Book Chapter: Verse

34001 Dan   4:14  |             zeggende: Houwt dien boom af, en kapt zijn takken af; stroopt
34002 Dan   4:14  |                 af; stroopt zijn loof af, en verstrooit zijn vruchten,
34003 Dan   4:14  |                 van onder hem wegzwerven, en      de vogelen van zijn
34004 Dan   4:15  |                zijn wortelen in de aarde, en met een ijzeren en koperen
34005 Dan   4:15  |                 aarde, en met een ijzeren en koperen band in het tedere
34006 Dan   4:15  |                het tedere gras des velds; en laat hem in de dauw des
34007 Dan   4:15  |                hemels nat gemaakt worden, en      zijn deel zij met het
34008 Dan   4:16  |               geens mensen hart meer zij, en hem worde eens beesten hart
34009 Dan   4:16  |                eens beesten hart gegeven, en laat zeven tijden over hem
34010 Dan   4:17  |                 het besluit der wachters, en deze begeerte is in het
34011 Dan   4:17  |             koninkrijken      der mensen, en geeft ze aan wien Hij wil,
34012 Dan   4:19  |           Beltsazar is, bij een uur lang, en zijn gedachten beroerden
34013 Dan   4:19  |                 hem. De koning antwoordde en zeide: Beltsazar! laat u
34014 Dan   4:19  |                Beltsazar! laat u de droom en zijn      uitlegging niet
34015 Dan   4:19  |            beroeren. Beltsazar antwoordde en zeide: Mijn heer! de droom
34016 Dan   4:19  |               droom wedervare uw hateren, en zijn uitlegging uw wederpartijders! ~
34017 Dan   4:20  |                gij gezien hebt, die groot en sterk geworden was, en wiens
34018 Dan   4:20  |              groot en sterk geworden was, en wiens hoogte tot aan den
34019 Dan   4:20  |                 tot aan den hemel reikte, en die over het ganse aardrijk
34020 Dan   4:21  |                                   21      En wiens loof schoon, en wiens
34021 Dan   4:21  |                     En wiens loof schoon, en wiens vruchten vele waren,
34022 Dan   4:21  |                wiens vruchten vele waren, en waar spijze aan was voor
34023 Dan   4:21  |                gedierte des velds woonde, en in wiens takken de vogelen
34024 Dan   4:22  |                  gij, o koning! die groot en sterk zijt geworden; want
34025 Dan   4:22  |                  zij reikt aan den hemel, en uw heerschappij aan het
34026 Dan   4:23  |               zeide: Houwt dezen boom af, en verderft hem; doch laat
34027 Dan   4:23  |                     wortelen in de aarde, en met een ijzeren en koperen
34028 Dan   4:23  |                 aarde, en met een ijzeren en koperen band in het tedere
34029 Dan   4:23  |                het tedere gras des velds, en in de dauw des hemels nat
34030 Dan   4:23  |                hemels nat gemaakt worden, en dat zijn deel zij met het
34031 Dan   4:24  |                   de beduiding, o koning! en dit is een besluit des Allerhoogsten,
34032 Dan   4:25  |                  van de mensen verstoten, en met het gedierte des velds
34033 Dan   4:25  |                 velds zal uw woning zijn, en men zal u het kruid, als
34034 Dan   4:25  |                   ossen, te smaken geven; en gij zult van den dauw     
34035 Dan   4:25  |                hemels nat gemaakt worden, en er zullen zeven tijden over
34036 Dan   4:25  |                  koninkrijken der mensen, en geeft      ze, wien Hij
34037 Dan   4:27  |                 laat mijn raad u behagen, en breek uw zonden af door
34038 Dan   4:27  |             zonden af door gerechtigheid, en uw ongerechtigheid door
34039 Dan   4:30  |                  30      Sprak de koning, en zeide: Is dit niet het grote
34040 Dan   4:30  |                  de sterkte mijner macht, en ter ere mijner heerlijkheid! ~
34041 Dan   4:32  |                                   32      En men zal u van de mensen
34042 Dan   4:32  |                  van de mensen verstoten, en uw woning zal bij de beesten
34043 Dan   4:32  |              smaken geven, als den ossen, en er zullen zeven tijden over
34044 Dan   4:32  |                mensen heerschappij heeft, en dat Hij ze geeft, aan wien
34045 Dan   4:33  |                  uit de mensen verstoten, en hij at gras als de ossen,
34046 Dan   4:33  |                 hij at gras als de ossen, en zijn lichaam werd van den
34047 Dan   4:33  |                  als der arenden vederen, en zijn nagelen als der vogelen. ~
34048 Dan   4:34  |                verstand kwam weer in mij; en ik loofde den Allerhoogste,
34049 Dan   4:34  |                  loofde den Allerhoogste, en ik prees en verheerlijkte
34050 Dan   4:34  |                 Allerhoogste, en ik prees en verheerlijkte den      Eeuwiglevende,
34051 Dan   4:34  |                 een eeuwige heerschappij, en Zijn Koninkrijk is van geslacht
34052 Dan   4:35  |                                   35      En al de inwoners der aarde
34053 Dan   4:35  |              aarde zijn als niets geacht, en Hij doet naar Zijn wil met
34054 Dan   4:35  |                   met het heir des hemels en de inwoners der aarde, en
34055 Dan   4:35  |                 en de inwoners der aarde, en er is niemand, die Zijn
34056 Dan   4:36  |               koninkrijks, mijn majesteit en mijn glans weder op mij;
34057 Dan   4:36  |                  mijn glans weder op mij; en mijn raadsheren en mijn
34058 Dan   4:36  |                   mij; en mijn raadsheren en mijn geweldigen      zochten
34059 Dan   4:36  |              geweldigen      zochten mij, en ik werd in mijn koninkrijk
34060 Dan   4:36  |                mijn koninkrijk bevestigd; en mij werd groter heerlijkheid
34061 Dan   4:37  |                   prijs ik, Nebukadnezar, en verhoog, en verheerlijk
34062 Dan   4:37  |                 Nebukadnezar, en verhoog, en verheerlijk den Koning des
34063 Dan   4:37  |                  al Zijn werken waarheid, en Zijn paden gerichten zijn;
34064 Dan   4:37  |                Zijn paden gerichten zijn; en Hij is machtig te vernederen     
34065 Dan   5:1   |                  zijn duizend geweldigen, en hij dronk wijn voor die
34066 Dan   5:2   |              zeide hij, dat men de gouden en zilveren vaten voorbrengen
34067 Dan   5:2   |           weggevoerd had; opdat de koning en zijn geweldigen, zijn vrouwen
34068 Dan   5:2   |                  geweldigen, zijn vrouwen en zijn bijwijven uit dezelve
34069 Dan   5:3   |              geweest was, weggevoerd had; en de koning en zijn geweldigen,
34070 Dan   5:3   |              weggevoerd had; en de koning en zijn geweldigen, zijn     
34071 Dan   5:3   |            geweldigen, zijn      vrouwen, en zijn bijwijven dronken daaruit. ~
34072 Dan   5:4   |                     Zij dronken den wijn, en prezen de gouden, en de
34073 Dan   5:4   |                wijn, en prezen de gouden, en de zilveren, de koperen,
34074 Dan   5:4   |            koperen, de ijzeren, de houten en de stenen goden. ~
34075 Dan   5:5   |                van het koninklijk paleis, en de koning zag het      deel
34076 Dan   5:6   |                zich de glans des konings, en zijn gedachten verschrikten
34077 Dan   5:6   |               gedachten verschrikten hem; en de banden zijner lendenen
34078 Dan   5:6   |               zijner lendenen werden los, en zijn knieen stieten tegen
34079 Dan   5:7   |                sterrekijkers, de Chaldeen en de waarzeggers inbrengen
34080 Dan   5:7   |                waarzeggers inbrengen zou; en de koning antwoordde en
34081 Dan   5:7   |                   en de koning antwoordde en zeide tot de wijzen van
34082 Dan   5:7   |                    die dit schrift lezen, en deszelfs uitlegging mij
34083 Dan   5:7   |                gouden keten om zijn hals, en hij zal de derde heerser
34084 Dan   5:9   |                  de koning Belsazar zeer, en zijn glans werd aan hem
34085 Dan   5:9   |                   werd aan hem veranderd, en zijn geweldigen werden verbaasd. ~
34086 Dan   5:10  |                  deze woorden des konings en zijner geweldigen, ging
34087 Dan   5:10  |              maaltijds. De koningin sprak en zeide: O koning, leef in
34088 Dan   5:10  |                        niet verschrikken, en uw glans niet veranderd
34089 Dan   5:11  |                   bij hem gevonden licht, en verstand, en wijsheid, gelijk
34090 Dan   5:11  |              gevonden licht, en verstand, en wijsheid, gelijk de wijsheid
34091 Dan   5:11  |              sterrekijkers, der Chaldeen, en der waarzeggers, uw vader,
34092 Dan   5:12  |                een voortreffelijke geest, en wetenschap, en verstand
34093 Dan   5:12  |     voortreffelijke geest, en wetenschap, en verstand van een, die dromen
34094 Dan   5:12  |                  een, die dromen uitlegt, en der aanwijzing van raadselen,
34095 Dan   5:12  |                 aanwijzing van raadselen, en van een, die knopen ontbindt,
34096 Dan   5:13  |          ingebracht. De koning antwoordde en zeide tot Daniel: Zijt gij
34097 Dan   5:14  |                  geest der goden in u is, en dat er licht, en verstand,
34098 Dan   5:14  |                 in u is, en dat er licht, en verstand, en voortreffelijke
34099 Dan   5:14  |                dat er licht, en verstand, en voortreffelijke wijsheid
34100 Dan   5:15  |                  mij ingebracht de wijzen en de sterrekijkers, om dit
34101 Dan   5:15  |                  om dit schrift te lezen, en deszelfs uitlegging mij
34102 Dan   5:16  |                  uitleggingen kunt geven, en knopen ontbinden; nu, indien
34103 Dan   5:16  |                schrift zult kunnen lezen, en deszelfs uitlegging mij
34104 Dan   5:16  |                  gouden keten om uw hals, en gij zult de derde heerser
34105 Dan   5:17  |                   Toen antwoordde Daniel, en zeide voor den koning: Heb
34106 Dan   5:17  |                Heb uw gaven voor uzelven, en geef uw vereringen aan een
34107 Dan   5:17  |            schrift voor den koning lezen, en de      uitlegging zal ik
34108 Dan   5:18  |              Nebukadnezar het koninkrijk, en grootheid, en eer, en heerlijkheid
34109 Dan   5:18  |                 koninkrijk, en grootheid, en eer, en heerlijkheid gegeven; ~
34110 Dan   5:18  |         koninkrijk, en grootheid, en eer, en heerlijkheid gegeven; ~
34111 Dan   5:19  |                                   19      En vanwege de grootheid, die
34112 Dan   5:19  |                  hem gegeven had, beefden en sidderden alle volken, natien
34113 Dan   5:19  |             sidderden alle volken, natien en tongen voor hem; dien hij
34114 Dan   5:19  |               dien hij wilde, doodde hij, en dien hij wilde, behield
34115 Dan   5:19  |            behield hij in het      leven, en dien hij wilde, verhoogde
34116 Dan   5:19  |                 hij wilde, verhoogde hij, en dien hij wilde, vernederde
34117 Dan   5:20  |                   zich zijn hart verhief, en zijn geest verstijfd werd
34118 Dan   5:20  |                   koninkrijks afgestoten, en men nam de eer van hem weg. ~
34119 Dan   5:21  |                                   21      En hij werd van de kinderen
34120 Dan   5:21  |            kinderen der mensen verstoten, en zijn hart werd den beesten
34121 Dan   5:21  |                   beesten gelijk gemaakt, en zijn woning was bij de woudezelen;
34122 Dan   5:21  |             smaken gelijk den      ossen; en zijn lichaam werd van den
34123 Dan   5:21  |                  koninkrijken der mensen, en over dezelve      stelt,
34124 Dan   5:22  |                                   22      En gij, Belsazar, zijn zoon!
34125 Dan   5:23  |               tegen den Heere des hemels, en men heeft de vaten van Zijn
34126 Dan   5:23  |                Zijn huis voor u gebracht, en gij, en uw geweldigen, uw
34127 Dan   5:23  |                  voor u gebracht, en gij, en uw geweldigen, uw vrouwen,
34128 Dan   5:23  |                   geweldigen, uw vrouwen, en uw bijwijven hebben wijn     
34129 Dan   5:23  |                    uit dezelve gedronken, en de goden van zilver en goud,
34130 Dan   5:23  |                    en de goden van zilver en goud, koper, ijzer, hout
34131 Dan   5:23  |                  goud, koper, ijzer, hout en steen, die niet zien, noch
34132 Dan   5:23  |               Wiens hand uw      adem is, en bij Wien al uw paden zijn,
34133 Dan   5:24  |                der hand van Hem gezonden, en dit schrift getekend geworden. ~
34134 Dan   5:26  |               heeft uw koninkrijk geteld, en Hij heeft het voleind. ~
34135 Dan   5:27  |                   in weegschalen gewogen; en gij zijt te licht gevonden. ~
34136 Dan   5:28  |                   koninkrijk is verdeeld, en het is den Meden en den
34137 Dan   5:28  |             verdeeld, en het is den Meden en den Perzen gegeven. ~
34138 Dan   5:29  |                      Toen beval Belsazar, en zij bekleedden Daniel met
34139 Dan   5:29  |                gouden keten om zijn hals, en zij riepen overluid van
34140 Dan   6:1   |                  koninkrijk, omtrent twee en zestig jaren oud zijnde. ~
34141 Dan   6:2   |                                    2      En het dacht Darius goed, dat
34142 Dan   6:2   |                 koninkrijk stelde honderd en twintig stadhouders, die
34143 Dan   6:3   |                                    3      En over dezelve drie vorsten,
34144 Dan   6:4   |                   deze Daniel die vorsten en die stadhouders, daarom
34145 Dan   6:4   |         voortreffelijke geest in hem was; en de koning dacht hem te stellen
34146 Dan   6:5   |                   Toen zochten de vorsten en de stadhouders gelegenheid
34147 Dan   6:5   |              dewijl hij      getrouw was, en geen vergrijping noch misdaad
34148 Dan   6:7   |                    Zo kwamen deze vorsten en de stadhouders met hopen
34149 Dan   6:7   |                 met hopen tot den koning, en zeiden aldus tot hem: O
34150 Dan   6:8   |                   des rijks, de overheden en stadhouders, de raadsheren
34151 Dan   6:8   |                stadhouders, de raadsheren en landvoogden hebben zich
34152 Dan   6:8   |                   ordonnantie te stellen, en een sterk gebod te     
34153 Dan   6:9   |                zult een gebod bevestigen, en een schrift tekenen, dat
34154 Dan   6:9   |              worde, naar de wet der Meden en der Perzen, die niet mag
34155 Dan   6:10  |                 koning Darius dat schrift en gebod. ~
34156 Dan   6:11  |            vensters tegen Jeruzalem aan), en hij knielde drie tijden '
34157 Dan   6:11  |                daags op      zijn knieen, en hij bad, en deed belijdenis
34158 Dan   6:11  |                  zijn knieen, en hij bad, en deed belijdenis voor zijn
34159 Dan   6:12  |              kwamen die mannen met hopen, en zij vonden Daniel biddende
34160 Dan   6:12  |                zij vonden Daniel biddende en smekende voor zijn God. ~
34161 Dan   6:13  |                    Toen kwamen zij nader, en spraken voor den koning
34162 Dan   6:13  |              worden? De koning antwoordde en zeide: Het is een vaste
34163 Dan   6:13  |               rede, naar de wet der Meden en      Perzen, die niet mag
34164 Dan   6:14  |                     Toen antwoordden zij, en zeiden voor den koning:
34165 Dan   6:15  |                  bedroefd bij zichzelven, en hij stelde het hart op Daniel
34166 Dan   6:16  |                 met hopen tot den koning, en zij zeiden tot den koning:
34167 Dan   6:16  |                   o koning! dat der Meden en der Perzen wet is, dat geen
34168 Dan   6:17  |                     Toen beval de koning, en zij brachten Daniel voor,
34169 Dan   6:17  |                 zij brachten Daniel voor, en wierpen hem in den kuil
34170 Dan   6:17  |                  in den kuil der leeuwen; en de koning antwoordde en
34171 Dan   6:17  |                   en de koning antwoordde en zeide tot Daniel: Uw God,
34172 Dan   6:18  |                                   18      En er werd een steen gebracht,
34173 Dan   6:18  |                  werd een steen gebracht, en op den mond des kuils gelegd:
34174 Dan   6:18  |                den mond des kuils gelegd: en de koning verzegelde denzelven
34175 Dan   6:18  |                  denzelven met zijn ring, en met den ring zijner geweldigen,
34176 Dan   6:19  |                  koning naar zijn paleis, en overnachtte nuchteren, en
34177 Dan   6:19  |                 en overnachtte nuchteren, en liet geen vreugdespel voor
34178 Dan   6:19  |            vreugdespel voor zich brengen; en zijn slaap week verre van
34179 Dan   6:20  |             morgenstond met het licht op, en hij ging met haast henen
34180 Dan   6:21  |                stem; de koning antwoordde en zeide tot Daniel: O Daniel,
34181 Dan   6:23  |                heeft Zijn engel gezonden, en Hij heeft den muil der leeuwen
34182 Dan   6:24  |                  zichzelven zeer vrolijk, en zeide, dat men Daniel uit
34183 Dan   6:25  |                     Toen beval de koning, en zij brachten die mannen
34184 Dan   6:25  |              overluid beschuldigd hadden, en zij wierpen in den kuil
34185 Dan   6:25  |                leeuwen hen, hun kinderen, en hun vrouwen; en      zij
34186 Dan   6:25  |                 kinderen, en hun vrouwen; en      zij kwamen niet op
34187 Dan   6:26  |                   aan alle volken, natien en tongen, die op de ganse
34188 Dan   6:27  |       heerschappij mijns koninkrijks beve en siddere voor het aangezicht
34189 Dan   6:27  |               want Hij is de levende God, en      bestendig in eeuwigheden,
34190 Dan   6:27  |                 bestendig in eeuwigheden, en Zijn koninkrijk is niet
34191 Dan   6:27  |          koninkrijk is niet verderfelijk, en Zijn heerschappij is tot
34192 Dan   6:28  |                       28      Hij verlost en redt, en Hij doet tekenen
34193 Dan   6:28  |                      Hij verlost en redt, en Hij doet tekenen en wonderen
34194 Dan   6:28  |                 redt, en Hij doet tekenen en wonderen in den hemel en
34195 Dan   6:28  |                  en wonderen in den hemel en op de aarde; Die heeft Daniel
34196 Dan   6:29  |                het koninkrijk van Darius, en in het koninkrijk van Kores,
34197 Dan   7:1   |              Babel, zag Daniel een droom, en gezichten zijns hoofds,
34198 Dan   7:1   |                   schreef hij dien droom, en hij zeide de hoofdsom der     
34199 Dan   7:2   |                  2      Daniel antwoordde en zeide: Ik zag in mijn gezicht
34200 Dan   7:2   |                   mijn gezicht bij nacht, en ziet, de vier winden des
34201 Dan   7:3   |                                    3      En er klommen vier grote dieren
34202 Dan   7:4   |                 eerste was als een leeuw, en het had arendsvleugelen;
34203 Dan   7:4   |               vleugelen uitgeplukt waren, en het werd van de aarde opgeheven,
34204 Dan   7:4   |                   van de aarde opgeheven, en op de voeten gesteld, als     
34205 Dan   7:4   |               gesteld, als      een mens, en aan hetzelve werd eens mensen
34206 Dan   7:5   |              tweede, was gelijk een beer, en stelde zich aan de ene zijde,
34207 Dan   7:5   |             stelde zich aan de ene zijde, en het had drie ribben in zijn
34208 Dan   7:5   |                  muil tussen zijn tanden; en men zeide aldus tot     
34209 Dan   7:6   |                     6      Daarna zag ik, en ziet, er was een ander dier,
34210 Dan   7:6   |                dier, gelijk een luipaard, en het had vier vleugels eens
34211 Dan   7:6   |               hetzelve dier vier hoofden, en aan hetzelve werd de     
34212 Dan   7:7   |                  ik in de nachtgezichten, en ziet, het vierde dier was
34213 Dan   7:7   |              vierde dier was schrikkelijk en gruwelijk, en zeer sterk;
34214 Dan   7:7   |                schrikkelijk en gruwelijk, en zeer sterk; en het had grote
34215 Dan   7:7   |                 gruwelijk, en zeer sterk; en het had grote ijzeren tanden,
34216 Dan   7:7   |                   ijzeren tanden, het at, en verbrijzelde, en vertrad
34217 Dan   7:7   |                  het at, en verbrijzelde, en vertrad het      overige
34218 Dan   7:7   |                  overige met zijn voeten; en het was verscheiden van
34219 Dan   7:7   |                   hetzelve geweest waren; en het had tien hoornen. ~
34220 Dan   7:8   |                   nam acht op de hoornen, en ziet, een andere kleine
34221 Dan   7:8   |                   kwam op tussen dezelve, en drie uit de vorige hoornen
34222 Dan   7:8   |                 uitgerukt voor denzelven; en ziet, in dienzelven hoorn     
34223 Dan   7:8   |                waren ogen als mensenogen, en een mond, grote dingen sprekende. ~
34224 Dan   7:9   |                   er tronen gezet werden, en de Oude van dagen Zich zette,
34225 Dan   7:9   |              kleed wit was als de sneeuw, en het haar Zijns hoofds als
34226 Dan   7:10  |                Een vurige rivier vloeide, en ging van voor Hem uit, duizendmaal
34227 Dan   7:10  |        duizendmaal duizenden dienden Hem, en tien duizendmaal tien duizenden
34228 Dan   7:10  |                   het gericht zette zich, en de      boeken werden geopend. ~
34229 Dan   7:11  |                   totdat het dier gedood, en zijn lichaam verdaan werd,
34230 Dan   7:11  |                zijn lichaam verdaan werd, en overgegeven om van het vuur     
34231 Dan   7:12  |                  was hun gegeven tot tijd en stonde toe. ~
34232 Dan   7:13  |                  ik in de nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de
34233 Dan   7:13  |             hemels, als eens mensen zoon, en Hij kwam tot den Oude van
34234 Dan   7:13  |                   tot den Oude van dagen, en zij deden Hem voor     
34235 Dan   7:14  |                                   14      En Hem werd gegeven heerschappij,
34236 Dan   7:14  |                werd gegeven heerschappij, en eer, en het Koninkrijk,
34237 Dan   7:14  |             gegeven heerschappij, en eer, en het Koninkrijk, dat Hem
34238 Dan   7:14  |                   Hem alle volken, natien en tongen eren zouden; Zijn
34239 Dan   7:14  |                die niet      vergaan zal, en Zijn Koninkrijk zal niet
34240 Dan   7:15  |                   midden van het lichaam, en de gezichten mijns hoofds
34241 Dan   7:16  |               dergenen, die daar stonden, en verzocht van hem de zekerheid
34242 Dan   7:16  |                 zekerheid over dit alles; en hij zeide ze mij, en gaf
34243 Dan   7:16  |               alles; en hij zeide ze mij, en gaf mij de uitlegging dezer
34244 Dan   7:18  |                 dat Koninkrijk ontvangen, en zij zullen het Rijk bezitten
34245 Dan   7:19  |                   tanden van ijzer waren, en zijn klauwen van koper;
34246 Dan   7:19  |                         het verbrijzelde, en vertrad het overige met
34247 Dan   7:20  |                                   20      En aangaande de tien hoornen
34248 Dan   7:20  |                  die op zijn hoofd waren, en den anderen, die opkwam,
34249 Dan   7:20  |                  den anderen, die opkwam, en voor denwelken drie afgevallen
34250 Dan   7:20  |                 dien hoorn, die ogen had, en een      mond, die grote
34251 Dan   7:20  |                   die grote dingen sprak, en wiens aanzien groter was,
34252 Dan   7:21  |                 voerde tegen de heiligen, en dat hij die overmocht, ~
34253 Dan   7:22  |                   de Oude van dagen kwam, en het gericht gegeven werd
34254 Dan   7:22  |               heiligen der hoge plaatsen, en dat de bestemde tijd kwam,
34255 Dan   7:23  |                   zijn van al die rijken, en het zal de ganse aarde opeten,
34256 Dan   7:23  |                zal de ganse aarde opeten, en het zal dezelve vertreden,
34257 Dan   7:23  |                het zal dezelve vertreden, en het zal      ze verbrijzelen. ~
34258 Dan   7:24  |             zullen tien koningen opstaan, en een ander zal na hen opstaan;
34259 Dan   7:24  |                 ander zal na hen opstaan; en dat zal verscheiden zijn
34260 Dan   7:24  |          verscheiden zijn van de vorigen, en het zal drie      koningen
34261 Dan   7:25  |                                   25      En het zal woorden spreken
34262 Dan   7:25  |                   tegen den Allerhoogste, en het zal de heiligen der
34263 Dan   7:25  |                  hoge plaatsen verstoren, en het zal menen de tijden
34264 Dan   7:25  |                   het zal menen de tijden en de wet te veranderen, en
34265 Dan   7:25  |                  en de wet te veranderen, en zij zullen in      deszelfs
34266 Dan   7:25  |          overgegeven worden tot een tijd, en tijden, en een gedeelte
34267 Dan   7:25  |                  tot een tijd, en tijden, en een gedeelte eens tijds. ~
34268 Dan   7:26  |                   zal het gericht zitten, en men zal zijn heerschappij
34269 Dan   7:26  |                 wegnemen, hem verdelgende en verdoende, tot het einde
34270 Dan   7:27  |                    27      Maar het rijk, en de heerschappij, en de grootheid
34271 Dan   7:27  |                 rijk, en de heerschappij, en de grootheid der koninkrijken
34272 Dan   7:27  |                     eeuwig Rijk zijn zal; en alle heerschappijen zullen
34273 Dan   7:27  |            heerschappijen zullen Hem eren en gehoorzamen. ~
34274 Dan   7:28  |          gedachten verschrikken mij zeer, en mijn glans veranderde aan
34275 Dan   8:2   |                                    2      En ik zag een gezicht, (het
34276 Dan   8:3   |                                    3      En ik hief mijn ogen op, en
34277 Dan   8:3   |                  En ik hief mijn ogen op, en ik zag, en ziet, een ram
34278 Dan   8:3   |                  mijn ogen op, en ik zag, en ziet, een ram stond voor
34279 Dan   8:3   |              vloed, die had twee hoornen, en die twee hoornen waren hoog,
34280 Dan   8:3   |                  twee hoornen waren hoog, en de een was hoger dan de
34281 Dan   8:3   |                  was hoger dan de andere, en de      hoogste kwam in
34282 Dan   8:4   |                   tegen het westen stiet, en tegen het noorden, en tegen
34283 Dan   8:4   |              stiet, en tegen het noorden, en tegen het zuiden, en geen
34284 Dan   8:4   |             noorden, en tegen het zuiden, en geen dieren konden voor
34285 Dan   8:4   |                  zijn aangezicht bestaan, en er was niemand,      die
34286 Dan   8:4   |               deed naar zijn welgevallen, en hij maakte zich groot. ~
34287 Dan   8:5   |                over den gansen aardbodem, en roerde de aarde niet aan;
34288 Dan   8:5   |                 roerde de aarde niet aan; en die bok had een aanzienlijken
34289 Dan   8:6   |                                    6      En hij kwam tot den ram, die
34290 Dan   8:6   |                zien staan voor den vloed; en hij liep op hem aan in de
34291 Dan   8:7   |                                    7      En ik zag hem, nakende aan
34292 Dan   8:7   |                 hem, nakende aan den ram, en hij verbitterde zich tegen
34293 Dan   8:7   |               verbitterde zich tegen hem, en hij stiet den ram, en hij
34294 Dan   8:7   |                hem, en hij stiet den ram, en hij brak zijn beide hoornen;
34295 Dan   8:7   |                  brak zijn beide hoornen; en in den ram was geen kracht,
34296 Dan   8:7   |                    aangezicht te bestaan; en hij wierp hem ter aarde,
34297 Dan   8:7   |                  hij wierp hem ter aarde, en hij vertrad hem, en er was
34298 Dan   8:7   |                aarde, en hij vertrad hem, en er was niemand, die den
34299 Dan   8:8   |                                    8      En de geitenbok maakte zich
34300 Dan   8:8   |                was, brak die grote hoorn, en er kwamen op aan deszelfs
34301 Dan   8:9   |                                    9      En uit een van die kwam voort
34302 Dan   8:9   |                   werd, tegen het zuiden, en tegen het oosten, en tegen
34303 Dan   8:9   |              zuiden, en tegen het oosten, en tegen het sierlijke land. ~
34304 Dan   8:10  |                                   10      En hij werd groot tot aan het
34305 Dan   8:10  |                  aan het heir des hemels; en hij wierp er sommigen van
34306 Dan   8:10  |                 sterren, ter aarde neder, en hij vertrad ze. ~
34307 Dan   8:11  |                aan den Vorst diens heirs, en van Denzelven werd weggenomen
34308 Dan   8:11  |             weggenomen het gedurig offer, en de woning Zijns heiligdoms
34309 Dan   8:12  |                                   12      En het heir werd in den afval
34310 Dan   8:12  |                  tegen het gedurig offer; en hij wierp de waarheid ter
34311 Dan   8:12  |              wierp de waarheid ter aarde; en deed het, en het gelukte
34312 Dan   8:12  |                   ter aarde; en deed het, en het gelukte wel. ~
34313 Dan   8:13  |                   ik een heilige spreken; en de heilige zeide tot den
34314 Dan   8:13  |             gezicht van het gedurig offer en van den verwoestenden afval     
34315 Dan   8:14  |                                   14      En hij zeide tot mij: Tot twee
34316 Dan   8:14  |                 tot mij: Tot twee duizend en driehonderd avonden en morgens;
34317 Dan   8:14  |            duizend en driehonderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom
34318 Dan   8:15  |                                   15      En het geschiedde, toen ik
34319 Dan   8:15  |                   het verstand deszelven, en ziet, er stond voor mij
34320 Dan   8:16  |                                   16      En ik hoorde tussen Ulai eens
34321 Dan   8:16  |                eens mensen stem, die riep en zeide: Gabriel! geef dezen
34322 Dan   8:17  |                                   17      En hij kwam nevens waar ik
34323 Dan   8:17  |                kwam nevens waar ik stond; en als hij kwam, verschrikte
34324 Dan   8:17  |                 hij kwam, verschrikte ik, en viel op mijn aangezicht.
34325 Dan   8:18  |                  toen roerde hij mij aan, en hij stelde mij op mijn standplaats. ~
34326 Dan   8:19  |                                   19      En hij zeide: Zie, ik zal u
34327 Dan   8:20  |                zijn de koningen der Meden en der Perzen. ~
34328 Dan   8:21  |                   koning van Griekenland; en de grote hoorn, welke tussen
34329 Dan   8:23  |              staan, stijf van aangezicht, en raadselen verstaande; ~
34330 Dan   8:24  |                                   24      En zijn kracht zal sterk worden,
34331 Dan   8:24  |               doch niet door zijn kracht; en hij zal het wonderlijk verderven,
34332 Dan   8:24  |                 het wonderlijk verderven, en zal geluk hebben, en zal
34333 Dan   8:24  |           verderven, en zal geluk hebben, en zal het doen; en hij zal
34334 Dan   8:24  |                  hebben, en zal het doen; en hij zal de sterken, mitsgaders
34335 Dan   8:25  |                                   25      En door zijn kloekheid zo zal
34336 Dan   8:25  |                doen gedijen in zijn hand; en hij zal zich in zijn hart
34337 Dan   8:25  |                   in zijn hart verheffen; en in stille rust zal hij er
34338 Dan   8:25  |                   hij er velen verderven, en zal staan tegen den Vorst     
34339 Dan   8:26  |                  Het gezicht nu van avond en morgen, dat er gezegd is,
34340 Dan   8:26  |                gezegd is, is de waarheid; en gij, sluit dit gezicht toe,
34341 Dan   8:27  |               Toen werd ik, Daniel, zwak, en was enige dagen krank; daarna
34342 Dan   8:27  |                krank; daarna stond ik op, en deed des konings werk; en
34343 Dan   8:27  |                 en deed des konings werk; en ik was ontzet over dit gezicht;
34344 Dan   9:3   |                                    3      En ik stelde mijn aangezicht
34345 Dan   9:3   |                  te zoeken met het gebed, en smekingen, met vasten, en
34346 Dan   9:3   |                 en smekingen, met vasten, en zak, en as. ~
34347 Dan   9:3   |            smekingen, met vasten, en zak, en as. ~
34348 Dan   9:4   |                  tot den HEERE, mijn God, en deed belijdenis, en zeide:
34349 Dan   9:4   |                  God, en deed belijdenis, en zeide: Och Heere! Gij grote
34350 Dan   9:4   |               zeide: Och Heere! Gij grote en verschrikkelijke God, Die
34351 Dan   9:4   |     verschrikkelijke God, Die het verbond en de weldadigheid houdt dien,
34352 Dan   9:4   |                   die Hem      liefhebben en Zijn geboden houden. ~
34353 Dan   9:5   |                     Wij hebben gezondigd, en hebben onrecht gedaan, en
34354 Dan   9:5   |                 en hebben onrecht gedaan, en goddelooslijk gehandeld,
34355 Dan   9:5   |                  goddelooslijk gehandeld, en gerebelleerd, met af te
34356 Dan   9:5   |                 te wijken van Uw geboden, en van Uw rechten. ~
34357 Dan   9:6   |                                    6      En wij hebben niet gehoord
34358 Dan   9:6   |               onze koningen, onze vorsten en onze vaders, en tot al het
34359 Dan   9:6   |                   vorsten en onze vaders, en tot al het volk des lands. ~
34360 Dan   9:7   |                   bij de mannen van Juda, en de inwoners van Jeruzalem,
34361 Dan   9:7   |                   inwoners van Jeruzalem, en      geheel Israel, die
34362 Dan   9:7   |                  geheel Israel, die nabij en die verre zijn, in al de
34363 Dan   9:8   |               koningen, bij onze vorsten, en bij onze vaders, omdat wij
34364 Dan   9:9   |                   zijn de barmhartigheden en vergevingen, alhoewel wij
34365 Dan   9:10  |                                   10      En wij hebben der stem des
34366 Dan   9:11  |                 ons uitgestort die vloek, en die eed, die geschreven
34367 Dan   9:12  |                                   12      En Hij heeft Zijn woorden bevestigd,
34368 Dan   9:12  |                gesproken heeft tegen ons, en tegen onze richters, die
34369 Dan   9:13  |                   kwaad over ons gekomen; en wij smeekten het aangezicht
34370 Dan   9:13  |               onze      ongerechtigheden, en verstandelijk acht gevende
34371 Dan   9:14  |                   over het kwade gewaakt, en Hij heeft het over ons gebracht;
34372 Dan   9:15  |                                   15      En nu, o Heere, onze God! Die
34373 Dan   9:15  |                hebt, met een sterke hand, en hebt U een Naam gemaakt,
34374 Dan   9:16  |        gerechtigheden, laat toch Uw toorn en Uw grimmigheid afgekeerd
34375 Dan   9:16  |                  want om onzer zonden wil en om      onzer vaderen ongerechtigheden,
34376 Dan   9:16  |          ongerechtigheden, zijn Jeruzalem en Uw volk tot versmaadheid
34377 Dan   9:17  |                                   17      En nu, o onze God! hoor naar
34378 Dan   9:17  |               naar het gebed Uws knechts, en naar zijn smekingen; en
34379 Dan   9:17  |                   en naar zijn smekingen; en doe Uw aangezicht lichten
34380 Dan   9:18  |                    Neig Uw oor, mijn God! en hoor, doe Uw ogen op, en
34381 Dan   9:18  |                  en hoor, doe Uw ogen op, en zie onze verwoestingen,
34382 Dan   9:18  |                   zie onze verwoestingen, en de stad, die naar Uw Naam
34383 Dan   9:19  |                 vergeef! o Heere, merk op en doe het, vertraag het niet!
34384 Dan   9:19  |                   mijn God! Want Uw stad, en Uw volk is naar Uw Naam
34385 Dan   9:20  |                 20      Als ik nog sprak, en bad, en beleed mijn zonde,
34386 Dan   9:20  |                 Als ik nog sprak, en bad, en beleed mijn zonde, en de
34387 Dan   9:20  |                bad, en beleed mijn zonde, en de zonde mijns volks van
34388 Dan   9:20  |                   mijns volks van Israel, en mijn smeking nederwierp
34389 Dan   9:22  |                                   22      En hij onderrichtte mij en
34390 Dan   9:22  |                   En hij onderrichtte mij en sprak met mij, en zeide:
34391 Dan   9:22  |        onderrichtte mij en sprak met mij, en zeide: Daniel! nu ben ik
34392 Dan   9:23  |                   is het woord uitgegaan, en ik ben gekomen, om u dat
34393 Dan   9:23  |                man; versta dan dit woord, en merk op dit      gezicht. ~
34394 Dan   9:24  |                zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om
34395 Dan   9:24  |                   overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen,
34396 Dan   9:24  |                  de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te
34397 Dan   9:24  |             ongerechtigheid te verzoenen, en om      een eeuwige gerechtigheid
34398 Dan   9:24  |             gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en den profeet
34399 Dan   9:24  |               brengen, en om het gezicht, en den profeet te verzegelen,
34400 Dan   9:24  |                den profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden
34401 Dan   9:25  |                         25      Weet dan, en versta: van den uitgang
34402 Dan   9:25  |                    om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen,
34403 Dan   9:25  |                  Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de     
34404 Dan   9:25  |                 zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de      straten,
34405 Dan   9:25  |                   weken; de      straten, en de grachten zullen wederom
34406 Dan   9:26  |                                   26      En na die twee en zestig weken
34407 Dan   9:26  |                    26      En na die twee en zestig weken zal de Messias
34408 Dan   9:26  |                niet voor Hem zelven zijn; en een volk des vorsten, hetwelk
34409 Dan   9:26  |            hetwelk komen zal, zal de stad en het      heiligdom verderven,
34410 Dan   9:26  |                      heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met
34411 Dan   9:26  |                  een overstromende vloed, en tot het einde toe zal er
34412 Dan   9:26  |              einde toe zal er krijg zijn, en vastelijk besloten verwoestingen. ~
34413 Dan   9:27  |                                   27      En hij zal velen het verbond
34414 Dan   9:27  |              verbond versterken een week; en in de helft der week zal
34415 Dan   9:27  |                   zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden,
34416 Dan   9:27  |                 spijsoffer doen ophouden, en over den gruwelijken vleugel
34417 Dan  10:1   |          Beltsazar, een zaak geopenbaard, en die zaak is de waarheid,
34418 Dan  10:1   |                     gezetten groten tijd; en hij verstond die zaak, en
34419 Dan  10:1   |                 en hij verstond die zaak, en hij had verstand van het
34420 Dan  10:3   |            Begeerlijke spijze at ik niet, en vlees of wijn kwam in mijn
34421 Dan  10:4   |                                    4      En op den vier en twintigsten
34422 Dan  10:4   |                     4      En op den vier en twintigsten dag der eerste
34423 Dan  10:5   |                                    5      En ik hief mijn ogen op, en
34424 Dan  10:5   |                  En ik hief mijn ogen op, en zag, en ziet, er was een
34425 Dan  10:5   |                hief mijn ogen op, en zag, en ziet, er was een Man met
34426 Dan  10:5   |                   Man met linnen bekleed, en Zijn lenden waren omgord
34427 Dan  10:6   |                                    6      En Zijn lichaam was gelijk
34428 Dan  10:6   |                  was gelijk een turkoois, en Zijn aangezicht gelijk de
34429 Dan  10:6   |                 de gedaante des bliksems, en Zijn ogen gelijk vurige
34430 Dan  10:6   |                   gelijk vurige fakkelen, en Zijn armen en Zijn voeten
34431 Dan  10:6   |                   fakkelen, en Zijn armen en Zijn voeten gelijk de verf
34432 Dan  10:6   |                 van      gepolijst koper; en de stem Zijner woorden was
34433 Dan  10:7   |                                    7      En ik, Daniel, alleen zag dat
34434 Dan  10:7   |                verschrikking viel op hen, en zij vloden, om zich te versteken. ~
34435 Dan  10:8   |                  werd alleen overgelaten, en zag dit grote gezicht, en
34436 Dan  10:8   |                 en zag dit grote gezicht, en er bleef in mij geen kracht
34437 Dan  10:8   |                   mij geen kracht overig; en mijn sierlijkheid werd aan
34438 Dan  10:9   |                                    9      En ik hoorde de stem Zijner
34439 Dan  10:9   |                   de stem Zijner woorden; en toen ik de stem Zijner woorden
34440 Dan  10:10  |                                   10      En ziet, een hand roerde mij
34441 Dan  10:10  |                  een hand roerde mij aan, en maakte, dat ik mij bewoog
34442 Dan  10:10  |                mij bewoog op mijn knieen, en de palmen mijner handen. ~
34443 Dan  10:11  |                                   11      En Hij zeide tot mij: Daniel,
34444 Dan  10:11  |                 die Ik tot u spreken zal, en sta op uw standplaats, want
34445 Dan  10:11  |                  ben alnu tot u gezonden; en toen Hij dat woord     
34446 Dan  10:12  |                   begaaft, om te verstaan en om uzelven te verootmoedigen,
34447 Dan  10:12  |                  zijn uw woorden gehoord, en om uwer woorden wil ben
34448 Dan  10:13  |                   stond tegenover Mij een en twintig dagen; en ziet,
34449 Dan  10:13  |                 Mij een en twintig dagen; en ziet, Michael, een van de
34450 Dan  10:13  |                    kwam om Mij te helpen, en Ik werd aldaar gelaten     
34451 Dan  10:15  |                                   15      En toen Hij deze woorden met
34452 Dan  10:15  |                mijn aangezicht ter aarde, en ik werd stom. ~
34453 Dan  10:16  |                                   16      En ziet, Een, den mensenkinderen
34454 Dan  10:16  |                   deed ik mijn mond open, en ik sprak, en zeide tot Dien,
34455 Dan  10:16  |                   mond open, en ik sprak, en zeide tot Dien, Die tegenover
34456 Dan  10:17  |                                   17      En hoe kan de knecht van dezen
34457 Dan  10:17  |               bestaat geen kracht in mij, en geen adem is in mij overgebleven. ~
34458 Dan  10:18  |                 de gedaante van een mens; en Hij versterkte mij. ~
34459 Dan  10:19  |                                   19      En Hij zeide: Vrees niet, gij
34460 Dan  10:19  |               wees sterk, ja, wees sterk! En terwijl Hij met mij sprak,
34461 Dan  10:19  |                 sprak, werd ik versterkt, en zeide: Mijn Heere spreke,
34462 Dan  10:20  |               tegen den vorst der Perzen; en als Ik zal uitgegaan zijn,
34463 Dan  10:21  |                   geschrift der waarheid; en er is niet een, die zich
34464 Dan  11:1   |               Meder, om hem te versterken en te stijven. ~
34465 Dan  11:2   |                                    2      En nu, ik zal u de waarheid
34466 Dan  11:2   |                 koningen in Perzie staan, en de vierde zal verrijkt worden
34467 Dan  11:2   |                   meer dan al de anderen; en      nadat hij zich in zijn
34468 Dan  11:3   |                 heerschappij heersen zal, en hij zal doen naar zijn welgevallen. ~
34469 Dan  11:4   |                                    4      En als hij zal staan, zal zijn
34470 Dan  11:4   |                   zal zijn rijk gebroken, en in de vier winden des hemels
34471 Dan  11:4   |                rijk zal uitgerukt worden, en dat voor anderen dan deze. ~
34472 Dan  11:5   |                                    5      En de koning van het Zuiden,
34473 Dan  11:5   |                   sterker worden dan hij, en hij zal heersen; zijn heerschappij
34474 Dan  11:6   |                  met elkander bevrienden, en de dochter des konings van
34475 Dan  11:6   |                   zal overgegeven worden, en die haar gebracht      hebben,
34476 Dan  11:6   |                haar gebracht      hebben, en die haar gegenereerd heeft,
34477 Dan  11:6   |                   haar gegenereerd heeft, en die haar gesterkt heeft
34478 Dan  11:7   |                 zal met heirkracht komen, en hij zal komen tegen die
34479 Dan  11:7   |                  konings van het Noorden, en hij      zal tegen dezelve
34480 Dan  11:7   |                   zal tegen dezelve doen, en hij zal ze bemachtigen. ~
34481 Dan  11:8   |                 gewenste vaten van zilver en goud, in de gevangenis naar
34482 Dan  11:8   |           gevangenis naar Egypte brengen; en hij zal enige jaren staande
34483 Dan  11:9   |                  in het koninkrijk komen, en hij zal wederom in zijn
34484 Dan  11:10  |             zullen zich in strijd mengen, en zij zullen een menigte van
34485 Dan  11:10  |                  grote heiren verzamelen; en een van hen zal snellijk
34486 Dan  11:10  |                   hen zal snellijk komen, en als een vloed overstromen
34487 Dan  11:10  |                 als een vloed overstromen en      doortrekken; en hij
34488 Dan  11:10  |          overstromen en      doortrekken; en hij zal wederom komen, en
34489 Dan  11:10  |                 en hij zal wederom komen, en zich in den strijd mengen,
34490 Dan  11:11  |                                   11      En de koning van het Zuiden
34491 Dan  11:11  |             Zuiden zal verbitterd worden, en hij zal uittrekken, en strijden
34492 Dan  11:11  |                    en hij zal uittrekken, en strijden tegen hem, tegen
34493 Dan  11:12  |                 zijn hart zich verheffen, en hij zal er enige tien duizenden
34494 Dan  11:13  |                   Noorden zal wederkeren, en hij zal een groter menigte
34495 Dan  11:13  |                 de eerste was, oprichten; en aan het einde van de tijden
34496 Dan  11:13  |                     een grote heirkracht, en met groot goed. ~
34497 Dan  11:14  |                den koning van het Zuiden; en de scheurmakers uws volks
34498 Dan  11:15  |                                   15      En de koning van het Noorden
34499 Dan  11:15  |                van het Noorden zal komen, en een wal opwerpen, en vaste
34500 Dan  11:15  |               komen, en een wal opwerpen, en vaste steden innemen; en