda wegnemen den stok 27260 Jes 3:1 | van Juda wegnemen den stok en den staf, allen stok des 27261 Jes 3:1 | allen stok des broods, en allen stok des waters; ~ 27262 Jes 3:2 | 2      Den held en den krijgsman, den rechter 27263 Jes 3:2 | den krijgsman, den rechter en den profeet, en den waarzegger, 27264 Jes 3:2 | rechter en den profeet, en den waarzegger, en den oude; ~ 27265 Jes 3:2 | profeet, en den waarzegger, en den oude; ~ 27266 Jes 3:3 | Den overste van vijftig, en den aanzienlijke, en den 27267 Jes 3:3 | vijftig, en den aanzienlijke, en den raadsman, en den wijze 27268 Jes 3:3 | aanzienlijke, en den raadsman, en den wijze onder de werkmeesters, 27269 Jes 3:3 | wijze onder de werkmeesters, en dien, die kloek ter tale 27270 Jes 3:4 | 4      En Ik zal jongelingen stellen 27271 Jes 3:4 | stellen tot hun vorsten, en kinderen zullen over hen 27272 Jes 3:5 | 5      En het volk zal gedrongen worden, 27273 Jes 3:5 | zal zijn tegen den ander, en een iegelijk tegen zijn 27274 Jes 3:7 | wezen; er is ook geen brood en geen kleed in mijn huis; 27275 Jes 3:8 | Jeruzalem heeft aangestoten, en Juda is gevallen, dewijl 27276 Jes 3:8 | gevallen, dewijl hun tong en handelingen tegen den HEERE 27277 Jes 3:9 | aangezichts getuigt tegen hen, en hun zonden spreken zij vrij 27278 Jes 3:12 | Mijns volks zijn kinderen, en vrouwen heersen over hetzelve. 27279 Jes 3:12 | die u leiden, verleiden u, en den weg uwer paden slokken 27280 Jes 3:13 | stelt Zich om te pleiten, en Hij staat, om de volken 27281 Jes 3:14 | tegen de oudsten Zijns volks en deszelfs vorsten, want gijlieden 27282 Jes 3:15 | gij Mijn volk verbrijzelt, en de aangezichten der ellendigen 27283 Jes 3:16 | van Sion zich verheffen, en gaan met uitgestrekten hals, 27284 Jes 3:16 | met uitgestrekten hals, en lonken met de ogen, al gaande 27285 Jes 3:16 | lonken met de ogen, al gaande en trippelende daarhenen treden,      27286 Jes 3:16 | trippelende daarhenen treden,      en alsof haar voeten gebonden 27287 Jes 3:17 | van Sion schurftig maken, en de HEERE zal haar schaamte 27288 Jes 3:18 | sieraad der kousebanden, en de netjes, en de maantjes. ~ 27289 Jes 3:18 | kousebanden, en de netjes, en de maantjes. ~ 27290 Jes 3:19 | 19      De reukdoosjes, en de kleine ketentjes, en 27291 Jes 3:19 | en de kleine ketentjes, en de glinsterende kledingen, ~ 27292 Jes 3:20 | 20      De hoofdkroning, en de armversierselen, en de 27293 Jes 3:20 | en de armversierselen, en de bindselen, en de reukballetjes, 27294 Jes 3:20 | armversierselen, en de bindselen, en de reukballetjes, en de 27295 Jes 3:20 | bindselen, en de reukballetjes, en de oorringen, ~ 27296 Jes 3:21 | 21      De ringen en de voorhoofdsierselen, ~ 27297 Jes 3:22 | De wisselklederen, en de manteltjes, en de hoedjes, 27298 Jes 3:22 | wisselklederen, en de manteltjes, en de hoedjes, en de buidels, ~ 27299 Jes 3:22 | manteltjes, en de hoedjes, en de buidels, ~ 27300 Jes 3:23 | 23      De spiegels, en de fijn-linnen deksels, 27301 Jes 3:23 | de fijn-linnen deksels, en de hulledoeken, en de sluiers. ~ 27302 Jes 3:23 | deksels, en de hulledoeken, en de sluiers. ~ 27303 Jes 3:24 | 24      En het zal geschieden, dat 27304 Jes 3:24 | specerij stank zal zijn, en lossigheid voor een gordel, 27305 Jes 3:24 | lossigheid voor een gordel, en kaalheid in plaats van haarvlechten, 27306 Jes 3:24 | plaats van haarvlechten, en omgording eens zaks in plaats 27307 Jes 3:24 | van een wijden      rok, en verbranding in plaats van 27308 Jes 3:25 | door het zwaard vallen, en uw helden in den strijd. ~ 27309 Jes 3:26 | 26      En haar poorten zullen treuren, 27310 Jes 3:26 | poorten zullen treuren, en leed dragen, en zij zal, 27311 Jes 3:26 | treuren, en leed dragen, en zij zal, ledig gemaakt zijnde, 27312 Jes 4:1 | 1   En te dien dage zullen zeven 27313 Jes 4:1 | Ons brood zullen wij eten, en met onze klederen zullen 27314 Jes 4:2 | SPRUIT zijn tot sieraad en tot heerlijkheid, en de 27315 Jes 4:2 | sieraad en tot heerlijkheid, en de vrucht der aarde tot 27316 Jes 4:2 | aarde tot voortreffelijkheid en tot versiering dengenen, 27317 Jes 4:3 | 3   En het zal geschieden, dat 27318 Jes 4:3 | de overgeblevene in Sion, en de overgelatene in Jeruzalem 27319 Jes 4:4 | der dochteren van Sion, en de bloedschulden van Jeruzalem 27320 Jes 4:4 | den Geest des   oordeels, en door den Geest der uitbranding. ~ 27321 Jes 4:5 | 5   En de HEERE zal over alle woning 27322 Jes 4:5 | woning van den berg Sions, en over haar vergaderingen, 27323 Jes 4:5 | scheppen een wolk des daags, en een rook, en den glans eens 27324 Jes 4:5 | des daags, en een rook, en den glans eens vlammenden 27325 Jes 4:6 | 6   En daar zal een hut zijn tot 27326 Jes 4:6 | des daags tegen de hitte, en tot een toevlucht, en tot 27327 Jes 4:6 | hitte, en tot een toevlucht, en tot een verberging tegen 27328 Jes 4:6 | verberging tegen den vloed en tegen den regen. ~  ~ 27329 Jes 5:2 | 2      En Hij heeft dien omtuind, 27330 Jes 5:2 | Hij heeft dien omtuind, en van stenen gezuiverd, en 27331 Jes 5:2 | en van stenen gezuiverd, en Hij heeft hem beplant met 27332 Jes 5:2 | beplant met edele wijnstokken; en Hij heeft in deszelfs midden 27333 Jes 5:2 | midden een toren gebouwd, en ook een wijnbak      daarin 27334 Jes 5:2 | daarin uitgehouwen; en Hij heeft verwacht, dat 27335 Jes 5:3 | inwoners van Jeruzalem, en gij mannen van Juda, oordeelt 27336 Jes 5:3 | oordeelt toch tussen Mij en tussen Mijn wijngaard. ~ 27337 Jes 5:4 | druiven voortbrengen zou, en hij heeft stinkende      27338 Jes 5:6 | 6      En Ik zal hem tot woestheid 27339 Jes 5:6 | omgehakt worden, maar distelen en doornen zullen daarin opgaan; 27340 Jes 5:6 | doornen zullen daarin opgaan; en Ik zal den wolken gebieden, 27341 Jes 5:7 | is het huis van Israel, en de mannen van Juda zijn 27342 Jes 5:7 | plant Zijner verlustigingen; en Hij heeft gewacht naar recht, 27343 Jes 5:8 | er geen plaats meer zij, en dat gijlieden alleen inwoners 27344 Jes 5:9 | zullen worden, de grote en de treffelijke zonder inwoner! ~ 27345 Jes 5:10 | zullen een enig bath geven, en een homer zaads zal een 27346 Jes 5:11 | sterken drank najagen, en vertoeven tot in de schemering, 27347 Jes 5:12 | 12      En harpen en luiten, trommelen 27348 Jes 5:12 | 12      En harpen en luiten, trommelen en pijpen, 27349 Jes 5:12 | harpen en luiten, trommelen en pijpen, en wijn zijn in 27350 Jes 5:12 | luiten, trommelen en pijpen, en wijn zijn in hun maaltijden; 27351 Jes 5:12 | het werk des HEEREN niet, en zij zien niet op het maaksel 27352 Jes 5:13 | het geen wetenschap heeft; en deszelfs heerlijken zullen 27353 Jes 5:13 | heerlijken zullen honger lijden, en hun menigte zal verdorren 27354 Jes 5:14 | zichzelf wijd opensperren, en zijn mond opendoen, zonder 27355 Jes 5:14 | nederdale haar heerlijkheid, en haar menigte, met haar gedruis, 27356 Jes 5:14 | menigte, met haar gedruis, en die in haar van      vreugde 27357 Jes 5:15 | man nedergebogen worden, en de aanzienlijke man zal 27358 Jes 5:15 | man zal vernederd worden, en de ogen der hovaardigen 27359 Jes 5:16 | verhoogd worden door het recht; en God, die Heilige, zal geheiligd 27360 Jes 5:17 | 17      En de lammeren zullen weiden 27361 Jes 5:17 | zullen weiden naar hun wijze, en de vreemdelingen zullen 27362 Jes 5:18 | met koorden der ijdelheid, en de zonde als met dikke wagenzelen! ~ 27363 Jes 5:19 | bespoedige, opdat wij het zien; en laat naderen en komen den 27364 Jes 5:19 | het zien; en laat naderen en komen den raadslag des Heiligen 27365 Jes 5:20 | die het kwade goed heten, en het goede kwaad; die duisternis 27366 Jes 5:20 | duisternis tot licht stellen, en het licht tot duisternis; 27367 Jes 5:20 | bittere tot zoet stellen, en het zoete tot bitterheid! ~ 27368 Jes 5:21 | dengenen, die in hun ogen wijs, en bij zichzelven verstandig 27369 Jes 5:22 | zijn om wijn te drinken, en die kloeke mannen zijn om 27370 Jes 5:23 | rechtvaardigen om een geschenk, en de gerechtigheid der rechtvaardigen 27371 Jes 5:24 | vuurs den stoppel verteert, en het kaf door de vlam verdaan 27372 Jes 5:24 | als een uittering wezen; en hun bloem zal als stof opvaren;      27373 Jes 5:24 | HEEREN der heirscharen, en de rede des Heiligen van 27374 Jes 5:25 | ontstoken tegen Zijn volk, en Hij heeft tegen hetzelve 27375 Jes 5:25 | hetzelve Zijn hand uitgestrekt, en Hij heeft het geslagen, 27376 Jes 5:25 | de bergen hebben gebeefd, en hun      dode lichamen zijn 27377 Jes 5:26 | onder de heidenen van verre, en Hij zal hen herwaarts sissen 27378 Jes 5:26 | van het einde der aarde; en ziet, haastelijk, snellijk 27379 Jes 5:27 | 27      Geen moede, en geen struikelende zal onder 27380 Jes 5:28 | pijlen scherp zullen zijn, en al hun bogen gespannen; 27381 Jes 5:28 | als een rots geacht zijn, en hun raderen als een wervelwind. ~ 27382 Jes 5:29 | als van een ouden leeuw, en zij zullen brullen als de 27383 Jes 5:29 | brullen als de jonge leeuwen, en zij zullen briesen, en den 27384 Jes 5:29 | en zij zullen briesen, en den roof aangrijpen en wegvoeren; 27385 Jes 5:29 | en den roof aangrijpen en wegvoeren; en er zal geen 27386 Jes 5:29 | aangrijpen en wegvoeren; en er zal geen verlosser zijn. ~ 27387 Jes 5:30 | 30      En zij zullen tegen hetzelve 27388 Jes 5:30 | ziet, er zal duisternis en benauwdheid zijn, en het 27389 Jes 5:30 | duisternis en benauwdheid zijn, en het licht zal      verduisterd 27390 Jes 6:1 | Heere, zittende op een hogen en verheven troon, en Zijn 27391 Jes 6:1 | hogen en verheven troon, en Zijn zomen vervullende den 27392 Jes 6:2 | bedekte ieder zijn aangezicht, en met twee bedekte hij zijn 27393 Jes 6:2 | bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij. ~ 27394 Jes 6:3 | 3      En de een riep tot den ander, 27395 Jes 6:3 | een riep tot den ander, en zeide: Heilig, heilig, heilig 27396 Jes 6:4 | van de stem des roependen; en het huis werd vervuld met 27397 Jes 6:5 | van onreine lippen ben, en ik woon in het midden eens 27398 Jes 6:6 | de serafs vloog tot mij, en had een gloeiende kool in 27399 Jes 6:7 | 7      En hij roerde mijn mond daarmede 27400 Jes 6:7 | mijn mond daarmede aan, en zeide: Zie, deze heeft uw 27401 Jes 6:7 | uw misdaad van u geweken, en uw zonde is verzoend. ~ 27402 Jes 6:8 | zeide: Wien zal Ik zenden, en wie zal voor Ons henengaan? 27403 Jes 6:9 | Toen zeide Hij: Ga henen, en zeg tot dit volk: Horende 27404 Jes 6:9 | hoort, maar verstaat niet, en ziende ziet, maar merkt 27405 Jes 6:10 | het hart dezes volks vet, en maak hun oren zwaar, en 27406 Jes 6:10 | en maak hun oren zwaar, en sluit hun ogen, opdat het 27407 Jes 6:10 | noch zich bekere,      en Hij het geneze. ~ 27408 Jes 6:11 | zeide ik: Hoe lang, Heere? En Hij zeide: Totdat de steden 27409 Jes 6:11 | zodat er geen inwoner zij, en de huizen, dat er geen mens 27410 Jes 6:11 | huizen, dat er geen mens zij, en dat het land met verwoesting      27411 Jes 6:12 | die mensen verre wegdoen, en de verlating zal groot wezen 27412 Jes 6:13 | tiende deel zal daarin zijn, en het zal wederkeren, en zijn 27413 Jes 6:13 | en het zal wederkeren, en zijn om af te weiden; maar 27414 Jes 6:13 | weiden; maar gelijk de eik, en gelijk de haageik, in dewelke 27415 Jes 7:1 | Rezin, de koning van Syrie, en Pekah, de zoon van Remalia, 27416 Jes 7:2 | zo bewoog zich zijn hart en het hart zijns volks, gelijk 27417 Jes 7:3 | 3      En de HEERE zeide tot Jesaja: 27418 Jes 7:3 | uit, Achaz tegemoet, gij en uw zoon, Schear-Jaschub, 27419 Jes 7:4 | 4      En zeg tot hem: Wacht u, en 27420 Jes 7:4 | En zeg tot hem: Wacht u, en zijt gerust, vrees niet, 27421 Jes 7:4 | zijt gerust, vrees niet, en uw hart worde niet week, 27422 Jes 7:4 | des toorns van      Rezin en der Syriers, en van den 27423 Jes 7:4 | Rezin en der Syriers, en van den zoon van Remalia; ~ 27424 Jes 7:5 | beraadslaagd heeft, met Efraim en den zoon van Remalia, zeggende: ~ 27425 Jes 7:6 | ons optrekken tegen Juda, en het verdriet aandoen, en 27426 Jes 7:6 | en het verdriet aandoen, en het onder ons delen, en 27427 Jes 7:6 | en het onder ons delen, en den zoon van Tabeal koning 27428 Jes 7:7 | HEERE: Het zal niet bestaan, en het zal niet geschieden. ~ 27429 Jes 7:8 | het hoofd van Syrie zijn, en Rezin het hoofd van Damaskus; 27430 Jes 7:8 | het hoofd van Damaskus; en in nog vijf en zestig jaren 27431 Jes 7:8 | Damaskus; en in nog vijf en zestig jaren zal Efraim 27432 Jes 7:9 | Samaria Efraims hoofd zijn, en de zoon van Remalia het 27433 Jes 7:10 | 10      En de HEERE voer voort te spreken 27434 Jes 7:12 | Ik zal het niet eisen, en ik zal den HEERE niet verzoeken. ~ 27435 Jes 7:14 | maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, 27436 Jes 7:14 | zij zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL heten. ~ 27437 Jes 7:15 | 15      Boter en honig zal Hij eten, totdat 27438 Jes 7:15 | te verwerpen het kwade, en te verkiezen het goede. ~ 27439 Jes 7:16 | te verwerpen het kwade, en te verkiezen het goede, 27440 Jes 7:17 | Doch de HEERE zal over u, en over uw volk, en over uws 27441 Jes 7:17 | over u, en over uw volk, en over uws vaders huis, dagen 27442 Jes 7:18 | rivieren van Egypte zijn, en de bijen die in het land 27443 Jes 7:19 | 19      En zij zullen komen, en zij 27444 Jes 7:19 | En zij zullen komen, en zij allen zullen rusten 27445 Jes 7:19 | rusten in de woeste dalen, en in de kloven der steenrotsen, 27446 Jes 7:19 | kloven der steenrotsen, en in al de doornhagen, en 27447 Jes 7:19 | en in al de doornhagen, en in alle geprezene plaatsen. ~ 27448 Jes 7:20 | Assyrie, afscheren het hoofd, en het haar der voeten; ja, 27449 Jes 7:21 | 21      En het zal geschieden te dien 27450 Jes 7:21 | leven zal behouden hebben, en twee schapen; ~ 27451 Jes 7:22 | 22      En het zal geschieden, dat 27452 Jes 7:22 | des lands, die zal boter en      honig eten. ~ 27453 Jes 7:23 | zilverlingen, tot doornen en distelen zal zijn; ~ 27454 Jes 7:24 | Dat men met pijlen en met den boog aldaar zal 27455 Jes 7:24 | het ganse land zal doornen en distelen zijn. ~ 27456 Jes 7:25 | komen uit vrees der doornen en der distelen; maar die zullen 27457 Jes 7:25 | inzending van den os,      en tot vertreding van het kleinvee. ~  ~  ~  ~ ~ 27458 Jes 8:1 | mij: Neem u een grote rol, en schrijf daarop met eens 27459 Jes 8:2 | getuigen, Uria, den priester, en Zacharia, den zoon van Jeberechja. ~ 27460 Jes 8:3 | 3      En ik was tot de profetesse 27461 Jes 8:3 | genaderd, die werd zwanger, en baarde een zoon; en de HEERE 27462 Jes 8:3 | zwanger, en baarde een zoon; en de HEERE zeide tot mij: 27463 Jes 8:4 | den rijkdom van Damaskus, en den buit van Samaria dragen 27464 Jes 8:5 | 5      En de HEERE sprak nog verder 27465 Jes 8:6 | Siloa, die zachtjes gaan, en er vreugde is bij Rezin 27466 Jes 8:6 | er vreugde is bij Rezin en den zoon van Remalia; ~ 27467 Jes 8:7 | doen opkomen die sterke en geweldige wateren der rivier, 27468 Jes 8:7 | den koning van Assyrie en al zijn heerlijkheid; en 27469 Jes 8:7 | en al zijn heerlijkheid; en hij zal opkomen over al 27470 Jes 8:7 | over al zijn      stromen, en gaan over al zijn oevers; ~ 27471 Jes 8:8 | 8      En hij zal doortrekken in Juda, 27472 Jes 8:8 | hij zal het overstromen, en er doorgaan, hij zal tot 27473 Jes 8:8 | tot aan den hals reiken; en de uitstrekkingen zijner 27474 Jes 8:9 | volken! doch wordt verbroken; en neemt ter ore, allen gij, 27475 Jes 8:11 | gezegd, met een sterke hand, en Hij onderwees mij van niet 27476 Jes 8:12 | Het is een verbintenis; en vreest gijlieden hun vreze 27477 Jes 8:12 | gijlieden hun vreze niet, en verschrikt niet. ~ 27478 Jes 8:13 | zult gijlieden heiligen, en Hij zij uw vreze, en Hij 27479 Jes 8:13 | heiligen, en Hij zij uw vreze, en Hij zij uw verschrikking. 27480 Jes 8:14 | een steen des aanstoots en tot een rotssteen der struikeling 27481 Jes 8:14 | van Israel, tot een strik en tot een net den      inwoners 27482 Jes 8:15 | 15      En velen onder hen zullen struikelen, 27483 Jes 8:15 | onder hen zullen struikelen, en vallen, en verbroken worden, 27484 Jes 8:15 | zullen struikelen, en vallen, en verbroken worden, en zullen 27485 Jes 8:15 | vallen, en verbroken worden, en zullen verstrikt en gevangen 27486 Jes 8:15 | worden, en zullen verstrikt en gevangen worden. ~ 27487 Jes 8:17 | voor het huis van Jakob, en ik zal Hem verwachten. ~ 27488 Jes 8:18 | 18      Ziet, ik en de kinderen, die mij de 27489 Jes 8:18 | heeft, zijn tot tekenen en tot wonderen in Israel, 27490 Jes 8:19 | zullen: Vraagt waarzeggers en duivelskunstenaars, die 27491 Jes 8:19 | duivelskunstenaars, die daar piepen, en binnensmonds mompelen; zo 27492 Jes 8:20 | 20      Tot de wet en tot de getuigenis! zo zij 27493 Jes 8:21 | 21      En een ieder van hen zal daar 27494 Jes 8:21 | daar doorgaan, hard gedrukt en hongerig; en het zal geschieden, 27495 Jes 8:21 | hard gedrukt en hongerig; en het zal geschieden, wanneer 27496 Jes 8:21 | geschieden, wanneer hem hongert, en hij zeer toornig zal zijn, 27497 Jes 8:21 | hij vloeken op zijn koning en      op zijn God, als hij 27498 Jes 8:22 | ziet, er zal benauwdheid en duisternis zijn; hij zal 27499 Jes 8:22 | verduisterd zijn door angst, en voortgedreven door donkerheid. ~ 27500 Jes 8:23 | het land van Zebulon aan, en naar het      land van Nafthali


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License