Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
emmaus 1
emmer 1
emmeren 1
en 46573
en-dor 1
en-eglaim 1
en-gannim 3
Frequency    [«  »]
-----
-----
-----
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het

Bijbel

IntraText - Concordances

en

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573

      Book Chapter: Verse
32001 Eze 14:8 | teken en tot spreekwoorden, en zal hem uitroeien uit het 32002 Eze 14:8 | het midden Mijns volks; en gijlieden zult      weten, 32003 Eze 14:9 | profeet overreed zal zijn, en iets gesproken zal hebben, 32004 Eze 14:9 | dienzelven profeet overreed, en Ik zal Mijn hand tegen hem 32005 Eze 14:9 | hand tegen hem uitstrekken, en zal hem      verdelgen uit 32006 Eze 14:10 | 10      En zij zullen hun ongerechtigheid 32007 Eze 14:11 | van achter Mij afdwale, en zij zich niet meer verontreinigen 32008 Eze 14:11 | zij Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een      32009 Eze 14:13 | hand daartegen uitstrekken, en zal hetzelve den staf des 32010 Eze 14:13 | staf des broods breken, en een      honger daarin zenden, 32011 Eze 14:13 | zenden, dat Ik daaruit mensen en beesten uitroeie; ~ 32012 Eze 14:14 | drie mannen, Noach, Daniel en Job, in het midden deszelven 32013 Eze 14:16 | Heere HEERE, zo zij zonen, en zo zij dochteren bevrijden 32014 Eze 14:17 | brenge over datzelve land, en zegge: Zwaard! ga door, 32015 Eze 14:17 | daarvan uitroeie mensen en beesten; ~ 32016 Eze 14:19 | in datzelve land zende, en Mijn grimmigheid daarover 32017 Eze 14:19 | uitgiete, om daarvan mensen en beesten uit te roeien; ~ 32018 Eze 14:20 | Ofschoon Noach, Daniel en Job in het midden deszelven 32019 Eze 14:21 | boze gerichten, het zwaard, en den honger, en het boze 32020 Eze 14:21 | het zwaard, en den honger, en het boze gedierte, en de 32021 Eze 14:21 | honger, en het boze gedierte, en de pestilentie gezonden 32022 Eze 14:21 | Jeruzalem, om daaruit mensen en beesten uit te roeien! ~ 32023 Eze 14:22 | uitgevoerd zullen worden, zonen en dochteren; ziet, zij zullen 32024 Eze 14:22 | zullen tot ulieden uitkomen, en gij zult hun weg zien, en 32025 Eze 14:22 | en gij zult hun weg zien, en hun      handelingen; en 32026 Eze 14:22 | en hun      handelingen; en gij zult vertroost worden 32027 Eze 14:23 | vertroosten, als gij hun weg en hun handelingen zien zult; 32028 Eze 14:23 | hun handelingen zien zult; en gij zult weten, dat Ik niet 32029 Eze 15:1 | 1   En des HEEREN woord geschiedde 32030 Eze 15:4 | verteert beide zijn einden, en zijn middelste wordt verbrand; 32031 Eze 15:7 | andere vuur hen verteren; en gij zult weten, dat Ik de 32032 Eze 15:8 | 8   En Ik zal het land woest maken, 32033 Eze 16:3 | 3      En zeg: Alzo zegt de Heere 32034 Eze 16:3 | Jeruzalem: Uw handelingen en uw geboorten zijn uit het 32035 Eze 16:3 | uw vader was een Amoriet en uw moeder een      Hethietische. ~ 32036 Eze 16:4 | 4      En aangaande uw geboorten: 32037 Eze 16:4 | uw navel niet afgesneden; en gij waart niet met water 32038 Eze 16:6 | vertreden zijnde in uw bloed, en Ik zeide tot u in uw bloed: 32039 Eze 16:7 | gewas des velds, gemaakt; en gij zijt gegroeid, en groot 32040 Eze 16:7 | gemaakt; en gij zijt gegroeid, en groot geworden, en zijt 32041 Eze 16:7 | gegroeid, en groot geworden, en zijt gekomen tot grote sierlijkheid; 32042 Eze 16:7 | borsten zijn vast geworden, en uw      haar is gewassen, 32043 Eze 16:7 | gewassen, doch gij waart naakt en bloot. ~ 32044 Eze 16:8 | u voorbijging, zag Ik u, en ziet, uw tijd was de tijd 32045 Eze 16:8 | Mijn vleugel over u uit, en dekte uw naaktheid; ja, 32046 Eze 16:8 | naaktheid; ja, Ik zwoer u, en kwam met u in een verbond,      32047 Eze 16:8 | spreekt de Heere HEERE en gij werdt de Mijne. ~ 32048 Eze 16:9 | Daarna wies Ik u met water, en Ik spoelde uw bloed van 32049 Eze 16:9 | spoelde uw bloed van u af, en zalfde u met olie. ~ 32050 Eze 16:10 | u ook met gestikt werk, en Ik schoeide u met dassenvellen, 32051 Eze 16:10 | schoeide u met dassenvellen, en omgordde u met fijn linnen, 32052 Eze 16:10 | omgordde u met fijn linnen, en bedekte u met zijde. ~ 32053 Eze 16:11 | versierde Ik u met sieraad, en deed armringen aan uw handen, 32054 Eze 16:11 | armringen aan uw handen, en een keten aan uw hals. ~ 32055 Eze 16:12 | voorhoofdsiersel aan uw aangezicht, en oorringen aan uw oren, en 32056 Eze 16:12 | en oorringen aan uw oren, en een kroon der heerlijkheid 32057 Eze 16:13 | waart gij versierd met goud en zilver, en uw kleding was 32058 Eze 16:13 | versierd met goud en zilver, en uw kleding was fijn linnen, 32059 Eze 16:13 | kleding was fijn linnen, en zijde, en gestikt werk; 32060 Eze 16:13 | was fijn linnen, en zijde, en gestikt werk; gij at meelbloem, 32061 Eze 16:13 | werk; gij at meelbloem, en honig, en olie, en gij waart 32062 Eze 16:13 | at meelbloem, en honig, en olie, en gij waart gans 32063 Eze 16:13 | meelbloem, en honig, en olie, en gij waart gans zeer schoon, 32064 Eze 16:13 | waart gans zeer schoon, en waart      voorspoedig, 32065 Eze 16:15 | vertrouwd op uw schoonheid, en hebt gehoereerd vanwege 32066 Eze 16:16 | 16      En gij hebt van uw klederen 32067 Eze 16:16 | van uw klederen genomen, en u gemaakt geplekte hoogten, 32068 Eze 16:16 | gemaakt geplekte hoogten, en hebt daarop gehoereerd; 32069 Eze 16:16 | zulks is niet gekomen, en zal niet geschieden. ~ 32070 Eze 16:17 | uws sieraads van Mijn goud en van Mijn zilver, dat Ik 32071 Eze 16:17 | zilver, dat Ik u gegeven had, en gij hebt u mansbeelden gemaakt, 32072 Eze 16:17 | hebt u mansbeelden gemaakt, en gij hebt met dezelve      32073 Eze 16:18 | 18      En gij hebt uw gestikte klederen 32074 Eze 16:18 | gestikte klederen genomen, en hebt ze bedekt; en gij hebt 32075 Eze 16:18 | genomen, en hebt ze bedekt; en gij hebt Mijn olie en Mijn 32076 Eze 16:18 | bedekt; en gij hebt Mijn olie en Mijn reukwerk voor hun aangezichten 32077 Eze 16:19 | 19      En Mijn brood, hetwelk Ik u 32078 Eze 16:19 | hetwelk Ik u gaf, meelbloem en olie, en honig, waarmede 32079 Eze 16:19 | gaf, meelbloem en olie, en honig, waarmede Ik u spijsde, 32080 Eze 16:20 | Verder hebt gij uw zonen en uw dochteren, die gij Mij 32081 Eze 16:20 | Mij gebaard hadt, genomen, en hebt ze denzelven geofferd 32082 Eze 16:21 | kinderen geslacht hebt, en hebt ze overgegeven, als 32083 Eze 16:22 | hebt gij bij al uw gruwelen en uw hoererijen niet gedacht 32084 Eze 16:22 | jonkheid, als gij naakt en bloot waart, als gij vertreden 32085 Eze 16:24 | verwelfsel gebouwd hebt, en u een hoge plaats gemaakt 32086 Eze 16:25 | uw hoge plaatsen gebouwd, en hebt uw schoonheid gruwelijk 32087 Eze 16:25 | schoonheid gruwelijk gemaakt, en hebt met uw benen geschreden 32088 Eze 16:25 | ieder, die voorbijging, en      hebt uw hoererijen 32089 Eze 16:26 | die groot van vlees zijn; en gij hebt uw hoererij vermenigvuldigd, 32090 Eze 16:27 | Ik Mijn hand over u uit, en verminderde uw bescheiden 32091 Eze 16:27 | verminderde uw bescheiden deel; en Ik gaf u over in den lust 32092 Eze 16:29 | van Kanaan tot in Chaldea; en daarmede ook zijt gij niet 32093 Eze 16:31 | het hoofd van iederen weg, en uw hoge plaats maakt in 32094 Eze 16:31 | plaats maakt in elke straat, en niet zijt geweest als een 32095 Eze 16:33 | uw loon aan al uw boelen, en gij beschenkt ze, opdat 32096 Eze 16:34 | als gij hoerenloon geeft, en het hoerenloon u niet gegeven      32097 Eze 16:36 | uw vergif uitgestort is, en uw schaamte door uw hoererijen 32098 Eze 16:36 | met uw boelen ontdekt is, en met al de drekgoden uwer 32099 Eze 16:36 | drekgoden uwer gruwelen, en na het bloed      uwer kinderen, 32100 Eze 16:37 | gij vermengd zijt geweest, en allen, die gij liefgehad 32101 Eze 16:37 | allen, die gij gehaat hebt; en Ik zal hen van rondom      32102 Eze 16:37 | vergaderen tegen u, en Ik zal voor hen uw naaktheid 32103 Eze 16:38 | rechten der overspeelsters en der bloedvergietsters richten; 32104 Eze 16:38 | bloedvergietsters richten; en Ik zal u overgeven aan het 32105 Eze 16:38 | het bloed der grimmigheid en des ijvers. ~ 32106 Eze 16:39 | 39      En Ik zal u in hun hand overgeven, 32107 Eze 16:39 | u in hun hand overgeven, en zij zullen uw verwelfsel 32108 Eze 16:39 | uw verwelfsel afbreken, en uw hoge plaatsen omwerpen, 32109 Eze 16:39 | hoge plaatsen omwerpen, en uw klederen u uittrekken, 32110 Eze 16:39 | uw klederen u uittrekken, en uw sierlijke juwelen nemen, 32111 Eze 16:39 | sierlijke juwelen nemen, en u naakt      en bloot laten. ~ 32112 Eze 16:39 | juwelen nemen, en u naakt      en bloot laten. ~ 32113 Eze 16:40 | vergadering doen opkomen, en zullen u met stenen stenigen, 32114 Eze 16:40 | zullen u met stenen stenigen, en u met hun zwaarden doorsteken. ~ 32115 Eze 16:41 | huizen met vuur verbranden, en oordelen tegen u uitvoeren 32116 Eze 16:41 | voor veler vrouwen ogen; en Ik zal u doen ophouden van 32117 Eze 16:41 | ophouden van een hoer te zijn, en gij zult ook niet meer      32118 Eze 16:42 | grimmigheid op u doen rusten, en Mijn ijver zal van u afwijken; 32119 Eze 16:42 | ijver zal van u afwijken; en Ik zal stil zijn, en niet 32120 Eze 16:42 | afwijken; en Ik zal stil zijn, en niet meer toornig wezen. ~ 32121 Eze 16:43 | de dagen uwer jonkheid, en Mij tot beroering geweest 32122 Eze 16:43 | spreekt de Heere      HEERE; en gij zult die schandelijke 32123 Eze 16:45 | de walg had van haar man en van haar kinderen; en gij 32124 Eze 16:45 | man en van haar kinderen; en gij zijt de zuster uwer 32125 Eze 16:45 | gehad hebben van haar mannen en van      haar kinderen; 32126 Eze 16:45 | moeder was een Hethietische, en uw vader een Amoriet. ~ 32127 Eze 16:46 | zuster nu is Samaria, zij en haar dochteren, dewelke 32128 Eze 16:46 | rechterhand woont, is Sodom en      haar dochteren. ~ 32129 Eze 16:48 | gelijk gij gedaan hebt en uw dochteren! ~ 32130 Eze 16:49 | hoogmoed, zatheid van brood en stille gerustheid had zij 32131 Eze 16:49 | stille gerustheid had zij en haar dochteren; maar zij 32132 Eze 16:49 | sterkte de hand des armen en      nooddruftigen niet. ~ 32133 Eze 16:50 | 50      En zij verhieven zich, en deden 32134 Eze 16:50 | En zij verhieven zich, en deden gruwelijkheid voor 32135 Eze 16:51 | uwer zonden niet gezondigd; en gij hebt uw gruwelen meer 32136 Eze 16:51 | dan zij vermenigvuldigd, en hebt uw zusters gerechtvaardigd 32137 Eze 16:52 | dan      ook beschaamd, en draag uw schande, omdat 32138 Eze 16:53 | de gevangenen van Sodom en haar dochteren, en de gevangenen 32139 Eze 16:53 | Sodom en haar dochteren, en de gevangenen van Samaria 32140 Eze 16:53 | de gevangenen van Samaria en haar dochteren, dan zal 32141 Eze 16:54 | Opdat gij uw schande draagt, en te schande gemaakt wordt, 32142 Eze 16:55 | Als uw zusters, Sodom en haar dochteren, zullen wederkeren 32143 Eze 16:55 | staat, mitsgaders Samaria en haar dochteren zullen wederkeren 32144 Eze 16:55 | staat, zult gij ook      en uw dochteren wederkeren 32145 Eze 16:57 | de dochteren van Syrie, en van al degenen, die rondom 32146 Eze 16:58 | gij uw schandelijke daden en uw gruwelen gedragen, spreekt 32147 Eze 16:60 | de dagen uwer jonkheid, en Ik zal met u een eeuwig 32148 Eze 16:61 | gij uwer wegen gedenken en beschaamd zijn, als gij 32149 Eze 16:62 | verbond met u oprichten, en gij zult weten, dat Ik de 32150 Eze 16:63 | gij het gedachtig zijt, en u schaamt, en niet meer 32151 Eze 16:63 | gedachtig zijt, en u schaamt, en niet meer uw mond opent 32152 Eze 17:1 | 1      En des HEEREN woord geschiedde 32153 Eze 17:2 | stel een raadsel voor, en gebruik een gelijkenis tot 32154 Eze 17:3 | 3      En zeg: Alzo zegt de Heere 32155 Eze 17:3 | had, kwam op den Libanon, en nam      den oppersten tak 32156 Eze 17:4 | van zijn jonge takjes af, en bracht hem in een land van 32157 Eze 17:5 | van het zaad des lands, en legde het in een zaadakker; 32158 Eze 17:6 | 6      En het sproot uit, en werd 32159 Eze 17:6 | En het sproot uit, en werd tot een welig uitlopende 32160 Eze 17:6 | die ranken voortbracht en scheuten uitwierp. ~ 32161 Eze 17:7 | arend, groot van vleugelen en overvloedig van vederen; 32162 Eze 17:7 | overvloedig van vederen; en ziet, deze wijnstok voegde 32163 Eze 17:7 | wortelen naar denzelven toe, en wierp zijn takken tot hem 32164 Eze 17:8 | geplant, om takken te maken en vrucht te dragen, opdat 32165 Eze 17:9 | zijn wortelen uitrukken, en zijn vrucht afsnijden, dat 32166 Eze 17:9 | zijn gewas      verdrogen; en dat niet door een groten 32167 Eze 17:12 | is tot Jeruzalem gekomen, en heeft haar koning genomen, 32168 Eze 17:12 | heeft haar koning genomen, en haar vorsten,      en heeft 32169 Eze 17:12 | genomen, en haar vorsten,      en heeft ze tot zich gevoerd 32170 Eze 17:13 | koninklijk zaad genomen, en daarmede een verbond gemaakt, 32171 Eze 17:13 | daarmede een verbond gemaakt, en heeft hem tot een eed gebracht, 32172 Eze 17:13 | hem tot een eed gebracht, en de machtigen des lands heeft 32173 Eze 17:14 | zich niet verheffende, en dat het, zijn verbond houdende, 32174 Eze 17:15 | Egypte, opdat men hem paarden en veel volks bestellen zou; 32175 Eze 17:15 | zal hij het verbond breken en ontkomen? 32176 Eze 17:16 | wiens eed hij veracht, en wiens verbond hij gebroken      32177 Eze 17:17 | Farao, door een groot heir en door menigte van krijgs 32178 Eze 17:17 | men een wal zal opwerpen, en als men sterkten bouwen 32179 Eze 17:19 | dien hij veracht heeft, en Mijn verbond, dat hij gebroken 32180 Eze 17:20 | 20      En Ik zal Mijn net over hem 32181 Eze 17:20 | worden in Mijn jachtgaren; en Ik zal daar met hem rechten 32182 Eze 17:21 | door het zwaard vallen, en de overgeblevenen zullen 32183 Eze 17:21 | winden verstrooid worden; en gijlieden zult weten, dat 32184 Eze 17:22 | denwelken Ik op een hogen en verhevenen berg planten 32185 Eze 17:23 | Israel zal Ik hem planten; en hij zal takken voortbrengen, 32186 Eze 17:23 | zal takken voortbrengen, en vrucht dragen, en hij zal 32187 Eze 17:23 | voortbrengen, en vrucht dragen, en hij zal tot een heerlijken 32188 Eze 17:24 | nederigen boom verdroogd, en den drogen boom bloeiende 32189 Eze 17:24 | HEERE, heb het gesproken, en zal het doen. ~  ~  ~  ~ ~ 32190 Eze 18:2 | onrijpe druiven gegeten, en de tanden der kinderen zijn 32191 Eze 18:5 | iemand rechtvaardig is, en doet recht en gerechtigheid; ~ 32192 Eze 18:5 | rechtvaardig is, en doet recht en gerechtigheid; ~ 32193 Eze 18:6 | Niet eet op de bergen, en zijn ogen niet opheft tot 32194 Eze 18:7 | 7      En niemand verdrukt, den schuldenaar 32195 Eze 18:7 | hongerige zijn brood geeft, en den naakte met kleding bedekt; ~ 32196 Eze 18:8 | waarachtig recht tussen den een en den anderen oefent; ~ 32197 Eze 18:9 | Mijn inzettingen wandelt, en Mijn rechten onderhoudt, 32198 Eze 18:11 | 11      En die al die dingen niet doet; 32199 Eze 18:11 | maar eet ook op de bergen, en verontreinigt de huisvrouw 32200 Eze 18:12 | Verdrukt den ellendige en den nooddruftige, rooft 32201 Eze 18:12 | geeft het pand niet weder, en heft zijn ogen op tot de 32202 Eze 18:13 | 13      Geeft op woeker, en neemt overwinst; zou die 32203 Eze 18:14 | die hij doet, aanziet, en toeziet, dat hij dergelijke 32204 Eze 18:16 | 16      En niemand verdrukt, het pand 32205 Eze 18:16 | het pand niet behoudt, en geen roof rooft, zijn brood 32206 Eze 18:16 | brood den hongerige geeft, en den naakte met kleding bedekt; ~ 32207 Eze 18:17 | neemt, Mijn rechten doet, en in Mijn inzettingen wandelt; 32208 Eze 18:18 | broeders goed geroofd heeft, en gedaan heeft, dat niet goed 32209 Eze 18:19 | Immers zal de zoon, die recht en gerechtigheid gedaan heeft, 32210 Eze 18:19 | gerechtigheid gedaan heeft, en al Mijn inzettingen      32211 Eze 18:19 | inzettingen      onderhouden, en die gedaan heeft, gewisselijk 32212 Eze 18:20 | ongerechtigheid des vaders, en de vader zal niet dragen 32213 Eze 18:20 | rechtvaardigen zal op hem zijn, en de goddeloosheid des goddelozen 32214 Eze 18:21 | zonden, die hij gedaan heeft, en al Mijn inzettingen onderhoudt, 32215 Eze 18:21 | inzettingen onderhoudt, en doet recht en gerechtigheid, 32216 Eze 18:21 | onderhoudt, en doet recht en gerechtigheid, hij zal gewisselijk 32217 Eze 18:24 | van zijn gerechtigheid, en onrecht doet, doende naar 32218 Eze 18:24 | waardoor hij overtreden heeft, en in zijn zonde, die hij gezondigd 32219 Eze 18:26 | van zijn gerechtigheid, en onrecht doet, en sterft 32220 Eze 18:26 | gerechtigheid, en onrecht doet, en sterft in dezelve, hij zal 32221 Eze 18:27 | goddeloosheid, die hij gedaan heeft, en doet recht en gerechtigheid, 32222 Eze 18:27 | gedaan heeft, en doet recht en gerechtigheid, die zal zijn 32223 Eze 18:28 | Dewijl hij toeziet, en zich bekeert van al zijn 32224 Eze 18:30 | Heere HEERE, keert weder, en bekeert u van al uw overtredingen, 32225 Eze 18:31 | waardoor gij overtreden hebt, en maakt u een nieuw hart en 32226 Eze 18:31 | en maakt u een nieuw hart en een nieuwen geest; want 32227 Eze 18:32 | HEERE; daarom bekeert u en leeft. ~  ~  ~  ~ ~ 32228 Eze 19:2 | 2      En zeg: Wat was uw moeder? 32229 Eze 19:4 | gegrepen in hun groeve; en zij brachten hem met haken 32230 Eze 19:6 | leeuwen, werd een jonge leeuw, en leerde roof te roven, hij 32231 Eze 19:7 | Hij bekende zijn weduwen, en hij verwoestte hun steden; 32232 Eze 19:7 | hun steden; zodat het land en zijn volheid ontzet werd 32233 Eze 19:8 | rondom uit de landschappen, en zij spreidden hun net over 32234 Eze 19:9 | 9      En zij stelden hem in gesloten 32235 Eze 19:10 | wateren; hij was vruchtbaar en vol ranken vanwege vele 32236 Eze 19:11 | 11      En hij had sterke roeden tot 32237 Eze 19:11 | scepteren der heersers, en de stam van elke roede werd 32238 Eze 19:11 | tussen de dichte takken; en hij werd gezien door zijn 32239 Eze 19:12 | door grimmigheid uitgerukt, en ter aarde geworpen, en de 32240 Eze 19:12 | en ter aarde geworpen, en de oostenwind heeft zijn 32241 Eze 19:12 | sterke roeden zijn afgebroken en zijn verdroogd; het vuur      32242 Eze 19:13 | 13      En nu is hij geplant in een 32243 Eze 19:13 | een woestijn, in een dor en dorstig land. ~ 32244 Eze 19:14 | Dit is een weeklage,      en is tot een weeklage geworden. ~  ~  ~  ~ ~ 32245 Eze 20:1 | 1      En het geschiedde in het zevende 32246 Eze 20:1 | om den HEERE te vragen; en zij      zaten neder voor 32247 Eze 20:3 | tot de oudsten van Israel, en zeg tot hen: Alzo zegt de 32248 Eze 20:5 | 5      En zeg tot hen: Alzo zegt de 32249 Eze 20:5 | zaad van het huis Jakobs, en maakte Mijzelven hun in 32250 Eze 20:6 | had, vloeiende van melk en honig, hetwelk het      32251 Eze 20:7 | 7      En Ik zeide tot hen: Een ieder 32252 Eze 20:7 | verfoeiselen zijner ogen weg; en verontreinigt ulieden niet 32253 Eze 20:8 | wederspannig tegen Mij, en wilden naar Mij niet horen; 32254 Eze 20:10 | 10      En Ik voerde hen uit Egypteland, 32255 Eze 20:10 | voerde hen uit Egypteland, en bracht hen in de woestijn. ~ 32256 Eze 20:11 | Ik hun Mijn inzettingen, en maakte hun Mijn rechten 32257 Eze 20:12 | teken te zijn tussen Mij en tussen hen, opdat zij zouden 32258 Eze 20:13 | in Mijn inzettingen niet, en verwierpen Mijn rechten; 32259 Eze 20:13 | door      dezelve leven; en zij ontheiligden Mijn sabbatten 32260 Eze 20:15 | had, vloeiende van melk en honig, hetwelk het sieraad 32261 Eze 20:16 | Mijn rechten verwierpen, en in Mijn inzettingen niet 32262 Eze 20:16 | inzettingen niet wandelden, en Mijn sabbatten ontheiligden; 32263 Eze 20:17 | dat Ik hen niet verdierf, en geen voleinding met hen 32264 Eze 20:18 | inzettingen uwer vaderen, en onderhoudt hun rechten niet, 32265 Eze 20:18 | onderhoudt hun rechten niet, en verontreinigt u niet met 32266 Eze 20:19 | wandelt in Mijn inzettingen, en onderhoudt Mijn rechten, 32267 Eze 20:19 | onderhoudt Mijn rechten, en doet dezelve. ~ 32268 Eze 20:20 | 20      En heiligt Mijn sabbatten, 32269 Eze 20:20 | heiligt Mijn sabbatten, en zij zullen tot een teken 32270 Eze 20:20 | een teken zijn tussen Mij en tussen ulieden, opdat gij 32271 Eze 20:21 | niet in Mijn inzettingen, en Mijn rechten namen zij niet 32272 Eze 20:22 | Ik keerde Mijn hand af, en deed het om Mijns Naams 32273 Eze 20:23 | verspreiden zou onder de heidenen, en hen verstrooien in de landen; ~ 32274 Eze 20:24 | Mijn inzettingen verworpen en Mijn sabbatten ontheiligd 32275 Eze 20:24 | sabbatten ontheiligd hadden, en hun ogen achter de drekgoden 32276 Eze 20:25 | besluitingen, die niet goed waren, en rechten, waarbij zij niet 32277 Eze 20:26 | 26      En Ik verontreinigde hen in 32278 Eze 20:27 | spreek tot het huis Israels, en zeg tot hen: Alzo zegt de 32279 Eze 20:28 | naar allen hogen heuvel, en alle dicht geboomte, en      32280 Eze 20:28 | en alle dicht geboomte, en      offerden daar hun offeren, 32281 Eze 20:28 | offerden daar hun offeren, en gaven daar hun tergende 32282 Eze 20:28 | hun tergende offeranden, en daar zetten zij hun liefelijken 32283 Eze 20:28 | zij hun liefelijken reuk, en daar offerden zij hun drankofferen. ~ 32284 Eze 20:29 | 29      En Ik zeide tot hen: Wat is 32285 Eze 20:30 | in den weg uwer vaderen, en hoereert gij achter hun 32286 Eze 20:31 | drekgoden tot op dezen dag toe; en zou Ik van u gevraagd      32287 Eze 20:32 | Wij zullen als de heidenen en als de geslachten der landen 32288 Eze 20:32 | landen zijn, dienende hout en steen. ~ 32289 Eze 20:33 | niet met een sterke hand, en uitgestrekten arm, en met 32290 Eze 20:33 | hand, en uitgestrekten arm, en met een uitgegoten grimmigheid 32291 Eze 20:34 | u uit de volken voeren, en u vergaderen uit de landen, 32292 Eze 20:34 | zijt, door een sterke hand, en door een uitgestrekten arm, 32293 Eze 20:34 | door een uitgestrekten arm, en door een uitgegoten      32294 Eze 20:35 | de woestijn der volken, en Ik zal met u aldaar rechten, 32295 Eze 20:37 | 37      En Ik zal ulieden onder de 32296 Eze 20:37 | de roede doen doorgaan, en Ik zal u brengen onder den 32297 Eze 20:38 | zal Ik, die rebel zijn, en die tegen Mij overtreden, 32298 Eze 20:38 | vreemdelingschappen uitvoeren, en zij zullen in het landschap      32299 Eze 20:38 | Israels niet weder komen, en gij zult weten, dat Ik de 32300 Eze 20:39 | 39      En gijlieden, o huis Israels, 32301 Eze 20:39 | heiligen Naam, met uw giften en met uw drekgoden. ~ 32302 Eze 20:40 | welgevallen aan hen      nemen, en daar zal Ik uw hefofferen 32303 Eze 20:40 | Ik uw hefofferen eisen, en de eerstelingen uwer heffingen 32304 Eze 20:41 | van de volken uitvoeren, en u vergaderen zal uit de 32305 Eze 20:41 | gij zult verstrooid zijn, en Ik      zal in u geheiligd 32306 Eze 20:42 | 42      En gij zult weten, dat Ik de 32307 Eze 20:43 | dan gedenken aan uw wegen, en aan al uw handelingen waarmede 32308 Eze 20:43 | gij u verontreinigd hebt, en gij zult van u zelven een 32309 Eze 20:46 | den weg van het zuiden, en drup tegen het zuiden; en 32310 Eze 20:46 | en drup tegen het zuiden; en profeteer tegen het woud 32311 Eze 20:47 | 47      En zeg tot het zuiderwoud: 32312 Eze 20:47 | in u allen groenen boom en allen dorren boom      verteren 32313 Eze 20:48 | 48      En alle vlees zal zien, dat 32314 Eze 20:49 | 49      En ik zeide: Ach, Heere HEERE, 32315 Eze 21:1 | 1      En des HEEREN woord geschiedde 32316 Eze 21:2 | aangezicht tegen Jeruzalem, en drup tegen de heiligdommen, 32317 Eze 21:2 | drup tegen de heiligdommen, en profeteer tegen het land 32318 Eze 21:3 | 3      En zeg tot het land van Israel: 32319 Eze 21:3 | HEERE: Ziet, Ik wil aan u, en Ik zal Mijn zwaard uit zijn 32320 Eze 21:3 | uit zijn schede trekken; en Ik zal van u uitroeien den 32321 Eze 21:3 | uitroeien den rechtvaardige en den goddeloze. ~ 32322 Eze 21:4 | uitroeien zal den rechtvaardige en den goddeloze, daarom zal 32323 Eze 21:5 | 5      En alle vlees zal weten, dat 32324 Eze 21:6 | met verbreking der lenden en met bitterheid. ~ 32325 Eze 21:7 | 7      En het zal geschieden, als 32326 Eze 21:7 | gerucht, want het komt! en alle hart zal versmelten, 32327 Eze 21:7 | alle hart zal versmelten, en alle handen zullen      32328 Eze 21:7 | zullen      verslappen, en alle geest zal inkrimpen, 32329 Eze 21:7 | alle geest zal inkrimpen, en alle knieen als water henenvlieten; 32330 Eze 21:7 | henenvlieten; ziet, het komt, en het zal geschieden, spreekt 32331 Eze 21:9 | Mensenkind, profeteer en zeg: Alzo zegt de HEERE: 32332 Eze 21:9 | het zwaard is gescherpt, en ook geveegd. ~ 32333 Eze 21:11 | 11      En Hij heeft hetzelve te vegen 32334 Eze 21:11 | dat zwaard is gescherpt, en dat is geveegd, om hetzelve 32335 Eze 21:12 | 12      Schreeuw en huil, o mensenkind, want 32336 Eze 21:14 | mensenkind, profeteer, en sla hand tegen hand; want 32337 Eze 21:15 | opdat het hart versmelte, en de aanstoten vermenigvuldigen; 32338 Eze 21:17 | 17      En Ik Zelf zal ook Mijn hand 32339 Eze 21:17 | hand tegen Mijn hand slaan, en Mijn grimmigheid doen rusten; 32340 Eze 21:19 | zullen zij beide voortkomen; en kies een zijde, kies ze 32341 Eze 21:25 | 25      En gij, o onheilig, goddeloos 32342 Eze 21:26 | HEERE: Doe dien hoed weg, en hef dien kroon af, deze 32343 Eze 21:26 | verhogen dien, die nederig is, en vernederen dien, die hoog 32344 Eze 21:27 | die daartoe recht heeft, en dien Ik dat geven zal. ~ 32345 Eze 21:28 | 28      En gij, mensenkind, profeteer 32346 Eze 21:28 | gij, mensenkind, profeteer en zeg: Alzo zegt de Heere 32347 Eze 21:28 | van de kinderen Ammons, en van hun smading; zo zeg: 32348 Eze 21:31 | 31      En Ik zal over u Mijn gramschap 32349 Eze 21:31 | Mijner verbolgenheid blazen; en Ik zal u overgeven in de 32350 Eze 22:3 | 3      En zeg: Alzo zegt de Heere 32351 Eze 22:3 | vergiet, opdat haar tijd kome, en drekgoden tegen zichzelve 32352 Eze 22:4 | zijt gij schuldig geworden, en met uw drekgoden, die gij 32353 Eze 22:4 | hebt gij u verontreinigd, en hebt uw dagen doen naderen, 32354 Eze 22:4 | hebt uw dagen doen naderen, en zijt tot      uw jaren gekomen; 32355 Eze 22:4 | overgegeven tot een smaad, en allen landen tot een spot. ~ 32356 Eze 22:5 | 5      Die nabij en verre van u zijn, zullen 32357 Eze 22:5 | bespotten, gij onreine van naam en vol van onrust! ~ 32358 Eze 22:7 | 7      Vader en moeder hebben zij in u licht 32359 Eze 22:7 | zij hebben in u den wees en de weduwe      verdrukt. ~ 32360 Eze 22:8 | dingen hebt gij veracht, en Mijn sabbatten hebt gij 32361 Eze 22:9 | geweest om bloed te vergieten, en in u hebben zij op de bergen 32362 Eze 22:11 | zijns naasten huisvrouw, en een ander heeft zijns zoons 32363 Eze 22:12 | bloed te vergieten; woeker en overwinst hebt gij genomen, 32364 Eze 22:12 | overwinst hebt gij genomen, en gij hebt gierigheid gepleegd 32365 Eze 22:13 | die gij bedreven hebt, en om uw bloed, die in het 32366 Eze 22:14 | HEERE, heb het gesproken, en zal het doen. ~ 32367 Eze 22:15 | 15      En Ik zal u verstrooien onder 32368 Eze 22:15 | verstrooien onder de heidenen, en u verspreiden in de landen, 32369 Eze 22:15 | verspreiden in de landen, en uw ontreinigheid uit u verteren. 32370 Eze 22:16 | voor de ogen der heidenen; en gij zult weten, dat Ik de 32371 Eze 22:20 | vergaderen in      Mijn toorn, en in Mijn grimmigheid daar 32372 Eze 22:20 | grimmigheid daar laten, en smelten. ~ 32373 Eze 22:21 | Ik zal u bijeenbrengen, en zal op u blazen in het vuur 32374 Eze 22:22 | van haar gesmolten worden; en gij zult weten, dat Ik, 32375 Eze 22:25 | de zielen op, den schat en het kostelijke nemen zij 32376 Eze 22:26 | doen Mijn wet geweld aan, en zij ontheiligen Mijn heilige 32377 Eze 22:26 | dingen; tussen het heilige en het onheilige maken zij 32378 Eze 22:26 | maken zij geen onderscheid, en het verschil tussen het      32379 Eze 22:26 | tussen het      onreine en reine geven zij niet te 32380 Eze 22:27 | om bloed te vergieten, en om zielen te verderven; 32381 Eze 22:28 | loze kalk; ziende ijdelheid en hun leugen voorzeggende, 32382 Eze 22:28 | Alzo zegt de Heere HEERE! en de HEERE heeft niet gesproken. ~ 32383 Eze 22:29 | pleegt enkel verdrukking, en bedrijft enkel roverij, 32384 Eze 22:29 | onderdrukken zij den ellendige en nooddruftige, en den vreemdeling 32385 Eze 22:29 | ellendige en nooddruftige, en den vreemdeling verdrukken 32386 Eze 22:30 | den muur mocht toemuren, en voor Mijn aangezicht in 32387 Eze 23:3 | werden haar borsten gedrukt, en daar werden de tepelen haars 32388 Eze 23:4 | waren: Ohola, de grootste, en Oholiba, haar zuster; en 32389 Eze 23:4 | en Oholiba, haar zuster; en zij werden de Mijne, en 32390 Eze 23:4 | en zij werden de Mijne, en baarden zonen en dochteren; 32391 Eze 23:4 | Mijne, en baarden zonen en dochteren; dit waren haar 32392 Eze 23:4 | namen: Samaria is Ohola, en      Jeruzalem Oholiba. ~ 32393 Eze 23:5 | hoereerde, zijnde onder Mij; en zij werd verliefd op haar 32394 Eze 23:6 | met hemelsblauw, vorsten en overheden, altemaal gewenste 32395 Eze 23:7 | kinderen van Assur waren; en met allen, op dewelke zij 32396 Eze 23:8 | haar in haar jeugd gelegen, en zij hadden de tepelen haars 32397 Eze 23:8 | tepelen haars maagdoms betast, en zij hadden hun      hoererij 32398 Eze 23:10 | haar schaamte, haar zonen en haar dochteren namen zij 32399 Eze 23:10 | doodden zij met het zwaard; en zij kreeg een naam onder 32400 Eze 23:11 | minne nog meer dan zij, en haar hoererijen meer dan 32401 Eze 23:12 | kinderen van Assur, de vorsten en overheden, die nabij waren, 32402 Eze 23:16 | het opzien van haar ogen, en zij zond boden tot hen, 32403 Eze 23:17 | tot het leger der minne, en verontreinigden haar met 32404 Eze 23:18 | ontdekte zij haar hoererijen, en ontdekte haar schaamte; 32405 Eze 23:20 | 20      En zij werd verliefd meer dan 32406 Eze 23:20 | als het vlees der ezelen, en welker vloed is als de vloed 32407 Eze 23:22 | afgetrokken, tegen u verwekken, en Ik zal hen van rondom tegen 32408 Eze 23:23 | De kinderen van Babel en alle Chaldeen, Pekod, en 32409 Eze 23:23 | en alle Chaldeen, Pekod, en Soa, en Koa, en alle kinderen 32410 Eze 23:23 | Chaldeen, Pekod, en Soa, en Koa, en alle kinderen van 32411 Eze 23:23 | Pekod, en Soa, en Koa, en alle kinderen van Assur 32412 Eze 23:23 | jongelingen, die allen vorsten en overheden zijn, hoofdmannen      32413 Eze 23:23 | overheden zijn, hoofdmannen      en vermaarde lieden, die allen 32414 Eze 23:24 | komen met karren, wagenen en wielen, en met een vergadering 32415 Eze 23:24 | karren, wagenen en wielen, en met een vergadering van 32416 Eze 23:24 | vergadering van volken, rondassen, en schilden, en helmen; zij 32417 Eze 23:24 | rondassen, en schilden, en helmen; zij zullen zich 32418 Eze 23:24 | zich rondom tegen u zetten; en Ik zal      voor hun aangezicht 32419 Eze 23:24 | aangezicht het gericht stellen, en zij zullen u richten naar 32420 Eze 23:25 | 25      En Ik zal Mijn ijver tegen 32421 Eze 23:25 | handelen; zij zullen uw neus en uw oren afnemen, en het 32422 Eze 23:25 | neus en uw oren afnemen, en het laatste van u zal door 32423 Eze 23:25 | zij zullen      uw zonen en uw dochteren wegnemen, en 32424 Eze 23:25 | en uw dochteren wegnemen, en het laatste van u zal door 32425 Eze 23:26 | uw klederen uittrekken, en uw sieraadtuig wegnemen. ~ 32426 Eze 23:27 | gebracht uit Egypteland; en gij zult uw ogen naar hen 32427 Eze 23:27 | naar hen niet opheffen, en aan Egypte niet meer      32428 Eze 23:29 | met u handelen uit haat, en al uw arbeid wegnemen, en 32429 Eze 23:29 | en al uw arbeid wegnemen, en u naakt en bloot laten, 32430 Eze 23:29 | arbeid wegnemen, en u naakt en bloot laten, dat uw hoerenschaamte 32431 Eze 23:29 | mitsgaders uw schandelijkheid en uw      hoererijen. ~ 32432 Eze 23:30 | heidenen nagehoereerd hebt, en omdat gij u met hun drekgoden 32433 Eze 23:32 | zuster drinken, die diep en wijd is; gij zult tot belaching 32434 Eze 23:32 | gij zult tot belaching en spot worden; de beker houdt 32435 Eze 23:33 | 33      Van dronkenschap en jammer zult gij vol worden; 32436 Eze 23:33 | een beker der verwoesting en der eenzaamheid. ~ 32437 Eze 23:34 | Gij zult hem drinken en uitzuigen, en zijn scherven 32438 Eze 23:34 | hem drinken en uitzuigen, en zijn scherven zult gij brijzelen, 32439 Eze 23:34 | scherven zult gij brijzelen, en uw borsten zult gij afrukken; 32440 Eze 23:35 | Omdat gij Mijner vergeten, en Mij achter uw rug geworpen 32441 Eze 23:35 | gij ook uw schandelijkheid en uw hoererijen. ~ 32442 Eze 23:36 | 36      En de HEERE zeide tot mij: 32443 Eze 23:36 | Mensenkind! zoudt gij Ohola en Oholiba recht geven? Ja, 32444 Eze 23:37 | hebben overspel gedaan, en er is bloed in haar handen; 32445 Eze 23:37 | is bloed in haar handen; en zij hebben met haar drekgoden 32446 Eze 23:38 | zelven dage verontreinigd, en Mijn sabbatten ontheiligd. ~ 32447 Eze 23:39 | om dat te ontheiligen; en ziet, alzo hebben zij gedaan 32448 Eze 23:40 | uw ogen      blankettet en u met sieraad versierdet; ~ 32449 Eze 23:41 | 41      En gij zat op een heerlijk 32450 Eze 23:41 | een tafel toegericht was, en op hetwelk gij Mijn reukwerk 32451 Eze 23:41 | hetwelk gij Mijn reukwerk en Mijn olie gezet hadt. ~ 32452 Eze 23:42 | uit de menigte der mensen, en daar werden wijnzuipers 32453 Eze 23:42 | armringen aan haar handen, en een sierlijke kroon op haar 32454 Eze 23:43 | de hoererijen dezer hoer, en die ook. ~ 32455 Eze 23:44 | 44      En men ging tot haar in, gelijk 32456 Eze 23:44 | gingen zij in tot Ohola en tot Oholiba, die schandelijke 32457 Eze 23:45 | recht der overspeelsters, en naar het recht der bloedvergietsters; 32458 Eze 23:45 | zij zijn overspeelsters, en bloed is in haar      handen. ~ 32459 Eze 23:46 | tegen haar doen opkomen, en zal ze ter beroering en 32460 Eze 23:46 | en zal ze ter beroering en ten roof overgeven. ~ 32461 Eze 23:47 | 47      En de vergadering zal ze met 32462 Eze 23:47 | ze met stenen stenigen, en dezelve met hun zwaarden 32463 Eze 23:47 | nederhouwen; haar zonen en haar dochteren zullen zij 32464 Eze 23:47 | dochteren zullen zij doden, en haar huizen met vuur verbranden. ~ 32465 Eze 23:49 | schandelijkheid op u leggen, en gij zult de zonden uwer 32466 Eze 23:49 | zonden uwer drekgoden dragen; en gijlieden zult weten, dat 32467 Eze 24:3 | 3      En gebruik een gelijkenis tot 32468 Eze 24:3 | tot dat wederspannig huis, en zeg tot hen: Alzo zegt de 32469 Eze 24:3 | een pot toe, zet hem toe, en giet ook water daarin. ~ 32470 Eze 24:4 | alle goede stukken, de dij en den schouder, vul hem met 32471 Eze 24:5 | Neem de keur van de kudde, en stook ook een brandstapel 32472 Eze 24:6 | welks schuim in hem is, en van welken zijn schuim en 32473 Eze 24:6 | en van welken zijn schuim en niet is uitgegaan! trek 32474 Eze 24:6 | trek stuk bij stuk daaruit, en laat het lot      over hem 32475 Eze 24:10 | aan, verteer het vlees, en kruid het met specerijen, 32476 Eze 24:10 | kruid het met specerijen, en laat de beenderen verbranden. ~ 32477 Eze 24:11 | kolen, opdat hij heet worde, en zijn roest verbrande, en 32478 Eze 24:11 | en zijn roest verbrande, en zijn onreinigheid in het 32479 Eze 24:13 | omdat Ik u gereinigd heb, en gij niet gereinigd zijt, 32480 Eze 24:14 | gesproken; het zal komen, en Ik zal het doen; Ik zal 32481 Eze 24:14 | zal er niet van wijken, en Ik zal niet verschonen noch 32482 Eze 24:14 | berouw hebben; naar uw wegen en naar uw      handelingen 32483 Eze 24:16 | rouwklagen, noch wenen, en uw tranen zullen niet voortkomen. ~ 32484 Eze 24:17 | maken, bind uw hoed op u, en doe uw schoenen aan uw voeten; 32485 Eze 24:17 | schoenen aan uw voeten; en de bovenste lip zult gij 32486 Eze 24:17 | zult gij niet bewinden, en zult der lieden brood      32487 Eze 24:18 | volk in den morgenstond, en mijn huisvrouw stierf in 32488 Eze 24:18 | huisvrouw stierf in den avond; en ik deed in den morgenstond, 32489 Eze 24:19 | 19      En het volk zeide tot mij: 32490 Eze 24:20 | 20      En ik zeide tot hen: Het woord 32491 Eze 24:21 | de begeerte uwer ogen, en de verschoning uwer ziel; 32492 Eze 24:21 | de verschoning uwer ziel; en      uw zonen en uw dochteren, 32493 Eze 24:21 | uwer ziel; en      uw zonen en uw dochteren, die gij verlaten 32494 Eze 24:22 | zult gij niet bewinden, en der lieden brood zult gij 32495 Eze 24:23 | 23      En uw hoeden zullen op uw hoofden 32496 Eze 24:23 | zullen op uw hoofden zijn, en uw schoenen aan uw voeten; 32497 Eze 24:23 | ongerechtigheden versmachten, en een      iegelijk tegen 32498 Eze 24:25 | 25      En gij, mensenkind! zal het 32499 Eze 24:25 | sieraads, den lust hunner ogen en het verlangen hunner zielen, 32500 Eze 24:25 | hunner zielen, hun      zonen en hun dochteren; ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License