1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
35001 Joe 3:18 | heuvelen van melk vlieten, en alle stromen van Juda vol
35002 Joe 3:18 | Juda vol van water gaan; en er zal een fontein
35003 Joe 3:18 | huis des HEEREN uitgaan, en zal het dal van Sittim bewateren. ~
35004 Joe 3:19 | tot verwoesting worden, en Edom zal worden tot een
35005 Joe 3:20 | zal blijven in eeuwigheid, en Jeruzalem van geslacht tot
35006 Joe 3:21 | 21 En Ik zal hunlieder bloed reinigen,
35007 Joe 3:21 | dat Ik niet gereinigd had; en de HEERE zal wonen op Sion. ~
35008 Amos 1:1 | Uzzia, koning van Juda, en in de dagen van Jerobeam,
35009 Amos 1:2 | 2 En hij zeide: De HEERE zal
35010 Amos 1:2 | HEERE zal brullen uit Sion, en Zijn stem verheffen uit
35011 Amos 1:2 | verheffen uit Jeruzalem; en de woningen der herderen
35012 Amos 1:2 | herderen zullen treuren, en de hoogte van Karmel zal
35013 Amos 1:3 | overtredingen van Damaskus, en om vier zal Ik dat niet
35014 Amos 1:5 | 5 En Ik zal den grendel van Damaskus
35015 Amos 1:5 | van Damaskus verbreken, en zal uitroeien den inwoner
35016 Amos 1:5 | inwoner van Bikeat-Aven, en dien, die den scepter houdt,
35017 Amos 1:5 | scepter houdt, uit Beth-Eden; en het volk van Syrie zal gevankelijk
35018 Amos 1:6 | overtredingen van Gaza, en om vier zal Ik dat niet
35019 Amos 1:8 | 8 En Ik zal den inwoner uitroeien
35020 Amos 1:8 | inwoner uitroeien uit Asdod, en dien, die den scepter houdt,
35021 Amos 1:8 | scepter houdt, uit Askelon; en Ik zal Mijn hand wenden
35022 Amos 1:8 | hand wenden tegen Ekron, en het overblijfsel der Filistijnen
35023 Amos 1:9 | overtredingen van Tyrus, en om vier zal Ik dat niet
35024 Amos 1:9 | hebben overgeleverd aan Edom, en niet gedacht aan het
35025 Amos 1:11 | overtredingen van Edom, en om vier zal Ik dat niet
35026 Amos 1:11 | het zwaard heeft vervolgd, en zijn barmhartigheden
35027 Amos 1:11 | barmhartigheden verdorven; en dat zijn toorn eeuwiglijk
35028 Amos 1:11 | toorn eeuwiglijk verscheurt, en hij zijn verbolgenheid altoos
35029 Amos 1:13 | overtredingen der kinderen Ammons, en om vier zal Ik dat niet
35030 Amos 1:15 | 15 En hunlieder koning zal gaan
35031 Amos 1:15 | gaan in gevangenis, hij en zijn vorsten te zamen, zegt
35032 Amos 2:1 | overtredingen van Moab, en om vier zal Ik dat niet
35033 Amos 2:2 | paleizen van Kerioth verteren; en Moab zal sterven met groot
35034 Amos 2:3 | 3 En Ik zal den rechter uit het
35035 Amos 2:3 | midden van haar uitroeien; en al haar vorsten zal Ik met
35036 Amos 2:4 | overtredingen van Juda, en om vier zal Ik dat niet
35037 Amos 2:4 | wet des HEEREN verworpen, en Zijn inzettingen niet bewaard
35038 Amos 2:4 | inzettingen niet bewaard hebben; en hun leugenen hen verleid
35039 Amos 2:6 | overtredingen van Israel, en om vier zal Ik dat niet
35040 Amos 2:6 | rechtvaardige voor geld verkopen, en den nooddruftige om een
35041 Amos 2:7 | het hoofd der armen zij, en den weg der zachtmoedigen
35042 Amos 2:7 | zachtmoedigen verkeren; en de man en zijn vader gaan
35043 Amos 2:7 | zachtmoedigen verkeren; en de man en zijn vader gaan tot een
35044 Amos 2:8 | 8 En zij leggen zich neder bij
35045 Amos 2:8 | op de verpande klederen, en drinken den wijn der geboeten
35046 Amos 2:9 | als de hoogte der cederen, en hij was sterk als de eiken;
35047 Amos 2:9 | zijn vrucht van boven, en zijn wortelen van onderen
35048 Amos 2:10 | uit Egypteland opgevoerd; en Ik heb u veertig jaren in
35049 Amos 2:11 | 11 En Ik heb sommigen uit uw zonen
35050 Amos 2:11 | zonen tot profeten verwekt, en uit uw jongelingen tot Nazireen;
35051 Amos 2:12 | wijn te drinken gegeven, en gij hebt den profeten geboden
35052 Amos 2:14 | snelle niet zal ontvlieden, en de sterke zijn kracht niet
35053 Amos 2:14 | kracht niet verkloeken, en een held zal zijn ziel niet
35054 Amos 2:15 | 15 En die den boog handelt, zal
35055 Amos 2:15 | handelt, zal niet bestaan, en die licht is op zijn voeten,
35056 Amos 2:16 | 16 En de kloekhartigste onder
35057 Amos 3:9 | in de paleizen te Asdod, en in de paleizen in Egypteland,
35058 Amos 3:9 | paleizen in Egypteland, en zegt: Verzamelt u op de
35059 Amos 3:9 | op de bergen van Samaria, en ziet de grote beroerten
35060 Amos 3:9 | in het midden van haar, en de verdrukten binnen
35061 Amos 3:10 | schatten vergaderen door geweld en verstoring. ~
35062 Amos 3:11 | Heere HEERE: De vijand! en dat rondom het land! die
35063 Amos 3:11 | sterkte van u nederstorten, en uw paleizen zullen uitgeplunderd
35064 Amos 3:12 | in den hoek van het bed, en op de sponde van de koets. ~
35065 Amos 3:13 | 13 Hoort en betuigt in het huis Jakobs,
35066 Amos 3:14 | de altaren van Beth-El; en de hoornen des altaars zullen
35067 Amos 3:14 | worden afgehouwen, en ter aarde vallen. ~
35068 Amos 3:15 | 15 En Ik zal het winterhuis met
35069 Amos 3:15 | met het zomerhuis slaan; en de elpenbenen huizen zullen
35070 Amos 3:15 | elpenbenen huizen zullen vergaan, en de grote huizen een einde
35071 Amos 4:2 | zal optrekken met haken, en uw nakomelingen met visangelen. ~
35072 Amos 4:3 | 3 En gij zult door de bressen
35073 Amos 4:3 | een ieder voor zich henen; en gij zult, hetgeen in het
35074 Amos 4:4 | 4 Komt te Beth-El, en overtreedt te Gilgal; maakt
35075 Amos 4:4 | maakt des overtredens veel, en brengt uw offers des morgens,
35076 Amos 4:5 | 5 En rookt van het gedesemde
35077 Amos 4:5 | gedesemde een lofoffer, en roept vrijwillige offers
35078 Amos 4:6 | gegeven in al uw steden, en gebrek van brood in al uw
35079 Amos 4:7 | maanden waren tot den oogst, en heb doen regenen over de
35080 Amos 4:8 | 8 En twee, drie steden togen
35081 Amos 4:9 | geslagen met brandkoren en met honigdauw; de veelheid
35082 Amos 4:9 | de veelheid uwer hoven, en uwer wijngaarden, en uwer
35083 Amos 4:9 | hoven, en uwer wijngaarden, en uwer vijgebomen, en uwer
35084 Amos 4:9 | wijngaarden, en uwer vijgebomen, en uwer olijfbomen at de rups
35085 Amos 4:10 | door het zwaard gedood, en uw paarden gevankelijk laten
35086 Amos 4:10 | gevankelijk laten wegvoeren; en Ik heb den stank uwer
35087 Amos 4:11 | omgekeerd, gelijk God Sodom en Gomorra omkeerde, u, die
35088 Amos 4:13 | Die de bergen formeert, en den wind schept, en den
35089 Amos 4:13 | formeert, en den wind schept, en den mens bekend maakt, wat
35090 Amos 4:13 | dageraad duisternis maakt, en op de hoogten der aarde
35091 Amos 5:3 | zal honderd overhouden, en die uitgaat met honderd,
35092 Amos 5:4 | huis Israels: Zoekt Mij, en leeft. ~
35093 Amos 5:5 | Maar zoekt Beth-El niet, en komt niet te Gilgal, en
35094 Amos 5:5 | en komt niet te Gilgal, en gaat niet over naar Ber-Seba;
35095 Amos 5:5 | gevankelijk worden weggevoerd, en Beth-El zal worden tot niet. ~
35096 Amos 5:6 | 6 Zoekt den HEERE, en leeft; opdat Hij niet doorbreke
35097 Amos 5:7 | recht in alsem verkeren, en de gerechtigheid ter aarde
35098 Amos 5:8 | Die het Zevengesternte en den Orion maakt, en de doodsschaduw
35099 Amos 5:8 | Zevengesternte en den Orion maakt, en de doodsschaduw in den morgenstond
35100 Amos 5:8 | den morgenstond verandert, en den dag als den nacht verduistert;
35101 Amos 5:8 | de wateren der zee roept, en giet ze uit op den
35102 Amos 5:10 | poort dengene, die bestraft, en hebben een gruwel van dien,
35103 Amos 5:11 | omdat gij den arme vertreedt en een last koren van hem neemt,
35104 Amos 5:12 | overtredingen menigvuldig, en uw zonden machtig vele zijn;
35105 Amos 5:12 | rechtvaardige, nemen zoengeld, en verstoten de nooddruftigen
35106 Amos 5:14 | 14 Zoekt het goede, en niet het boze, opdat gij
35107 Amos 5:14 | het boze, opdat gij leeft; en alzo zal de HEERE, de God
35108 Amos 5:15 | 15 Haat het boze, en hebt lief het goede, en
35109 Amos 5:15 | en hebt lief het goede, en bestelt het recht in de
35110 Amos 5:16 | straten zal rouwklage zijn, en in alle wijken zullen zij
35111 Amos 5:16 | zullen zij zeggen: Och! och! en zullen den akkerman roepen
35112 Amos 5:16 | roepen tot treuren, en rouwklage zal zijn bij degenen,
35113 Amos 5:18 | Hij zal duisternis wezen en geen licht. ~
35114 Amos 5:19 | aangezicht eens leeuws, en hem ontmoette een beer;
35115 Amos 5:19 | dat hij kwam in een huis, en leunde met zijn hand aan
35116 Amos 5:19 | zijn hand aan den wand, en hem beet een slang. ~
35117 Amos 5:20 | HEEREN dag duisternis zijn, en geen licht? En donkerheid,
35118 Amos 5:20 | duisternis zijn, en geen licht? En donkerheid, zodat er geen
35119 Amos 5:21 | Ik versmaad uw feesten, en Ik mag uw verbods dagen
35120 Amos 5:22 | toch geen welgevallen aan; en het dankoffer van uw vette
35121 Amos 5:24 | daarhenen wenden als de wateren, en de gerechtigheid als een
35122 Amos 5:25 | de woestijn slachtofferen en spijsoffer toegebracht,
35123 Amos 5:26 | droegt de tent van uw Melech, en den Kijun, uw beelden, de
35124 Amos 6:1 | Wee den gerusten te Sion, en den zekeren op den berg
35125 Amos 6:1 | eerstelingen der volken, en tot dewelke die van het
35126 Amos 6:2 | Gaat over naar Kalne, en ziet toe; en gaat van daar
35127 Amos 6:2 | naar Kalne, en ziet toe; en gaat van daar naar Hamath,
35128 Amos 6:2 | naar Hamath, de grote stad, en trekt af naar Gath der Filistijnen;
35129 Amos 6:3 | den bozen dag verre stelt, en den stoel des gewelds nabij
35130 Amos 6:4 | op elpenbenen bedsteden, en weelderig zijn op hun koetsen,
35131 Amos 6:4 | weelderig zijn op hun koetsen, en eten de lammeren van de
35132 Amos 6:4 | de lammeren van de kudde, en de kalveren uit het midden
35133 Amos 6:5 | geklank der luit kwinkeleren, en bedenken zichzelven instrumenten
35134 Amos 6:6 | wijn uit schalen drinken, en zich zalven met de voortreffelijkste
35135 Amos 6:7 | die in gevangenis gaan; en het banket dergenen, die
35136 Amos 6:8 | gruwel van Jakobs hovaardij, en Ik haat zijn paleizen; daarom
35137 Amos 6:8 | daarom zal Ik de stad en haar volheid overleveren. ~
35138 Amos 6:9 | 9 En het zal geschieden, zo er
35139 Amos 6:10 | 10 En de naaste vriend zal een
35140 Amos 6:10 | het huis uit te brengen, en zal zeggen tot dien, die
35141 Amos 6:10 | Zijn er nog meer bij u? En hij zal zeggen: Niemand.
35142 Amos 6:11 | ziet, de HEERE geeft bevel, en Hij zal het grote huis slaan
35143 Amos 6:11 | huis slaan met inwatering, en het kleine huis met spleten. ~
35144 Amos 6:12 | het recht in gal verkeerd, en de vrucht der gerechtigheid
35145 Amos 7:1 | HEERE deed mij aldus zien; en ziet, Hij formeerde sprinkhanen,
35146 Amos 7:1 | opkomens van het nagras; en ziet, het was het nagras,
35147 Amos 7:2 | 2 En het geschiedde, als zij
35148 Amos 7:4 | Heere HEERE aldus zien; en ziet, de Heere HEERE riep
35149 Amos 7:4 | wilde twisten met vuur; en het verteerde een groten
35150 Amos 7:7 | deed Hij mij aldus zien; en ziet, de Heere stond op
35151 Amos 7:7 | het paslood gemaakt was, en een paslood was in Zijn
35152 Amos 7:8 | 8 En de HEERE zeide tot mij:
35153 Amos 7:8 | mij: Wat ziet gij, Amos? En ik zeide: Een paslood. Toen
35154 Amos 7:9 | hoogten zullen verwoest, en Israels eigendommen verstoord
35155 Amos 7:9 | eigendommen verstoord worden; en Ik zal tegen Jerobeams huis
35156 Amos 7:11 | door het zwaard sterven, en Israel zal voorzeker uit
35157 Amos 7:12 | vlied in het land van Juda, en eet aldaar brood, en profeteer
35158 Amos 7:12 | Juda, en eet aldaar brood, en profeteer aldaar. ~
35159 Amos 7:13 | is des konings heiligdom, en dat is het huis des koninkrijks. ~
35160 Amos 7:14 | Toen antwoordde Amos, en zeide tot Amazia: Ik was
35161 Amos 7:14 | Amazia: Ik was geen profeet, en ik was geen profetenzoon;
35162 Amos 7:14 | ik was een ossenherder, en las wilde vijgen af. ~
35163 Amos 7:15 | mij van achter de kudde; en de HEERE zeide tot mij:
35164 Amos 7:17 | zal in de stad hoereren, en uw zonen en uw dochteren
35165 Amos 7:17 | stad hoereren, en uw zonen en uw dochteren zullen door
35166 Amos 7:17 | door het zwaard vallen, en uw land zal door het snoer
35167 Amos 7:17 | uitgedeeld worden; en gij zult in een onrein land
35168 Amos 7:17 | een onrein land sterven, en Israel zal voorzeker uit
35169 Amos 8:1 | HEERE deed mij aldus zien; en ziet, een korf met zomervruchten. ~
35170 Amos 8:2 | 2 En Hij zeide: Wat ziet gij
35171 Amos 8:2 | zeide: Wat ziet gij Amos? En ik zeide: Een korf met zomervruchten.
35172 Amos 8:4 | den nooddruftige opslokt! en dat om te vernielen de ellendigen
35173 Amos 8:5 | leeftocht mogen verkopen? en de sabbat, dat wij koren
35174 Amos 8:5 | openen? verkleinende de efa, en den sikkel vergrotende,
35175 Amos 8:5 | sikkel vergrotende, en verkeerdelijk handelende
35176 Amos 8:6 | armen voor geld mogen kopen, en den nooddruftige om een
35177 Amos 8:8 | hierover niet beroerd worden, en al wie daarin woont treuren?
35178 Amos 8:8 | oprijzen als een rivier, en het zal heen en weder gedreven
35179 Amos 8:8 | rivier, en het zal heen en weder gedreven en verdronken
35180 Amos 8:8 | zal heen en weder gedreven en verdronken worden,
35181 Amos 8:9 | 9 En het zal te dien dage geschieden,
35182 Amos 8:9 | middag zal doen ondergaan, en het land bij lichten dage
35183 Amos 8:10 | 10 En Ik zal uw feesten in rouw,
35184 Amos 8:10 | zal uw feesten in rouw, en al uw liederen in weeklage
35185 Amos 8:10 | in weeklage veranderen, en op alle lenden een zak,
35186 Amos 8:10 | op alle lenden een zak, en op alle hoofd kaalheid brengen;
35187 Amos 8:10 | hoofd kaalheid brengen; en Ik zal het land stellen
35188 Amos 8:10 | over een enigen zoon, en deszelfs einde als een bitteren
35189 Amos 8:12 | 12 En zij zullen zwerven van zee
35190 Amos 8:12 | zwerven van zee tot zee, en van het noorden tot het
35191 Amos 8:13 | zullen de schone jonkvrouwen en de jongelingen van dorst
35192 Amos 8:14 | bij de schuld van Samaria, en zeggen: Zo waarachtig als
35193 Amos 8:14 | als uw God van Dan leeft, en de weg van Ber-seba leeft!
35194 Amos 8:14 | weg van Ber-seba leeft! en zij zullen vallen, en niet
35195 Amos 8:14 | leeft! en zij zullen vallen, en niet weder opstaan. ~ ~
35196 Amos 9:1 | Heere staan op het altaar, en Hij zeide: Sla dien knoop,
35197 Amos 9:1 | knoop, dat de posten beven, en doorkloof ze allen in het
35198 Amos 9:1 | doorkloof ze allen in het hoofd; en Ik zal hun achterste met
35199 Amos 9:1 | achterste met het zwaard doden; en vliedende zal onder
35200 Amos 9:2 | hand ze van daar halen, en al klommen zij in den hemel,
35201 Amos 9:3 | 3 En al verstaken zij zich op
35202 Amos 9:3 | zo zal Ik ze naspeuren en van daar halen; en al verborgen
35203 Amos 9:3 | naspeuren en van daar halen; en al verborgen zij zich van
35204 Amos 9:4 | 4 En al gingen zij in gevangenis
35205 Amos 9:4 | gebieden, dat het hen dode; en Ik zal Mijn oog tegen hen
35206 Amos 9:4 | tegen hen zetten ten kwade, en niet ten goede. ~
35207 Amos 9:5 | aanroert, dat het versmelte, en allen, die daarin wonen,
35208 Amos 9:5 | die daarin wonen, treuren; en dat het geheel oprijze als
35209 Amos 9:5 | oprijze als een rivier, en verdronken worde als
35210 Amos 9:6 | opperzalen in den hemel bouwt, en Zijn benden heeft Hij op
35211 Amos 9:6 | de wateren der zee roept, en giet ze uit op den aardbodem;
35212 Amos 9:7 | opgevoerd uit Egypteland, en de Filistijnen uit Kafthor,
35213 Amos 9:7 | Filistijnen uit Kafthor, en de Syriers uit Kir? ~
35214 Amos 9:9 | Want ziet, Ik geef bevel, en Ik zal het huis Israels
35215 Amos 9:9 | geschud wordt in een zeef; en niet een steentje zal er
35216 Amos 9:11 | van David weder oprichten, en Ik zal haar reten vertuinen,
35217 Amos 9:11 | zal haar reten vertuinen, en wat aan haar is afgebroken,
35218 Amos 9:11 | afgebroken, weder oprichten, en zal ze bouwen, als in de
35219 Amos 9:12 | het overblijfsel van Edom, en al de heidenen, die naar
35220 Amos 9:13 | dat de ploeger den maaier, en de druiventreder den zaadzaaier
35221 Amos 9:13 | zaadzaaier genaken zal; en de bergen zullen van zoeten
35222 Amos 9:13 | van zoeten wijn druipen, en al de heuvelen zullen
35223 Amos 9:14 | 14 En Ik zal de gevangenis van
35224 Amos 9:14 | Mijn volk Israel wenden, en zij zullen de verwoeste
35225 Amos 9:14 | verwoeste steden herbouwen en bewonen, en wijngaarden
35226 Amos 9:14 | steden herbouwen en bewonen, en wijngaarden planten, en
35227 Amos 9:14 | en wijngaarden planten, en derzelver wijn drinken;
35228 Amos 9:14 | derzelver wijn drinken; en zij zullen hoven maken,
35229 Amos 9:14 | zullen hoven maken, en derzelver vrucht eten. ~
35230 Amos 9:15 | 15 En Ik zal ze in hun land planten;
35231 Amos 9:15 | ze in hun land planten; en zij zullen niet meer worden
35232 Oba 1:1 | gerucht gehoord van den HEERE, en er is een gezant geschikt
35233 Oba 1:1 | onder de heidenen: Staat op, en laat ons opstaan tegen
35234 Oba 1:4 | verhieft gij u gelijk de arend, en al steldet gij uw nest tussen
35235 Oba 1:8 | dat Ik de wijzen uit Edom, en het verstand uit Ezau's
35236 Oba 1:10 | zal schaamte u bedekken; en gij zult uitgeroeid worden
35237 Oba 1:11 | zijn heir gevangen voerden, en de vreemden tot zijn poorten
35238 Oba 1:11 | zijn poorten introkken, en over Jeruzalem het lot wierpen,
35239 Oba 1:16 | ja, zij zullen drinken en inzwelgen, en zullen zijn
35240 Oba 1:16 | zullen drinken en inzwelgen, en zullen zijn alsof zij er
35241 Oba 1:17 | Sions zal ontkoming zijn, en hij zal een heiligheid zijn;
35242 Oba 1:17 | zal een heiligheid zijn; en die van het huis Jakobs
35243 Oba 1:18 | 18 En Jakobs huis zal een vuur
35244 Oba 1:18 | huis zal een vuur zijn, en Jozefs huis een vlam, en
35245 Oba 1:18 | en Jozefs huis een vlam, en Ezau's huis tot een stoppel;
35246 Oba 1:18 | s huis tot een stoppel; en zij zullen tegen hen ontbranden,
35247 Oba 1:18 | zullen tegen hen ontbranden, en zullen ze verteren, zodat
35248 Oba 1:19 | 19 En die van het zuiden zullen
35249 Oba 1:19 | zullen Ezau's gebergte, en die van de laagte zullen
35250 Oba 1:19 | zullen het veld van Efraim en het veld van Samaria erfelijk
35251 Oba 1:19 | Samaria erfelijk bezitten; en Benjamin Gilead. ~
35252 Oba 1:20 | 20 En de gevankelijk weggevoerden
35253 Oba 1:20 | Kanaanieten was, tot Zarfath toe; en de gevankelijk weggevoerden
35254 Oba 1:21 | 21 En er zullen heilanden op den
35255 Oba 1:21 | Ezau's gebergte te richten; en het koninkrijk zal des HEEREN
35256 Jona 1:1 | 1 En het woord des HEEREN geschiedde
35257 Jona 1:2 | naar de grote stad Nineve, en predik tegen haar; want
35258 Jona 1:3 | het aangezicht des HEEREN; en hij kwam af te Jafo, en
35259 Jona 1:3 | en hij kwam af te Jafo, en vond een schip, gaande naar
35260 Jona 1:3 | schip, gaande naar Tarsis, en hij gaf de vracht daarvan,
35261 Jona 1:3 | de vracht daarvan, en ging neder in hetzelve,
35262 Jona 1:4 | een groten wind op de zee; en er werd een grote storm
35263 Jona 1:5 | Toen vreesden de zeelieden, en riepen een iegelijk tot
35264 Jona 1:5 | een iegelijk tot zijn god, en wierpen de vaten, die in
35265 Jona 1:5 | de zijden van het schip, en lag neder, en was met een
35266 Jona 1:5 | het schip, en lag neder, en was met een diepen slaap
35267 Jona 1:6 | 6 En de opperschipper naderde
35268 Jona 1:6 | opperschipper naderde tot hem, en zeide tot hem: Wat is u,
35269 Jona 1:7 | tot zijn metgezel: Komt, en laat ons loten werpen, opdat
35270 Jona 1:7 | Alzo wierpen zij loten, en het lot viel op Jona. ~
35271 Jona 1:8 | overkomt. Wat is uw werk en van waar komt gij? Welk
35272 Jona 1:8 | komt gij? Welk is uw land en van welk volk zijt gij? ~
35273 Jona 1:9 | 9 En hij zeide tot hen: Ik ben
35274 Jona 1:9 | hen: Ik ben een Hebreer; en ik vreze den HEERE, den
35275 Jona 1:9 | God des hemels, Die de zee en het droge gemaakt heeft. ~
35276 Jona 1:10 | mannen met grote vreze, en zeiden tot hem: Wat hebt
35277 Jona 1:12 | 12 En hij zeide tot hen: Neemt
35278 Jona 1:12 | zeide tot hen: Neemt mij op, en werpt mij in de zee, zo
35279 Jona 1:14 | riepen zij tot den HEERE, en zeiden: Och HEERE! laat
35280 Jona 1:14 | vergaan om dezes mans ziel, en leg geen onschuldig bloed
35281 Jona 1:15 | 15 En zij namen Jona op, en wierpen
35282 Jona 1:15 | En zij namen Jona op, en wierpen hem in de zee. Toen
35283 Jona 1:16 | HEERE met grote vreeze; en zij slachtten den HEERE
35284 Jona 1:16 | slachtten den HEERE slachtoffer, en beloofden geloften. ~
35285 Jona 1:17 | om Jona in te slokken; en Jona was in het ingewand
35286 Jona 1:17 | van den vis, drie dagen en drie nachten. ~ ~
35287 Jona 2:1 | 1 En Jona bad tot den HEERE,
35288 Jona 2:2 | 2 En hij zeide: Ik riep uit mijn
35289 Jona 2:2 | benauwdheid tot den HEERE, en Hij antwoordde mij; uit
35290 Jona 2:2 | buik des grafs schreide ik, en Gij hoordet mijn stem. ~
35291 Jona 2:3 | in het hart der zeeen, en de stroom omving mij; al
35292 Jona 2:3 | omving mij; al Uw baren en Uw golven gingen over mij
35293 Jona 2:4 | 4 En ik zeide: Ik ben uitgestoten
35294 Jona 2:7 | dacht ik aan den HEERE, en mijn gebed kwam tot U, in
35295 Jona 2:10 | HEERE nu sprak tot den vis; en hij spuwde Jona uit op het
35296 Jona 3:1 | 1 En het woord des HEEREN geschiedde
35297 Jona 3:2 | naar de grote stad Nineve; en predik tegen haar de prediking,
35298 Jona 3:3 | Toen maakte zich Jona op, en ging naar Nineve, naar het
35299 Jona 3:4 | 4 En Jona begon in de stad te
35300 Jona 3:4 | stad te gaan, een dagreis; en hij predikte, en zeide:
35301 Jona 3:4 | dagreis; en hij predikte, en zeide: Nog veertig dagen,
35302 Jona 3:5 | 5 En de lieden van Nineve geloofden
35303 Jona 3:5 | Nineve geloofden aan God; en zij riepen een vasten uit,
35304 Jona 3:5 | zij riepen een vasten uit, en bekleedden zich met zakken,
35305 Jona 3:6 | tot den koning van Nineve, en hij stond op van zijn troon,
35306 Jona 3:6 | stond op van zijn troon, en deed zijn heerlijk overkleed
35307 Jona 3:6 | heerlijk overkleed van zich; en hij bedekte zich met een
35308 Jona 3:6 | bedekte zich met een zak, en zat neder in de as. ~
35309 Jona 3:7 | 7 En hij liet uitroepen, en men
35310 Jona 3:7 | En hij liet uitroepen, en men sprak te Nineve, uit
35311 Jona 3:7 | Nineve, uit bevel des konings en zijner groten, zeggende:
35312 Jona 3:8 | 8 Maar mens en beest zullen met zakken
35313 Jona 3:8 | met zakken bedekt zijn, en zullen sterk tot God roepen;
35314 Jona 3:8 | zullen sterk tot God roepen; en zij zullen zich bekeren,
35315 Jona 3:8 | iegelijk van zijn bozen weg, en van het geweld, dat in hun
35316 Jona 3:9 | God mocht Zich wenden, en berouw hebben; en Hij mocht
35317 Jona 3:9 | wenden, en berouw hebben; en Hij mocht Zich wenden van
35318 Jona 3:10 | 10 En God zag hun werken, dat
35319 Jona 3:10 | bekeerden van hun bozen weg; en het berouwde God over het
35320 Jona 3:10 | had hun te zullen doen, en Hij deed het niet. ~ ~
35321 Jona 4:1 | Jona met groot verdriet, en zijn toorn ontstak. ~
35322 Jona 4:2 | 2 En hij bad tot den HEERE, en
35323 Jona 4:2 | En hij bad tot den HEERE, en zeide: Och HEERE! was dit
35324 Jona 4:2 | dat Gij een genadig en barmhartig God zijt, lankmoedig
35325 Jona 4:2 | barmhartig God zijt, lankmoedig en groot van goedertierenheid,
35326 Jona 4:2 | groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het
35327 Jona 4:4 | 4 En de HEERE zeide: Is uw toorn
35328 Jona 4:5 | Jona nu ging ter stad uit, en zette zich tegen het oosten
35329 Jona 4:5 | tegen het oosten der stad; en hij maakte zich aldaar een
35330 Jona 4:5 | zich aldaar een verdek, en zat daaronder in de schaduw,
35331 Jona 4:6 | 6 En God, de HEERE, beschikte
35332 Jona 4:6 | beschikte een wonderboom, en deed hem opschieten boven
35333 Jona 4:6 | redden van zijn verdriet. En Jona verblijdde zich
35334 Jona 4:8 | 8 En het geschiedde, als de zon
35335 Jona 4:8 | stillen oostenwind beschikte; en de zon stak op het hoofd
35336 Jona 4:8 | dat hij amechtig werd; en hij wenste zijner ziel te
35337 Jona 4:8 | ziel te mogen sterven, en zeide: Het is mij beter
35338 Jona 4:9 | ontstoken over den wonderboom? En hij zeide: Billijk is mijn
35339 Jona 4:10 | 10 En de HEERE zeide: Gij verschoont
35340 Jona 4:10 | die in een nacht werd, en in een nacht verging; ~
35341 Jona 4:11 | 11 En Ik zou die grote stad Nineve
35342 Jona 4:11 | waarin veel meer dan honderd en twintig duizend mensen zijn,
35343 Jona 4:11 | tussen hun rechterhand, en hun linkerhand; daartoe
35344 Mic 1:1 | dagen van Jotham, Achaz en Jehizkia, koningen van Juda;
35345 Mic 1:1 | gezien heeft over Samaria en Jeruzalem. ~
35346 Mic 1:3 | gaat uit van Zijn plaats, en Hij zal nederdalen en treden
35347 Mic 1:3 | plaats, en Hij zal nederdalen en treden op de hoogten der
35348 Mic 1:4 | 4 En de bergen zullen onder Hem
35349 Mic 1:4 | zullen onder Hem versmelten, en de dalen gekloofd worden,
35350 Mic 1:5 | de overtreding van Jakob, en om de zonden van het huis
35351 Mic 1:5 | Jakob? Is het niet Samaria? En wie van de hoogten van
35352 Mic 1:6 | plantingen eens wijngaards; en Ik zal haar stenen in de
35353 Mic 1:6 | stenen in de vallei storten, en haar fundamenten ontdekken. ~
35354 Mic 1:7 | 7 En al haar gesneden beelden
35355 Mic 1:7 | zullen vermorzeld worden, en al haar hoerenbeloningen
35356 Mic 1:7 | met vuur verbrand worden, en al haar afgoden zal Ik stellen
35357 Mic 1:7 | van hoerenloon vergaderd, en zij zullen tot hoerenloon
35358 Mic 1:8 | zal ik misbaar bedrijven en huilen; ik zal beroofd en
35359 Mic 1:8 | en huilen; ik zal beroofd en naakt gaan; ik zal misbaar
35360 Mic 1:8 | misbaar maken als de draken, en treuren als de jonge struisen. ~
35361 Mic 1:16 | 16 Maak u kaal en scheer u, om uw troetelkinderen;
35362 Mic 2:1 | ongerechtigheid bedenken, en kwaad werken op hun legers;
35363 Mic 2:2 | 2 En zij begeren akkers, en roven
35364 Mic 2:2 | En zij begeren akkers, en roven ze, en huizen, en
35365 Mic 2:2 | begeren akkers, en roven ze, en huizen, en nemen ze weg;
35366 Mic 2:2 | en roven ze, en huizen, en nemen ze weg; alzo doen
35367 Mic 2:2 | doen zij geweld aan den man en zijn huis, ja, aan een iegelijk
35368 Mic 2:2 | huis, ja, aan een iegelijk en zijn erfenis. ~
35369 Mic 2:3 | halzen niet zult uittrekken, en zult zo rechtop niet gaan;
35370 Mic 2:4 | spreekwoord over ulieden opnemen; en men zal een klagelijke klacht
35371 Mic 2:4 | klagelijke klacht klagen, en zeggen: Wij zijn ten enenmale
35372 Mic 2:10 | 10 Maakt u dan op, en gaat henen; want dit land
35373 Mic 2:10 | is, zal het u verderven, en dat met een geweldige verderving. ~
35374 Mic 2:11 | is, die met wind omgaat, en valselijk liegt, zeggende:
35375 Mic 2:11 | zal u profeteren voor wijn en voor sterken drank! dat
35376 Mic 2:13 | zij zullen doorbreken, en door de poort gaan, en door
35377 Mic 2:13 | en door de poort gaan, en door dezelve uittrekken;
35378 Mic 2:13 | door dezelve uittrekken; en hun koning zal voor hun
35379 Mic 2:13 | hun aangezicht henengaan; en de HEERE in hun spits. ~ ~
35380 Mic 3:1 | nu, gij hoofden Jakobs, en gij oversten van het huis
35381 Mic 3:2 | Zij haten het goede, en hebben het kwade lief; zij
35382 Mic 3:2 | roven hun huid van hen af, en hun vlees van hun beenderen. ~
35383 Mic 3:3 | vlees mijns volks eten, en hun huid afstropen, en hun
35384 Mic 3:3 | en hun huid afstropen, en hun beenderen verbreken;
35385 Mic 3:3 | hun beenderen verbreken; en vaneen leggen, gelijk als
35386 Mic 3:3 | gelijk als in een pot, en als vlees in het midden
35387 Mic 3:5 | die met hun tanden bijten, en roepen vrede uit; maar die
35388 Mic 3:6 | worden vanwege het gezicht, en ulieden zal duisternis zijn
35389 Mic 3:6 | vanwege de waarzegging; en de zon zal over deze profeten
35390 Mic 3:6 | deze profeten ondergaan; en de dag zal over hen
35391 Mic 3:7 | 7 En de zieners zullen beschaamd,
35392 Mic 3:7 | zieners zullen beschaamd, en de waarzeggers schaamrood
35393 Mic 3:7 | waarzeggers schaamrood worden; en zij zullen al te zamen de
35394 Mic 3:8 | van den Geest des HEEREN; en vol van gericht en dapperheid,
35395 Mic 3:8 | HEEREN; en vol van gericht en dapperheid, om Jakob te
35396 Mic 3:8 | verkondigen zijn overtreding, en Israel zijn zonde. ~
35397 Mic 3:9 | hoofden van het huis Jakobs, en gij oversten van het huis
35398 Mic 3:9 | gericht een gruwel hebt, en al wat recht is verkeert; ~
35399 Mic 3:10 | Bouwende Sion met bloed, en Jeruzalem met onrecht. ~
35400 Mic 3:11 | hoofden rechten om geschenken, en haar priesters leren om
35401 Mic 3:11 | priesters leren om loon, en haar profeten waarzeggen
35402 Mic 3:12 | een akker geploegd worden, en Jeruzalem zal tot steenhopen
35403 Mic 3:12 | zal tot steenhopen worden, en de berg dezes huizes tot
35404 Mic 4:1 | zijn op den top der bergen; en hij zal verheven zijn boven
35405 Mic 4:1 | zijn boven de heuvelen, en de volken zullen tot
35406 Mic 4:2 | 2 En vele heidenen zullen henengaan,
35407 Mic 4:2 | heidenen zullen henengaan, en zeggen: Komt en laat ons
35408 Mic 4:2 | henengaan, en zeggen: Komt en laat ons opgaan tot den
35409 Mic 4:2 | tot den berg des HEEREN, en ten huize van den God Jakobs,
35410 Mic 4:2 | ons lere van Zijn wegen, en wij in Zijn paden wandelen;
35411 Mic 4:2 | Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem. ~
35412 Mic 4:3 | 3 En Hij zal onder grote volken
35413 Mic 4:3 | onder grote volken richten, en machtige heidenen straffen,
35414 Mic 4:3 | straffen, tot verre toe; en zij zullen hun zwaarden
35415 Mic 4:3 | zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkelen;
35416 Mic 4:3 | volk geen zwaard opheffen, en zij zullen den krijg niet
35417 Mic 4:4 | ieder onder zijn wijnstok, en onder zijn vijgeboom, en
35418 Mic 4:4 | en onder zijn vijgeboom, en er zal niemand zijn, die
35419 Mic 4:5 | onzes Gods, eeuwiglijk en altoos. ~
35420 Mic 4:6 | hinkende was, verzamelen, en haar, die verdreven was,
35421 Mic 4:6 | verdreven was, vergaderen, en die Ik geplaagd had. ~
35422 Mic 4:7 | 7 En Ik zal haar, die hinkende
35423 Mic 4:7 | maken tot een overblijfsel, en haar die verre henen verstoten
35424 Mic 4:7 | was, tot een machtig volk; en de HEERE zal Koning over
35425 Mic 4:8 | 8 En gij Schaapstoren, gij Ofel
35426 Mic 4:10 | 10 Lijd smart en arbeid om voort te brengen,
35427 Mic 4:10 | uit de stad henen uitgaan, en op het veld wonen, en tot
35428 Mic 4:10 | uitgaan, en op het veld wonen, en tot in Babel komen,
35429 Mic 4:11 | Laat ze ontheiligd worden, en laat ons oog schouwen aan
35430 Mic 4:12 | gedachten des HEEREN niet, en verstaan Zijn raadslag niet;
35431 Mic 4:13 | 13 Maak u op en dors, o dochter Sions! Want
35432 Mic 4:13 | zal uw hoorn ijzer maken, en uw klauwen koper maken,
35433 Mic 4:13 | uw klauwen koper maken, en gij zult vele volken verpletteren;
35434 Mic 4:13 | vele volken verpletteren; en Ik zal hunlieder gewin den
35435 Mic 4:13 | den HEERE verbannen, en hun vermogen den Heere der
35436 Mic 5:1 | 1 En gij, Bethlehem Efratha!
35437 Mic 5:1 | Heerser zal zijn in Israel, en Wiens uitgangen zijn van
35438 Mic 5:3 | 3 En Hij zal staan, en zal weiden
35439 Mic 5:3 | 3 En Hij zal staan, en zal weiden in de kracht
35440 Mic 5:3 | des HEEREN, Zijns Gods, en zij zullen wonen, want nu
35441 Mic 5:4 | 4 En Deze zal Vrede zijn; wanneer
35442 Mic 5:4 | Assur in ons land zal komen, en wanneer hij in onze paleizen
35443 Mic 5:4 | hem stellen zeven herders, en acht vorsten uit de
35444 Mic 5:5 | afweiden met het zwaard, en het land van Nimrod in deszelfs
35445 Mic 5:5 | ons land zal komen, en wanneer hij in onze landpale
35446 Mic 5:6 | 6 En Jakobs overblijfsel zal
35447 Mic 5:7 | hij doorgaat, zo vertreedt en verscheurt hij, dat niemand
35448 Mic 5:8 | boven uw wederpartijders, en al uw vijanden zullen uitgeroeid
35449 Mic 5:9 | 9 En het zal te dien dage geschieden,
35450 Mic 5:9 | midden van u zal uitroeien, en Ik zal uw wagenen verdoen. ~
35451 Mic 5:10 | 10 En Ik zal de steden uws lands
35452 Mic 5:10 | steden uws lands uitroeien, en Ik zal al uw vestingen afbreken. ~
35453 Mic 5:11 | 11 En Ik zal de toverijen uit
35454 Mic 5:11 | toverijen uit uw hand uitroeien, en gij zult geen guichelaars
35455 Mic 5:12 | 12 En Ik zal uw gesneden beelden
35456 Mic 5:12 | zal uw gesneden beelden en uw opgerichte beelden uit
35457 Mic 5:13 | midden van u uitroeien, en Ik zal uw steden verdelgen. ~
35458 Mic 5:14 | 14 En Ik zal in toorn en in grimmigheid
35459 Mic 5:14 | En Ik zal in toorn en in grimmigheid wrake doen
35460 Mic 6:1 | op, twist met de bergen, en laat de heuvelen uw stem
35461 Mic 6:2 | een twist met Zijn volk, en Hij zal Zich met Israel
35462 Mic 6:3 | volk! wat heb Ik u gedaan, en waarmede heb Ik u vermoeid?
35463 Mic 6:4 | uit Egypteland opgevoerd, en u uit het diensthuis verlost;
35464 Mic 6:4 | het diensthuis verlost; en Ik heb voor uw aangezicht
35465 Mic 6:4 | henen gezonden Mozes, Aaron en Mirjam. ~
35466 Mic 6:5 | van Moab, beraadslaagde, en wat hem Bileam, de zoon
35467 Mic 6:5 | zoon van Beor, antwoordde; en wat geschied is van Sittim
35468 Mic 6:6 | ik den HEERE tegenkomen, en mij bukken voor den hogen
35469 Mic 6:8 | gemaakt, o mens! wat goed is; en wat eist de HEERE van u,
35470 Mic 6:8 | van u, dan recht te doen, en weldadigheid lief te hebben,
35471 Mic 6:8 | weldadigheid lief te hebben, en ootmoediglijk te wandelen
35472 Mic 6:9 | wezen): Hoort de roede, en wie ze besteld heeft!
35473 Mic 6:10 | schatten der goddeloosheid en een schaarse efa, dat te
35474 Mic 6:11 | een goddeloze weegschaal en met een zak van bedriegelijke
35475 Mic 6:12 | lieden vol zijn van geweld, en haar inwoners leugen spreken,
35476 Mic 6:12 | inwoners leugen spreken, en haar tong bedriegelijk is
35477 Mic 6:13 | ook krenken, u slaande, en verwoestende om uw zonden. ~
35478 Mic 6:14 | maar niet verzadigd worden, en uw nederdrukking zal in
35479 Mic 6:14 | in het midden van u zijn; en gij zult aangrijpen, maar
35480 Mic 6:14 | aangrijpen, maar niet wegbrengen, en wat gij zult wegbrengen,
35481 Mic 6:15 | u met olie niet zalven, en most, maar geen wijn drinken. ~
35482 Mic 6:16 | Omri worden onderhouden, en het ganse werk van het huis
35483 Mic 6:16 | van het huis van Achab; en gij wandelt in derzelver
35484 Mic 6:16 | stelle tot verwoesting, en haar inwoners tot aanfluiting;
35485 Mic 7:2 | is vergaan uit het land, en er is niemand oprecht onder
35486 Mic 7:3 | doen, zo eist de vorst, en de rechter oordeelt om vergelding;
35487 Mic 7:3 | oordeelt om vergelding; en de grote spreekt de verderving
35488 Mic 7:3 | verderving zijner ziel, en zij draaien ze dicht
35489 Mic 7:9 | totdat Hij mijn twist twiste, en mijn recht uitvoere; Hij
35490 Mic 7:10 | 10 En mijn vijandin zal het zien,
35491 Mic 7:10 | mijn vijandin zal het zien, en schaamte zal haar bedekken;
35492 Mic 7:12 | tot de vaste steden toe; en van de vestingen tot aan
35493 Mic 7:12 | vestingen tot aan de rivier, en van zee tot zee, en van
35494 Mic 7:12 | rivier, en van zee tot zee, en van gebergte tot gebergte. ~
35495 Mic 7:14 | laat ze weiden in Basan en Gilead, als in de dagen
35496 Mic 7:16 | heidenen zullen het zien, en beschaamd zijn, vanwege
35497 Mic 7:17 | tot den HEERE, onzen God, en zullen voor U vrezen. ~
35498 Mic 7:18 | ongerechtigheid vergeeft, en de overtreding van het overblijfsel
35499 Nah 1:2 | 2 Een ijverig God en een wreker is de HEERE,
35500 Nah 1:2 | een wreker is de HEERE, en zeer grimmig; een wreker
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |