Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
emmaus 1
emmer 1
emmeren 1
en 46573
en-dor 1
en-eglaim 1
en-gannim 3
Frequency    [«  »]
-----
-----
-----
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het

Bijbel

IntraText - Concordances

en

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573

      Book Chapter: Verse
3001 Gen 44:4 | zal u vruchtbaar maken, en u vermenigvuldigen, en u 3002 Gen 44:4 | en u vermenigvuldigen, en u tot een hoop van volken 3003 Gen 44:4 | hoop van volken stellen; en Ik zal aan uw zaad na u 3004 Gen 44:5 | ben, zijn mijne; Efraim en Manasse zullen mijne zijn, 3005 Gen 44:5 | zullen mijne zijn, als Ruben en Simeon. ~ 3006 Gen 44:7 | om tot Efrath te komen; en ik begroef haar aldaar aan 3007 Gen 44:8 | 8 En Israel zag de zonen van 3008 Gen 44:8 | zag de zonen van Jozef, en zeide: Wiens zijn deze? 3009 Gen 44:9 | 9 En Jozef zeide tot zijn vader: 3010 Gen 44:9 | God hier gegeven heeft. En hij zeide: Breng hen toch 3011 Gen 44:10 | ouderdom; hij kon niet zien; en hij deed hen naderen tot 3012 Gen 44:10 | zich; toen kuste hij hen, en omhelsde hen. ~ 3013 Gen 44:11 | 11 En Israel zeide tot Jozef: 3014 Gen 44:12 | uitgaan van zijn knieen; en hij boog zich voor zijn 3015 Gen 44:13 | 13 En Jozef nam die beiden, Efraim 3016 Gen 44:13 | tegenover Israels linkerhand, en Manasse met zijn linkerhand, 3017 Gen 44:13 | tegenover Israels rechterhand, en hij deed hen naderen tot 3018 Gen 44:14 | strekte zijn rechterhand uit, en legde die op het hoofd van 3019 Gen 44:14 | hoewel hij de minste was, en zijn linkerhand op het hoofd 3020 Gen 44:15 | 15 En hij zegende Jozef, en zeide: 3021 Gen 44:15 | 15 En hij zegende Jozef, en zeide: De God, voor Wiens 3022 Gen 44:15 | aangezicht mijn vaders, Abraham en Izak, gewandeld hebben, 3023 Gen 44:16 | kwaad, zegene deze jongeren, en dat in hen mijn naam genoemd 3024 Gen 44:16 | mijn naam genoemd worde, en de naam mijner vaderen, 3025 Gen 44:16 | mijner vaderen, Abraham en Izak, en dat zij vermenigvuldigen 3026 Gen 44:16 | vaderen, Abraham en Izak, en dat zij vermenigvuldigen 3027 Gen 44:17 | het kwaad in zijn ogen, en hij ondervatte zijns vaders 3028 Gen 44:18 | 18 En Jozef zeide tot zijn vader: 3029 Gen 44:19 | zijn vader weigerde het, en zeide: Ik weet het, mijn 3030 Gen 44:19 | ook tot een volk worden, en hij zal ook groot worden; 3031 Gen 44:19 | broeder groter worden dan hij, en zijn zaad zal een volle 3032 Gen 44:20 | God zette u als Efraim en als Manasse! En hij zette 3033 Gen 44:20 | als Efraim en als Manasse! En hij zette Efraim voor Manasse. ~ 3034 Gen 44:21 | God zal met ulieden wezen, en Hij zal u wederbrengen in 3035 Gen 44:22 | 22 En ik heb u een stuk lands 3036 Gen 44:22 | hetwelk ik, met mijn zwaard en met mijn boog, uit de hand 3037 Gen 45:1 | Daarna riep Jakob zijn zonen, en hij zeide: Verzamelt u, 3038 Gen 45:1 | hij zeide: Verzamelt u, en ik zal u verkondigen, hetgeen 3039 Gen 45:2 | 2 Komt samen en hoort, gij, zonen van Jakob! 3040 Gen 45:2 | hoort, gij, zonen van Jakob! en hoort naar Israel, uw vader. ~ 3041 Gen 45:3 | eerstgeborene, mijn kracht, en het begin mijner macht; 3042 Gen 45:3 | voortreffelijkste in hoogheid, en de voortreffelijkste in 3043 Gen 45:5 | 5 Simeon en Levi zijn gebroeders! hun 3044 Gen 45:6 | de mannen doodgeslagen, en in hun moedwil hebben zij 3045 Gen 45:7 | toorn, want hij is heftig; en hun verbolgenheid, want 3046 Gen 45:7 | hen verdelen onder Jakob, en zal hen verstrooien onder 3047 Gen 45:9 | zich neder als een leeuw, en als een oude leeuw; wie 3048 Gen 45:10 | voeten, totdat Silo komt, en Denzelven zullen de volken 3049 Gen 45:11 | jongen ezel aan den wijnstok, en het veulen zijner ezelin 3050 Gen 45:11 | zijn kleed in den wijn, en zijn mantel in wijndruivenbloed. ~ 3051 Gen 45:12 | van ogen door den wijn, en wit van tanden door de melk. ~ 3052 Gen 45:13 | de haven der zeeen wonen, en hij zal aan de haven der 3053 Gen 45:13 | haven der schepen wezen; en zijn zijde zal zijn naar 3054 Gen 45:15 | rust zag, dat zij goed was, en het land, dat het lustig 3055 Gen 45:15 | zijn schouder om te dragen, en was dienende onder cijns. ~ 3056 Gen 45:20 | zijn brood zal vet zijn; en hij zal koninklijke lekkernijen 3057 Gen 45:23 | wel bitterheid aangedaan, en beschoten, en hem gehaat; ~ 3058 Gen 45:23 | aangedaan, en beschoten, en hem gehaat; ~ 3059 Gen 45:24 | in stijvigheid gebleven, en de armen zijner handen zijn 3060 Gen 45:25 | vaders God, Die u zal helpen, en van den Almachtige, Die 3061 Gen 45:25 | met zegeningen der borsten en der baarmoeder! ~ 3062 Gen 45:26 | op het hoofd van Jozef, en op den hoofdschedel des 3063 Gen 45:27 | morgens zal hij roof eten, en des avonds zal hij buit 3064 Gen 45:28 | van Israel zijn twaalf; en dit is het, wat hun vader 3065 Gen 45:29 | 29 Daarna gebood hij hun, en zeide tot hen: Ik word verzameld 3066 Gen 45:31 | hebben zij Abraham begraven, en Sara, zijn huisvrouw; daar 3067 Gen 45:31 | hebben zij Izak begraven, en Rebekka, zijn huisvrouw; 3068 Gen 45:31 | Rebekka, zijn huisvrouw; en daar heb ik Lea begraven. ~ 3069 Gen 45:32 | 32 De akker, en de spelonk, die daarin is, 3070 Gen 45:33 | voeten samen op het bed, en hij gaf den geest, en hij 3071 Gen 45:33 | bed, en hij gaf den geest, en hij werd verzameld tot zijn 3072 Gen 46:1 | zijns vaders aangezicht, en hij weende over hem, en 3073 Gen 46:1 | en hij weende over hem, en kuste hem. ~ 3074 Gen 46:2 | 2 En Jozef gebood zijn knechten, 3075 Gen 46:2 | zijn vader balsemen zouden; en de medicijnmeesters balsemden 3076 Gen 46:3 | 3 En veertig dagen werden aan 3077 Gen 46:3 | dergenen, die gebalsemd werden; en de Egyptenaars beweenden 3078 Gen 46:6 | 6 En Farao zeide: Trek op en 3079 Gen 46:6 | En Farao zeide: Trek op en begraaf uw vader, gelijk 3080 Gen 46:7 | 7 En Jozef toog op, om zijn vader 3081 Gen 46:7 | zijn vader te begraven; en met hem togen op alle Farao' 3082 Gen 46:7 | de oudsten van zijn huis, en al de oudsten des lands 3083 Gen 46:8 | het ganse huis van Jozef, en zijn broeders, en het huis 3084 Gen 46:8 | Jozef, en zijn broeders, en het huis zijns vaders; alleen 3085 Gen 46:8 | alleen hun kleine kinderen, en hun schapen, en hun runderen 3086 Gen 46:8 | kinderen, en hun schapen, en hun runderen lieten zij 3087 Gen 46:9 | 9 En met hem togen op, zo wagenen 3088 Gen 46:9 | zo wagenen als ruiteren; en het was een zeer zwaar heir. ~ 3089 Gen 46:10 | hielden zij daar een grote en zeer zware rouwklage; en 3090 Gen 46:10 | en zeer zware rouwklage; en hij maakte zijn vader een 3091 Gen 46:12 | 12 En zijn zonen deden hem, gelijk 3092 Gen 46:13 | hem in het land Kanaan, en begroeven hem in de spelonk 3093 Gen 46:14 | Jozef weder in Egypte, hij en zijn broeders, en allen, 3094 Gen 46:14 | Egypte, hij en zijn broeders, en allen, die met hem opgetogen 3095 Gen 46:15 | Misschien zal ons Jozef haten, en hij zal ons gewisselijk 3096 Gen 46:17 | overtreding uwer broederen, en hun zonde; want zij hebben 3097 Gen 46:17 | van den God uws vaders! En Jozef weende, als zij tot 3098 Gen 46:18 | kwamen ook zijn broeders, en vielen voor hem neder, en 3099 Gen 46:18 | en vielen voor hem neder, en zeiden: Zie, wij zijn u 3100 Gen 46:19 | 19 En Jozef zeide tot hen: Vreest 3101 Gen 46:21 | dan, vreest niet! Ik zal u en uw kleine kinderen onderhouden. 3102 Gen 46:21 | onderhouden. Zo troostte hij hen, en sprak naar hun hart. ~ 3103 Gen 46:22 | dan woonde in Egypte, hij en het huis zijns vaders; en 3104 Gen 46:22 | en het huis zijns vaders; en Jozef leefde honderd en 3105 Gen 46:22 | en Jozef leefde honderd en tien jaren. ~ 3106 Gen 46:23 | 23 En Jozef zag van Efraim kinderen, 3107 Gen 46:24 | 24 En Jozef zeide tot zijn broederen: 3108 Gen 46:24 | u gewisselijk bezoeken, en Hij zal u doen optrekken 3109 Gen 46:24 | hetwelk hij aan Abraham, Izak en Jakob gezworen heeft. ~ 3110 Gen 46:25 | 25 En Jozef deed de zonen van 3111 Gen 46:26 | 26 En Jozef stierf, honderd en 3112 Gen 46:26 | En Jozef stierf, honderd en tien jaren oud zijnde; en 3113 Gen 46:26 | en tien jaren oud zijnde; en zij balsemden hem, en men 3114 Gen 46:26 | zijnde; en zij balsemden hem, en men legde hem in een kist 3115 Exo 1:2 | 2 Ruben, Simeon, Levi, en Juda; ~ 3116 Exo 1:3 | 3 Issaschar, Zebulon, en Benjamin; ~ 3117 Exo 1:4 | 4 Dan en Nafthali, Gad en Aser. ~ 3118 Exo 1:4 | 4 Dan en Nafthali, Gad en Aser. ~ 3119 Exo 1:6 | nu Jozef gestorven was, en al zijn broeders, en al 3120 Exo 1:6 | was, en al zijn broeders, en al dat geslacht, ~ 3121 Exo 1:7 | kinderen Israels vruchtbaar en wiesen overvloedig, en zij 3122 Exo 1:7 | vruchtbaar en wiesen overvloedig, en zij vermeerderden, en werden 3123 Exo 1:7 | overvloedig, en zij vermeerderden, en werden gans zeer machtig, 3124 Exo 1:10 | het niet vermenigvuldige, en het geschiede, als er enige 3125 Exo 1:10 | vervoege tot onze vijanden, en tegen ons strijde, en uit 3126 Exo 1:10 | vijanden, en tegen ons strijde, en uit het land optrekke. ~ 3127 Exo 1:11 | 11 En zij zetten oversten der 3128 Exo 1:11 | Farao schatsteden, Pitom en Raamses. ~ 3129 Exo 1:12 | hoe meer het vermeerderde, en hoe meer het wies; zodat 3130 Exo 1:13 | 13 En de Egyptenaars deden de 3131 Exo 1:14 | met harden dienst, in leem en in tichelstenen, en met 3132 Exo 1:14 | leem en in tichelstenen, en met allen dienst op het 3133 Exo 1:15 | welker ener naam Sifra, en de naam der andere Pua was; ~ 3134 Exo 1:16 | 16 En zeide: Wanneer gij de Hebreinnen 3135 Exo 1:16 | Hebreinnen in het baren helpt, en ziet haar op de stoelen; 3136 Exo 1:17 | vroedvrouwen vreesden God, en deden niet, gelijk als de 3137 Exo 1:18 | Egypte de vroedvrouwen, en zeide tot haar: Waarom hebt 3138 Exo 1:19 | 19 En de vroedvrouwen zeiden tot 3139 Exo 1:20 | aan de vroedvrouwen goed; en dat volk vermeerderde, en 3140 Exo 1:20 | en dat volk vermeerderde, en het werd zeer machtig. ~ 3141 Exo 1:21 | 21 En het geschiedde, dewijl de 3142 Exo 2:1 | 1 En een man van het huis van 3143 Exo 2:1 | het huis van Levi ging, en nam een dochter van Levi. ~ 3144 Exo 2:2 | 2 En de vrouw werd zwanger, en 3145 Exo 2:2 | En de vrouw werd zwanger, en baarde een zoon. Toen zij 3146 Exo 2:3 | hem een kistje van biezen, en belijmde het met lijm en 3147 Exo 2:3 | en belijmde het met lijm en met pek; en zij legde het 3148 Exo 2:3 | het met lijm en met pek; en zij legde het knechtje daarin, 3149 Exo 2:3 | legde het knechtje daarin, en legde het in de biezen, 3150 Exo 2:4 | 4 En zijn zuster stelde zich 3151 Exo 2:5 | 5 En de dochter van Farao ging 3152 Exo 2:5 | te wassen in de rivier; en haar jonkvrouwen wandelden 3153 Exo 2:5 | zij haar dienstmaagd heen, en liet het halen. ~ 3154 Exo 2:6 | zo zag zij dat knechtje; en ziet, het jongsken weende; 3155 Exo 2:6 | ziet, het jongsken weende; en zij werd met barmhartigheid 3156 Exo 2:6 | barmhartigheid bewogen over hetzelve, en zij zeide: Dit is een van 3157 Exo 2:7 | dochter: Zal ik heengaan, en u een voedstervrouw uit 3158 Exo 2:8 | 8 En de dochter van Farao zeide 3159 Exo 2:8 | zeide tot haar: Ga heen. En de jonge maagd ging, en 3160 Exo 2:8 | En de jonge maagd ging, en riep des knechtjes moeder. ~ 3161 Exo 2:9 | Neem dit knechtje heen, en zoog het mij; ik zal u uw 3162 Exo 2:9 | ik zal u uw loon geven. En de vrouw nam het knechtje 3163 Exo 2:9 | de vrouw nam het knechtje en zoogde het. ~ 3164 Exo 2:10 | 10 En toen het knechtje groot 3165 Exo 2:10 | het tot Farao's dochter, en het werd haar ten zoon; 3166 Exo 2:10 | het werd haar ten zoon; en zij noemde zijn naam Mozes, 3167 Exo 2:10 | noemde zijn naam Mozes, en zeide: Want ik heb hem uit 3168 Exo 2:11 | 11 En het geschiedde in die dagen, 3169 Exo 2:11 | uitging tot zijn broederen, en bezag hun lasten; en hij 3170 Exo 2:11 | broederen, en bezag hun lasten; en hij zag, dat een Egyptisch 3171 Exo 2:12 | 12 En hij zag herwaarts en gindswaarts; 3172 Exo 2:12 | 12 En hij zag herwaarts en gindswaarts; en toen hij 3173 Exo 2:12 | herwaarts en gindswaarts; en toen hij zag, dat er niemand 3174 Exo 2:12 | versloeg hij den Egyptenaar, en verborg hem in het zand. ~ 3175 Exo 2:13 | daags ging hij wederom uit, en ziet, twee Hebreeuwse mannen 3176 Exo 2:13 | Hebreeuwse mannen twistten; en hij zeide tot den ongerechte: 3177 Exo 2:14 | heeft u tot een overste en rechter over ons gezet? 3178 Exo 2:14 | hebt? Toen vreesde Mozes, en zeide: Voorwaar, deze zaak 3179 Exo 2:15 | voor Farao's aangezicht, en woonde in het land Midian, 3180 Exo 2:15 | woonde in het land Midian, en hij zat bij een waterput. ~ 3181 Exo 2:16 | 16 En de priester in Midian had 3182 Exo 2:16 | die kwamen om te putten, en vulden de drinkbakken, om 3183 Exo 2:17 | Toen kwamen de herders, en zij dreven haar van daar; 3184 Exo 2:17 | daar; doch Mozes stond op, en verloste ze, en drenkte 3185 Exo 2:17 | stond op, en verloste ze, en drenkte haar kudden. ~ 3186 Exo 2:18 | 18 En toen zij tot haar vader 3187 Exo 2:19 | uit de hand der herderen; en hij heeft ook overvloedig 3188 Exo 2:19 | overvloedig voor ons geput, en de kudde gedrenkt. ~ 3189 Exo 2:20 | 20 En hij zeide tot zijn dochters: 3190 Exo 2:21 | 21 En Mozes bewilligde bij den 3191 Exo 2:21 | bewilligde bij den man te wonen; en hij gaf Mozes zijn dochter 3192 Exo 2:22 | 22 Die baarde een zoon; en hij noemde zijn naam Gersom; 3193 Exo 2:23 | 23 En het geschiedde na vele dezer 3194 Exo 2:23 | kinderen Israels zuchtten en schreeuwden over den dienst; 3195 Exo 2:23 | schreeuwden over den dienst; en hun gekrijt over hun dienst 3196 Exo 2:24 | 24 En God hoorde hun gekerm, en 3197 Exo 2:24 | En God hoorde hun gekerm, en God gedacht aan Zijn verbond 3198 Exo 2:24 | verbond met Abraham, met Izak, en met Jakob. ~ 3199 Exo 2:25 | 25 En God zag de kinderen Israels 3200 Exo 2:25 | de kinderen Israels aan, en God kende hen. ~  ~ 3201 Exo 3:1 | 1 En Mozes hoedde de kudde van 3202 Exo 3:1 | de priester in Midian; en hij leidde de kudde achter 3203 Exo 3:1 | kudde achter de woestijn, en hij kwam aan den berg Gods, 3204 Exo 3:2 | 2 En de Engel des HEEREN verscheen 3205 Exo 3:2 | midden van een braambos; en hij zag, en ziet, het braambos 3206 Exo 3:2 | een braambos; en hij zag, en ziet, het braambos brandde 3207 Exo 3:2 | braambos brandde in het vuur, en het braambos werd niet verteerd. ~ 3208 Exo 3:3 | 3 En Mozes zeide: Ik zal mij 3209 Exo 3:3 | mij nu daarheen wenden, en bezien dat grote gezicht, 3210 Exo 3:4 | midden van het braambos, en zeide: Mozes, Mozes! En 3211 Exo 3:4 | en zeide: Mozes, Mozes! En hij zeide: Zie, hier ben 3212 Exo 3:5 | 5 En Hij zeide: Nader hier niet 3213 Exo 3:6 | Abraham, de God van Izak en de God van Jakob. En Mozes 3214 Exo 3:6 | Izak en de God van Jakob. En Mozes verborg zijn aangezicht, 3215 Exo 3:7 | 7 En de HEERE zeide: Ik heb zeer 3216 Exo 3:7 | volks, hetwelk in Egypte is, en heb hun geschrei gehoord, 3217 Exo 3:8 | de hand der Egyptenaren, en het opvoere uit dit land, 3218 Exo 3:8 | dit land, naar een goed en ruim land, naar een land, 3219 Exo 3:8 | land, vloeiende van melk en honig, tot de plaats der 3220 Exo 3:8 | plaats der Kanaanieten, en der Hethieten, en der Amorieten, 3221 Exo 3:8 | Kanaanieten, en der Hethieten, en der Amorieten, en der Ferezieten, 3222 Exo 3:8 | Hethieten, en der Amorieten, en der Ferezieten, en der Hevieten, 3223 Exo 3:8 | Amorieten, en der Ferezieten, en der Hevieten, en der Jebusieten. ~ 3224 Exo 3:8 | Ferezieten, en der Hevieten, en der Jebusieten. ~ 3225 Exo 3:9 | 9 En nu, zie, het geschrei der 3226 Exo 3:9 | Israels is tot Mij gekomen; en ook heb Ik gezien de verdrukking, 3227 Exo 3:10 | 10 Zo kom nu, en Ik zal u tot Farao zenden, 3228 Exo 3:11 | dat ik tot Farao zou gaan; en dat ik de kinderen Israels 3229 Exo 3:12 | zal voorzeker met u zijn, en dit zal u een teken zijn, 3230 Exo 3:13 | tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: De God uwer 3231 Exo 3:13 | mij tot ulieden gezonden; en zij mij zeggen: Hoe is Zijn 3232 Exo 3:14 | 14 En God zeide tot Mozes: Ik 3233 Exo 3:15 | Abraham, de God van Izak, en de God van Jakob, heeft 3234 Exo 3:15 | is Mijn Naam eeuwiglijk, en dat is Mijn gedachtenis 3235 Exo 3:16 | 16 Ga heen, en verzamel de oudsten van 3236 Exo 3:16 | verzamel de oudsten van Israel, en zeg tot hen: De HEERE, de 3237 Exo 3:16 | de God van Abraham, Izak en Jakob, zeggende: Ik heb 3238 Exo 3:16 | ulieden getrouwelijk bezocht, en hetgeen ulieden in Egypte 3239 Exo 3:17 | het land der Kanaanieten, en der Hethieten, en der Amorieten, 3240 Exo 3:17 | Kanaanieten, en der Hethieten, en der Amorieten, en der Ferezieten, 3241 Exo 3:17 | Hethieten, en der Amorieten, en der Ferezieten, en der Hevieten, 3242 Exo 3:17 | Amorieten, en der Ferezieten, en der Hevieten, en der Jebusieten; 3243 Exo 3:17 | Ferezieten, en der Hevieten, en der Jebusieten; tot het 3244 Exo 3:17 | land, vloeiende van melk en honig. ~ 3245 Exo 3:18 | 18 En zij zullen uw stem horen; 3246 Exo 3:18 | zij zullen uw stem horen; en gij zult gaan, gij en de 3247 Exo 3:18 | horen; en gij zult gaan, gij en de oudsten van Israel, tot 3248 Exo 3:18 | tot den koning van Egypte, en gijlieden zult tot hem zeggen: 3249 Exo 3:20 | zal Mijn hand uitstrekken, en Egypte slaan met al Mijn 3250 Exo 3:21 | 21 En Ik zal dit volk genade geven 3251 Exo 3:21 | de ogen der Egyptenaren; en het zal geschieden, wanneer 3252 Exo 3:22 | vrouw zal van haar naburin, en van de waardin haars huizes, 3253 Exo 3:22 | huizes, eisen zilveren vaten, en gouden vaten, en klederen; 3254 Exo 3:22 | vaten, en gouden vaten, en klederen; die zult gijlieden 3255 Exo 3:22 | zult gijlieden op uw zonen, en op uw dochteren leggen, 3256 Exo 3:22 | op uw dochteren leggen, en gij zult Egypte beroven. ~  ~ 3257 Exo 4:1 | 1 Toen antwoordde Mozes, en zeide: Maar zie, zij zullen 3258 Exo 4:2 | 2 En de HEERE zeide tot hem: 3259 Exo 4:2 | hem: Wat is er in uw hand? En hij zeide: Een staf. ~ 3260 Exo 4:3 | 3 En Hij zeide: Werp hem ter 3261 Exo 4:3 | zeide: Werp hem ter aarde. En hij wierp hem ter aarde! 3262 Exo 4:3 | werd hij tot een slang; en Mozes vlood van haar. ~ 3263 Exo 4:4 | Mozes: Strek uw hand uit, en grijp haar bij haar staart! 3264 Exo 4:4 | strekte hij zijn hand uit, en vatte haar, en zij werd 3265 Exo 4:4 | hand uit, en vatte haar, en zij werd tot een staf in 3266 Exo 4:5 | Abraham, de God van Izak, en de God van Jakob. ~ 3267 Exo 4:6 | 6 En de HEERE zeide verder tot 3268 Exo 4:6 | nu uw hand in uw boezem. En hij stak zijn hand in zijn 3269 Exo 4:6 | daarna trok hij ze uit, en ziet, zijn hand was melaats, 3270 Exo 4:7 | 7 En Hij zeide: Steek uw hand 3271 Exo 4:7 | hand wederom in uw boezem. En hij stak zijn hand wederom 3272 Exo 4:7 | hij ze uit zijn boezem, en ziet, zij was weder als 3273 Exo 4:8 | 8 En het zal geschieden, zo zij 3274 Exo 4:9 | 9 En het zal geschieden, zo zij 3275 Exo 4:9 | van de wateren der rivier, en giet ze op het droge; zo 3276 Exo 4:10 | want ik ben zwaar van mond, en zwaar van tong. ~ 3277 Exo 4:11 | 11 En de HEERE zeide tot hem: 3278 Exo 4:12 | 12 En nu ga henen, en Ik zal met 3279 Exo 4:12 | 12 En nu ga henen, en Ik zal met uw mond zijn, 3280 Exo 4:12 | Ik zal met uw mond zijn, en zal u leren, wat gij spreken 3281 Exo 4:14 | toorn des HEEREN over Mozes, en Hij zeide: is niet Aaron, 3282 Exo 4:14 | hij zeer wel spreken zal, en ook, zie, hij zal uitgaan 3283 Exo 4:15 | dan zult tot hem spreken, en de woorden in zijn mond 3284 Exo 4:15 | woorden in zijn mond leggen; en Ik zal met uw mond, en met 3285 Exo 4:15 | en Ik zal met uw mond, en met zijn mond zijn; en Ik 3286 Exo 4:15 | en met zijn mond zijn; en Ik zal ulieden leren, wat 3287 Exo 4:16 | 16 En hij zal voor u tot het volk 3288 Exo 4:16 | u tot het volk spreken; en het zal geschieden, dat 3289 Exo 4:16 | u tot een mond zal zijn, en gij zult hem tot een god 3290 Exo 4:18 | 18 Toen ging Mozes heen, en keerde weder tot Jethro, 3291 Exo 4:18 | Jethro, zijn schoonvader, en zeide tot hem: Laat mij 3292 Exo 4:18 | broederen, die in Egypte zijn, en zie, of zij nog leven. Jethro 3293 Exo 4:20 | Mozes dan nam zijn vrouw, en zijn zonen, en voerde hen 3294 Exo 4:20 | zijn vrouw, en zijn zonen, en voerde hen op een ezel, 3295 Exo 4:20 | voerde hen op een ezel, en keerde weder in Egypteland; 3296 Exo 4:20 | keerde weder in Egypteland; en Mozes nam den staf Gods 3297 Exo 4:21 | 21 En de HEERE zeide tot Mozes: 3298 Exo 4:23 | 23 En Ik heb tot u gezegd: Laat 3299 Exo 4:24 | 24 En het geschiedde op den weg, 3300 Exo 4:24 | de HEERE hem tegenkwam, en zocht hem te doden. ~ 3301 Exo 4:25 | nam Zippora een stenen mes en besneed de voorhuid haars 3302 Exo 4:25 | de voorhuid haars zoons, en wierp die voor zijn voeten, 3303 Exo 4:25 | wierp die voor zijn voeten, en zeide: Voorwaar, gij zijt 3304 Exo 4:26 | 26 En Hij liet van hem af. Toen 3305 Exo 4:27 | tegemoet in de woestijn. En hij ging, en ontmoette hem 3306 Exo 4:27 | de woestijn. En hij ging, en ontmoette hem aan den berg 3307 Exo 4:27 | ontmoette hem aan den berg Gods, en hij kuste hem. ~ 3308 Exo 4:28 | 28 En Mozes gaf Aaron te kennen 3309 Exo 4:28 | HEEREN, Die hem gezonden had, en al de tekenen, die Hij hem 3310 Exo 4:29 | 29 Toen ging Mozes en Aaron, en zij verzamelden 3311 Exo 4:29 | Toen ging Mozes en Aaron, en zij verzamelden al de oudsten 3312 Exo 4:30 | 30 En Aaron sprak al de woorden, 3313 Exo 4:30 | tot Mozes gesproken had; en hij deed de tekenen voor 3314 Exo 4:31 | 31 En het volk geloofde, en zij 3315 Exo 4:31 | 31 En het volk geloofde, en zij hoorden, dat de HEERE 3316 Exo 4:31 | kinderen Israels bezocht, en dat Hij hun verdrukking 3317 Exo 4:31 | Hij hun verdrukking zag, en zij neigden hun hoofden, 3318 Exo 4:31 | zij neigden hun hoofden, en aanbaden. ~  ~ 3319 Exo 5:1 | 1 En daarna gingen Mozes en Aaron 3320 Exo 5:1 | 1 En daarna gingen Mozes en Aaron heen, en zeiden tot 3321 Exo 5:1 | gingen Mozes en Aaron heen, en zeiden tot Farao: Alzo zegt 3322 Exo 5:2 | Ik ken den HEERE niet, en ik zal ook Israel niet laten 3323 Exo 5:3 | drie dagen in de woestijn, en den HEERE, onzen God, offeren, 3324 Exo 5:4 | Egypte tot hen: Gij, Mozes en Aaron! waarom trekt gij 3325 Exo 5:5 | lands is alreeds te veel; en zoudt gijlieden hen doen 3326 Exo 5:6 | aandrijvers onder het volk, en deszelfs ambtlieden, zeggende: ~ 3327 Exo 5:7 | tichelstenen, als gisteren en eergisteren; laat hen zelven 3328 Exo 5:7 | laat hen zelven heengaan, en stro voor zichzelven verzamelen. ~ 3329 Exo 5:8 | 8 En het getal der tichelstenen, 3330 Exo 5:8 | tichelstenen, die zij gisteren en eergisteren gemaakt hebben, 3331 Exo 5:9 | daaraan te doen hebben, en zich niet vergapen aan leugenachtige 3332 Exo 5:10 | aandrijvers des volks uit, en deszelfs ambtlieden, en 3333 Exo 5:10 | en deszelfs ambtlieden, en spraken tot het volk, zeggende: 3334 Exo 5:13 | 13 En de aandrijvers drongen aan, 3335 Exo 5:14 | 14 En de ambtlieden der kinderen 3336 Exo 5:14 | hadden, werden geslagen, en men zeide: Waarom hebt gijlieden 3337 Exo 5:14 | voren, alzo ook gisteren en heden? ~ 3338 Exo 5:15 | ambtlieden der kinderen Israels, en schreeuwden tot Farao, zeggende: 3339 Exo 5:16 | wordt geen stro gegeven, en zij zeggen tot ons: Maakt 3340 Exo 5:16 | Maakt de tichelstenen; en ziet, uw knechten worden 3341 Exo 5:20 | 20 En zij ontmoetten Mozes en 3342 Exo 5:20 | En zij ontmoetten Mozes en Aaron, die tegen hen over 3343 Exo 5:21 | 21 En zeiden tot hen: De HEERE 3344 Exo 5:21 | hen: De HEERE zie op u, en richte het, dewijl dat gij 3345 Exo 5:21 | stinkende gemaakt voor Farao, en voor zijn knechten, gevende 3346 Exo 5:22 | Mozes weder tot den HEERE, en zeide: Heere! waarom hebt 3347 Exo 5:23 | hij dit volk kwaad gedaan; en Gij hebt Uw volk geenszins 3348 Exo 6:1 | Verder sprak God tot Mozes, en zeide tot hem: Ik ben de 3349 Exo 6:2 | 2 En Ik ben aan Abraham, Izak, 3350 Exo 6:2 | Ik ben aan Abraham, Izak, en Jakob verschenen, als God 3351 Exo 6:3 | 3 En ook heb Ik Mijn verbond 3352 Exo 6:4 | 4 En ook heb Ik gehoord het gekerm 3353 Exo 6:4 | in dienstbaarheid houden, en Ik heb aan Mijn verbond 3354 Exo 6:5 | Israels: Ik ben de HEERE! en Ik zal ulieden uitleiden 3355 Exo 6:5 | lasten der Egyptenaren, en Ik zal u redden uit hun 3356 Exo 6:5 | uit hun dienstbaarheid, en zal u verlossen door een 3357 Exo 6:5 | door een uitgestrekten arm, en door grote gerichten; ~ 3358 Exo 6:6 | 6 En Ik zal ulieden tot Mijn 3359 Exo 6:6 | tot Mijn volk aannemen, en Ik zal ulieden tot een God 3360 Exo 6:6 | ulieden tot een God zijn; en gijlieden zult bekennen, 3361 Exo 6:7 | 7 En Ik zal ulieden brengen in 3362 Exo 6:7 | Ik het aan Abraham, Izak, en Jakob geven zou; en Ik zal 3363 Exo 6:7 | Izak, en Jakob geven zou; en Ik zal het ulieden geven 3364 Exo 6:8 | 8 En Mozes sprak alzo tot de 3365 Exo 6:8 | benauwdheid des geestes, en vanwege de harde dienstbaarheid. ~ 3366 Exo 6:12 | sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, en gaf hun bevel 3367 Exo 6:12 | tot Mozes en tot Aaron, en gaf hun bevel aan de kinderen 3368 Exo 6:12 | aan de kinderen Israels, en aan Farao, den koning van 3369 Exo 6:13 | van Israel, zijn Hanoch en Pallu, Hezron en Charmi; 3370 Exo 6:13 | Hanoch en Pallu, Hezron en Charmi; dit zijn de huisgezinnen 3371 Exo 6:14 | 14 En de zonen van Simeon: Jemuel, 3372 Exo 6:14 | zonen van Simeon: Jemuel, en Jamin, en Ohad, en Jachin, 3373 Exo 6:14 | Simeon: Jemuel, en Jamin, en Ohad, en Jachin, en Zohar, 3374 Exo 6:14 | Jemuel, en Jamin, en Ohad, en Jachin, en Zohar, en Saul, 3375 Exo 6:14 | Jamin, en Ohad, en Jachin, en Zohar, en Saul, de zoon 3376 Exo 6:14 | Ohad, en Jachin, en Zohar, en Saul, de zoon ener Kanaanietische; 3377 Exo 6:15 | naar hun geboorten: Gerson, en Kehath, en Merari. En de 3378 Exo 6:15 | geboorten: Gerson, en Kehath, en Merari. En de jaren des 3379 Exo 6:15 | Gerson, en Kehath, en Merari. En de jaren des levens van 3380 Exo 6:15 | Levi waren honderd zeven en dertig jaren. ~ 3381 Exo 6:16 | zonen van Gerson: Libni en Simei, naar hun huisgezinnen. 3382 Exo 6:17 | 17 En de zonen van Kehath: Amram, 3383 Exo 6:17 | zonen van Kehath: Amram, en Jizhar, en Hebron, en Uzziel, 3384 Exo 6:17 | Kehath: Amram, en Jizhar, en Hebron, en Uzziel, en de 3385 Exo 6:17 | Amram, en Jizhar, en Hebron, en Uzziel, en de jaren des 3386 Exo 6:17 | Jizhar, en Hebron, en Uzziel, en de jaren des levens van 3387 Exo 6:17 | Kehath waren honderd drie en dertig jaren. ~ 3388 Exo 6:18 | 18 En de zonen van Merari: Machli 3389 Exo 6:18 | zonen van Merari: Machli en Musi; dit zijn de huisgezinnen 3390 Exo 6:19 | 19 En Amram nam Jochebed, zijn 3391 Exo 6:19 | moei, zich tot huisvrouw, en zij baarde hem Aaron en 3392 Exo 6:19 | en zij baarde hem Aaron en Mozes; en de jaren des levens 3393 Exo 6:19 | baarde hem Aaron en Mozes; en de jaren des levens van 3394 Exo 6:19 | Amram waren honderd zeven en dertig jaren. ~ 3395 Exo 6:20 | 20 En de zonen van Jizhar: Korah, 3396 Exo 6:20 | zonen van Jizhar: Korah, en Nefeg, en Zichri. ~ 3397 Exo 6:20 | Jizhar: Korah, en Nefeg, en Zichri. ~ 3398 Exo 6:21 | 21 En de zonen van Uzziel: Misael, 3399 Exo 6:21 | zonen van Uzziel: Misael, en Elzafan, en Sithri. ~ 3400 Exo 6:21 | Uzziel: Misael, en Elzafan, en Sithri. ~ 3401 Exo 6:22 | 22 En Aaron nam zich tot een vrouw 3402 Exo 6:22 | Amminadab, zuster van Nahesson; en zij baarde hem Nadab en 3403 Exo 6:22 | en zij baarde hem Nadab en Abihu, Eleazar en Ithamar. ~ 3404 Exo 6:22 | Nadab en Abihu, Eleazar en Ithamar. ~ 3405 Exo 6:23 | 23 En de zonen van Korah waren: 3406 Exo 6:23 | van Korah waren: Assir, en Elkana, en Abiasaf; dat 3407 Exo 6:23 | waren: Assir, en Elkana, en Abiasaf; dat zijn de huisgezinnen 3408 Exo 6:24 | 24 En Eleazar, de zoon van Aaron, 3409 Exo 6:24 | van Putiel tot een vrouw; en zij baarde hem Pinehas. 3410 Exo 6:25 | 25 Dit is Aaron en Mozes, tot welke de HEERE 3411 Exo 6:26 | Egypte leidden; dit is Mozes en Aaron. ~ 3412 Exo 6:27 | 27 En het geschiedde te dien dage, 3413 Exo 7:1 | een god gezet over Farao; en Aaron, uw broeder, zal uw 3414 Exo 7:2 | wat Ik u gebieden zal; en Aaron, uw broeder, zal tot 3415 Exo 7:3 | Farao's hart verharden; en Ik zal Mijn tekenen en Mijn 3416 Exo 7:3 | en Ik zal Mijn tekenen en Mijn wonderheden in Egypteland 3417 Exo 7:4 | naar ulieden niet horen, en Ik zal Mijn hand aan Egypte 3418 Exo 7:4 | hand aan Egypte leggen, en voeren Mijn heiren, Mijn 3419 Exo 7:5 | over Egypte uitstrekke, en de kinderen Israels uit 3420 Exo 7:6 | 6 Toen deed Mozes en Aaron, als hun de HEERE 3421 Exo 7:7 | 7 En Mozes was tachtig jaar oud, 3422 Exo 7:7 | Mozes was tachtig jaar oud, en Aaron was drie en tachtig 3423 Exo 7:7 | jaar oud, en Aaron was drie en tachtig jaar oud, toen zij 3424 Exo 7:8 | 8 En de HEERE sprak tot Mozes 3425 Exo 7:8 | de HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~ 3426 Exo 7:9 | Aaron zeggen: Neem uw staf, en werp hem voor Farao's aangezicht 3427 Exo 7:10 | 10 Toen ging Mozes en Aaron tot Farao henen in, 3428 Exo 7:10 | Aaron tot Farao henen in, en deden alzo, gelijk de HEERE 3429 Exo 7:10 | gelijk de HEERE geboden had; en Aaron wierp zijn staf neder 3430 Exo 7:10 | voor Farao's aangezicht, en voor het aangezicht zijner 3431 Exo 7:10 | aangezicht zijner knechten; en hij werd tot een draak. ~ 3432 Exo 7:11 | Farao nu riep ook de wijzen en de guichelaars; en de Egyptische 3433 Exo 7:11 | wijzen en de guichelaars; en de Egyptische tovenaars 3434 Exo 7:12 | ieder wierp zijn staf neder, en zij werden tot draken; maar 3435 Exo 7:15 | aan den oever der rivier, en den staf, die in een slang 3436 Exo 7:16 | 16 En gij zult tot hem zeggen: 3437 Exo 7:17 | in deze rivier is, slaan, en het zal in bloed veranderd 3438 Exo 7:18 | 18 En de vis in de rivier zal 3439 Exo 7:18 | zodat de rivier zal stinken; en de Egyptenaars zullen vermoeid 3440 Exo 7:19 | tot Aaron: Neem uw staf, en steek uw hand uit over de 3441 Exo 7:19 | stromen, over hun rivieren, en over hun poelen, en over 3442 Exo 7:19 | rivieren, en over hun poelen, en over alle vergadering hunner 3443 Exo 7:19 | wateren, dat zij bloed worden; en er zij bloed in het ganse 3444 Exo 7:19 | Egypteland, beide in houten en in stenen vaten. ~ 3445 Exo 7:20 | 20 Mozes nu en Aaron deden alzo, gelijk 3446 Exo 7:20 | gelijk de HEERE geboden had; en hij hief den staf op, en 3447 Exo 7:20 | en hij hief den staf op, en sloeg het water, dat in 3448 Exo 7:20 | voor de ogen van Farao, en voor de ogen van zijn knechten; 3449 Exo 7:20 | ogen van zijn knechten; en al het water in de rivier 3450 Exo 7:21 | 21 En de vis, die in de rivier 3451 Exo 7:21 | in de rivier was, stierf; en de rivier stonk, zodat de 3452 Exo 7:21 | rivier niet drinken konden; en er was bloed in het ganse 3453 Exo 7:22 | Farao's hart verstokte, en hij hoorde naar hen niet, 3454 Exo 7:23 | 23 En Farao keerde zich om, en 3455 Exo 7:23 | En Farao keerde zich om, en ging naar zijn huis; en 3456 Exo 7:23 | en ging naar zijn huis; en hij zette zijn hart daar 3457 Exo 8:1 | Mozes: Ga in tot Farao, en zeg tot hem: Zo zegt de 3458 Exo 8:2 | 2 En indien gij het weigert te 3459 Exo 8:3 | krielen, die zullen opkomen, en in uw huis komen, en in 3460 Exo 8:3 | opkomen, en in uw huis komen, en in uw slaapkamer, ja, op 3461 Exo 8:3 | de huizen uwer knechten, en op uw volk, en in uw bakovens, 3462 Exo 8:3 | knechten, en op uw volk, en in uw bakovens, en in uw 3463 Exo 8:3 | volk, en in uw bakovens, en in uw baktroggen. ~ 3464 Exo 8:4 | 4 En de vorsen zullen opkomen, 3465 Exo 8:4 | vorsen zullen opkomen, op u, en op uw volk, en op al uw 3466 Exo 8:4 | opkomen, op u, en op uw volk, en op al uw knechten. ~ 3467 Exo 8:5 | uw staf, over de stromen, en over de rivieren, en over 3468 Exo 8:5 | stromen, en over de rivieren, en over de poelen; en doe vorsen 3469 Exo 8:5 | rivieren, en over de poelen; en doe vorsen opkomen over 3470 Exo 8:6 | 6 En Aaron strekte zijn hand 3471 Exo 8:6 | over de wateren van Egypte, en er kwamen vorsen op en bedekten 3472 Exo 8:6 | en er kwamen vorsen op en bedekten Egypteland. ~ 3473 Exo 8:7 | alzo, met hun bezweringen; en zij deden vorsen over Egypteland 3474 Exo 8:8 | 8 En Farao riep Mozes en Aaron, 3475 Exo 8:8 | 8 En Farao riep Mozes en Aaron, en zeide: Bidt vuriglijk 3476 Exo 8:8 | Farao riep Mozes en Aaron, en zeide: Bidt vuriglijk tot 3477 Exo 8:8 | dat Hij de vorsen van mij en van mijn volk wegneme; zo 3478 Exo 8:9 | Tegen wanneer zal ik voor u, en voor uw knechten, en voor 3479 Exo 8:9 | u, en voor uw knechten, en voor uw volk, vuriglijk 3480 Exo 8:9 | bidden, om deze vorsen van u en van uw huizen te verdelgen, 3481 Exo 8:10 | dan zeide: Tegen morgen. En hij zeide: Het zij naar 3482 Exo 8:11 | zullen de vorsen van u, en van uw huizen, en van uw 3483 Exo 8:11 | van u, en van uw huizen, en van uw knechten, en van 3484 Exo 8:11 | huizen, en van uw knechten, en van uw volk wijken; zij 3485 Exo 8:12 | 12 Toen ging Mozes en Aaron uit van Farao; en 3486 Exo 8:12 | en Aaron uit van Farao; en Mozes riep tot den HEERE, 3487 Exo 8:13 | 13 En de HEERE deed naar het woord 3488 Exo 8:13 | naar het woord van Mozes; en de vorsen stierven, uit 3489 Exo 8:13 | huizen, uit de voorzalen, en uit de velden. ~ 3490 Exo 8:14 | 14 En zij vergaderden ze samen 3491 Exo 8:14 | vergaderden ze samen bij hopen, en het land stonk. ~ 3492 Exo 8:16 | Aaron: Strek uw staf uit, en sla het stof der aarde, 3493 Exo 8:17 | 17 En zij deden alzo; want Aaron 3494 Exo 8:17 | hand uit met zijn staf, en sloeg het stof der aarde, 3495 Exo 8:17 | sloeg het stof der aarde, en er werden vele luizen aan 3496 Exo 8:17 | vele luizen aan de mensen, en aan het vee; al het stof 3497 Exo 8:18 | de luizen aan de mensen, en aan het vee. ~ 3498 Exo 8:20 | Maak u morgen vroeg op, en stel u voor Farao's aangezicht; 3499 Exo 8:20 | zal aan het water uitgaan, en zeg tot hem: Zo zegt de 3500 Exo 8:21 | ongedierte zenden op u, en op uw knechten, en op uw


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License