1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
28001 Jes 29:5 | als voorbijvliegend kaf; en het zal in een ogenblik
28002 Jes 29:6 | bezocht worden met donder, en met aardbeving, en groot
28003 Jes 29:6 | donder, en met aardbeving, en groot geluid, met wervelwind,
28004 Jes 29:6 | geluid, met wervelwind, en onweder, en de vlam eens
28005 Jes 29:6 | wervelwind, en onweder, en de vlam eens verterenden
28006 Jes 29:7 | 7 En gelijk de droom van een
28007 Jes 29:7 | zelfs allen, die tegen haar en haar vestingen strijden,
28008 Jes 29:7 | haar vestingen strijden, en haar beangstigen zullen. ~
28009 Jes 29:8 | wanneer een hongerige droomt, en ziet, hij eet; maar als
28010 Jes 29:8 | wanneer een dorstige droomt, en ziet, hij drinkt; maar
28011 Jes 29:8 | ziet, zo is hij nog mat, en zijn ziel is begerig; alzo
28012 Jes 29:10 | geest des diepen slaaps, en Hij heeft uw ogen toegesloten;
28013 Jes 29:10 | toegesloten; de profeten, en uw hoofden, en de zieners
28014 Jes 29:10 | profeten, en uw hoofden, en de zieners heeft Hij verblind. ~
28015 Jes 29:11 | zeggende: Lees toch dit; en hij zegt: Ik kan niet,
28016 Jes 29:12 | zeggende: Lees toch dit; en hij zegt: Ik kan niet lezen. ~
28017 Jes 29:13 | Mij nadert met zijn mond, en zij Mij met hun lippen eren,
28018 Jes 29:13 | hart verre van Mij doen; en hun vreze, waarmede zij
28019 Jes 29:14 | met dit volk, wonderlijk en wonderbaarlijk; want de
28020 Jes 29:14 | zijner wijzen zal vergaan, en het verstand zijner verstandigen
28021 Jes 29:15 | HEERE, hun raad verbergende; en welker werken in duisterheid
28022 Jes 29:15 | duisterheid geschieden, en zij zeggen: Wie ziet ons,
28023 Jes 29:15 | zij zeggen: Wie ziet ons, en wie kent ons? ~
28024 Jes 29:16 | heeft mij niet gemaakt; en het geformeerde vat van
28025 Jes 29:17 | veld zal veranderd worden, en het vruchtbare veld voor
28026 Jes 29:18 | 18 En te dien dage zullen de doven
28027 Jes 29:18 | horen de woorden des Boeks; en de ogen der blinden, zijnde
28028 Jes 29:18 | zijnde uit de donkerheid en uit de duisternis, zullen
28029 Jes 29:19 | 19 En de zachtmoedigen zullen
28030 Jes 29:19 | vreugde hebben in den HEERE; en de behoeftigen onder de
28031 Jes 29:20 | tiran een einde zal hebben, en dat het met den bespotter
28032 Jes 29:20 | bespotter uit zal zijn, en dat allen, die tot ongerechtigheid
28033 Jes 29:21 | schuldig maken om een woord, en leggen dien strikken, die
28034 Jes 29:21 | hen bestraft in de poort; en die den rechtvaardige verdrijven
28035 Jes 29:22 | niet meer beschaamd worden, en nu zal zijn aangezicht niet
28036 Jes 29:23 | zij Mijn Naam heiligen; en zij zullen den Heilige Jakobs
28037 Jes 29:23 | Heilige Jakobs heiligen, en den God van Israel
28038 Jes 29:24 | 24 En die dwalende van geest zijn,
28039 Jes 29:24 | zullen tot verstand komen, en de murmureerders zullen
28040 Jes 30:1 | maken, maar niet uit Mij, en om zich met een bedekking
28041 Jes 30:2 | af te trekken in Egypte, en vragen Mijn mond niet; om
28042 Jes 30:2 | met de macht van Farao, en om hun toevlucht te nemen
28043 Jes 30:3 | ulieden tot schaamte zijn, en die toevlucht onder de schaduw
28044 Jes 30:4 | zullen geweest zijn tot Zoan, en zijn gezanten zullen gekomen
28045 Jes 30:5 | voordeel, maar tot schande en ook tot smaadheid zijn zal. ~
28046 Jes 30:6 | naar het land des angstes, en der benauwdheid, van waar
28047 Jes 30:6 | van waar de sterke leeuw en de oude leeuw is, de basilisk
28048 Jes 30:6 | oude leeuw is, de basilisk en de vurige vliegende draak;
28049 Jes 30:6 | op den rug der veulens, en hun schatten op de bulten
28050 Jes 30:7 | Want Egypte zal ijdellijk en te vergeefs helpen; daarom
28051 Jes 30:8 | schrijf voor hen op een tafel, en teken het in een boek, opdat
28052 Jes 30:10 | tot de zieners: Ziet niet; en tot de schouwers: Schouwt
28053 Jes 30:12 | gijlieden dit woord verwerpt, en vertrouwt op onderdrukking
28054 Jes 30:12 | vertrouwt op onderdrukking en verkeerdheid, en steunt
28055 Jes 30:12 | onderdrukking en verkeerdheid, en steunt daarop: ~
28056 Jes 30:15 | Israels: Door wederkering en rust zoudt gijlieden behouden
28057 Jes 30:15 | behouden worden, in stilheid en in vertrouwen zou uw sterkte
28058 Jes 30:16 | 16 En gij zegt: Neen, maar op
28059 Jes 30:16 | daarom zult gij vlieden! En: Op snelle paarden zullen
28060 Jes 30:17 | op den top van een berg, en als een banier op een
28061 Jes 30:18 | 18 En daarom zal de HEERE wachten,
28062 Jes 30:18 | opdat Hij u genadig zij, en daarom zal Hij verhoogd
28063 Jes 30:20 | wel brood der benauwdheid, en wateren der verdrukking
28064 Jes 30:21 | 21 En uw oren zullen horen het
28065 Jes 30:22 | 22 En gijlieden zult voor onrein
28066 Jes 30:22 | zilveren gesneden beelden, en het overtreksel uwer gouden
28067 Jes 30:22 | maanstondig kleed, en tot elk van die zeggen:
28068 Jes 30:23 | bezaaid hebt, regen geven, en brood van des lands inkomen,
28069 Jes 30:23 | brood van des lands inkomen, en hetzelve zal vet en smoutig
28070 Jes 30:23 | inkomen, en hetzelve zal vet en smoutig zijn; uw vee zal
28071 Jes 30:24 | 24 En de ossen, en ezelveulens,
28072 Jes 30:24 | 24 En de ossen, en ezelveulens, die het land
28073 Jes 30:24 | verschud is met de werpschoffel en met de wan. ~
28074 Jes 30:25 | 25 En er zullen op allen hogen
28075 Jes 30:25 | zullen op allen hogen berg, en op allen verhevenen heuvel
28076 Jes 30:25 | verhevenen heuvel beekjes en watervlieten zijn, in den
28077 Jes 30:26 | 26 En het licht der maan zal zijn
28078 Jes 30:26 | zijn als het licht der zon, en het licht der zon zal zevenvoudig
28079 Jes 30:26 | volks zal verbinden, en de wonde, waarmede het geslagen
28080 Jes 30:27 | verre, Zijn toorn brandt, en de last is zwaar; Zijn lippen
28081 Jes 30:27 | lippen zijn vol gramschap, en Zijn tong, als een verterend
28082 Jes 30:28 | 28 En Zijn adem is als een overlopende
28083 Jes 30:28 | schudding der ijdelheid, en als een misleidende toom
28084 Jes 30:29 | het feest geheiligd wordt; en blijdschap des harten, gelijk
28085 Jes 30:30 | 30 En de HEERE zal Zijn heerlijke
28086 Jes 30:30 | heerlijke stem doen horen, en de nederlating Zijns arms
28087 Jes 30:30 | met grimmigheid van toorn, en een vlam van verterend vuur,
28088 Jes 30:30 | verterend vuur, stralen, en een vloed, en hagelstenen. ~
28089 Jes 30:30 | stralen, en een vloed, en hagelstenen. ~
28090 Jes 30:32 | 32 En alwaar die gegrondveste
28091 Jes 30:32 | daar zal men met trommelen en harpen zijn; want met bewegende
28092 Jes 30:33 | bereid; Hij heeft hem diep en wijd gemaakt, het vuur en
28093 Jes 30:33 | en wijd gemaakt, het vuur en hout van zijn brandstapel
28094 Jes 31:1 | Egypte om hulp aftrekken, en steunen op paarden, en vertrouwen
28095 Jes 31:1 | en steunen op paarden, en vertrouwen op wagenen, omdat
28096 Jes 31:1 | wagenen, omdat er vele zijn, en op ruiters, omdat die zeer
28097 Jes 31:1 | omdat die zeer machtig zijn; en zien niet op den Heilige
28098 Jes 31:1 | op den Heilige Israels, en zoeken den HEERE niet. ~
28099 Jes 31:2 | Nochtans is Hij ook wijs, en Hij doet het kwaad komen,
28100 Jes 31:2 | Hij doet het kwaad komen, en trekt Zijn woorden niet
28101 Jes 31:2 | het huis der boosdoeners, en tegen de hulp dergenen,
28102 Jes 31:3 | Egyptenaren zijn mensen, en geen God, en hun paarden
28103 Jes 31:3 | zijn mensen, en geen God, en hun paarden zijn vlees,
28104 Jes 31:3 | hun paarden zijn vlees, en geen geest; en de HEERE
28105 Jes 31:3 | zijn vlees, en geen geest; en de HEERE zal Zijn hand uitstrekken,
28106 Jes 31:3 | de helper struikelen zal, en die geholpen wordt, zal
28107 Jes 31:3 | wordt, zal nedervallen, en zij zullen al te zamen te
28108 Jes 31:4 | gezegd: Gelijk als een leeuw, en een jonge leeuw over zijn
28109 Jes 31:4 | hij voor hun stem niet, en vernedert zich niet vanwege
28110 Jes 31:4 | strijden voor den berg Sions en voor haar heuvel. ~
28111 Jes 31:7 | ieder zijn zilveren afgoden en zijn gouden afgoden, welke
28112 Jes 31:8 | 8 En Assur zal vallen door het
28113 Jes 31:8 | zwaard, niet eens mans, en het zwaard, niet eens mensen,
28114 Jes 31:8 | mensen, zal hem verteren; en hij zal voor het zwaard
28115 Jes 31:8 | voor het zwaard vlieden, en zijn jongelingen zullen
28116 Jes 31:9 | 9 En hij zal van vreze doorgaan
28117 Jes 31:9 | doorgaan naar zijn rotssteen, en zijn vorsten zullen voor
28118 Jes 31:9 | HEERE, die te Sion vuur, en te Jeruzalem een oven heeft. ~ ~
28119 Jes 32:1 | regeren in gerechtigheid, en de vorsten zullen heersen
28120 Jes 32:2 | 2 En die man zal zijn als een
28121 Jes 32:2 | verberging tegen den wind, en een schuilplaats tegen den
28122 Jes 32:3 | 3 En de ogen dergenen, die zien,
28123 Jes 32:3 | zullen niet terugzien, en de oren dergenen, die horen,
28124 Jes 32:4 | 4 En het hart der onbedachtzamen
28125 Jes 32:4 | de wetenschap verstaan, en de tong der stamelenden
28126 Jes 32:5 | genoemd worden milddadig, en de gierige zal niet meer
28127 Jes 32:6 | dwaas spreekt dwaasheid, en zijn hart doet ongerechtigheid,
28128 Jes 32:6 | om huichelarij te plegen, en om dwaling te spreken tegen
28129 Jes 32:6 | hongerigen ledig te laten, en den dorstige drank te doen
28130 Jes 32:7 | 7 En eens gierigaards ganse gereedschap
28131 Jes 32:7 | bederven met valse redenen, en het recht, als de arme
28132 Jes 32:8 | beraadslaagt milddadigheden, en staat op milddadigheden. ~
28133 Jes 32:11 | zeker zijt; trekt u uit, en ontbloot u, en gordt zakken
28134 Jes 32:11 | trekt u uit, en ontbloot u, en gordt zakken om uw lendenen. ~
28135 Jes 32:13 | mijns volks zal de doorn en de distel opgaan; ja, op
28136 Jes 32:14 | stad zal ophouden; Ofel en de wachttorens zullen tot
28137 Jes 32:15 | vruchtbaar veld worden, en het vruchtbare veld zal
28138 Jes 32:16 | 16 En het recht zal in de woestijn
28139 Jes 32:16 | zal in de woestijn wonen, en de gerechtigheid zal op
28140 Jes 32:17 | 17 En het werk der gerechtigheid
28141 Jes 32:17 | gerechtigheid zal vrede zijn; en de werking der gerechtigheid
28142 Jes 32:17 | gerechtigheid zal zijn gerustheid en zekerheid tot in eeuwigheid. ~
28143 Jes 32:18 | 18 En mijn volk zal in een woonplaats
28144 Jes 32:18 | woonplaats des vredes wonen, en in welverzekerde woningen,
28145 Jes 32:18 | welverzekerde woningen, en in stille geruste plaatsen. ~
28146 Jes 32:19 | men afgaat in het woud, en de stad zal laag worden
28147 Jes 32:20 | die den voet des osses en des ezels derwaarts henenzendt! ~ ~ ~ ~ ~
28148 Jes 33:1 | die niet verwoest zijt, en gij, die trouwelooslijk
28149 Jes 33:4 | worden; men zal daarin ginds en weder huppelen, gelijk de
28150 Jes 33:4 | gelijk de sprinkhanen ginds en weder huppelen. ~
28151 Jes 33:5 | Sion vervuld met gericht en gerechtigheid. ~
28152 Jes 33:6 | 6 En het zal geschieden, dat
28153 Jes 33:6 | behoudenissen zal zijn wijsheid en kennis; de vreze des HEEREN
28154 Jes 33:12 | 12 En de volken zullen zijn als
28155 Jes 33:13 | zijt, wat Ik gedaan heb; en gijlieden, die nabij zijt,
28156 Jes 33:15 | gerechtigheden wandelt, en die billijkheden spreekt;
28157 Jes 33:15 | geen bloedschulden hore, en zijn ogen toesluit; dat
28158 Jes 33:20 | zullen uitgetogen worden, en van welker zelen geen verscheurd
28159 Jes 33:21 | roeischuit zal daar doorvaren, en geen treffelijk schip zal
28160 Jes 33:24 | 24 En geen inwoner zal zeggen:
28161 Jes 34:1 | gij heidenen, om te horen, en gij volken, luistert toe;
28162 Jes 34:1 | luistert toe; de aarde hore, en haar volheid, de wereld
28163 Jes 34:1 | haar volheid, de wereld en al wat daaruit voortkomt. ~
28164 Jes 34:2 | is over al de heidenen, en grimmigheid over al hun
28165 Jes 34:3 | 3 En hun verslagenen zullen weggeworpen
28166 Jes 34:3 | zullen weggeworpen worden, en van hun dode lichamen zal
28167 Jes 34:3 | lichamen zal hun stank opgaan; en de bergen zullen smelten
28168 Jes 34:4 | 4 En al het heir der hemelen
28169 Jes 34:4 | der hemelen zal uitteren, en de hemelen zullen toegerold
28170 Jes 34:4 | worden, gelijk een boek, en al hun heir zal afvallen,
28171 Jes 34:4 | van den wijnstok afvalt, en gelijk een vijg afvalt
28172 Jes 34:5 | oordeel nederdalen op Edom, en op het volk, hetwelk Ik
28173 Jes 34:6 | van het bloed der lammeren en der bokken, van het smeer
28174 Jes 34:6 | een slachtoffer te Bozra, en een grote slachting in het
28175 Jes 34:7 | 7 En de eenhoornen zullen met
28176 Jes 34:7 | eenhoornen zullen met hen afgaan, en de varren met de stieren;
28177 Jes 34:7 | de varren met de stieren; en hun land zal doordronken
28178 Jes 34:7 | doordronken zijn van het bloed, en hun stof zal van het smeer
28179 Jes 34:9 | 9 En hun beken zullen in pek
28180 Jes 34:9 | in pek verkeerd worden, en hun stof in zwavel; ja,
28181 Jes 34:11 | 11 Maar de roerdomp en de nachtuil zullen het erfelijk
28182 Jes 34:11 | zullen het erfelijk bezitten, en de schuifuit, en de raaf
28183 Jes 34:11 | bezitten, en de schuifuit, en de raaf zal daarin wonen;
28184 Jes 34:11 | woestigheid over hen trekken, en een richtlood der ledigheid. ~
28185 Jes 34:13 | 13 En in hun paleizen zullen doornen
28186 Jes 34:13 | doornen opgaan, netelen en distelen in hun vestingen;
28187 Jes 34:13 | distelen in hun vestingen; en het zal een woning der draken
28188 Jes 34:14 | 14 En de wilde dieren der woestijnen
28189 Jes 34:14 | eilanden daar ontmoeten, en de duivel zal zijn metgezel
28190 Jes 34:14 | aldaar nederzetten, en het zal een rustplaats voor
28191 Jes 34:15 | de wilde meerle nestelen en leggen, en haar jongen uitbikken,
28192 Jes 34:15 | meerle nestelen en leggen, en haar jongen uitbikken, en
28193 Jes 34:15 | en haar jongen uitbikken, en onder haar schaduw vergaderen;
28194 Jes 34:16 | in het boek des HEEREN, en leest; niet een van dezen
28195 Jes 34:16 | zelf heeft het geboden, en Zijn Geest Zelf zal
28196 Jes 34:17 | voor hen het lot geworpen, en Zijn hand heeft het hun
28197 Jes 35:1 | 1 De woestijn en de dorre plaatsen zullen
28198 Jes 35:1 | zullen hierover vrolijk zijn, en de wildernis zal zich verheugen,
28199 Jes 35:1 | wildernis zal zich verheugen, en zal bloeien als een roos. ~
28200 Jes 35:2 | Zij zal lustig bloeien, en zich verheugen, ja, met
28201 Jes 35:2 | verheugen, ja, met verheuging, en juichen; de heerlijkheid
28202 Jes 35:2 | het sieraard van Karmel en Saron; zij zullen zien de
28203 Jes 35:3 | Versterkt de slappe handen, en stelt de struikelende knieen
28204 Jes 35:4 | van harte: Weest sterk, en vreest niet; ziet, ulieder
28205 Jes 35:4 | vergelding Gods. Hij zal komen en ulieden verlossen. ~
28206 Jes 35:5 | ogen opengedaan worden, en der doven oren zullen geopend
28207 Jes 35:6 | kreupele springen als een hert, en de tong des stommen zal
28208 Jes 35:6 | zullen wateren uitbarsten, en beken in de wildernis. ~
28209 Jes 35:7 | 7 En het dorre land zal tot staand
28210 Jes 35:7 | tot staand water worden, en het dorstige land tot springaders
28211 Jes 35:7 | hebben, zal gras met riet en biezen zijn. ~
28212 Jes 35:8 | 8 En aldaar zal een verheven
28213 Jes 35:8 | aldaar zal een verheven baan en een weg zijn, welke de heilige
28214 Jes 35:9 | Er zal geen leeuw zijn, en geen verscheurend gedierte
28215 Jes 35:10 | 10 En de vrijgekochten des HEEREN
28216 Jes 35:10 | HEEREN zullen wederkeren, en tot Sion komen met gejuich,
28217 Jes 35:10 | Sion komen met gejuich, en eeuwige blijdschap zal op
28218 Jes 35:10 | hoofd wezen; vrolijkheid en blijdschap zullen zij
28219 Jes 35:10 | verkrijgen, maar droefenis en zuchting zullen wegvlieden. ~ ~
28220 Jes 36:1 | 1 En het geschiedde in het veertiende
28221 Jes 36:1 | alle vaste steden van Juda, en nam ze in. ~
28222 Jes 36:2 | 2 En de koning van Assyrie zond
28223 Jes 36:2 | Hizkia, met een zwaar heir; en hij stond aan den watergang
28224 Jes 36:3 | van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, de schrijver, en
28225 Jes 36:3 | en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf,
28226 Jes 36:4 | 4 En Rabsake zeide tot hen: Zegt
28227 Jes 36:5 | der lippen): Er is raad en macht tot den oorlog; op
28228 Jes 36:6 | zal hij in zijn hand gaan en die doorboren; alzo is Farao,
28229 Jes 36:7 | Die niet, Wiens hoogten en Wiens altaren Hizkia weggenomen
28230 Jes 36:7 | Hizkia weggenomen heeft, en Die tot Juda en tot Jeruzalem
28231 Jes 36:7 | weggenomen heeft, en Die tot Juda en tot Jeruzalem gezegd
28232 Jes 36:8 | den koning van Assyrie; en ik zal u twee duizend paarden
28233 Jes 36:9 | op Egypte, om de wagenen en om de ruiteren. ~
28234 Jes 36:10 | 10 En nu ben ik zonder den HEERE
28235 Jes 36:10 | Trek op tegen dat land, en verderf het. ~
28236 Jes 36:11 | Toen zeide Eljakim, en Sebna, en Joah tot Rabsake:
28237 Jes 36:11 | zeide Eljakim, en Sebna, en Joah tot Rabsake: Spreek
28238 Jes 36:11 | want wij verstaan het wel; en spreek niet met ons in het
28239 Jes 36:12 | mijn heer mij tot uw heer en tot u gezonden, om deze
28240 Jes 36:12 | ulieden hun drek eten, en hun water drinken zullen? ~
28241 Jes 36:13 | Alzo stond Rabsake, en riep met luider stem in
28242 Jes 36:13 | luider stem in het Joods, en zeide: Hoort de woorden
28243 Jes 36:16 | met mij door een geschenk, en komt tot mij uit, en eet,
28244 Jes 36:16 | geschenk, en komt tot mij uit, en eet, een ieder van zijn
28245 Jes 36:16 | ieder van zijn wijnstok, en een ieder van zijn
28246 Jes 36:16 | van zijn vijgeboom, en drinkt een ieder het water
28247 Jes 36:17 | 17 Totdat ik kom en u haal in een land, als
28248 Jes 36:17 | land is, een land van koren en van most, een land van brood
28249 Jes 36:17 | most, een land van brood en van wijngaarden. ~
28250 Jes 36:19 | zijn de goden van Hamath en Arpad? Waar zijn de goden
28251 Jes 36:21 | Doch zij zwegen stil, en antwoordden hem niet een
28252 Jes 36:22 | van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, de schrijver, en
28253 Jes 36:22 | en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf,
28254 Jes 36:22 | met gescheurde klederen; en zij gaven hem de woorden
28255 Jes 37:1 | 1 En het geschiedde, als de koning
28256 Jes 37:1 | scheurde hij zijn klederen, en bedekte zich met een zak,
28257 Jes 37:1 | bedekte zich met een zak, en ging in het huis des HEEREN. ~
28258 Jes 37:2 | Eljakim, den hofmeester, en Sebna, den schrijver, en
28259 Jes 37:2 | en Sebna, den schrijver, en de oudsten der priesteren,
28260 Jes 37:3 | 3 En zij zeiden tot hem: Alzo
28261 Jes 37:3 | een dag der benauwdheid, en der schelding, en der lastering;
28262 Jes 37:3 | benauwdheid, en der schelding, en der lastering; want de kinderen
28263 Jes 37:3 | gekomen tot aan de geboorte, en er is geen kracht om
28264 Jes 37:4 | den levenden God te honen, en te schelden met woorden,
28265 Jes 37:5 | 5 En de knechten van den koning
28266 Jes 37:6 | 6 En Jesaja zeide tot hen: Zo
28267 Jes 37:7 | hij een gerucht horen zal, en weder in zijn land keren;
28268 Jes 37:7 | weder in zijn land keren; en Ik zal hem door het zwaard
28269 Jes 37:8 | Zo kwam Rabsake weder, en hij vond den koning van
28270 Jes 37:11 | hebben, die verbannende; en zoudt gij gered worden? ~
28271 Jes 37:12 | dezelven gered, als Gozan, en Haran, en Rezef, en de kinderen
28272 Jes 37:12 | gered, als Gozan, en Haran, en Rezef, en de kinderen van
28273 Jes 37:12 | Gozan, en Haran, en Rezef, en de kinderen van Eden, die
28274 Jes 37:13 | is de koning van Hamath, en de koning van Arpad, en
28275 Jes 37:13 | en de koning van Arpad, en de koning der stad Sefarvaim,
28276 Jes 37:13 | der stad Sefarvaim, Hena en Ivva? ~
28277 Jes 37:14 | der boden hand ontvangen, en die gelezen had, ging hij
28278 Jes 37:14 | in het huis des HEEREN; en Hizkia breidde die uit voor
28279 Jes 37:15 | 15 En Hizkia bad tot den HEERE,
28280 Jes 37:16 | aarde; Gij hebt den hemel en de aarde gemaakt! ~
28281 Jes 37:17 | O HEERE! neig Uw oor en hoor, HEERE! doe Uw ogen
28282 Jes 37:17 | HEERE! doe Uw ogen open, en zie; en hoor al de woorden
28283 Jes 37:17 | doe Uw ogen open, en zie; en hoor al de woorden van Sanherib,
28284 Jes 37:19 | 19 En hebben hun goden in het
28285 Jes 37:19 | werk van mensenhanden, hout en steen; daarom hebben zij
28286 Jes 37:23 | Wien hebt gij gehoond, en gij gelasterd, en tegen
28287 Jes 37:23 | gehoond, en gij gelasterd, en tegen Wien hebt gij de stem
28288 Jes 37:23 | hebt gij de stem verheven, en uw ogen omhoog opgeheven?
28289 Jes 37:24 | hebt gij den HEERE gehoond, en gezegd: Ik heb met de menigte
28290 Jes 37:24 | zijden van Libanon; en ik zal zijn hoge cederbomen
28291 Jes 37:24 | zal zijn hoge cederbomen en zijn uitgelezen dennebomen
28292 Jes 37:24 | uitgelezen dennebomen afhouwen; en zal komen tot zijn uiterste
28293 Jes 37:25 | 25 Ik heb gegraven en de wateren gedronken; en
28294 Jes 37:25 | en de wateren gedronken; en ik heb met mijn voetzolen
28295 Jes 37:26 | lang te voren gedaan heb, en dat van de oude dagen af
28296 Jes 37:27 | handeloos, zij waren verslagen en beschaamd; zij waren als
28297 Jes 37:27 | waren als het gras des velds en de groene grasscheutjes,
28298 Jes 37:27 | als het hooi der daken, en het brandkoren, eer
28299 Jes 37:28 | Maar Ik weet uw zitten, en uw uitgaan, en uw inkomen,
28300 Jes 37:28 | uw zitten, en uw uitgaan, en uw inkomen, en uw woeden
28301 Jes 37:28 | uitgaan, en uw inkomen, en uw woeden tegen Mij. ~
28302 Jes 37:29 | Om uw woeden tegen Mij, en dat uw woeling voor Mijn
28303 Jes 37:29 | haak in uw neus leggen, en Mijn gebit in uw lippen,
28304 Jes 37:29 | Mijn gebit in uw lippen, en Ik zal u doen wederkeren
28305 Jes 37:30 | 30 En dat zij u een teken, dat
28306 Jes 37:30 | zelf gewassen is, eten zal, en in het tweede jaar, wat
28307 Jes 37:30 | zaait in het derde jaar, en maait, en plant wijngaarden,
28308 Jes 37:30 | het derde jaar, en maait, en plant wijngaarden,
28309 Jes 37:30 | plant wijngaarden, en eet hun vruchten. ~
28310 Jes 37:31 | wederom nederwaarts wortelen, en het zal opwaarts vrucht
28311 Jes 37:32 | het overblijfsel uitgaan, en het ontkomene van den berg
28312 Jes 37:33 | geen schild daarvoor komen, en zal geen wal daartegen
28313 Jes 37:35 | verlossen, om Mijnentwil, en om Davids, Mijns knechts
28314 Jes 37:36 | de engel des HEEREN uit, en sloeg in het leger van Assyrie
28315 Jes 37:36 | van Assyrie honderd vijf en tachtig duizend. En toen
28316 Jes 37:36 | vijf en tachtig duizend. En toen zij zich des morgens
28317 Jes 37:37 | de koning van Assyrie, en toog henen, en keerde weder;
28318 Jes 37:37 | Assyrie, en toog henen, en keerde weder; en hij bleef
28319 Jes 37:37 | henen, en keerde weder; en hij bleef te Nineve. ~
28320 Jes 37:38 | nederboog, dat Adramelech en Sarezer, zijn zonen, hem
28321 Jes 37:38 | het land van Ararat; en Esar-Haddon, zijn zoon,
28322 Jes 38:1 | krank tot stervens toe; en de profeet Jesaja, de zoon
28323 Jes 38:1 | van Amoz, kwam tot hem, en zeide tot hem: Alzo zegt
28324 Jes 38:1 | want gij zult sterven, en niet leven. ~
28325 Jes 38:2 | aangezicht om naar den wand, en hij bad tot den HEERE. ~
28326 Jes 38:3 | 3 En hij zeide: Och HEERE, gedenk
28327 Jes 38:3 | Uw aangezicht in waarheid en met een volkomen hart gewandeld,
28328 Jes 38:3 | volkomen hart gewandeld, en wat goed in Uw ogen is,
28329 Jes 38:3 | Uw ogen is, gedaan heb. En Hizkia weende gans
28330 Jes 38:5 | 5 Ga henen, en zeg tot Hizkia: Zo zegt
28331 Jes 38:6 | 6 En Ik zal u uit de hand des
28332 Jes 38:6 | verlossen, mitsgaders deze stad; en Ik zal deze stad beschermen. ~
28333 Jes 38:7 | 7 En dit zal u een teken zijn
28334 Jes 38:9 | Juda, toen hij ziek geweest en van zijn ziekte genezen
28335 Jes 38:12 | levenstijd is weggetogen, en van mij weggevoerd gelijk
28336 Jes 38:16 | bij deze dingen leeft men, en in dit alles is het leven
28337 Jes 38:16 | hebt mij gezond gemaakt en mij genezen. ~
28338 Jes 38:21 | nemen een klomp vijgen, en tot een pleister op het
28339 Jes 38:21 | pleister op het gezwel maken, en hij zal genezen. ~
28340 Jes 38:22 | 22 En Hizkia had gezegd: Welk
28341 Jes 39:1 | koning van Babel, brieven en een geschenk aan Hizkia;
28342 Jes 39:1 | gehoord dat hij krank geweest en weder sterk geworden was. ~
28343 Jes 39:2 | 2 En Hizkia verblijdde zich over
28344 Jes 39:2 | verblijdde zich over hen, en hij toonde hun zijn schathuis,
28345 Jes 39:2 | zijn schathuis, het zilver, en het goud, en de specerijen,
28346 Jes 39:2 | het zilver, en het goud, en de specerijen, en de beste
28347 Jes 39:2 | goud, en de specerijen, en de beste olie, en zijn ganse
28348 Jes 39:2 | specerijen, en de beste olie, en zijn ganse wapenhuis, en
28349 Jes 39:2 | en zijn ganse wapenhuis, en al wat gevonden werd in
28350 Jes 39:3 | Jesaja tot den koning Hizkia, en zeide tot hem: Wat hebben
28351 Jes 39:3 | hebben die mannen gezegd, en van waar zijn zij tot u
28352 Jes 39:3 | zijn zij tot u gekomen? En Hizkia zeide: Zij zijn uit
28353 Jes 39:4 | 4 En hij zeide: Wat hebben zij
28354 Jes 39:4 | hebben zij gezien in uw huis? En Hizkia zeide: Zij hebben
28355 Jes 39:6 | dat al wat in uw huis is, en wat uw vaders opgelegd hebben
28356 Jes 39:8 | hij: Doch het zij vrede en waarheid in mijn dagen! ~ ~
28357 Jes 40:2 | het hart van Jeruzalem, en roept haar toe, dat haar
28358 Jes 40:4 | zullen verhoogd worden, en alle bergen en heuvelen
28359 Jes 40:4 | verhoogd worden, en alle bergen en heuvelen zullen vernederd
28360 Jes 40:4 | zullen vernederd worden; en wat krom is, dat zal recht,
28361 Jes 40:4 | krom is, dat zal recht, en wat hobbelachtig is, dat
28362 Jes 40:5 | 5 En de heerlijkheid des HEEREN
28363 Jes 40:5 | zal geopenbaard worden; en alle vlees te gelijk zal
28364 Jes 40:6 | Een stem zegt: Roept! En hij zegt: Wat zal ik roepen?
28365 Jes 40:6 | roepen? Alle vlees is gras, en al zijn goedertierenheid
28366 Jes 40:10 | komen tegen den sterke, en Zijn arm zal heersen; ziet,
28367 Jes 40:10 | ziet, Zijn loon is bij Hem, en Zijn arbeidsloon is voor
28368 Jes 40:11 | in Zijn armen vergaderen, en in Zijn schoot dragen; de
28369 Jes 40:12 | met Zijn vuist gemeten, en van de hemelen met de span
28370 Jes 40:12 | de span de maat genomen, en heeft met een drieling het
28371 Jes 40:12 | stof der aarde begrepen, en de bergen gewogen in
28372 Jes 40:12 | gewogen in een waag, en de heuvelen in een weegschaal? ~
28373 Jes 40:13 | Geest des HEEREN bestierd, en wie heeft Hem als Zijn raadsman
28374 Jes 40:14 | Hem verstand zou geven, en Hem zou leren van het pad
28375 Jes 40:14 | van het pad des rechts, en Hem wetenschap zou leren,
28376 Jes 40:14 | Hem wetenschap zou leren, en Hem zou bekend maken den
28377 Jes 40:15 | een druppel van een emmer, en als een stofje van de weegschaal;
28378 Jes 40:16 | 16 En de Libanon is niet genoegzaam
28379 Jes 40:16 | genoegzaam om te branden, en zijn gedierte is niet genoegzaam
28380 Jes 40:17 | zijn als niets voor Hem; en zij worden bij Hem geacht
28381 Jes 40:17 | geacht minder dan niet, en ijdelheid. ~
28382 Jes 40:19 | werkmeester giet een beeld, en de goudsmid overtrekt het
28383 Jes 40:19 | overtrekt het met goud, en giet er zilveren ketenen
28384 Jes 40:22 | boven den kloot der aarde, en derzelver inwoners zijn
28385 Jes 40:22 | uitspant als een dunnen doek, en breidt ze uit als een tent,
28386 Jes 40:24 | zo zullen zij verdorren, en een stormwind zal hen
28387 Jes 40:26 | Heft uw ogen op omhoog, en ziet, Wie deze dingen geschapen
28388 Jes 40:26 | grootheid Zijner krachten, en omdat Hij sterk van
28389 Jes 40:27 | Waarom zegt gij dan, o Jakob! en spreekt, o Israel! mijn
28390 Jes 40:27 | voor den HEERE verborgen, en mijn recht gaat van mijn
28391 Jes 40:29 | geeft den moeden kracht, en Hij vermenigvuldigt de sterkte
28392 Jes 40:30 | De jongen zullen moede en mat worden, en de jongelingen
28393 Jes 40:30 | zullen moede en mat worden, en de jongelingen zullen gewisselijk
28394 Jes 40:31 | arenden; zij zullen lopen, en niet moede worden; zij zullen
28395 Jes 40:31 | zij zullen wandelen, en niet mat worden. ~ ~
28396 Jes 41:1 | voor Mij, gij eilanden! en laat de volken de kracht
28397 Jes 41:2 | zijn aangezicht gegeven, en gemaakt, dat hij over koningen
28398 Jes 41:3 | Dat hij ze najaagde en doortrok met vrede, door
28399 Jes 41:4 | Wie heeft dit gewrocht en gedaan, roepende de geslachten
28400 Jes 41:4 | HEERE, Die de Eerste ben, en met den Laatste ben Ik Dezelfde. ~
28401 Jes 41:5 | De eilanden zagen het, en zij vreesden; de einden
28402 Jes 41:5 | aarde beefden; zij naderden en kwamen toe; ~
28403 Jes 41:6 | De een hielp den ander, en zeide tot zijn metgezel:
28404 Jes 41:7 | 7 En de werkmeester versterkte
28405 Jes 41:9 | van de einden der aarde, en uit haar bijzonderste geroepen
28406 Jes 41:9 | bijzonderste geroepen heb; en zeide tot u: Gij zijt Mijn
28407 Jes 41:9 | knecht; u heb Ik uitverkoren, en heb u niet verworpen. ~
28408 Jes 41:11 | Ziet, zij zullen beschaamd en te schande worden, allen,
28409 Jes 41:11 | zullen worden als niet, en die lieden, die met u twisten,
28410 Jes 41:12 | zullen worden als niet, en die lieden, die met u oorlogen,
28411 Jes 41:14 | help u, spreekt de HEERE, en uw Verlosser is de Heilige
28412 Jes 41:15 | gij zult bergen dorsen en vermalen, en heuvelen zult
28413 Jes 41:15 | bergen dorsen en vermalen, en heuvelen zult gij stellen
28414 Jes 41:16 | Gij zult ze wannen, en de wind zal ze wegnemen,
28415 Jes 41:16 | de wind zal ze wegnemen, en de stormwind zal ze verstrooien;
28416 Jes 41:17 | 17 De ellendigen en nooddruftigen zoeken water,
28417 Jes 41:18 | de hoge plaatsen openen, en fonteinen in het midden
28418 Jes 41:18 | tot een waterpoel zetten, en het dorre land tot watertochten. ~
28419 Jes 41:19 | cederboom, den sittimboom, en den mirteboom, en den olieachtigen
28420 Jes 41:19 | sittimboom, en den mirteboom, en den olieachtigen boom zetten;
28421 Jes 41:19 | den denneboom, den beuk, en den busboom te gelijk; ~
28422 Jes 41:20 | 20 Opdat zij zien, en bekennen, en overleggen,
28423 Jes 41:20 | Opdat zij zien, en bekennen, en overleggen, en te gelijk
28424 Jes 41:20 | bekennen, en overleggen, en te gelijk verstaan, dat
28425 Jes 41:20 | des HEEREN zulks gedaan, en dat de Heilige Israels zulks
28426 Jes 41:22 | Laat hen voortbrengen en ons verkondigen de dingen,
28427 Jes 41:22 | wij het ter harte nemen, en het einde daarvan weten;
28428 Jes 41:23 | goden zijt; ja, doet goed, en doet kwaad, dat wij verbaasd
28429 Jes 41:23 | dat wij verbaasd staan, en te zamen toezien. ~
28430 Jes 41:24 | gijlieden zijt minder dan niet, en ulieder werk is erger dan
28431 Jes 41:25 | verwek een van het noorden, en hij zal opkomen van den
28432 Jes 41:25 | zal Mijn Naam aanroepen; en hij zal komen over de overheden
28433 Jes 41:25 | overheden als over leem, en gelijk een pottenbakker
28434 Jes 41:27 | Sion: Zie, zie ze daar! en tot Jeruzalem; Ik zal een
28435 Jes 41:28 | dat Ik hen zou vragen, en zij Mij antwoord geven zouden. ~
28436 Jes 41:29 | gegoten beelden zijn wind, en een ijdel ding. ~ ~
28437 Jes 42:3 | zal Hij niet verbreken, en de rokende vlaswiek zal
28438 Jes 42:4 | niet verdonkerd worden, en Hij zal niet verbroken worden,
28439 Jes 42:4 | aarde zal hebben besteld; en de eilanden zullen naar
28440 Jes 42:5 | Die de hemelen geschapen, en dezelve uitgebreid heeft,
28441 Jes 42:5 | aarde uitgespannen heeft, en wat daaruit voortkomt; Die
28442 Jes 42:5 | is, den adem geeft, en den geest dengenen, die
28443 Jes 42:6 | geroepen in gerechtigheid, en Ik zal u bij uw hand grijpen;
28444 Jes 42:6 | zal u bij uw hand grijpen; en Ik zal u behoeden, en Ik
28445 Jes 42:6 | grijpen; en Ik zal u behoeden, en Ik zal u geven tot een Verbond
28446 Jes 42:7 | voeren uit de gevangenis, en uit het gevangenhuis, die
28447 Jes 42:8 | HEERE, dat is Mijn Naam; en Mijn eer zal Ik geen anderen
28448 Jes 42:9 | voorgaande dingen zijn gekomen, en nieuwe dingen verkondig
28449 Jes 42:10 | gij, die ter zee vaart, en al wat daarin is, gij eilanden
28450 Jes 42:10 | daarin is, gij eilanden en hun inwoners. ~
28451 Jes 42:11 | 11 Laat de woestijn en haar steden de stem verheffen,
28452 Jes 42:11 | in de rotsstenen wonen, en van den top der bergen af
28453 Jes 42:12 | den HEERE de eer geven, en Zijn lof in de eilanden
28454 Jes 42:14 | Ik heb Mij stil gehouden en Mij ingehouden; Ik zal uitschreeuwen,
28455 Jes 42:14 | baart, Ik zal ze verwoesten, en te zamen opslokken. ~
28456 Jes 42:15 | 15 Ik zal bergen en heuvelen woest maken, en
28457 Jes 42:15 | en heuvelen woest maken, en al hun gras zal Ik doen
28458 Jes 42:15 | gras zal Ik doen verdorren; en Ik zal de rivieren tot eilanden
28459 Jes 42:15 | rivieren tot eilanden maken, en de poelen uitdrogen. ~
28460 Jes 42:16 | 16 En Ik zal de blinden leiden
28461 Jes 42:16 | aangezicht ten licht maken, en het kromme tot recht; deze
28462 Jes 42:16 | dingen zal Ik hun doen, en Ik zal hen niet verlaten. ~
28463 Jes 42:17 | zullen achterwaarts keren, en met schaamte beschaamd worden. ~
28464 Jes 42:18 | 18 Hoort, gij doven! en schouwt aan, gij blinden!
28465 Jes 42:19 | er blind als Mijn knecht, en doof, gelijk Mijn bode,
28466 Jes 42:19 | blind, gelijk de volmaakte, en blind, gelijk de knecht
28467 Jes 42:21 | maakte hem groot door de wet, en Hij maakte hem heerlijk. ~
28468 Jes 42:22 | Maar nu is het een beroofd en geplunderd volk; zij zijn
28469 Jes 42:22 | allen verstrikt in de holen, en verstoken in de gevangenhuizen;
28470 Jes 42:22 | zijn tot een roof geworden, en er is niemand, die ze redt;
28471 Jes 42:22 | tot een plundering, en niemand zegt: Geeft ze weder. ~
28472 Jes 42:23 | zulks ter oren? Wie merkt op en hoort, wat hierna zijn zal? ~
28473 Jes 42:24 | plundering overgegeven, en Israel den rovers? Is het
28474 Jes 42:24 | wandelen in Zijn wegen, en zij hoorden niet naar Zijn
28475 Jes 42:25 | grimmigheid Zijns toorns en de macht des oorlogs; en
28476 Jes 42:25 | en de macht des oorlogs; en Hij heeft ze rondom in vlam
28477 Jes 42:25 | doch zij merken het niet; en Hij heeft ze in brand
28478 Jes 43:1 | HEERE, uw Schepper, o Jakob! en uw Formeerder, o Israel!
28479 Jes 43:2 | water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen
28480 Jes 43:2 | zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet
28481 Jes 43:3 | Ik heb Egypte, Morenland en Seba gegeven tot uw losgeld
28482 Jes 43:4 | gij verheerlijkt geweest, en Ik heb u liefgehad; daarom
28483 Jes 43:4 | mensen in uw plaats gegeven, en volken in plaats van uw
28484 Jes 43:5 | van den opgang brengen, en Ik zal u verzamelen van
28485 Jes 43:6 | zeggen tot het noorden: Geef; en tot het zuiden: Houd niet
28486 Jes 43:6 | breng Mijn zonen van verre, en Mijn dochters van het einde
28487 Jes 43:7 | naar Mijn Naam genoemd is, en dien Ik geschapen heb tot
28488 Jes 43:8 | volk, hetwelk ogen heeft, en de doven, die oren hebben. ~
28489 Jes 43:9 | samen vergaderd worden, en laat de volken verzameld
28490 Jes 43:9 | gerechtvaardigd worden, en men het hore en zegge: Het
28491 Jes 43:9 | worden, en men het hore en zegge: Het is de waarheid. ~
28492 Jes 43:10 | getuigen, spreekt de HEERE, en Mijn knecht, dien Ik uitverkoren
28493 Jes 43:10 | heb; opdat gij het weet, en Mij gelooft, en verstaat,
28494 Jes 43:10 | het weet, en Mij gelooft, en verstaat, dat Ik Dezelve
28495 Jes 43:10 | God geformeerd is, en na Mij geen zijn zal. ~
28496 Jes 43:11 | Ik, Ik ben de HEERE, en er is geen Heiland behalve
28497 Jes 43:12 | Ik heb verkondigd, en Ik heb verlost, en Ik heb
28498 Jes 43:12 | verkondigd, en Ik heb verlost, en Ik heb het doen horen, en
28499 Jes 43:12 | en Ik heb het doen horen, en geen vreemd god was onder
28500 Jes 43:12 | vreemd god was onder ulieden; en gij zijt Mijn getuigen,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |