1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
32001 Eze 14:8 | teken en tot spreekwoorden, en zal hem uitroeien uit het
32002 Eze 14:8 | het midden Mijns volks; en gijlieden zult weten,
32003 Eze 14:9 | profeet overreed zal zijn, en iets gesproken zal hebben,
32004 Eze 14:9 | dienzelven profeet overreed, en Ik zal Mijn hand tegen hem
32005 Eze 14:9 | hand tegen hem uitstrekken, en zal hem verdelgen uit
32006 Eze 14:10 | 10 En zij zullen hun ongerechtigheid
32007 Eze 14:11 | van achter Mij afdwale, en zij zich niet meer verontreinigen
32008 Eze 14:11 | zij Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een
32009 Eze 14:13 | hand daartegen uitstrekken, en zal hetzelve den staf des
32010 Eze 14:13 | staf des broods breken, en een honger daarin zenden,
32011 Eze 14:13 | zenden, dat Ik daaruit mensen en beesten uitroeie; ~
32012 Eze 14:14 | drie mannen, Noach, Daniel en Job, in het midden deszelven
32013 Eze 14:16 | Heere HEERE, zo zij zonen, en zo zij dochteren bevrijden
32014 Eze 14:17 | brenge over datzelve land, en zegge: Zwaard! ga door,
32015 Eze 14:17 | daarvan uitroeie mensen en beesten; ~
32016 Eze 14:19 | in datzelve land zende, en Mijn grimmigheid daarover
32017 Eze 14:19 | uitgiete, om daarvan mensen en beesten uit te roeien; ~
32018 Eze 14:20 | Ofschoon Noach, Daniel en Job in het midden deszelven
32019 Eze 14:21 | boze gerichten, het zwaard, en den honger, en het boze
32020 Eze 14:21 | het zwaard, en den honger, en het boze gedierte, en de
32021 Eze 14:21 | honger, en het boze gedierte, en de pestilentie gezonden
32022 Eze 14:21 | Jeruzalem, om daaruit mensen en beesten uit te roeien! ~
32023 Eze 14:22 | uitgevoerd zullen worden, zonen en dochteren; ziet, zij zullen
32024 Eze 14:22 | zullen tot ulieden uitkomen, en gij zult hun weg zien, en
32025 Eze 14:22 | en gij zult hun weg zien, en hun handelingen; en
32026 Eze 14:22 | en hun handelingen; en gij zult vertroost worden
32027 Eze 14:23 | vertroosten, als gij hun weg en hun handelingen zien zult;
32028 Eze 14:23 | hun handelingen zien zult; en gij zult weten, dat Ik niet
32029 Eze 15:1 | 1 En des HEEREN woord geschiedde
32030 Eze 15:4 | verteert beide zijn einden, en zijn middelste wordt verbrand;
32031 Eze 15:7 | andere vuur hen verteren; en gij zult weten, dat Ik de
32032 Eze 15:8 | 8 En Ik zal het land woest maken,
32033 Eze 16:3 | 3 En zeg: Alzo zegt de Heere
32034 Eze 16:3 | Jeruzalem: Uw handelingen en uw geboorten zijn uit het
32035 Eze 16:3 | uw vader was een Amoriet en uw moeder een Hethietische. ~
32036 Eze 16:4 | 4 En aangaande uw geboorten:
32037 Eze 16:4 | uw navel niet afgesneden; en gij waart niet met water
32038 Eze 16:6 | vertreden zijnde in uw bloed, en Ik zeide tot u in uw bloed:
32039 Eze 16:7 | gewas des velds, gemaakt; en gij zijt gegroeid, en groot
32040 Eze 16:7 | gemaakt; en gij zijt gegroeid, en groot geworden, en zijt
32041 Eze 16:7 | gegroeid, en groot geworden, en zijt gekomen tot grote sierlijkheid;
32042 Eze 16:7 | borsten zijn vast geworden, en uw haar is gewassen,
32043 Eze 16:7 | gewassen, doch gij waart naakt en bloot. ~
32044 Eze 16:8 | u voorbijging, zag Ik u, en ziet, uw tijd was de tijd
32045 Eze 16:8 | Mijn vleugel over u uit, en dekte uw naaktheid; ja,
32046 Eze 16:8 | naaktheid; ja, Ik zwoer u, en kwam met u in een verbond,
32047 Eze 16:8 | spreekt de Heere HEERE en gij werdt de Mijne. ~
32048 Eze 16:9 | Daarna wies Ik u met water, en Ik spoelde uw bloed van
32049 Eze 16:9 | spoelde uw bloed van u af, en zalfde u met olie. ~
32050 Eze 16:10 | u ook met gestikt werk, en Ik schoeide u met dassenvellen,
32051 Eze 16:10 | schoeide u met dassenvellen, en omgordde u met fijn linnen,
32052 Eze 16:10 | omgordde u met fijn linnen, en bedekte u met zijde. ~
32053 Eze 16:11 | versierde Ik u met sieraad, en deed armringen aan uw handen,
32054 Eze 16:11 | armringen aan uw handen, en een keten aan uw hals. ~
32055 Eze 16:12 | voorhoofdsiersel aan uw aangezicht, en oorringen aan uw oren, en
32056 Eze 16:12 | en oorringen aan uw oren, en een kroon der heerlijkheid
32057 Eze 16:13 | waart gij versierd met goud en zilver, en uw kleding was
32058 Eze 16:13 | versierd met goud en zilver, en uw kleding was fijn linnen,
32059 Eze 16:13 | kleding was fijn linnen, en zijde, en gestikt werk;
32060 Eze 16:13 | was fijn linnen, en zijde, en gestikt werk; gij at meelbloem,
32061 Eze 16:13 | werk; gij at meelbloem, en honig, en olie, en gij waart
32062 Eze 16:13 | at meelbloem, en honig, en olie, en gij waart gans
32063 Eze 16:13 | meelbloem, en honig, en olie, en gij waart gans zeer schoon,
32064 Eze 16:13 | waart gans zeer schoon, en waart voorspoedig,
32065 Eze 16:15 | vertrouwd op uw schoonheid, en hebt gehoereerd vanwege
32066 Eze 16:16 | 16 En gij hebt van uw klederen
32067 Eze 16:16 | van uw klederen genomen, en u gemaakt geplekte hoogten,
32068 Eze 16:16 | gemaakt geplekte hoogten, en hebt daarop gehoereerd;
32069 Eze 16:16 | zulks is niet gekomen, en zal niet geschieden. ~
32070 Eze 16:17 | uws sieraads van Mijn goud en van Mijn zilver, dat Ik
32071 Eze 16:17 | zilver, dat Ik u gegeven had, en gij hebt u mansbeelden gemaakt,
32072 Eze 16:17 | hebt u mansbeelden gemaakt, en gij hebt met dezelve
32073 Eze 16:18 | 18 En gij hebt uw gestikte klederen
32074 Eze 16:18 | gestikte klederen genomen, en hebt ze bedekt; en gij hebt
32075 Eze 16:18 | genomen, en hebt ze bedekt; en gij hebt Mijn olie en Mijn
32076 Eze 16:18 | bedekt; en gij hebt Mijn olie en Mijn reukwerk voor hun aangezichten
32077 Eze 16:19 | 19 En Mijn brood, hetwelk Ik u
32078 Eze 16:19 | hetwelk Ik u gaf, meelbloem en olie, en honig, waarmede
32079 Eze 16:19 | gaf, meelbloem en olie, en honig, waarmede Ik u spijsde,
32080 Eze 16:20 | Verder hebt gij uw zonen en uw dochteren, die gij Mij
32081 Eze 16:20 | Mij gebaard hadt, genomen, en hebt ze denzelven geofferd
32082 Eze 16:21 | kinderen geslacht hebt, en hebt ze overgegeven, als
32083 Eze 16:22 | hebt gij bij al uw gruwelen en uw hoererijen niet gedacht
32084 Eze 16:22 | jonkheid, als gij naakt en bloot waart, als gij vertreden
32085 Eze 16:24 | verwelfsel gebouwd hebt, en u een hoge plaats gemaakt
32086 Eze 16:25 | uw hoge plaatsen gebouwd, en hebt uw schoonheid gruwelijk
32087 Eze 16:25 | schoonheid gruwelijk gemaakt, en hebt met uw benen geschreden
32088 Eze 16:25 | ieder, die voorbijging, en hebt uw hoererijen
32089 Eze 16:26 | die groot van vlees zijn; en gij hebt uw hoererij vermenigvuldigd,
32090 Eze 16:27 | Ik Mijn hand over u uit, en verminderde uw bescheiden
32091 Eze 16:27 | verminderde uw bescheiden deel; en Ik gaf u over in den lust
32092 Eze 16:29 | van Kanaan tot in Chaldea; en daarmede ook zijt gij niet
32093 Eze 16:31 | het hoofd van iederen weg, en uw hoge plaats maakt in
32094 Eze 16:31 | plaats maakt in elke straat, en niet zijt geweest als een
32095 Eze 16:33 | uw loon aan al uw boelen, en gij beschenkt ze, opdat
32096 Eze 16:34 | als gij hoerenloon geeft, en het hoerenloon u niet gegeven
32097 Eze 16:36 | uw vergif uitgestort is, en uw schaamte door uw hoererijen
32098 Eze 16:36 | met uw boelen ontdekt is, en met al de drekgoden uwer
32099 Eze 16:36 | drekgoden uwer gruwelen, en na het bloed uwer kinderen,
32100 Eze 16:37 | gij vermengd zijt geweest, en allen, die gij liefgehad
32101 Eze 16:37 | allen, die gij gehaat hebt; en Ik zal hen van rondom
32102 Eze 16:37 | vergaderen tegen u, en Ik zal voor hen uw naaktheid
32103 Eze 16:38 | rechten der overspeelsters en der bloedvergietsters richten;
32104 Eze 16:38 | bloedvergietsters richten; en Ik zal u overgeven aan het
32105 Eze 16:38 | het bloed der grimmigheid en des ijvers. ~
32106 Eze 16:39 | 39 En Ik zal u in hun hand overgeven,
32107 Eze 16:39 | u in hun hand overgeven, en zij zullen uw verwelfsel
32108 Eze 16:39 | uw verwelfsel afbreken, en uw hoge plaatsen omwerpen,
32109 Eze 16:39 | hoge plaatsen omwerpen, en uw klederen u uittrekken,
32110 Eze 16:39 | uw klederen u uittrekken, en uw sierlijke juwelen nemen,
32111 Eze 16:39 | sierlijke juwelen nemen, en u naakt en bloot laten. ~
32112 Eze 16:39 | juwelen nemen, en u naakt en bloot laten. ~
32113 Eze 16:40 | vergadering doen opkomen, en zullen u met stenen stenigen,
32114 Eze 16:40 | zullen u met stenen stenigen, en u met hun zwaarden doorsteken. ~
32115 Eze 16:41 | huizen met vuur verbranden, en oordelen tegen u uitvoeren
32116 Eze 16:41 | voor veler vrouwen ogen; en Ik zal u doen ophouden van
32117 Eze 16:41 | ophouden van een hoer te zijn, en gij zult ook niet meer
32118 Eze 16:42 | grimmigheid op u doen rusten, en Mijn ijver zal van u afwijken;
32119 Eze 16:42 | ijver zal van u afwijken; en Ik zal stil zijn, en niet
32120 Eze 16:42 | afwijken; en Ik zal stil zijn, en niet meer toornig wezen. ~
32121 Eze 16:43 | de dagen uwer jonkheid, en Mij tot beroering geweest
32122 Eze 16:43 | spreekt de Heere HEERE; en gij zult die schandelijke
32123 Eze 16:45 | de walg had van haar man en van haar kinderen; en gij
32124 Eze 16:45 | man en van haar kinderen; en gij zijt de zuster uwer
32125 Eze 16:45 | gehad hebben van haar mannen en van haar kinderen;
32126 Eze 16:45 | moeder was een Hethietische, en uw vader een Amoriet. ~
32127 Eze 16:46 | zuster nu is Samaria, zij en haar dochteren, dewelke
32128 Eze 16:46 | rechterhand woont, is Sodom en haar dochteren. ~
32129 Eze 16:48 | gelijk gij gedaan hebt en uw dochteren! ~
32130 Eze 16:49 | hoogmoed, zatheid van brood en stille gerustheid had zij
32131 Eze 16:49 | stille gerustheid had zij en haar dochteren; maar zij
32132 Eze 16:49 | sterkte de hand des armen en nooddruftigen niet. ~
32133 Eze 16:50 | 50 En zij verhieven zich, en deden
32134 Eze 16:50 | En zij verhieven zich, en deden gruwelijkheid voor
32135 Eze 16:51 | uwer zonden niet gezondigd; en gij hebt uw gruwelen meer
32136 Eze 16:51 | dan zij vermenigvuldigd, en hebt uw zusters gerechtvaardigd
32137 Eze 16:52 | dan ook beschaamd, en draag uw schande, omdat
32138 Eze 16:53 | de gevangenen van Sodom en haar dochteren, en de gevangenen
32139 Eze 16:53 | Sodom en haar dochteren, en de gevangenen van Samaria
32140 Eze 16:53 | de gevangenen van Samaria en haar dochteren, dan zal
32141 Eze 16:54 | Opdat gij uw schande draagt, en te schande gemaakt wordt,
32142 Eze 16:55 | Als uw zusters, Sodom en haar dochteren, zullen wederkeren
32143 Eze 16:55 | staat, mitsgaders Samaria en haar dochteren zullen wederkeren
32144 Eze 16:55 | staat, zult gij ook en uw dochteren wederkeren
32145 Eze 16:57 | de dochteren van Syrie, en van al degenen, die rondom
32146 Eze 16:58 | gij uw schandelijke daden en uw gruwelen gedragen, spreekt
32147 Eze 16:60 | de dagen uwer jonkheid, en Ik zal met u een eeuwig
32148 Eze 16:61 | gij uwer wegen gedenken en beschaamd zijn, als gij
32149 Eze 16:62 | verbond met u oprichten, en gij zult weten, dat Ik de
32150 Eze 16:63 | gij het gedachtig zijt, en u schaamt, en niet meer
32151 Eze 16:63 | gedachtig zijt, en u schaamt, en niet meer uw mond opent
32152 Eze 17:1 | 1 En des HEEREN woord geschiedde
32153 Eze 17:2 | stel een raadsel voor, en gebruik een gelijkenis tot
32154 Eze 17:3 | 3 En zeg: Alzo zegt de Heere
32155 Eze 17:3 | had, kwam op den Libanon, en nam den oppersten tak
32156 Eze 17:4 | van zijn jonge takjes af, en bracht hem in een land van
32157 Eze 17:5 | van het zaad des lands, en legde het in een zaadakker;
32158 Eze 17:6 | 6 En het sproot uit, en werd
32159 Eze 17:6 | En het sproot uit, en werd tot een welig uitlopende
32160 Eze 17:6 | die ranken voortbracht en scheuten uitwierp. ~
32161 Eze 17:7 | arend, groot van vleugelen en overvloedig van vederen;
32162 Eze 17:7 | overvloedig van vederen; en ziet, deze wijnstok voegde
32163 Eze 17:7 | wortelen naar denzelven toe, en wierp zijn takken tot hem
32164 Eze 17:8 | geplant, om takken te maken en vrucht te dragen, opdat
32165 Eze 17:9 | zijn wortelen uitrukken, en zijn vrucht afsnijden, dat
32166 Eze 17:9 | zijn gewas verdrogen; en dat niet door een groten
32167 Eze 17:12 | is tot Jeruzalem gekomen, en heeft haar koning genomen,
32168 Eze 17:12 | heeft haar koning genomen, en haar vorsten, en heeft
32169 Eze 17:12 | genomen, en haar vorsten, en heeft ze tot zich gevoerd
32170 Eze 17:13 | koninklijk zaad genomen, en daarmede een verbond gemaakt,
32171 Eze 17:13 | daarmede een verbond gemaakt, en heeft hem tot een eed gebracht,
32172 Eze 17:13 | hem tot een eed gebracht, en de machtigen des lands heeft
32173 Eze 17:14 | zich niet verheffende, en dat het, zijn verbond houdende,
32174 Eze 17:15 | Egypte, opdat men hem paarden en veel volks bestellen zou;
32175 Eze 17:15 | zal hij het verbond breken en ontkomen?
32176 Eze 17:16 | wiens eed hij veracht, en wiens verbond hij gebroken
32177 Eze 17:17 | Farao, door een groot heir en door menigte van krijgs
32178 Eze 17:17 | men een wal zal opwerpen, en als men sterkten bouwen
32179 Eze 17:19 | dien hij veracht heeft, en Mijn verbond, dat hij gebroken
32180 Eze 17:20 | 20 En Ik zal Mijn net over hem
32181 Eze 17:20 | worden in Mijn jachtgaren; en Ik zal daar met hem rechten
32182 Eze 17:21 | door het zwaard vallen, en de overgeblevenen zullen
32183 Eze 17:21 | winden verstrooid worden; en gijlieden zult weten, dat
32184 Eze 17:22 | denwelken Ik op een hogen en verhevenen berg planten
32185 Eze 17:23 | Israel zal Ik hem planten; en hij zal takken voortbrengen,
32186 Eze 17:23 | zal takken voortbrengen, en vrucht dragen, en hij zal
32187 Eze 17:23 | voortbrengen, en vrucht dragen, en hij zal tot een heerlijken
32188 Eze 17:24 | nederigen boom verdroogd, en den drogen boom bloeiende
32189 Eze 17:24 | HEERE, heb het gesproken, en zal het doen. ~ ~ ~ ~ ~
32190 Eze 18:2 | onrijpe druiven gegeten, en de tanden der kinderen zijn
32191 Eze 18:5 | iemand rechtvaardig is, en doet recht en gerechtigheid; ~
32192 Eze 18:5 | rechtvaardig is, en doet recht en gerechtigheid; ~
32193 Eze 18:6 | Niet eet op de bergen, en zijn ogen niet opheft tot
32194 Eze 18:7 | 7 En niemand verdrukt, den schuldenaar
32195 Eze 18:7 | hongerige zijn brood geeft, en den naakte met kleding bedekt; ~
32196 Eze 18:8 | waarachtig recht tussen den een en den anderen oefent; ~
32197 Eze 18:9 | Mijn inzettingen wandelt, en Mijn rechten onderhoudt,
32198 Eze 18:11 | 11 En die al die dingen niet doet;
32199 Eze 18:11 | maar eet ook op de bergen, en verontreinigt de huisvrouw
32200 Eze 18:12 | Verdrukt den ellendige en den nooddruftige, rooft
32201 Eze 18:12 | geeft het pand niet weder, en heft zijn ogen op tot de
32202 Eze 18:13 | 13 Geeft op woeker, en neemt overwinst; zou die
32203 Eze 18:14 | die hij doet, aanziet, en toeziet, dat hij dergelijke
32204 Eze 18:16 | 16 En niemand verdrukt, het pand
32205 Eze 18:16 | het pand niet behoudt, en geen roof rooft, zijn brood
32206 Eze 18:16 | brood den hongerige geeft, en den naakte met kleding bedekt; ~
32207 Eze 18:17 | neemt, Mijn rechten doet, en in Mijn inzettingen wandelt;
32208 Eze 18:18 | broeders goed geroofd heeft, en gedaan heeft, dat niet goed
32209 Eze 18:19 | Immers zal de zoon, die recht en gerechtigheid gedaan heeft,
32210 Eze 18:19 | gerechtigheid gedaan heeft, en al Mijn inzettingen
32211 Eze 18:19 | inzettingen onderhouden, en die gedaan heeft, gewisselijk
32212 Eze 18:20 | ongerechtigheid des vaders, en de vader zal niet dragen
32213 Eze 18:20 | rechtvaardigen zal op hem zijn, en de goddeloosheid des goddelozen
32214 Eze 18:21 | zonden, die hij gedaan heeft, en al Mijn inzettingen onderhoudt,
32215 Eze 18:21 | inzettingen onderhoudt, en doet recht en gerechtigheid,
32216 Eze 18:21 | onderhoudt, en doet recht en gerechtigheid, hij zal gewisselijk
32217 Eze 18:24 | van zijn gerechtigheid, en onrecht doet, doende naar
32218 Eze 18:24 | waardoor hij overtreden heeft, en in zijn zonde, die hij gezondigd
32219 Eze 18:26 | van zijn gerechtigheid, en onrecht doet, en sterft
32220 Eze 18:26 | gerechtigheid, en onrecht doet, en sterft in dezelve, hij zal
32221 Eze 18:27 | goddeloosheid, die hij gedaan heeft, en doet recht en gerechtigheid,
32222 Eze 18:27 | gedaan heeft, en doet recht en gerechtigheid, die zal zijn
32223 Eze 18:28 | Dewijl hij toeziet, en zich bekeert van al zijn
32224 Eze 18:30 | Heere HEERE, keert weder, en bekeert u van al uw overtredingen,
32225 Eze 18:31 | waardoor gij overtreden hebt, en maakt u een nieuw hart en
32226 Eze 18:31 | en maakt u een nieuw hart en een nieuwen geest; want
32227 Eze 18:32 | HEERE; daarom bekeert u en leeft. ~ ~ ~ ~ ~
32228 Eze 19:2 | 2 En zeg: Wat was uw moeder?
32229 Eze 19:4 | gegrepen in hun groeve; en zij brachten hem met haken
32230 Eze 19:6 | leeuwen, werd een jonge leeuw, en leerde roof te roven, hij
32231 Eze 19:7 | Hij bekende zijn weduwen, en hij verwoestte hun steden;
32232 Eze 19:7 | hun steden; zodat het land en zijn volheid ontzet werd
32233 Eze 19:8 | rondom uit de landschappen, en zij spreidden hun net over
32234 Eze 19:9 | 9 En zij stelden hem in gesloten
32235 Eze 19:10 | wateren; hij was vruchtbaar en vol ranken vanwege vele
32236 Eze 19:11 | 11 En hij had sterke roeden tot
32237 Eze 19:11 | scepteren der heersers, en de stam van elke roede werd
32238 Eze 19:11 | tussen de dichte takken; en hij werd gezien door zijn
32239 Eze 19:12 | door grimmigheid uitgerukt, en ter aarde geworpen, en de
32240 Eze 19:12 | en ter aarde geworpen, en de oostenwind heeft zijn
32241 Eze 19:12 | sterke roeden zijn afgebroken en zijn verdroogd; het vuur
32242 Eze 19:13 | 13 En nu is hij geplant in een
32243 Eze 19:13 | een woestijn, in een dor en dorstig land. ~
32244 Eze 19:14 | Dit is een weeklage, en is tot een weeklage geworden. ~ ~ ~ ~ ~
32245 Eze 20:1 | 1 En het geschiedde in het zevende
32246 Eze 20:1 | om den HEERE te vragen; en zij zaten neder voor
32247 Eze 20:3 | tot de oudsten van Israel, en zeg tot hen: Alzo zegt de
32248 Eze 20:5 | 5 En zeg tot hen: Alzo zegt de
32249 Eze 20:5 | zaad van het huis Jakobs, en maakte Mijzelven hun in
32250 Eze 20:6 | had, vloeiende van melk en honig, hetwelk het
32251 Eze 20:7 | 7 En Ik zeide tot hen: Een ieder
32252 Eze 20:7 | verfoeiselen zijner ogen weg; en verontreinigt ulieden niet
32253 Eze 20:8 | wederspannig tegen Mij, en wilden naar Mij niet horen;
32254 Eze 20:10 | 10 En Ik voerde hen uit Egypteland,
32255 Eze 20:10 | voerde hen uit Egypteland, en bracht hen in de woestijn. ~
32256 Eze 20:11 | Ik hun Mijn inzettingen, en maakte hun Mijn rechten
32257 Eze 20:12 | teken te zijn tussen Mij en tussen hen, opdat zij zouden
32258 Eze 20:13 | in Mijn inzettingen niet, en verwierpen Mijn rechten;
32259 Eze 20:13 | door dezelve leven; en zij ontheiligden Mijn sabbatten
32260 Eze 20:15 | had, vloeiende van melk en honig, hetwelk het sieraad
32261 Eze 20:16 | Mijn rechten verwierpen, en in Mijn inzettingen niet
32262 Eze 20:16 | inzettingen niet wandelden, en Mijn sabbatten ontheiligden;
32263 Eze 20:17 | dat Ik hen niet verdierf, en geen voleinding met hen
32264 Eze 20:18 | inzettingen uwer vaderen, en onderhoudt hun rechten niet,
32265 Eze 20:18 | onderhoudt hun rechten niet, en verontreinigt u niet met
32266 Eze 20:19 | wandelt in Mijn inzettingen, en onderhoudt Mijn rechten,
32267 Eze 20:19 | onderhoudt Mijn rechten, en doet dezelve. ~
32268 Eze 20:20 | 20 En heiligt Mijn sabbatten,
32269 Eze 20:20 | heiligt Mijn sabbatten, en zij zullen tot een teken
32270 Eze 20:20 | een teken zijn tussen Mij en tussen ulieden, opdat gij
32271 Eze 20:21 | niet in Mijn inzettingen, en Mijn rechten namen zij niet
32272 Eze 20:22 | Ik keerde Mijn hand af, en deed het om Mijns Naams
32273 Eze 20:23 | verspreiden zou onder de heidenen, en hen verstrooien in de landen; ~
32274 Eze 20:24 | Mijn inzettingen verworpen en Mijn sabbatten ontheiligd
32275 Eze 20:24 | sabbatten ontheiligd hadden, en hun ogen achter de drekgoden
32276 Eze 20:25 | besluitingen, die niet goed waren, en rechten, waarbij zij niet
32277 Eze 20:26 | 26 En Ik verontreinigde hen in
32278 Eze 20:27 | spreek tot het huis Israels, en zeg tot hen: Alzo zegt de
32279 Eze 20:28 | naar allen hogen heuvel, en alle dicht geboomte, en
32280 Eze 20:28 | en alle dicht geboomte, en offerden daar hun offeren,
32281 Eze 20:28 | offerden daar hun offeren, en gaven daar hun tergende
32282 Eze 20:28 | hun tergende offeranden, en daar zetten zij hun liefelijken
32283 Eze 20:28 | zij hun liefelijken reuk, en daar offerden zij hun drankofferen. ~
32284 Eze 20:29 | 29 En Ik zeide tot hen: Wat is
32285 Eze 20:30 | in den weg uwer vaderen, en hoereert gij achter hun
32286 Eze 20:31 | drekgoden tot op dezen dag toe; en zou Ik van u gevraagd
32287 Eze 20:32 | Wij zullen als de heidenen en als de geslachten der landen
32288 Eze 20:32 | landen zijn, dienende hout en steen. ~
32289 Eze 20:33 | niet met een sterke hand, en uitgestrekten arm, en met
32290 Eze 20:33 | hand, en uitgestrekten arm, en met een uitgegoten grimmigheid
32291 Eze 20:34 | u uit de volken voeren, en u vergaderen uit de landen,
32292 Eze 20:34 | zijt, door een sterke hand, en door een uitgestrekten arm,
32293 Eze 20:34 | door een uitgestrekten arm, en door een uitgegoten
32294 Eze 20:35 | de woestijn der volken, en Ik zal met u aldaar rechten,
32295 Eze 20:37 | 37 En Ik zal ulieden onder de
32296 Eze 20:37 | de roede doen doorgaan, en Ik zal u brengen onder den
32297 Eze 20:38 | zal Ik, die rebel zijn, en die tegen Mij overtreden,
32298 Eze 20:38 | vreemdelingschappen uitvoeren, en zij zullen in het landschap
32299 Eze 20:38 | Israels niet weder komen, en gij zult weten, dat Ik de
32300 Eze 20:39 | 39 En gijlieden, o huis Israels,
32301 Eze 20:39 | heiligen Naam, met uw giften en met uw drekgoden. ~
32302 Eze 20:40 | welgevallen aan hen nemen, en daar zal Ik uw hefofferen
32303 Eze 20:40 | Ik uw hefofferen eisen, en de eerstelingen uwer heffingen
32304 Eze 20:41 | van de volken uitvoeren, en u vergaderen zal uit de
32305 Eze 20:41 | gij zult verstrooid zijn, en Ik zal in u geheiligd
32306 Eze 20:42 | 42 En gij zult weten, dat Ik de
32307 Eze 20:43 | dan gedenken aan uw wegen, en aan al uw handelingen waarmede
32308 Eze 20:43 | gij u verontreinigd hebt, en gij zult van u zelven een
32309 Eze 20:46 | den weg van het zuiden, en drup tegen het zuiden; en
32310 Eze 20:46 | en drup tegen het zuiden; en profeteer tegen het woud
32311 Eze 20:47 | 47 En zeg tot het zuiderwoud:
32312 Eze 20:47 | in u allen groenen boom en allen dorren boom verteren
32313 Eze 20:48 | 48 En alle vlees zal zien, dat
32314 Eze 20:49 | 49 En ik zeide: Ach, Heere HEERE,
32315 Eze 21:1 | 1 En des HEEREN woord geschiedde
32316 Eze 21:2 | aangezicht tegen Jeruzalem, en drup tegen de heiligdommen,
32317 Eze 21:2 | drup tegen de heiligdommen, en profeteer tegen het land
32318 Eze 21:3 | 3 En zeg tot het land van Israel:
32319 Eze 21:3 | HEERE: Ziet, Ik wil aan u, en Ik zal Mijn zwaard uit zijn
32320 Eze 21:3 | uit zijn schede trekken; en Ik zal van u uitroeien den
32321 Eze 21:3 | uitroeien den rechtvaardige en den goddeloze. ~
32322 Eze 21:4 | uitroeien zal den rechtvaardige en den goddeloze, daarom zal
32323 Eze 21:5 | 5 En alle vlees zal weten, dat
32324 Eze 21:6 | met verbreking der lenden en met bitterheid. ~
32325 Eze 21:7 | 7 En het zal geschieden, als
32326 Eze 21:7 | gerucht, want het komt! en alle hart zal versmelten,
32327 Eze 21:7 | alle hart zal versmelten, en alle handen zullen
32328 Eze 21:7 | zullen verslappen, en alle geest zal inkrimpen,
32329 Eze 21:7 | alle geest zal inkrimpen, en alle knieen als water henenvlieten;
32330 Eze 21:7 | henenvlieten; ziet, het komt, en het zal geschieden, spreekt
32331 Eze 21:9 | Mensenkind, profeteer en zeg: Alzo zegt de HEERE:
32332 Eze 21:9 | het zwaard is gescherpt, en ook geveegd. ~
32333 Eze 21:11 | 11 En Hij heeft hetzelve te vegen
32334 Eze 21:11 | dat zwaard is gescherpt, en dat is geveegd, om hetzelve
32335 Eze 21:12 | 12 Schreeuw en huil, o mensenkind, want
32336 Eze 21:14 | mensenkind, profeteer, en sla hand tegen hand; want
32337 Eze 21:15 | opdat het hart versmelte, en de aanstoten vermenigvuldigen;
32338 Eze 21:17 | 17 En Ik Zelf zal ook Mijn hand
32339 Eze 21:17 | hand tegen Mijn hand slaan, en Mijn grimmigheid doen rusten;
32340 Eze 21:19 | zullen zij beide voortkomen; en kies een zijde, kies ze
32341 Eze 21:25 | 25 En gij, o onheilig, goddeloos
32342 Eze 21:26 | HEERE: Doe dien hoed weg, en hef dien kroon af, deze
32343 Eze 21:26 | verhogen dien, die nederig is, en vernederen dien, die hoog
32344 Eze 21:27 | die daartoe recht heeft, en dien Ik dat geven zal. ~
32345 Eze 21:28 | 28 En gij, mensenkind, profeteer
32346 Eze 21:28 | gij, mensenkind, profeteer en zeg: Alzo zegt de Heere
32347 Eze 21:28 | van de kinderen Ammons, en van hun smading; zo zeg:
32348 Eze 21:31 | 31 En Ik zal over u Mijn gramschap
32349 Eze 21:31 | Mijner verbolgenheid blazen; en Ik zal u overgeven in de
32350 Eze 22:3 | 3 En zeg: Alzo zegt de Heere
32351 Eze 22:3 | vergiet, opdat haar tijd kome, en drekgoden tegen zichzelve
32352 Eze 22:4 | zijt gij schuldig geworden, en met uw drekgoden, die gij
32353 Eze 22:4 | hebt gij u verontreinigd, en hebt uw dagen doen naderen,
32354 Eze 22:4 | hebt uw dagen doen naderen, en zijt tot uw jaren gekomen;
32355 Eze 22:4 | overgegeven tot een smaad, en allen landen tot een spot. ~
32356 Eze 22:5 | 5 Die nabij en verre van u zijn, zullen
32357 Eze 22:5 | bespotten, gij onreine van naam en vol van onrust! ~
32358 Eze 22:7 | 7 Vader en moeder hebben zij in u licht
32359 Eze 22:7 | zij hebben in u den wees en de weduwe verdrukt. ~
32360 Eze 22:8 | dingen hebt gij veracht, en Mijn sabbatten hebt gij
32361 Eze 22:9 | geweest om bloed te vergieten, en in u hebben zij op de bergen
32362 Eze 22:11 | zijns naasten huisvrouw, en een ander heeft zijns zoons
32363 Eze 22:12 | bloed te vergieten; woeker en overwinst hebt gij genomen,
32364 Eze 22:12 | overwinst hebt gij genomen, en gij hebt gierigheid gepleegd
32365 Eze 22:13 | die gij bedreven hebt, en om uw bloed, die in het
32366 Eze 22:14 | HEERE, heb het gesproken, en zal het doen. ~
32367 Eze 22:15 | 15 En Ik zal u verstrooien onder
32368 Eze 22:15 | verstrooien onder de heidenen, en u verspreiden in de landen,
32369 Eze 22:15 | verspreiden in de landen, en uw ontreinigheid uit u verteren.
32370 Eze 22:16 | voor de ogen der heidenen; en gij zult weten, dat Ik de
32371 Eze 22:20 | vergaderen in Mijn toorn, en in Mijn grimmigheid daar
32372 Eze 22:20 | grimmigheid daar laten, en smelten. ~
32373 Eze 22:21 | Ik zal u bijeenbrengen, en zal op u blazen in het vuur
32374 Eze 22:22 | van haar gesmolten worden; en gij zult weten, dat Ik,
32375 Eze 22:25 | de zielen op, den schat en het kostelijke nemen zij
32376 Eze 22:26 | doen Mijn wet geweld aan, en zij ontheiligen Mijn heilige
32377 Eze 22:26 | dingen; tussen het heilige en het onheilige maken zij
32378 Eze 22:26 | maken zij geen onderscheid, en het verschil tussen het
32379 Eze 22:26 | tussen het onreine en reine geven zij niet te
32380 Eze 22:27 | om bloed te vergieten, en om zielen te verderven;
32381 Eze 22:28 | loze kalk; ziende ijdelheid en hun leugen voorzeggende,
32382 Eze 22:28 | Alzo zegt de Heere HEERE! en de HEERE heeft niet gesproken. ~
32383 Eze 22:29 | pleegt enkel verdrukking, en bedrijft enkel roverij,
32384 Eze 22:29 | onderdrukken zij den ellendige en nooddruftige, en den vreemdeling
32385 Eze 22:29 | ellendige en nooddruftige, en den vreemdeling verdrukken
32386 Eze 22:30 | den muur mocht toemuren, en voor Mijn aangezicht in
32387 Eze 23:3 | werden haar borsten gedrukt, en daar werden de tepelen haars
32388 Eze 23:4 | waren: Ohola, de grootste, en Oholiba, haar zuster; en
32389 Eze 23:4 | en Oholiba, haar zuster; en zij werden de Mijne, en
32390 Eze 23:4 | en zij werden de Mijne, en baarden zonen en dochteren;
32391 Eze 23:4 | Mijne, en baarden zonen en dochteren; dit waren haar
32392 Eze 23:4 | namen: Samaria is Ohola, en Jeruzalem Oholiba. ~
32393 Eze 23:5 | hoereerde, zijnde onder Mij; en zij werd verliefd op haar
32394 Eze 23:6 | met hemelsblauw, vorsten en overheden, altemaal gewenste
32395 Eze 23:7 | kinderen van Assur waren; en met allen, op dewelke zij
32396 Eze 23:8 | haar in haar jeugd gelegen, en zij hadden de tepelen haars
32397 Eze 23:8 | tepelen haars maagdoms betast, en zij hadden hun hoererij
32398 Eze 23:10 | haar schaamte, haar zonen en haar dochteren namen zij
32399 Eze 23:10 | doodden zij met het zwaard; en zij kreeg een naam onder
32400 Eze 23:11 | minne nog meer dan zij, en haar hoererijen meer dan
32401 Eze 23:12 | kinderen van Assur, de vorsten en overheden, die nabij waren,
32402 Eze 23:16 | het opzien van haar ogen, en zij zond boden tot hen,
32403 Eze 23:17 | tot het leger der minne, en verontreinigden haar met
32404 Eze 23:18 | ontdekte zij haar hoererijen, en ontdekte haar schaamte;
32405 Eze 23:20 | 20 En zij werd verliefd meer dan
32406 Eze 23:20 | als het vlees der ezelen, en welker vloed is als de vloed
32407 Eze 23:22 | afgetrokken, tegen u verwekken, en Ik zal hen van rondom tegen
32408 Eze 23:23 | De kinderen van Babel en alle Chaldeen, Pekod, en
32409 Eze 23:23 | en alle Chaldeen, Pekod, en Soa, en Koa, en alle kinderen
32410 Eze 23:23 | Chaldeen, Pekod, en Soa, en Koa, en alle kinderen van
32411 Eze 23:23 | Pekod, en Soa, en Koa, en alle kinderen van Assur
32412 Eze 23:23 | jongelingen, die allen vorsten en overheden zijn, hoofdmannen
32413 Eze 23:23 | overheden zijn, hoofdmannen en vermaarde lieden, die allen
32414 Eze 23:24 | komen met karren, wagenen en wielen, en met een vergadering
32415 Eze 23:24 | karren, wagenen en wielen, en met een vergadering van
32416 Eze 23:24 | vergadering van volken, rondassen, en schilden, en helmen; zij
32417 Eze 23:24 | rondassen, en schilden, en helmen; zij zullen zich
32418 Eze 23:24 | zich rondom tegen u zetten; en Ik zal voor hun aangezicht
32419 Eze 23:24 | aangezicht het gericht stellen, en zij zullen u richten naar
32420 Eze 23:25 | 25 En Ik zal Mijn ijver tegen
32421 Eze 23:25 | handelen; zij zullen uw neus en uw oren afnemen, en het
32422 Eze 23:25 | neus en uw oren afnemen, en het laatste van u zal door
32423 Eze 23:25 | zij zullen uw zonen en uw dochteren wegnemen, en
32424 Eze 23:25 | en uw dochteren wegnemen, en het laatste van u zal door
32425 Eze 23:26 | uw klederen uittrekken, en uw sieraadtuig wegnemen. ~
32426 Eze 23:27 | gebracht uit Egypteland; en gij zult uw ogen naar hen
32427 Eze 23:27 | naar hen niet opheffen, en aan Egypte niet meer
32428 Eze 23:29 | met u handelen uit haat, en al uw arbeid wegnemen, en
32429 Eze 23:29 | en al uw arbeid wegnemen, en u naakt en bloot laten,
32430 Eze 23:29 | arbeid wegnemen, en u naakt en bloot laten, dat uw hoerenschaamte
32431 Eze 23:29 | mitsgaders uw schandelijkheid en uw hoererijen. ~
32432 Eze 23:30 | heidenen nagehoereerd hebt, en omdat gij u met hun drekgoden
32433 Eze 23:32 | zuster drinken, die diep en wijd is; gij zult tot belaching
32434 Eze 23:32 | gij zult tot belaching en spot worden; de beker houdt
32435 Eze 23:33 | 33 Van dronkenschap en jammer zult gij vol worden;
32436 Eze 23:33 | een beker der verwoesting en der eenzaamheid. ~
32437 Eze 23:34 | Gij zult hem drinken en uitzuigen, en zijn scherven
32438 Eze 23:34 | hem drinken en uitzuigen, en zijn scherven zult gij brijzelen,
32439 Eze 23:34 | scherven zult gij brijzelen, en uw borsten zult gij afrukken;
32440 Eze 23:35 | Omdat gij Mijner vergeten, en Mij achter uw rug geworpen
32441 Eze 23:35 | gij ook uw schandelijkheid en uw hoererijen. ~
32442 Eze 23:36 | 36 En de HEERE zeide tot mij:
32443 Eze 23:36 | Mensenkind! zoudt gij Ohola en Oholiba recht geven? Ja,
32444 Eze 23:37 | hebben overspel gedaan, en er is bloed in haar handen;
32445 Eze 23:37 | is bloed in haar handen; en zij hebben met haar drekgoden
32446 Eze 23:38 | zelven dage verontreinigd, en Mijn sabbatten ontheiligd. ~
32447 Eze 23:39 | om dat te ontheiligen; en ziet, alzo hebben zij gedaan
32448 Eze 23:40 | uw ogen blankettet en u met sieraad versierdet; ~
32449 Eze 23:41 | 41 En gij zat op een heerlijk
32450 Eze 23:41 | een tafel toegericht was, en op hetwelk gij Mijn reukwerk
32451 Eze 23:41 | hetwelk gij Mijn reukwerk en Mijn olie gezet hadt. ~
32452 Eze 23:42 | uit de menigte der mensen, en daar werden wijnzuipers
32453 Eze 23:42 | armringen aan haar handen, en een sierlijke kroon op haar
32454 Eze 23:43 | de hoererijen dezer hoer, en die ook. ~
32455 Eze 23:44 | 44 En men ging tot haar in, gelijk
32456 Eze 23:44 | gingen zij in tot Ohola en tot Oholiba, die schandelijke
32457 Eze 23:45 | recht der overspeelsters, en naar het recht der bloedvergietsters;
32458 Eze 23:45 | zij zijn overspeelsters, en bloed is in haar handen. ~
32459 Eze 23:46 | tegen haar doen opkomen, en zal ze ter beroering en
32460 Eze 23:46 | en zal ze ter beroering en ten roof overgeven. ~
32461 Eze 23:47 | 47 En de vergadering zal ze met
32462 Eze 23:47 | ze met stenen stenigen, en dezelve met hun zwaarden
32463 Eze 23:47 | nederhouwen; haar zonen en haar dochteren zullen zij
32464 Eze 23:47 | dochteren zullen zij doden, en haar huizen met vuur verbranden. ~
32465 Eze 23:49 | schandelijkheid op u leggen, en gij zult de zonden uwer
32466 Eze 23:49 | zonden uwer drekgoden dragen; en gijlieden zult weten, dat
32467 Eze 24:3 | 3 En gebruik een gelijkenis tot
32468 Eze 24:3 | tot dat wederspannig huis, en zeg tot hen: Alzo zegt de
32469 Eze 24:3 | een pot toe, zet hem toe, en giet ook water daarin. ~
32470 Eze 24:4 | alle goede stukken, de dij en den schouder, vul hem met
32471 Eze 24:5 | Neem de keur van de kudde, en stook ook een brandstapel
32472 Eze 24:6 | welks schuim in hem is, en van welken zijn schuim en
32473 Eze 24:6 | en van welken zijn schuim en niet is uitgegaan! trek
32474 Eze 24:6 | trek stuk bij stuk daaruit, en laat het lot over hem
32475 Eze 24:10 | aan, verteer het vlees, en kruid het met specerijen,
32476 Eze 24:10 | kruid het met specerijen, en laat de beenderen verbranden. ~
32477 Eze 24:11 | kolen, opdat hij heet worde, en zijn roest verbrande, en
32478 Eze 24:11 | en zijn roest verbrande, en zijn onreinigheid in het
32479 Eze 24:13 | omdat Ik u gereinigd heb, en gij niet gereinigd zijt,
32480 Eze 24:14 | gesproken; het zal komen, en Ik zal het doen; Ik zal
32481 Eze 24:14 | zal er niet van wijken, en Ik zal niet verschonen noch
32482 Eze 24:14 | berouw hebben; naar uw wegen en naar uw handelingen
32483 Eze 24:16 | rouwklagen, noch wenen, en uw tranen zullen niet voortkomen. ~
32484 Eze 24:17 | maken, bind uw hoed op u, en doe uw schoenen aan uw voeten;
32485 Eze 24:17 | schoenen aan uw voeten; en de bovenste lip zult gij
32486 Eze 24:17 | zult gij niet bewinden, en zult der lieden brood
32487 Eze 24:18 | volk in den morgenstond, en mijn huisvrouw stierf in
32488 Eze 24:18 | huisvrouw stierf in den avond; en ik deed in den morgenstond,
32489 Eze 24:19 | 19 En het volk zeide tot mij:
32490 Eze 24:20 | 20 En ik zeide tot hen: Het woord
32491 Eze 24:21 | de begeerte uwer ogen, en de verschoning uwer ziel;
32492 Eze 24:21 | de verschoning uwer ziel; en uw zonen en uw dochteren,
32493 Eze 24:21 | uwer ziel; en uw zonen en uw dochteren, die gij verlaten
32494 Eze 24:22 | zult gij niet bewinden, en der lieden brood zult gij
32495 Eze 24:23 | 23 En uw hoeden zullen op uw hoofden
32496 Eze 24:23 | zullen op uw hoofden zijn, en uw schoenen aan uw voeten;
32497 Eze 24:23 | ongerechtigheden versmachten, en een iegelijk tegen
32498 Eze 24:25 | 25 En gij, mensenkind! zal het
32499 Eze 24:25 | sieraads, den lust hunner ogen en het verlangen hunner zielen,
32500 Eze 24:25 | hunner zielen, hun zonen en hun dochteren; ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |