1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
33501 Eze 43:19 | 19 En gij zult aan de Levietische
33502 Eze 43:20 | 20 En gij zult van deszelfs bloed
33503 Eze 43:20 | van deszelfs bloed nemen, en doen het aan zijn vier hoornen,
33504 Eze 43:20 | het aan zijn vier hoornen, en aan de vier hoeken der afzetsels,
33505 Eze 43:20 | vier hoeken der afzetsels, en aan den rand rondom; alzo
33506 Eze 43:20 | zult gij het ontzondigen, en het verzoenen. ~
33507 Eze 43:21 | var des zondoffers nemen; en hij zal hem verbranden in
33508 Eze 43:22 | 22 En op den tweeden dag zult
33509 Eze 43:22 | geitenbok offeren ten zondoffer; en zij zullen het altaar ontzondigen,
33510 Eze 43:23 | volkomen jong rund, offeren, en een volkomen ram van de
33511 Eze 43:24 | 24 En gij zult ze offeren voor
33512 Eze 43:24 | het aangezicht des HEEREN; en de priesteren zullen zout
33513 Eze 43:24 | zullen zout daarop werpen, en zullen ze offeren ten brandoffer
33514 Eze 43:25 | een var, een jong rund, en een ram van de kudde, beide
33515 Eze 43:26 | zij het altaar verzoenen, en het reinigen, en zijn handen
33516 Eze 43:26 | verzoenen, en het reinigen, en zijn handen vullen. ~
33517 Eze 43:27 | het op den achtsten dag en voortaan geschieden, dat
33518 Eze 43:27 | priesters uw brandofferen en uw dankofferen op het altaar
33519 Eze 43:27 | altaar zullen bereiden; en Ik zal een welgevallen aan
33520 Eze 44:1 | die naar het oosten zag; en die was toegesloten. ~
33521 Eze 44:2 | 2 En de HEERE zeide tot mij:
33522 Eze 44:3 | der poort zal hij ingaan, en door den weg van hetzelve
33523 Eze 44:4 | noorderpoort, voor aan het huis; en ik zag, en ziet, de heerlijkheid
33524 Eze 44:4 | aan het huis; en ik zag, en ziet, de heerlijkheid des
33525 Eze 44:5 | 5 En de HEERE zeide tot mij:
33526 Eze 44:5 | Mensenkind! zet er uw hart op, en zie met uw ogen, en hoor
33527 Eze 44:5 | op, en zie met uw ogen, en hoor met uw oren alles,
33528 Eze 44:5 | het huis des HEEREN, en van al zijn wetten; en zet
33529 Eze 44:5 | en van al zijn wetten; en zet uw hart op den ingang
33530 Eze 44:6 | 6 En zeg tot die wederspannigen,
33531 Eze 44:7 | ingebracht, onbesnedenen van hart en onbesnedenen van vlees,
33532 Eze 44:7 | Mijn brood, het vette en het bloed offerdet, en zij
33533 Eze 44:7 | vette en het bloed offerdet, en zij Mijn verbond verbraken,
33534 Eze 44:8 | 8 En gijlieden hebt de wacht
33535 Eze 44:9 | vreemde, onbesneden van hart, en onbesneden van vlees, zal
33536 Eze 44:11 | de poorten van het huis, en zij zullen het huis bedienen;
33537 Eze 44:11 | zij zullen het brandoffer en het slachtoffer voor
33538 Eze 44:11 | het volk slachten, en zullen voor hun aangezicht
33539 Eze 44:12 | aangezicht hunner drekgoden, en den huize Israels tot een
33540 Eze 44:13 | 13 En zij zullen tot Mij niet
33541 Eze 44:13 | priesterambt te bedienen, en om te naderen tot al Mijn
33542 Eze 44:13 | hun schande dragen, en hun gruwelen, die zij gedaan
33543 Eze 44:14 | huizes, aan al zijn dienst, en aan alles, wat daarin zal
33544 Eze 44:15 | naderen, om Mij te dienen; en zullen voor Mijn aangezicht
33545 Eze 44:15 | staan, om Mij het vette en het bloed te offeren, spreekt
33546 Eze 44:16 | in Mijn heiligdom ingaan, en die zullen tot Mijn tafel
33547 Eze 44:16 | naderen, om Mij te dienen, en zij zullen Mijn wacht waarnemen. ~
33548 Eze 44:17 | 17 En het zal geschieden, als
33549 Eze 44:17 | van het binnenste voorhof, en inwaarts. ~
33550 Eze 44:18 | zullen op hun hoofd zijn, en linnen onderbroeken zullen
33551 Eze 44:19 | 19 En als zij uitgaan tot het
33552 Eze 44:19 | gediend hebben, uittrekken, en dezelve henenleggen
33553 Eze 44:19 | henenleggen in de heilige kameren; en zullen andere klederen aantrekken,
33554 Eze 44:20 | 20 En zij zullen hun hoofd niet
33555 Eze 44:23 | 23 En zij zullen Mijn volk onderscheid
33556 Eze 44:23 | leren tussen het heilige en onheilige, en hun bekend
33557 Eze 44:23 | het heilige en onheilige, en hun bekend maken het onderscheid
33558 Eze 44:23 | onderscheid tussen het onreine en reine. ~
33559 Eze 44:24 | 24 En over een twistzaak zullen
33560 Eze 44:24 | zullen zij hen richten; en zij zullen Mijn wetten en
33561 Eze 44:24 | en zij zullen Mijn wetten en Mijn inzettingen op al Mijn
33562 Eze 44:24 | gezette hoogtijden houden, en Mijn sabbatten heiligen. ~
33563 Eze 44:26 | 26 En na zijn reiniging zullen
33564 Eze 44:27 | 27 En ten dage, als hij in het
33565 Eze 44:29 | 29 Het spijsoffer, en het zondoffer, en het schuldoffer,
33566 Eze 44:29 | spijsoffer, en het zondoffer, en het schuldoffer, die zullen
33567 Eze 44:30 | 30 En de eerstelingen van alle
33568 Eze 44:30 | eerste vruchten van alles, en alle hefoffer van alles,
33569 Eze 45:1 | zijn de lengte van vijf en twintig duizend meetrieten,
33570 Eze 45:1 | duizend meetrieten, en de breedte tien duizend;
33571 Eze 45:2 | vijfhonderd, vierkant rondom; en het zal vijftig ellen hebben
33572 Eze 45:3 | maat, de lengte van vijf en twintig duizend, en de breedte
33573 Eze 45:3 | vijf en twintig duizend, en de breedte van tien duizend;
33574 Eze 45:3 | breedte van tien duizend; en daarin zal het heiligdom
33575 Eze 45:4 | om den HEERE te dienen; en het zal hun een plaats zijn
33576 Eze 45:4 | plaats zijn tot huizen, en een heilige plaats voor
33577 Eze 45:5 | de lengte hebben van vijf en twintig duizend, en de breedte
33578 Eze 45:5 | vijf en twintig duizend, en de breedte van tien duizend,
33579 Eze 45:6 | 6 En tot bezitting van de stad
33580 Eze 45:6 | breedte van vijf duizend en de lengte van vijf en twintig
33581 Eze 45:6 | duizend en de lengte van vijf en twintig duizend, tegenover
33582 Eze 45:7 | zijn deel hebben van deze en van gene zijde des heiligen
33583 Eze 45:7 | zijde des heiligen hefoffers en der bezitting der stad,
33584 Eze 45:7 | aan het heilig hefoffer, en voor aan de bezitting der
33585 Eze 45:7 | westerhoek westwaarts, en van den oosterhoek oostwaarts;
33586 Eze 45:7 | den oosterhoek oostwaarts; en de lengte zal zijn tegenover
33587 Eze 45:8 | bezitting zijn in Israel; en Mijn vorsten zullen Mijn
33588 Eze 45:9 | vorsten Israels! doet geweld en verstoring weg, en doet
33589 Eze 45:9 | geweld en verstoring weg, en doet recht en gerechtigheid;
33590 Eze 45:9 | verstoring weg, en doet recht en gerechtigheid; neemt uw
33591 Eze 45:10 | 10 Een rechte waag, en een rechte efa, en een rechte
33592 Eze 45:10 | waag, en een rechte efa, en een rechte bath zult gijlieden
33593 Eze 45:11 | 11 Een efa en een bath zullen van enerlei
33594 Eze 45:12 | 12 En de sikkel zal zijn van twintig
33595 Eze 45:12 | twintig sikkelen, vijf en twintig sikkelen, en vijftien
33596 Eze 45:12 | vijf en twintig sikkelen, en vijftien sikkelen, zal ulieden
33597 Eze 45:15 | Israel, tot spijsoffer, en tot brandoffer, en tot dankofferen
33598 Eze 45:15 | spijsoffer, en tot brandoffer, en tot dankofferen om verzoening
33599 Eze 45:17 | 17 En het zal den vorst opleggen
33600 Eze 45:17 | offeren de brandofferen, en het spijsoffer, en het drankoffer,
33601 Eze 45:17 | brandofferen, en het spijsoffer, en het drankoffer, op de feesten,
33602 Eze 45:17 | drankoffer, op de feesten, en op de nieuwe maanden, en
33603 Eze 45:17 | en op de nieuwe maanden, en op de sabbatten, op alle
33604 Eze 45:17 | hij zal het zondoffer, en het spijsoffer, en het brandoffer,
33605 Eze 45:17 | zondoffer, en het spijsoffer, en het brandoffer, en de dankofferen
33606 Eze 45:17 | spijsoffer, en het brandoffer, en de dankofferen doen, om
33607 Eze 45:18 | var, een jong rund, nemen; en gij zult het heiligdom ontzondigen. ~
33608 Eze 45:19 | 19 En de priester zal van het
33609 Eze 45:19 | bloed des zondoffers nemen, en doen het aan de posten des
33610 Eze 45:19 | aan de posten des huizes, en aan de vier hoeken van het
33611 Eze 45:19 | het afzetsel des altaars, en aan de posten der poorten
33612 Eze 45:20 | vanwege den afdwalende, en vanwege den slechte; alzo
33613 Eze 45:22 | 22 En de vorst zal op denzelven
33614 Eze 45:22 | denzelven dag voor zichzelven, en voor al het volk des lands,
33615 Eze 45:23 | 23 En de zeven dagen van het feest
33616 Eze 45:23 | bereiden, van zeven varren en zeven rammen, die volkomen
33617 Eze 45:23 | dagelijks, de zeven dagen lang, en een zondoffer van een
33618 Eze 45:24 | bereiden, een efa tot een var, en een efa tot een ram; en
33619 Eze 45:24 | en een efa tot een ram; en een hin olie tot een efa. ~
33620 Eze 45:25 | gelijk het brandoffer, en gelijk het spijsoffer,
33621 Eze 45:25 | gelijk het spijsoffer, en gelijk de olie. ~ ~
33622 Eze 46:2 | 2 En de vorst zal ingaan door
33623 Eze 46:2 | derzelve poort van buiten, en zal staan aan den post van
33624 Eze 46:2 | aan den post van de poort; en de priesters zullen zijn
33625 Eze 46:2 | zullen zijn brandofferen en zijn dankofferen bereiden,
33626 Eze 46:2 | dankofferen bereiden, en hij zal aanbidden aan den
33627 Eze 46:2 | aan den dorpel der poort, en daarna uitgaan; doch de
33628 Eze 46:3 | derzelve poort, op de sabbatten en op de nieuwe manen, voor
33629 Eze 46:4 | zes volkomen lammeren, en een volkomen ram. ~
33630 Eze 46:5 | 5 En het spijsoffer, een efa
33631 Eze 46:5 | een gave zijner hand zijn; en olie, een hin tot een efa. ~
33632 Eze 46:6 | rund, van de volkomene, en zes lammeren, en een ram;
33633 Eze 46:6 | volkomene, en zes lammeren, en een ram; volkomen zullen
33634 Eze 46:7 | 7 En ten spijsoffer zal hij bereiden
33635 Eze 46:7 | bereiden een efa tot den var, en een efa tot den ram; maar
33636 Eze 46:7 | zoals zijn hand bekomen zal; en een hin olie tot een efa. ~
33637 Eze 46:8 | 8 En als de vorst ingaat, zal
33638 Eze 46:8 | voorhuis der poort ingaan, en door deszelfs weg weder
33639 Eze 46:9 | zuiderpoort weder uitgaan; en die door den weg van de
33640 Eze 46:10 | ingaan, als zij ingaan; en als zij uitgaan, zullen
33641 Eze 46:11 | Voorts op de feesten, en op de gezette hoogtijden
33642 Eze 46:11 | zijn, een efa tot een var, en een efa tot een ram; maar
33643 Eze 46:11 | lammeren, een gave zijner hand; en olie, een hin tot een
33644 Eze 46:12 | 12 En als de vorst een vrijwillig
33645 Eze 46:12 | die naar het oosten ziet; en hij zal zijn brandoffer
33646 Eze 46:12 | zal zijn brandoffer en zijn dankofferen doen, gelijk
33647 Eze 46:12 | hebben op den sabbatdag; en als hij weder uitgaat, zal
33648 Eze 46:14 | 14 En gij zult ten spijsoffer
33649 Eze 46:14 | zesde deel van een efa, en olie een derde deel van
33650 Eze 46:15 | Zij zullen dan het lam, en het spijsoffer, en de olie
33651 Eze 46:15 | lam, en het spijsoffer, en de olie alle morgens bereiden
33652 Eze 46:18 | 18 En de vorst zal niets nemen
33653 Eze 46:19 | naar het noorden zagen, en ziet, aldaar was een
33654 Eze 46:20 | 20 En hij zeide tot mij: Dit is
33655 Eze 46:20 | priesters het schuldoffer en het zondoffer zullen koken;
33656 Eze 46:20 | zondoffer zullen koken; en waar zij het spijsoffer
33657 Eze 46:21 | in het buitenste voorhof, en voerde mij om in de vier
33658 Eze 46:21 | vier hoeken des voorhofs; en ziet, in elken hoek des
33659 Eze 46:22 | veertig ellen de lengte, en dertig de breedte; dezelve
33660 Eze 46:23 | 23 En er was rondom in dezelve
33661 Eze 46:23 | ringmuur, rondom deze vier; en er waren keukens gemaakt
33662 Eze 46:24 | 24 En hij zeide tot mij: Dit zijn
33663 Eze 47:1 | tot de deur van het huis, en ziet, er vloten wateren
33664 Eze 47:1 | was in het oosten, en de wateren daalden af van
33665 Eze 47:2 | 2 En hij bracht mij uit door
33666 Eze 47:2 | weg van de noorderpoort, en voerde mij om door den weg
33667 Eze 47:2 | die naar het oosten ziet; en ziet, de wateren sprongen
33668 Eze 47:3 | meetsnoer in zijn hand; en hij mat duizend ellen, en
33669 Eze 47:3 | en hij mat duizend ellen, en deed mij door de wateren
33670 Eze 47:3 | door de wateren doorgaan, en de wateren raakten tot aan
33671 Eze 47:4 | mat hij nog duizend ellen, en deed mij door de wateren
33672 Eze 47:4 | door de wateren doorgaan, en de wateren raakten tot aan
33673 Eze 47:4 | raakten tot aan de knieen; en hij mat nog duizend, en
33674 Eze 47:4 | en hij mat nog duizend, en deed mij doorgaan, en de
33675 Eze 47:4 | duizend, en deed mij doorgaan, en de wateren raakten
33676 Eze 47:5 | Voorts mat hij nog duizend, en het was een beek, waar ik
33677 Eze 47:6 | 6 En hij zeide tot mij: Hebt
33678 Eze 47:6 | mensenkind? Toen voerde hij mij, en bracht mij weder tot aan
33679 Eze 47:7 | veel geboomte, van deze en van gene zijde. ~
33680 Eze 47:8 | naar het voorste Galilea, en dalen af in het vlakke veld;
33681 Eze 47:9 | beken zal komen, leven zal, en daar zal zeer veel vis zijn,
33682 Eze 47:9 | daarhenen zullen gekomen zijn, en zij zullen gezond worden,
33683 Eze 47:9 | zij zullen gezond worden, en het zal leven, alles, waarhenen
33684 Eze 47:11 | haar modderige plaatsen en haar moerassen zullen niet
33685 Eze 47:12 | haar oever, zal van deze en van gene zijde opgaan allerlei
33686 Eze 47:12 | vlieten uit het heiligdom; en zijn vrucht zal zijn tot
33687 Eze 47:12 | vrucht zal zijn tot spijze, en zijn blad tot heling. ~
33688 Eze 47:14 | 14 En gij zult dat erven, de een
33689 Eze 47:14 | het uw vaderen zou geven; en ditzelve land zal ulieden
33690 Eze 47:16 | de landpale van Damaskus en tussen de landpale van Hamath
33691 Eze 47:17 | de landpale van Damaskus, en het noorden noordwaarts,
33692 Eze 47:17 | het noorden noordwaarts, en de landpale van Hamath;
33693 Eze 47:17 | de landpale van Hamath; en dat zal de noorderhoek zijn. ~
33694 Eze 47:18 | meten van tussen Havran, en van tussen Damaskus, en
33695 Eze 47:18 | en van tussen Damaskus, en van tussen Gilead, en van
33696 Eze 47:18 | Damaskus, en van tussen Gilead, en van tussen het land Israels
33697 Eze 47:18 | tot de Oostzee toe; en dat zal de oosterhoek zijn. ~
33698 Eze 47:19 | 19 En den zuiderhoek zuidwaarts
33699 Eze 47:19 | henen, tot aan de grote zee; en dat zal de zuiderhoek zuidwaarts
33700 Eze 47:20 | 20 En den westerhoek, de grote
33701 Eze 47:22 | in erfenis voor ulieden, en voor de vreemdelingen, die
33702 Eze 47:22 | zullen gewonnen hebben; en zij zullen ulieden zijn,
33703 Eze 48:1 | ook zal hij den oosterhoek en westerhoek hebben), zal
33704 Eze 48:2 | 2 En aan de landpale van Dan,
33705 Eze 48:3 | 3 En aan de landpale van Aser,
33706 Eze 48:4 | 4 En aan de landpale van Nafthali,
33707 Eze 48:5 | 5 En aan de landpale van Manasse,
33708 Eze 48:6 | 6 En aan de landpale van Efraim,
33709 Eze 48:7 | 7 En aan de landpale van Ruben,
33710 Eze 48:8 | gijlieden zult offeren, vijf en twintig duizend meetrieten
33711 Eze 48:8 | duizend meetrieten in breedte, en de lengte, als van
33712 Eze 48:8 | tot den westerhoek toe; en het heiligdom zal in het
33713 Eze 48:9 | wezen de lengte van vijf en twintig duizend, en de breedte
33714 Eze 48:9 | vijf en twintig duizend, en de breedte van tien duizend. ~
33715 Eze 48:10 | 10 En daarin zal het heilig hefoffer
33716 Eze 48:10 | noordwaarts de lengte van vijf en twintig duizend, en westwaarts
33717 Eze 48:10 | vijf en twintig duizend, en westwaarts de breedte van
33718 Eze 48:10 | breedte van tien duizend, en oostwaarts, de breedte
33719 Eze 48:10 | breedte van tien duizend, en zuidwaarts de lengte van
33720 Eze 48:10 | zuidwaarts de lengte van vijf en twintig duizend; en het
33721 Eze 48:10 | vijf en twintig duizend; en het heiligdom des HEEREN
33722 Eze 48:12 | 12 En het geofferde van het hefoffer
33723 Eze 48:13 | hebben de lengte van vijf en twintig duizend, en de breedte
33724 Eze 48:13 | vijf en twintig duizend, en de breedte van tien duizend;
33725 Eze 48:13 | ganse lengte zal zijn vijf en twintig duizend, en
33726 Eze 48:13 | en twintig duizend, en de breedte tien duizend. ~
33727 Eze 48:14 | 14 En zij zullen daarvan niet
33728 Eze 48:15 | breedte, voor aan de vijf en twintig duizend, dat zal
33729 Eze 48:15 | voor de stad, tot bewoning en tot voorsteden; en de stad
33730 Eze 48:15 | bewoning en tot voorsteden; en de stad zal in het
33731 Eze 48:16 | 16 En dit zullen haar maten zijn:
33732 Eze 48:16 | noorderhoek, vier duizend en vijfhonderd meetrieten;
33733 Eze 48:16 | vijfhonderd meetrieten; en de zuiderhoek vier duizend
33734 Eze 48:16 | zuiderhoek vier duizend en vijfhonderd en van den oosterhoek
33735 Eze 48:16 | vier duizend en vijfhonderd en van den oosterhoek vier
33736 Eze 48:16 | oosterhoek vier duizend en vijfhonderd; en de
33737 Eze 48:16 | duizend en vijfhonderd; en de westerhoek vier duizend
33738 Eze 48:16 | westerhoek vier duizend en vijfhonderd. ~
33739 Eze 48:17 | noordwaarts tweehonderd en vijftig, en zuidwaarts tweehonderd
33740 Eze 48:17 | tweehonderd en vijftig, en zuidwaarts tweehonderd en
33741 Eze 48:17 | en zuidwaarts tweehonderd en vijftig, en oostwaarts tweehonderd
33742 Eze 48:17 | tweehonderd en vijftig, en oostwaarts tweehonderd en
33743 Eze 48:17 | en oostwaarts tweehonderd en vijftig, en westwaarts tweehonderd
33744 Eze 48:17 | tweehonderd en vijftig, en westwaarts tweehonderd
33745 Eze 48:17 | westwaarts tweehonderd en vijftig. ~
33746 Eze 48:18 | 18 En het overgelatene in de lengte,
33747 Eze 48:18 | tien duizend oostwaarts, en tien duizend westwaarts;
33748 Eze 48:18 | tien duizend westwaarts; en het zal tegenover het heilig
33749 Eze 48:18 | het heilig hefoffer zijn; en de inkomst daarvan
33750 Eze 48:19 | 19 En die de stad dienen, zullen
33751 Eze 48:20 | hefoffer zal zijn van vijf en twintig duizend meetrieten,
33752 Eze 48:20 | duizend meetrieten, met vijf en twintig duizend; vierkant
33753 Eze 48:21 | 21 En het overgelatene zal voor
33754 Eze 48:21 | den vorst zijn, van deze en van gene zijde des heiligen
33755 Eze 48:21 | des heiligen hefoffers, en van de bezitting der stad,
33756 Eze 48:21 | der stad, voor aan de vijf en twintig duizend meetrieten
33757 Eze 48:21 | tot aan de oosterlandpale en westerlandpale, voor aan
33758 Eze 48:21 | westerlandpale, voor aan de vijf en twintig duizend aan de westerlandpale,
33759 Eze 48:21 | zal voor den vorst zijn; en het heilig hefoffer,
33760 Eze 48:21 | het heilig hefoffer, en het heiligdom des huizes,
33761 Eze 48:22 | bezitting nu der Levieten, en van de bezitting der stad
33762 Eze 48:22 | tussen de landpale van Juda, en tussen de landpale
33763 Eze 48:24 | 24 En aan de landpale van Benjamin,
33764 Eze 48:25 | 25 En aan de landpale van Simeon,
33765 Eze 48:26 | 26 En aan de landpale van Issaschar,
33766 Eze 48:27 | 27 En aan de landpale van Zebulon,
33767 Eze 48:29 | voor de stammen Israels, en dit zullen hun delen zijn,
33768 Eze 48:30 | noorderhoek, vier duizend en vijfhonderd maten. ~
33769 Eze 48:31 | 31 En de poorten der stad zullen
33770 Eze 48:32 | 32 En aan den oosterhoek, vier
33771 Eze 48:32 | oosterhoek, vier duizend en vijfhonderd maten, en drie
33772 Eze 48:32 | duizend en vijfhonderd maten, en drie poorten: namelijk,
33773 Eze 48:33 | zuiderhoek ook vier duizend en vijfhonderd maten, en drie
33774 Eze 48:33 | duizend en vijfhonderd maten, en drie poorten: een poort
33775 Eze 48:34 | westerhoek, vier duizend en vijfhonderd; derzelver poorten
33776 Eze 48:35 | Rondom achttien duizend; en de naam der stad zal van
33777 Dan 1:1 | van Babel, te Jeruzalem, en belegerde haar. ~
33778 Dan 1:2 | 2 En de HEERE gaf Jojakim, den
33779 Dan 1:2 | van Juda, in zijn hand, en een deel der vaten van het
33780 Dan 1:2 | vaten van het huis Gods; en hij bracht ze in het land
33781 Dan 1:2 | in het huis zijns gods; en de vaten bracht hij
33782 Dan 1:3 | 3 En de koning zeide tot Aspenaz,
33783 Dan 1:3 | uit het koninklijk zaad, en uit de prinsen; ~
33784 Dan 1:4 | maar schoon van aangezicht, en vernuftig in alle wijsheid,
33785 Dan 1:4 | vernuftig in alle wijsheid, en ervaren in wetenschap, en
33786 Dan 1:4 | en ervaren in wetenschap, en kloek van verstand, en in
33787 Dan 1:4 | en kloek van verstand, en in dewelke bekwaamheid
33788 Dan 1:4 | staan in des konings paleis; en dat men hen onderwees in
33789 Dan 1:4 | hen onderwees in de boeken en spraak der Chaldeen. ~
33790 Dan 1:5 | 5 En de koning verordende hun,
33791 Dan 1:5 | stukken der spijs des konings, en van den wijn zijns dranks,
33792 Dan 1:5 | van den wijn zijns dranks, en dat men hen drie jaren alzo
33793 Dan 1:5 | drie jaren alzo optoog, en dat zij ten einde derzelve
33794 Dan 1:6 | Daniel, Hananja, Misael en Azarja. ~
33795 Dan 1:7 | 7 En de overste der kamerlingen
33796 Dan 1:7 | kamerlingen gaf hun andere namen, en Daniel noemde hij Beltsazar,
33797 Dan 1:7 | Daniel noemde hij Beltsazar, en Hananja Sadrach, en Misael
33798 Dan 1:7 | Beltsazar, en Hananja Sadrach, en Misael Mesach, en Azarja
33799 Dan 1:7 | Sadrach, en Misael Mesach, en Azarja Abed-nego. ~
33800 Dan 1:9 | 9 En God gaf Daniel genade en
33801 Dan 1:9 | En God gaf Daniel genade en barmhartigheid voor het
33802 Dan 1:10 | koning, die ulieder spijs, en ulieder drank verordend
33803 Dan 1:11 | Daniel, Hananja, Misael en Azarja: ~
33804 Dan 1:12 | knechten tien dagen lang, en men geve ons van het gezaaide
33805 Dan 1:12 | van het gezaaide te eten, en water te drinken. ~
33806 Dan 1:13 | 13 En men zie voor uw aangezicht
33807 Dan 1:13 | aangezicht onze gedaanten, en de gedaante der jongelingen,
33808 Dan 1:13 | spijs des konings eten; en doe met uw knechten, naar
33809 Dan 1:14 | hoorde hij hen in deze zaak, en hij beproefde ze tien dagen. ~
33810 Dan 1:15 | gedaanten schoner waren, en zij vetter waren van vlees
33811 Dan 1:16 | mitsgaders den wijn huns dranks, en hij gaf hun van het gezaaide. ~
33812 Dan 1:17 | jongelingen nu gaf God wetenschap en verstand in alle boeken,
33813 Dan 1:17 | verstand in alle boeken, en wijsheid; maar Daniel gaf
33814 Dan 1:17 | verstand in allerlei gezichten en dromen. ~
33815 Dan 1:19 | 19 En de koning sprak met hen;
33816 Dan 1:19 | Daniel, Hananja, Misael en Azarja; en zij stonden voor
33817 Dan 1:19 | Hananja, Misael en Azarja; en zij stonden voor het aangezicht
33818 Dan 1:20 | 20 En in alle zaken van verstandige
33819 Dan 1:20 | tienmaal boven al de tovernaars en sterrekijkers, die in zijn
33820 Dan 1:21 | 21 En Daniel bleef tot het eerste
33821 Dan 2:1 | werd zijn geest verslagen, en zijn slaap werd in hem gebroken. ~
33822 Dan 2:2 | roepen zou de tovenaars, en de sterrekijkers, en de
33823 Dan 2:2 | tovenaars, en de sterrekijkers, en de guichelaars, en de Chaldeen,
33824 Dan 2:2 | sterrekijkers, en de guichelaars, en de Chaldeen, om den koning
33825 Dan 2:2 | geven; zij nu kwamen, en stonden voor het aangezicht
33826 Dan 2:3 | 3 En de koning zeide tot hen:
33827 Dan 2:3 | heb een droom gedroomd; en mijn geest is ontsteld om
33828 Dan 2:5 | De koning antwoordde en zeide tot de Chaldeen: De
33829 Dan 2:5 | indien gij mij den droom en zijn uitlegging niet bekend
33830 Dan 2:5 | stukken gehouwen worden, en uw huizen zullen tot
33831 Dan 2:6 | indien gijlieden den droom en zijn uitlegging te kennen
33832 Dan 2:6 | zo zult gij geschenken en gaven, en grote eer van
33833 Dan 2:6 | gij geschenken en gaven, en grote eer van mij ontvangen;
33834 Dan 2:6 | daarom geeft mij den droom en zijn uitlegging te
33835 Dan 2:7 | antwoordden ten tweeden male, en zeiden: De koning zegge
33836 Dan 2:8 | De koning antwoordde en zeide: Ik weet vastelijk,
33837 Dan 2:9 | hebt gij een leugenachtig en verdicht woord voor mij
33838 Dan 2:10 | antwoordden voor den koning, en zeiden: Er is geen mens
33839 Dan 2:11 | koning begeert, is te zwaar; en er is niemand anders, die
33840 Dan 2:12 | Daarom werd de koning toornig en zeer verbolgen, en zeide,
33841 Dan 2:12 | toornig en zeer verbolgen, en zeide, dat men al de wijzen
33842 Dan 2:13 | Die wet dan ging uit, en de wijzen werden gedood;
33843 Dan 2:13 | gedood; men zocht ook Daniel en zijn metgezellen, om gedood
33844 Dan 2:14 | Toen bracht Daniel een raad en oordeel in, aan Arioch,
33845 Dan 2:15 | 15 Hij antwoordde en zeide tot Arioch, den bevelhebber
33846 Dan 2:16 | 16 En Daniel ging in, en verzocht
33847 Dan 2:16 | En Daniel ging in, en verzocht van den koning,
33848 Dan 2:17 | ging Daniel naar zijn huis, en hij gaf de zaak zijn metgezellen,
33849 Dan 2:17 | metgezellen, Hananja, Misael, en Azarja te kennen; ~
33850 Dan 2:18 | verborgenheid, dat Daniel en zijn metgezellen met de
33851 Dan 2:20 | 20 Daniel antwoordde en zeide: De Naam Gods zij
33852 Dan 2:20 | want Zijn is de wijsheid en de kracht. ~
33853 Dan 2:21 | Hij verandert de tijden en stonden; Hij zet de koningen
33854 Dan 2:21 | Hij zet de koningen af, en Hij bevestigt de koningen;
33855 Dan 2:21 | geeft den wijzen wijsheid, en wetenschap dengenen, die
33856 Dan 2:22 | Hij openbaart diepe en verborgen dingen; Hij weet,
33857 Dan 2:23 | 23 Ik dank en ik loof U, o God mijner
33858 Dan 2:23 | omdat Gij mij wijsheid en kracht gegeven hebt, en
33859 Dan 2:23 | en kracht gegeven hebt, en mij nu bekend gemaakt hebt,
33860 Dan 2:24 | brengen; hij ging henen en zeide aldus tot hem: Breng
33861 Dan 2:24 | mij in voor den koning, en ik zal den koning de uitlegging
33862 Dan 2:25 | Daniel in voor den koning, en hij sprak alzo tot hem:
33863 Dan 2:26 | De koning antwoordde en zeide tot Daniel, wiens
33864 Dan 2:26 | droom, dien ik gezien heb, en zijn uitlegging? ~
33865 Dan 2:27 | antwoordde voor den koning, en zeide: De verborgenheid,
33866 Dan 2:27 | sterrekijkers, de tovenaars, en de waarzeggers den koning
33867 Dan 2:28 | der dagen; uw droom, en de gezichten uws hoofds
33868 Dan 2:29 | wat hierna geschieden zou; en Hij, Die verborgen dingen
33869 Dan 2:30 | uitlegging zou bekend maken, en opdat gij de gedachten
33870 Dan 2:31 | Gij, o koning! zaagt, en ziet, er was een groot beeld (
33871 Dan 2:31 | dit beeld was treffelijk, en deszelfs glans was uitnemend),
33872 Dan 2:31 | staande tegen u over; en zijn gedaante was schrikkelijk. ~
33873 Dan 2:32 | van goed goud; zijn borst en zijn armen van zilver; zijn
33874 Dan 2:32 | armen van zilver; zijn buik en zijn dijen van koper; ~
33875 Dan 2:33 | voeten eensdeels van ijzer, en eensdeels van leem. ~
33876 Dan 2:34 | aan zijn voeten van ijzer en leem, en vermaalde ze. ~
33877 Dan 2:34 | voeten van ijzer en leem, en vermaalde ze. ~
33878 Dan 2:35 | ijzer, leem, koper, zilver en goud, en zij werden gelijk
33879 Dan 2:35 | koper, zilver en goud, en zij werden gelijk kaf van
33880 Dan 2:35 | dorsvloeren des zomers, en de wind nam ze weg, en er
33881 Dan 2:35 | en de wind nam ze weg, en er werd geen plaats
33882 Dan 2:37 | u een koninkrijk, macht, en sterkte, en eer gegeven; ~
33883 Dan 2:37 | koninkrijk, macht, en sterkte, en eer gegeven; ~
33884 Dan 2:38 | 38 En overal, waar mensenkinderen
33885 Dan 2:38 | Hij de beesten des velds en de vogelen des hemels in
33886 Dan 2:38 | hemels in uw hand gegeven; en Hij heeft u gesteld tot
33887 Dan 2:39 | 39 En na u zal een ander koninkrijk
33888 Dan 2:40 | 40 En het vierde koninkrijk zal
33889 Dan 2:40 | het ijzer alles vermaalt en verzwakt; gelijk nu het
33890 Dan 2:40 | verbreekt, alzo zal het vermalen en verbreken. ~
33891 Dan 2:41 | 41 En dat gij gezien hebt de voeten
33892 Dan 2:41 | gij gezien hebt de voeten en de tenen, ten dele van pottenbakkersleem,
33893 Dan 2:41 | dele van pottenbakkersleem, en ten dele van ijzer, dat
33894 Dan 2:42 | 42 En de tenen der voeten, ten
33895 Dan 2:42 | voeten, ten dele ijzer, en ten dele leem; dat koninkrijk
33896 Dan 2:42 | zal ten dele hard zijn, en ten dele broos. ~
33897 Dan 2:43 | 43 En dat gij gezien hebt ijzer
33898 Dan 2:44 | niet zal verstoord worden; en dat Koninkrijk zal aan geen
33899 Dan 2:44 | die koninkrijken vermalen, en te niet doen, maar zelf
33900 Dan 2:45 | ijzer, koper, leem, zilver en goud vermaalde; de grote
33901 Dan 2:45 | zal; de droom nu is gewis, en zijn uitlegging is zeker. ~
33902 Dan 2:46 | Nebukadnezar op zijn aangezicht, en aanbad Daniel; en hij zeide,
33903 Dan 2:46 | aangezicht, en aanbad Daniel; en hij zeide, dat men hem met
33904 Dan 2:46 | dat men hem met spijsoffer en liefelijk reukwerk een drankoffer
33905 Dan 2:47 | koning antwoordde Daniel en zeide: Het is de waarheid,
33906 Dan 2:47 | God een God der goden is, en een Heere der koningen,
33907 Dan 2:47 | een Heere der koningen, en Die de verborgenheden openbaart,
33908 Dan 2:48 | de koning Daniel groot, en hij gaf hem vele grote geschenken,
33909 Dan 2:48 | hem vele grote geschenken, en hij stelde hem tot een heerser
33910 Dan 2:48 | ganse landschap van Babel, en een overste der overheden
33911 Dan 2:49 | verzocht Daniel van den koning; en hij stelde Sadrach, Mesach
33912 Dan 2:49 | hij stelde Sadrach, Mesach en Abed-nego over de bediening
33913 Dan 3:2 | 2 En de koning Nebukadnezar zond
33914 Dan 3:2 | stadhouders, de overheden, en de landvoogden, de wethouders,
33915 Dan 3:2 | raadsheren, de ambtlieden, en al de heerschappers der
33916 Dan 3:3 | raadsheren, de ambtlieden, en al de heerschappers der
33917 Dan 3:3 | Nebukadnezar had opgericht; en zij stonden voor het beeld,
33918 Dan 3:4 | 4 En een heraut riep met kracht:
33919 Dan 3:4 | gij volken, gij natien, en tongen! ~
33920 Dan 3:5 | psalteren, des akkoordgezangs, en allerlei soorten van muziek,
33921 Dan 3:5 | zult gijlieden nedervallen, en aanbidden het gouden
33922 Dan 3:6 | 6 En wie niet nedervalt en aanbidt,
33923 Dan 3:6 | En wie niet nedervalt en aanbidt, die zal te dierzelfder
33924 Dan 3:7 | der vedel, der psalteren, en allerlei soorten der muziek,
33925 Dan 3:7 | muziek, alle volken, natien, en tongen nedervallende,
33926 Dan 3:9 | 9 Zij antwoordden en zeiden tot den koning Nebukadnezar:
33927 Dan 3:10 | der vedel, der psalteren, en des akkoordgezangs, en allerlei
33928 Dan 3:10 | en des akkoordgezangs, en allerlei soorten van
33929 Dan 3:10 | van muziek, nedervallen, en het gouden beeld aanbidden
33930 Dan 3:11 | 11 En wie niet nederviel, en aanbad,
33931 Dan 3:11 | En wie niet nederviel, en aanbad, die zou in het midden
33932 Dan 3:12 | gesteld hebt, Sadrach, Mesach en Abed-nego; deze mannen hebben,
33933 Dan 3:12 | uw goden eren zij niet, en zij bidden het gouden beeld
33934 Dan 3:13 | zeide Nebukadnezar in toorn en grimmigheid, dat men Sadrach,
33935 Dan 3:13 | dat men Sadrach, Mesach en Abed-nego voorbrengen zou;
33936 Dan 3:14 | Nebukadnezar antwoordde en zeide tot hen: Is het met
33937 Dan 3:14 | met opzet, Sadrach, Mesach en Abed-nego, dat gijlieden
33938 Dan 3:14 | gijlieden mijn goden niet eert, en het gouden beeld, dat ik
33939 Dan 3:15 | der vedel, der psalteren, en des akkoordgezangs, en allerlei
33940 Dan 3:15 | en des akkoordgezangs, en allerlei soort der
33941 Dan 3:15 | muziek, nedervalt, en aanbidt het beeld, dat ik
33942 Dan 3:15 | oven des brandenden vuurs; en wie is de God, Die ulieden
33943 Dan 3:16 | 16 Sadrach, Mesach en Abed-nego antwoordden en
33944 Dan 3:16 | en Abed-nego antwoordden en zeiden tot den koning Nebukadnezar:
33945 Dan 3:17 | oven des brandenden vuurs, en Hij zal ons uit uw hand,
33946 Dan 3:19 | Nebukadnezar vol grimmigheid, en de gedaante zijns aangezichts
33947 Dan 3:19 | veranderde tegen Sadrach, Mesach en Abed-nego; hij antwoordde
33948 Dan 3:19 | Abed-nego; hij antwoordde en zeide, dat men den oven
33949 Dan 3:20 | 20 En tot de sterkste mannen van
33950 Dan 3:20 | dat zij Sadrach, Mesach en Abed-nego binden zouden,
33951 Dan 3:21 | hun mantels, hun broeken, en hun hoeden, en hun andere
33952 Dan 3:21 | broeken, en hun hoeden, en hun andere klederen, en
33953 Dan 3:21 | en hun andere klederen, en zij wierpen hen in het midden
33954 Dan 3:22 | woord des konings aandreef, en de oven zeer heet was, zo
33955 Dan 3:22 | mannen, die Sadrach, Mesach en Abed-nego opgeheven
33956 Dan 3:23 | mannen, Sadrach, Mesach en Abed-nego, in het midden
33957 Dan 3:24 | de koning Nebukadnezar, en hij stond op in der haast,
33958 Dan 3:24 | in der haast, antwoordde en zeide tot zijn raadsheren:
33959 Dan 3:24 | geworpen? Zij antwoordden en zeiden tot den koning: Het
33960 Dan 3:25 | 25 Hij antwoordde en zeide: Ziet, ik zie vier
33961 Dan 3:25 | in het midden des vuurs, en er is geen verderf aan hen;
33962 Dan 3:25 | is geen verderf aan hen; en de gedaante des vierden
33963 Dan 3:26 | brandenden vuurs, antwoordde en sprak: Gij Sadrach, Mesach
33964 Dan 3:26 | sprak: Gij Sadrach, Mesach en Abed-nego, gij knechten
33965 Dan 3:26 | allerhoogsten Gods! gaat uit en komt hier! Toen gingen Sadrach,
33966 Dan 3:26 | Toen gingen Sadrach, Mesach en Abed-nego uit het midden
33967 Dan 3:27 | stadhouders, de overheden, en de landvoogden, en de raadsheren
33968 Dan 3:27 | overheden, en de landvoogden, en de raadsheren des konings,
33969 Dan 3:27 | niet geheerst had, en dat het haar huns hoofds
33970 Dan 3:27 | hoofds niet verbrand was, en hun mantels niet veranderd
33971 Dan 3:28 | Nebukadnezar antwoordde en zeide: Geloofd zij de God
33972 Dan 3:28 | God van Sadrach, Mesach en Abed-nego, Die Zijn engel
33973 Dan 3:28 | Die Zijn engel gezonden, en Zijn knechten verlost heeft,
33974 Dan 3:28 | Hem vertrouwd hebben, en des konings woord veranderd,
33975 Dan 3:28 | konings woord veranderd, en hun lichamen overgegeven
33976 Dan 3:29 | gegeven, dat alle volk, natie en tong, die lastering spreekt
33977 Dan 3:29 | God van Sadrach, Mesach en Abed-nego, in stukken gehouwen
33978 Dan 3:29 | stukken gehouwen worde, en zijn huis tot een drekhoop
33979 Dan 3:30 | de koning Sadrach, Mesach en Abed-nego voorspoedig in
33980 Dan 4:1 | aan alle volken, natien en tongen, die op den gansen
33981 Dan 4:2 | te verkondigen de tekenen en wonderen, die de allerhoogste
33982 Dan 4:3 | groot zijn Zijn tekenen! en hoe machtig Zijn wonderen!
33983 Dan 4:3 | Rijk is een eeuwig Rijk, en Zijn heerschappij is van
33984 Dan 4:4 | gerust zijnde in mijn huis, en in mijn paleis groenende, ~
33985 Dan 4:5 | droom, die mij vervaarde, en de gedachten, die ik op
33986 Dan 4:5 | die ik op mijn bed had, en de gezichten mijns hoofds
33987 Dan 4:7 | sterrekijkers, de Chaldeen en de waarzeggers; en ik zeide
33988 Dan 4:7 | Chaldeen en de waarzeggers; en ik zeide den droom voor
33989 Dan 4:8 | geest der heilige goden is; en ik vertelde den droom voor
33990 Dan 4:10 | leger waren deze: Ik zag, en ziet, er was een boom in
33991 Dan 4:10 | in het midden der aarde, en zijn hoogte was groot. ~
33992 Dan 4:11 | De boom werd groot en sterk; en zijn hoogte reikte
33993 Dan 4:11 | boom werd groot en sterk; en zijn hoogte reikte aan den
33994 Dan 4:11 | hoogte reikte aan den hemel, en hij werd gezien tot aan
33995 Dan 4:12 | Zijn loof was schoon, en zijn vruchten vele, en er
33996 Dan 4:12 | en zijn vruchten vele, en er was spijze aan denzelve
33997 Dan 4:12 | gedierte des velds schaduw, en de vogelen des hemels woonden
33998 Dan 4:12 | woonden in haar takken, en alle vlees werd daarvan
33999 Dan 4:13 | mijns hoofds, op mijn leger; en ziet, een wachter, namelijk
34000 Dan 4:14 | Roepende met kracht, en aldus zeggende: Houwt dien
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |