Book Chapter: Verse

36501 Matt   9:33 |         uitgeworpen was, sprak de stomme. En de scharen verwonderden
36502 Matt   9:35 |                                        35 En Jezus omging al de steden
36503 Matt   9:35 |                 Jezus omging al de steden en vlekken, lerende in hun
36504 Matt   9:35 |                 lerende in hun synagogen, en predikende het Evangelie
36505 Matt   9:35 |                Evangelie des Koninkrijks, en genezende alle ziekte en
36506 Matt   9:35 |                  en genezende alle ziekte en alle kwale onder het volk. ~
36507 Matt   9:36 |                                        36 En Hij, de scharen ziende,
36508 Matt   9:36 |                   hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, gelijk
36509 Matt  10:1  |                                         1 En Zijn twaalf discipelen tot
36510 Matt  10:1  |                 om dezelve uit te werpen, en om alle ziekte en alle kwaal
36511 Matt  10:1  |                 werpen, en om alle ziekte en alle kwaal te genezen. ~
36512 Matt  10:2  |             eerste, Simon, gezegd Petrus, en Andreas, zijn broeder; Jakobus,
36513 Matt  10:2  |            Jakobus, de zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder; ~
36514 Matt  10:3  |                                3 Filippus en Bartholomeus; Thomas en
36515 Matt  10:3  |                   en Bartholomeus; Thomas en Mattheus, de tollenaar;
36516 Matt  10:3  |              Jakobus, de zoon van Alfeus, en Lebbeus, toegenaamd Thaddeus; ~
36517 Matt  10:4  |                        4 Simon Kananites, en Judas Iskariot, die Hem
36518 Matt  10:5  |                  heeft Jezus uitgezonden, en hun bevel gegeven, zeggende:
36519 Matt  10:5  |                  op den weg der heidenen, en gij zult niet ingaan in
36520 Matt  10:7  |                                         7 En heengaande predikt, zeggende:
36521 Matt  10:11 |                                        11 En in wat stad of vlek gij
36522 Matt  10:11 |                    wie daarin waardig is; en blijft aldaar, totdat gij
36523 Matt  10:12 |                                        12 En als gij in het huis gaat,
36524 Matt  10:13 |                                        13 En indien dat huis waardig
36525 Matt  10:14 |                                        14 En zo iemand u niet zal ontvangen,
36526 Matt  10:15 |                   zal den lande van Sodom en Gomorra verdragelijker zijn
36527 Matt  10:16 |            voorzichtig gelijk de slangen, en oprecht gelijk de duiven. ~
36528 Matt  10:17 |                 in de raadsvergaderingen, en in hun synagogen zullen
36529 Matt  10:18 |                                        18 En gij zult ook voor stadhouders
36530 Matt  10:18 |                 zult ook voor stadhouders en koningen geleid worden,
36531 Matt  10:18 |                worden, om Mijnentwil, hun en den heidenen tot getuigenis. ~
36532 Matt  10:21 |                                        21 En de ene broeder zal den anderen
36533 Matt  10:21 |                 overleveren tot den dood, en de vader het kind, en de
36534 Matt  10:21 |               dood, en de vader het kind, en de kinderen zullen opstaan
36535 Matt  10:21 |                  opstaan tegen de ouders, en zullen hen doden. ~
36536 Matt  10:22 |                                        22 En gij zult van allen gehaat
36537 Matt  10:25 |                worde gelijk zijn meester, en de dienstknecht gelijk zijn
36538 Matt  10:26 |                  niet zal ontdekt worden, en verborgen, hetwelk niet
36539 Matt  10:27 |                    zegt het in het licht; en hetgeen gij hoort in het
36540 Matt  10:28 |                                        28 En vreest niet voor degenen,
36541 Matt  10:28 |                    die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden;
36542 Matt  10:28 |                  meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven in
36543 Matt  10:29 |                 een penningsken verkocht? En niet een van deze zal op
36544 Matt  10:30 |                                        30 En ook uw haren des hoofds
36545 Matt  10:35 |                   maken tegen zijn vader, en de dochter tegen haar moeder,
36546 Matt  10:35 |                dochter tegen haar moeder, en de schoondochter tegen haar
36547 Matt  10:36 |                                        36 En zij zullen des mensen vijanden
36548 Matt  10:37 |                    is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft
36549 Matt  10:38 |                                        38 En die zijn kruis niet op zich
36550 Matt  10:38 |                 kruis niet op zich neemt, en Mij navolgt, is Mijns niet
36551 Matt  10:39 |                    zal dezelve verliezen; en die zijn ziel zal verloren
36552 Matt  10:40 |                   ontvangt, ontvangt Mij; en die Mij ontvangt, ontvangt
36553 Matt  10:41 |                  eens profeten ontvangen; en die een rechtvaardige ontvangt
36554 Matt  10:42 |                                        42 En zo wie een van deze kleinen
36555 Matt  11:1  |                                         1 En het is geschied, toen Jezus
36556 Matt  11:1  |               daar voortging, om te leren en te prediken in hun steden. ~
36557 Matt  11:2  |                                         2 En Johannes, in de gevangenis
36558 Matt  11:3  |                                         3 En zeide tot hem: Zijt Gij
36559 Matt  11:4  |                                         4 En Jezus antwoordde en zeide
36560 Matt  11:4  |                     4 En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen
36561 Matt  11:4  |                  zeide tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes weder,
36562 Matt  11:4  |                  weder, hetgeen gij hoort en ziet: ~
36563 Matt  11:5  |                 De blinden worden ziende, en de kreupelen wandelen; de
36564 Matt  11:5  |               melaatsen worden gereinigd, en de doven horen; de doden
36565 Matt  11:5  |                 de doden worden opgewekt, en den armen wordt het Evangelie
36566 Matt  11:6  |                                         6 En zalig is hij, die aan Mij
36567 Matt  11:7  |                    dat van den wind ginds en weder bewogen wordt? ~
36568 Matt  11:12 |                                        12 En van de dagen van Johannes
36569 Matt  11:12 |                 hemelen geweld aangedaan, en de geweldigers nemen hetzelve
36570 Matt  11:13 |                    13 Want al de profeten en de wet hebben tot Johannes
36571 Matt  11:14 |                                        14 En zo gij het wilt aannemen,
36572 Matt  11:16 |                 die op de markten zitten, en hun gezellen toeroepen, ~
36573 Matt  11:17 |                                        17 En zeggen: Wij hebben u op
36574 Matt  11:17 |                   u op de fluit gespeeld, en gij hebt niet gedanst; wij
36575 Matt  11:17 |                   klaagliederen gezongen, en gij hebt niet geweend. ~
36576 Matt  11:18 |                   etende, noch drinkende, en zij zeggen: Hij heeft den
36577 Matt  11:19 |                 mensen is gekomen, etende en drinkende, en zij zeggen:
36578 Matt  11:19 |             gekomen, etende en drinkende, en zij zeggen: Ziet daar, een
36579 Matt  11:19 |                   een Mens, Die een vraat en wijnzuiper is, een Vriend
36580 Matt  11:19 |                 een Vriend van tollenaren en zondaren. Doch de Wijsheid
36581 Matt  11:21 |               Bethsaida! want zo in Tyrus en Sidon de krachten waren
36582 Matt  11:21 |               zouden zich eertijds in zak en as bekeerd hebben. ~
36583 Matt  11:22 |                   Ik zeg u: Het zal Tyrus en Sidon verdragelijker zijn
36584 Matt  11:23 |                                        23 En gij, Kapernaum! die tot
36585 Matt  11:25 |            diezelve tijd antwoordde Jezus en zeide: Ik dank U, Vader!
36586 Matt  11:25 |                   Vader! Heere des hemels en der aarde! dat Gij deze
36587 Matt  11:25 |                deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt,
36588 Matt  11:25 |              verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens
36589 Matt  11:27 |               overgegeven van Mijn Vader; en niemand kent den Zoon dan
36590 Matt  11:27 |               kent den Vader dan de Zoon, en dien het de Zoon wil openbaren. ~
36591 Matt  11:28 |                   Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u
36592 Matt  11:28 |                  vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. ~
36593 Matt  11:29 |                   29 Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig
36594 Matt  11:29 |                    dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij
36595 Matt  11:29 |                  ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor
36596 Matt  11:30 |                   Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht. ~  ~
36597 Matt  12:1  |             sabbatdag, door het gezaaide, en Zijn discipelen hadden honger,
36598 Matt  12:1  |                 discipelen hadden honger, en begonnen aren te plukken,
36599 Matt  12:1  |                 begonnen aren te plukken, en te eten. ~
36600 Matt  12:2  |                                         2 En de Farizeen, dat ziende,
36601 Matt  12:3  |                 heeft, toen hem hongerde, en hun, die met hem waren? ~
36602 Matt  12:4  |               gegaan is in het huis Gods, en de toonbroden gegeten heeft,
36603 Matt  12:5  |                tempel, op de sabbatdagen, en nochtans onschuldig zijn? ~
36604 Matt  12:6  |                                         6 En Ik zeg u, dat Een, meerder
36605 Matt  12:7  |                zij: Ik wil barmhartigheid en niet offerande, gij zoudt
36606 Matt  12:9  |                                         9 En van daar voortgaande, kwam
36607 Matt  12:10 |                                        10 En ziet, er was een mens, die
36608 Matt  12:10 |                   die een dorre hand had, en zij vraagden Hem, zeggende:
36609 Matt  12:11 |                                        11 En Hij zeide tot hen: Wat mens
36610 Matt  12:11 |                  u, die een schaap heeft, en zo datzelve op een sabbatdag
36611 Matt  12:11 |              hetzelve niet zal aangrijpen en uitheffen? ~
36612 Matt  12:13 |                  mens: Strek uw hand uit; en hij strekte ze uit, en zij
36613 Matt  12:13 |                    en hij strekte ze uit, en zij werd hersteld, gezond
36614 Matt  12:14 |                                        14 En de Farizeen, uitgegaan zijnde,
36615 Matt  12:15 |                wetende, vertrok van daar, en vele scharen volgden Hem,
36616 Matt  12:15 |                 vele scharen volgden Hem, en Hij genas ze allen. ~
36617 Matt  12:16 |                                        16 En Hij gebood hun scherpelijk,
36618 Matt  12:18 |                 Mijn Geest op Hem leggen, en Hij zal het oordeel den
36619 Matt  12:20 |                   zal Hij niet verbreken, en het rokende lemmet zal Hij
36620 Matt  12:21 |                                        21 En in Zijn Naam zullen de heidenen
36621 Matt  12:22 |                 duivel bezeten, die blind en stom was; en Hij genas hem,
36622 Matt  12:22 |                    die blind en stom was; en Hij genas hem, alzo dat
36623 Matt  12:22 |                   hem, alzo dat de blinde en stomme beide sprak en zag. ~
36624 Matt  12:22 |              blinde en stomme beide sprak en zag. ~
36625 Matt  12:23 |                                        23 En al de scharen ontzetten
36626 Matt  12:23 |                   scharen ontzetten zich, en zeiden: Is niet Deze de
36627 Matt  12:25 |              verdeeld is, wordt verwoest; en een iedere stad, of huis,
36628 Matt  12:26 |                                        26 En indien de satan den satan
36629 Matt  12:27 |                                        27 En indien Ik door Beelzebul
36630 Matt  12:29 |                huis eens sterken inkomen, en zijn vaten ontroven, tenzij
36631 Matt  12:29 |                den sterke gebonden hebbe? en alsdan zal hij zijn huis
36632 Matt  12:30 |                niet is, die is tegen Mij; en wie met Mij niet vergadert,
36633 Matt  12:31 |               Daarom zeg Ik u: Alle zonde en lastering zal den mensen
36634 Matt  12:32 |                                        32 En zo wie enig woord gesproken
36635 Matt  12:33 |                 33 Of maakt den boom goed en zijn vrucht goed; of maakt
36636 Matt  12:33 |                   of maakt den boom kwaad en zijn vrucht kwaad; want
36637 Matt  12:35 |                   goede schat des harten, en de boze mens brengt boze
36638 Matt  12:37 |                   gerechtvaardigd worden, en uit uw woorden zult gij
36639 Matt  12:38 |             sommigen der Schriftgeleerden en Farizeen, zeggende: Meester!
36640 Matt  12:39 |                    39 Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Het boos
36641 Matt  12:39 |                   zeide tot hen: Het boos en overspelig geslacht verzoekt
36642 Matt  12:39 |              geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken gegeven
36643 Matt  12:40 |                   gelijk Jonas drie dagen en drie nachten was in den
36644 Matt  12:40 |                Zoon des mensen drie dagen en drie nachten wezen in het
36645 Matt  12:41 |                 oordeel met dit geslacht, en zullen hetzelve veroordelen;
36646 Matt  12:41 |                   de prediking van Jonas; en ziet, meer dan Jonas is
36647 Matt  12:42 |                 oordeel met dit geslacht, en hetzelve veroordelen; want
36648 Matt  12:42 |                   de wijsheid van Salomo; en ziet, meer dan Salomo is
36649 Matt  12:43 |                                        43 En wanneer de onreine geest
36650 Matt  12:43 |                  plaatsen, zoekende rust, en vindt ze niet. ~
36651 Matt  12:44 |                van waar ik uitgegaan ben; en komende, vindt hij het ledig,
36652 Matt  12:44 |                ledig, met bezemen gekeerd en versierd. ~
36653 Matt  12:45 |                      45 Dan gaat hij heen en neemt met zich zeven andere
36654 Matt  12:45 |               geesten, bozer dan hijzelf, en ingegaan zijnde, wonen zij
36655 Matt  12:45 |                 zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van denzelven
36656 Matt  12:46 |                                        46 En als Hij nog tot de scharen
36657 Matt  12:46 |                  sprak, ziet, Zijn moeder en broeders stonden buiten,
36658 Matt  12:47 |                                        47 En iemand zeide tot Hem: Zie,
36659 Matt  12:47 |                   tot Hem: Zie, Uw moeder en Uw broeders staan daar buiten,
36660 Matt  12:48 |                zeide: Wie is Mijn moeder, en wie zijn Mijn broeders? ~
36661 Matt  12:49 |                                        49 En Zijn hand uitstrekkende
36662 Matt  12:49 |              zeide Hij: Ziet, Mijn moeder en Mijn broeders. ~
36663 Matt  12:50 |                  dezelve is Mijn broeder, en zuster, en moeder. ~  ~  ~ 
36664 Matt  12:50 |                  Mijn broeder, en zuster, en moeder. ~  ~  ~ 
36665 Matt  13:1  |                                         1 En te dien dage Jezus, uit
36666 Matt  13:2  |                                         2 En tot Hem vergaderden vele
36667 Matt  13:2  |               zodat Hij in een schip ging en nederzat, en al de schare
36668 Matt  13:2  |                   schip ging en nederzat, en al de schare stond op den
36669 Matt  13:3  |                                         3 En Hij sprak tot hen vele dingen
36670 Matt  13:4  |                                         4 En als hij zaaide, viel een
36671 Matt  13:4  |                 van het zaad bij den weg; en de vogelen kwamen en aten
36672 Matt  13:4  |                 weg; en de vogelen kwamen en aten datzelve op. ~
36673 Matt  13:5  |                                         5 En een ander deel viel op steenachtige
36674 Matt  13:5  |                  het niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat
36675 Matt  13:6  |                 is het verbrand geworden; en omdat het geen wortel had,
36676 Matt  13:7  |                                         7 En een ander deel viel in de
36677 Matt  13:7  |                  deel viel in de doornen; en de doornen wiesen op, en
36678 Matt  13:7  |                  en de doornen wiesen op, en verstikten hetzelve. ~
36679 Matt  13:8  |                                         8 En een ander deel viel in de
36680 Matt  13:8  |                   viel in de goede aarde, en gaf vrucht, het een honderd-,
36681 Matt  13:8  |              honderd-, het ander zestig-, en het ander dertig voud. ~
36682 Matt  13:10 |                                        10 En de discipelen tot Hem komende,
36683 Matt  13:11 |                                        11 En Hij, antwoordende, zeide
36684 Matt  13:12 |                  dien zal gegeven worden, en hij zal overvloediglijk
36685 Matt  13:13 |               omdat zij ziende niet zien, en horende niet horen, noch
36686 Matt  13:14 |                                        14 En in hen wordt de profetie
36687 Matt  13:14 |                het gehoor zult gij horen, en geenszins verstaan; en ziende
36688 Matt  13:14 |                    en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien, en
36689 Matt  13:14 |                  en ziende zult gij zien, en geenszins bemerken. ~
36690 Matt  13:15 |              dezes volks is dik geworden, en zij hebben met de oren zwaarlijk
36691 Matt  13:15 |                   oren zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan;
36692 Matt  13:15 |                  met de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met
36693 Matt  13:15 |               zien, en met de oren horen, en met het hart verstaan, en
36694 Matt  13:15 |                 en met het hart verstaan, en zich bekeren, en Ik hen
36695 Matt  13:15 |                verstaan, en zich bekeren, en Ik hen geneze. ~
36696 Matt  13:16 |               zijn zalig, omdat zij zien, en uw oren, omdat zij horen. ~
36697 Matt  13:17 |                   Ik u, dat vele profeten en rechtvaardigen hebben begeerd
36698 Matt  13:17 |                  de dingen, die gij ziet, en hebben ze niet gezien; en
36699 Matt  13:17 |                 en hebben ze niet gezien; en te horen de dingen, die
36700 Matt  13:17 |                 de dingen, die gij hoort, en hebben ze niet gehoord. ~
36701 Matt  13:19 |              Woord des Koninkrijks hoort, en niet verstaat, zo komt de
36702 Matt  13:19 |                verstaat, zo komt de boze, en rukt weg, hetgeen in zijn
36703 Matt  13:20 |              degene, die het Woord hoort, en dat terstond met vreugde
36704 Matt  13:21 |                    maar is voor een tijd; en als verdrukking of vervolging
36705 Matt  13:22 |                                        22 En die in de doornen bezaaid
36706 Matt  13:22 |              degene, die het Woord hoort; en de zorgvuldigheid dezer
36707 Matt  13:22 |              zorgvuldigheid dezer wereld, en de verleiding des rijkdoms
36708 Matt  13:22 |              rijkdoms verstikt het Woord, en het wordt onvruchtbaar. ~
36709 Matt  13:23 |               degene, die het Woord hoort en verstaat, die ook vrucht
36710 Matt  13:23 |           verstaat, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de een honderd-,
36711 Matt  13:23 |               honderd-, de ander zestig-, en de ander dertig voud. ~
36712 Matt  13:25 |                                        25 En als de mensen sliepen, kwam
36713 Matt  13:25 |                sliepen, kwam zijn vijand, en zaaide onkruid midden in
36714 Matt  13:25 |               onkruid midden in de tarwe, en ging weg. ~
36715 Matt  13:26 |                tot kruid opgeschoten was, en vrucht voortbracht, toen
36716 Matt  13:27 |                                        27 En de dienstknechten van den
36717 Matt  13:27 |                den heer des huizes gingen en zeiden tot hem: Heere! hebt
36718 Matt  13:28 |                                        28 En hij zeide tot hen: Een vijandig
36719 Matt  13:28 |           vijandig mens heeft dat gedaan. En de dienstknechten zeiden
36720 Matt  13:28 |                 gij dan, dat wij heengaan en datzelve vergaderen? ~
36721 Matt  13:30 |                   opwassen tot den oogst, en in den tijd des oogstes
36722 Matt  13:30 |              Vergadert eerst dat onkruid, en bindt het in busselen, om
36723 Matt  13:31 |            hetwelk een mens heeft genomen en in zijn akker gezaaid; ~
36724 Matt  13:32 |                meeste van de moeskruiden, en het wordt een boom, alzo
36725 Matt  13:32 |                  vogelen des hemels komen en nestelen in zijn takken. ~
36726 Matt  13:33 |           zuurdesem, welken een vrouw nam en verborg in drie maten meels,
36727 Matt  13:34 |             gesproken door gelijkenissen, en zonder gelijkenis sprak
36728 Matt  13:36 |                  had, ging Hij naar huis. En Zijn discipelen kwamen tot
36729 Matt  13:37 |                                        37 En Hij, antwoordende, zeide
36730 Matt  13:38 |                                        38 En de akker is de wereld; en
36731 Matt  13:38 |                 En de akker is de wereld; en het goede zaad zijn de kinderen
36732 Matt  13:38 |                 kinderen des Koninkrijks; en het onkruid zijn de kinderen
36733 Matt  13:39 |                                        39 En de vijand, die hetzelve
36734 Matt  13:39 |              gezaaid heeft, is de duivel; en de oogst is de voleinding
36735 Matt  13:39 |                 de voleinding der wereld; en de maaiers zijn de engelen. ~
36736 Matt  13:40 |                dan het onkruid vergaderd, en met vuur verbrand wordt,
36737 Matt  13:41 |                   Zijn engelen uitzenden, en zij zullen uit Zijn Koninkrijk
36738 Matt  13:41 |             vergaderen al de ergernissen, en degenen, die de ongerechtigheid
36739 Matt  13:42 |                                        42 En zullen dezelve in den vurigen
36740 Matt  13:42 |              werpen; daar zal wening zijn en knersing der tanden. ~
36741 Matt  13:44 |                   hebbende, verborg dien, en van blijdschap over denzelven,
36742 Matt  13:44 |                  denzelven, gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft,
36743 Matt  13:44 |                verkoopt al wat hij heeft, en koopt dienzelven akker. ~
36744 Matt  13:46 |                waarde gevonden, ging heen en verkocht al wat hij had,
36745 Matt  13:46 |                  verkocht al wat hij had, en kocht dezelve. ~
36746 Matt  13:47 |                  net, geworpen in de zee, en dat allerlei soorten van
36747 Matt  13:48 |                  aan den oever optrekken, en nederzittende, lezen het
36748 Matt  13:49 |                   engelen zullen uitgaan, en de bozen uit het midden
36749 Matt  13:50 |                                        50 En zullen dezelve in den vurigen
36750 Matt  13:50 |              werpen; daar zal zijn wening en knersing der tanden. ~
36751 Matt  13:51 |                                        51 En Jezus zeide tot hen: Hebt
36752 Matt  13:52 |                                        52 En Hij zeide tot hen: Daarom,
36753 Matt  13:52 |                 die uit zijn schat nieuwe en oude dingen voortbrengt. ~
36754 Matt  13:53 |                                        53 En het is geschied, als Jezus
36755 Matt  13:54 |                                        54 En gekomen zijnde in Zijn vaderland,
36756 Matt  13:54 |                 zodat zij zich ontzetten, en zeiden: Van waar komt Dezen
36757 Matt  13:54 |                   komt Dezen die wijsheid en die krachten? ~
36758 Matt  13:55 |                   de Zoon des timmermans? en is Zijn moeder niet genaamd
36759 Matt  13:55 |                moeder niet genaamd Maria, en Zijn broeders Jakobus en
36760 Matt  13:55 |                  en Zijn broeders Jakobus en Joses, en Simon en Judas? ~
36761 Matt  13:55 |                broeders Jakobus en Joses, en Simon en Judas? ~
36762 Matt  13:55 |                Jakobus en Joses, en Simon en Judas? ~
36763 Matt  13:56 |                                        56 En Zijn zusters, zijn zij niet
36764 Matt  13:57 |                                        57 En zij werden aan Hem geergerd.
36765 Matt  13:57 |                    dan in zijn vaderland, en in zijn huis. ~
36766 Matt  13:58 |                                        58 En Hij heeft aldaar niet vele
36767 Matt  14:2  |                                         2 En zeide tot zijn knechten:
36768 Matt  14:2  |                 is opgewekt van de doden, en daarom werken die krachten
36769 Matt  14:3  |                Johannes gevangen genomen, en hem gebonden, en in den
36770 Matt  14:3  |                 genomen, en hem gebonden, en in den kerker gezet, om
36771 Matt  14:5  |                                         5 En willende hem doden, vreesde
36772 Matt  14:6  |           Herodias in het midden van hen, en zij behaagde aan Herodes. ~
36773 Matt  14:8  |                                         8 En zij, te voren onderricht
36774 Matt  14:9  |                                         9 En de koning werd bedroefd;
36775 Matt  14:9  |                bedroefd; doch om de eden, en degenen, die met hem aanzaten,
36776 Matt  14:10 |                                        10 En zond heen, en onthoofdde
36777 Matt  14:10 |                          10 En zond heen, en onthoofdde Johannes in den
36778 Matt  14:11 |                                        11 En zijn hoofd werd gebracht
36779 Matt  14:11 |                  gebracht in een schotel, en het dochtertje gegeven;
36780 Matt  14:11 |                   het dochtertje gegeven; en zij droeg het tot haar moeder. ~
36781 Matt  14:12 |                                        12 En zijn discipelen kwamen,
36782 Matt  14:12 |                   zijn discipelen kwamen, en namen het lichaam weg, en
36783 Matt  14:12 |                 en namen het lichaam weg, en begroeven hetzelve; en gingen
36784 Matt  14:12 |                    en begroeven hetzelve; en gingen en boodschapten het
36785 Matt  14:12 |             begroeven hetzelve; en gingen en boodschapten het Jezus. ~
36786 Matt  14:13 |                                        13 En als Jezus dit hoorde, vertrok
36787 Matt  14:13 |                 een woeste plaats alleen; en de scharen, dat horende,
36788 Matt  14:14 |                                        14 En Jezus uitgaande, zag een
36789 Matt  14:14 |          uitgaande, zag een grote schare, en werd innerlijk met ontferming
36790 Matt  14:14 |              ontferming over hen bewogen, en genas hun kranken. ~
36791 Matt  14:15 |                                        15 En als het nu avond werd, kwamen
36792 Matt  14:15 |           zeggende: Deze plaats is woest, en de tijd is nu voorbijgegaan;
36793 Matt  14:15 |                zij heengaan in de vlekken en zichzelven spijs kopen. ~
36794 Matt  14:17 |                hier niet, dan vijf broden en twee vissen. ~
36795 Matt  14:18 |                                        18 En Hij zeide: Brengt Mij dezelve
36796 Matt  14:19 |                                        19 En Hij beval de scharen neder
36797 Matt  14:19 |              neder te zitten op het gras, en nam de vijf broden en de
36798 Matt  14:19 |               gras, en nam de vijf broden en de twee vissen, en opwaarts
36799 Matt  14:19 |                 broden en de twee vissen, en opwaarts ziende naar den
36800 Matt  14:19 |                   hemel, zegende dezelve; en als Hij ze gebroken had,
36801 Matt  14:19 |                 de broden den discipelen, en de discipelen aan de scharen. ~
36802 Matt  14:20 |                                        20 En zij aten allen en werden
36803 Matt  14:20 |                      20 En zij aten allen en werden verzadigd, en zij
36804 Matt  14:20 |                allen en werden verzadigd, en zij namen op, het overschot
36805 Matt  14:21 |                 mannen, zonder de vrouwen en kinderen. ~
36806 Matt  14:22 |                                        22 En terstond dwong Jezus Zijn
36807 Matt  14:22 |          discipelen in het schip te gaan, en voor Hem af te varen naar
36808 Matt  14:23 |                                        23 En als Hij nu de scharen van
36809 Matt  14:23 |                berg alleen, om te bidden. En als het nu avond was geworden,
36810 Matt  14:24 |                                        24 En het schip was nu midden
36811 Matt  14:26 |                                        26 En de discipelen, ziende Hem
36812 Matt  14:26 |            zeggende: Het is een spooksel! En zij schreeuwden van vrees. ~
36813 Matt  14:28 |                                        28 En Petrus antwoordde Hem, en
36814 Matt  14:28 |                 En Petrus antwoordde Hem, en zeide: Heere! indien Gij
36815 Matt  14:29 |                                        29 En Hij zeide: Kom. En Petrus
36816 Matt  14:29 |                     29 En Hij zeide: Kom. En Petrus klom neder van het
36817 Matt  14:29 |                 klom neder van het schip, en wandelde op het water, om
36818 Matt  14:30 |                  wind, werd hij bevreesd, en als hij begon neder te zinken,
36819 Matt  14:31 |                                        31 En Jezus, terstond de hand
36820 Matt  14:31 |               uitstekende, greep hem aan, en zeide tot hem: Gij kleingelovige!
36821 Matt  14:32 |                                        32 En als zij in het schip geklommen
36822 Matt  14:33 |                   het schip waren, kwamen en aanbaden Hem, zeggende:
36823 Matt  14:34 |                                        34 En overgevaren zijnde, kwamen
36824 Matt  14:35 |                                        35 En als de mannen van die plaats
36825 Matt  14:35 |                   gehele omliggende land, en brachten tot Hem allen,
36826 Matt  14:36 |                                        36 En baden Hem, dat zij alleenlijk
36827 Matt  14:36 |             kleeds zouden mogen aanraken; en zovelen als Hem aanraakten,
36828 Matt  15:1  |              Jezus enige Schriftgeleerden en Farizeen, die van Jeruzalem
36829 Matt  15:4  |                 zeggende: Eert uwen vader en moeder, en: Wie vader of
36830 Matt  15:4  |                Eert uwen vader en moeder, en: Wie vader of moeder vloekt,
36831 Matt  15:5  |                   kunnen ten nutte komen; en zijn vader of zijn moeder
36832 Matt  15:6  |                                         6 En gij hebt alzo Gods gebod
36833 Matt  15:8  |                 genaakt Mij met hun mond, en eert Mij met de lippen,
36834 Matt  15:10 |                                        10 En als Hij de schare tot Zich
36835 Matt  15:10 |                  zeide Hij tot hen: Hoort en verstaat. ~
36836 Matt  15:12 |                  Zijn discipelen tot Hem, en zeiden tot Hem: Weet Gij
36837 Matt  15:15 |                                        15 En Petrus, antwoordende, zeide
36838 Matt  15:17 |                  ingaat, in de buik komt, en in de heimelijkheid wordt
36839 Matt  15:18 |                 komen voort uit het hart, en dezelve ontreinigen den
36840 Matt  15:21 |                                        21 En Jezus van daar gaande, vertrok
36841 Matt  15:21 |                   naar de delen van Tyrus en Sidon. ~
36842 Matt  15:22 |                                        22 En ziet, een Kananese vrouw,
36843 Matt  15:23 |           antwoordde haar niet een woord. En Zijn discipelen, tot Hem
36844 Matt  15:25 |                                        25 En zij kwam en aanbad Hem,
36845 Matt  15:25 |                            25 En zij kwam en aanbad Hem, zeggende: Heere,
36846 Matt  15:26 |                    26 Doch Hij antwoordde en zeide: Het is niet betamelijk
36847 Matt  15:26 |              brood der kinderen te nemen, en den hondekens voor te werpen. ~
36848 Matt  15:27 |                                        27 En zij zeide: Ja, Heere! doch
36849 Matt  15:28 |                 28 Toen antwoordde Jezus, en zeide tot haar: O vrouw!
36850 Matt  15:28 |               geschiede, gelijk gij wilt. En haar dochter werd gezond
36851 Matt  15:29 |                                        29 En Jezus, van daar vertrekkende,
36852 Matt  15:29 |                   aan de zee van Galilea, en klom op den berg, en zat
36853 Matt  15:29 |             Galilea, en klom op den berg, en zat daar neder. ~
36854 Matt  15:30 |                                        30 En vele scharen zijn tot Hem
36855 Matt  15:30 |                 blinden, stommen, lammen, en vele anderen, en wierpen
36856 Matt  15:30 |                  lammen, en vele anderen, en wierpen ze voor de voeten
36857 Matt  15:30 |                 voor de voeten van Jezus; en Hij genas dezelve. ~
36858 Matt  15:31 |                  de kreupelen wandelende, en de blinden ziende; en zij
36859 Matt  15:31 |         wandelende, en de blinden ziende; en zij verheerlijkten den God
36860 Matt  15:32 |                                        32 En Jezus, Zijn discipelen tot
36861 Matt  15:32 |              dagen bij Mij gebleven zijn, en hebben niet wat zij eten
36862 Matt  15:32 |                 niet wat zij eten zouden; en Ik wil hen niet nuchteren
36863 Matt  15:33 |                                        33 En Zijn discipelen zeiden tot
36864 Matt  15:34 |                                        34 En Jezus zeide tot hen: Hoevele
36865 Matt  15:34 |                   gij? Zij zeiden: Zeven, en weinige visjes. ~
36866 Matt  15:35 |                                        35 En Hij gebood den scharen neder
36867 Matt  15:36 |                                        36 En Hij nam de zeven broden
36868 Matt  15:36 |                   Hij nam de zeven broden en de vissen, en als Hij gedankt
36869 Matt  15:36 |                zeven broden en de vissen, en als Hij gedankt had, brak
36870 Matt  15:36 |                 gedankt had, brak Hij ze, en gaf ze Zijn discipelen;
36871 Matt  15:36 |                   gaf ze Zijn discipelen; en de discipelen gaven ze aan
36872 Matt  15:37 |                                        37 En zij aten allen en werden
36873 Matt  15:37 |                      37 En zij aten allen en werden verzadigd, en zij
36874 Matt  15:37 |                allen en werden verzadigd, en zij namen op, het overschot
36875 Matt  15:38 |                                        38 En die daar gegeten hadden,
36876 Matt  15:38 |                 mannen, zonder de vrouwen en kinderen. ~
36877 Matt  15:39 |                                        39 En de scharen van Zich gelaten
36878 Matt  15:39 |                    ging Hij in het schip, en kwam in de landpalen van
36879 Matt  16:1  |                                         1 En de Farizeen en Sadduceen
36880 Matt  16:1  |                          1 En de Farizeen en Sadduceen tot Hem gekomen
36881 Matt  16:1  |                   tot Hem gekomen zijnde, en Hem verzoekende, begeerden
36882 Matt  16:2  |                    2 Maar Hij antwoordde, en zeide tot hen: Als het avond
36883 Matt  16:3  |                                         3 En des morgens: Heden onweder;
36884 Matt  16:3  |                 gij wel te onderscheiden, en kunt gij de tekenen der
36885 Matt  16:4  |                                4 Het boos en overspelig geslacht verzoekt
36886 Matt  16:4  |              geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken gegeven
36887 Matt  16:4  |              teken van Jona, den profeet. En hen verlatende, ging Hij
36888 Matt  16:5  |                                         5 En als Zijn discipelen op de
36889 Matt  16:6  |                                         6 En Jezus zeide tot hen: Ziet
36890 Matt  16:6  |                  zeide tot hen: Ziet toe, en wacht u van den zuurdesem
36891 Matt  16:6  |                den zuurdesem der Farizeen en Sadduceen. ~
36892 Matt  16:7  |                                         7 En zij overlegden bij zichzelven,
36893 Matt  16:8  |                                         8 En Jezus, dat wetende, zeide
36894 Matt  16:9  |                  9 Verstaat gij nog niet? en gedenkt gij niet aan de
36895 Matt  16:9  |                  der vijf duizend mannen; en hoevele korven gij opnaamt? ~
36896 Matt  16:10 |                  der vier duizend mannen, en hoevele manden gij opnaamt? ~
36897 Matt  16:11 |                den zuurdesem der Farizeen en Sadduceen. ~
36898 Matt  16:12 |                  van de leer der Farizeen en Sadduceen? ~
36899 Matt  16:14 |                                        14 En zij zeiden: Sommigen: Johannes
36900 Matt  16:14 |              Sommigen: Johannes de Doper; en anderen: Elias; en anderen:
36901 Matt  16:14 |                 Doper; en anderen: Elias; en anderen: Jeremia of een
36902 Matt  16:16 |                                        16 En Simon Petrus, antwoordende,
36903 Matt  16:17 |                                        17 En Jezus, antwoordende, zeide
36904 Matt  16:17 |               Simon, Bar-Jona! want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard,
36905 Matt  16:18 |                                        18 En Ik zeg u ook, dat gij zijt
36906 Matt  16:18 |                 ook, dat gij zijt Petrus, en op deze petra zal Ik Mijn
36907 Matt  16:18 |                  Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen
36908 Matt  16:19 |                                        19 En Ik zal u geven de sleutelen
36909 Matt  16:19 |                   Koninkrijk der hemelen; en zo wat gij zult binden op
36910 Matt  16:19 |                 de hemelen gebonden zijn; en zo wat gij ontbinden zult
36911 Matt  16:21 |                  heengaan naar Jeruzalem, en veel lijden van de ouderlingen,
36912 Matt  16:21 |                lijden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden,
36913 Matt  16:21 |            ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden, en gedood
36914 Matt  16:21 |       overpriesters, en Schriftgeleerden, en gedood worden, en ten derden
36915 Matt  16:21 |       Schriftgeleerden, en gedood worden, en ten derden dage opgewekt
36916 Matt  16:22 |                                        22 En Petrus, Hem tot zich genomen
36917 Matt  16:24 |                   verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge
36918 Matt  16:24 |                    en neme zijn kruis op, en volge Mij. ~
36919 Matt  16:26 |                  de gehele wereld gewint, en lijdt schade zijner ziel?
36920 Matt  16:27 |                 Vaders, met Zijn engelen, en alsdan zal Hij een iegelijk
36921 Matt  17:1  |                                         1 En na zes dagen nam Jezus met
36922 Matt  17:1  |                nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, zijn
36923 Matt  17:1  |                  Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, zijn broeder,
36924 Matt  17:1  |                   Johannes, zijn broeder, en bracht hen op een hoge berg
36925 Matt  17:2  |                                         2 En Hij werd voor hen veranderd
36926 Matt  17:2  |                   veranderd van gedaante; en Zijn aangezicht blonk gelijk
36927 Matt  17:2  |           aangezicht blonk gelijk de zon, en Zijn klederen werden wit
36928 Matt  17:3  |                                         3 En ziet, van hen werden gezien
36929 Matt  17:3  |                   hen werden gezien Mozes en Elias, met Hem samensprekende. ~
36930 Matt  17:4  |                                         4 En Petrus, antwoordende, zeide
36931 Matt  17:4  |           tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een, en een voor
36932 Matt  17:4  |                   een, en voor Mozes een, en een voor Elias. ~
36933 Matt  17:5  |                   heeft hen overschaduwd; en ziet, een stem uit de wolk,
36934 Matt  17:6  |                                         6 En de discipelen, dit horende,
36935 Matt  17:6  |                 vielen op hun aangezicht, en werden zeer bevreesd. ~
36936 Matt  17:7  |                                         7 En Jezus, bij hen komende,
36937 Matt  17:7  |                  komende, raakte hen aan, en zeide: Staat op en vreest
36938 Matt  17:7  |                   aan, en zeide: Staat op en vreest niet. ~
36939 Matt  17:8  |                                         8 En hun ogen opheffende, zagen
36940 Matt  17:9  |                                         9 En als zij van de berg afkwamen,
36941 Matt  17:10 |                                        10 En Zijn discipelen vraagden
36942 Matt  17:11 |                Elias zal wel eerst komen, en alles weder oprichten. ~
36943 Matt  17:12 |                  dat Elias nu gekomen is, en zij hebben hem niet gekend;
36944 Matt  17:14 |                                        14 En als zij bij de schare gekomen
36945 Matt  17:14 |           vallende voor Hem op de knieen, en zeggende: ~
36946 Matt  17:15 |               zoon; want hij is maanziek, en is in zwaar lijden; want
36947 Matt  17:15 |           menigmaal valt hij in het vuur, en menigmaal in het water. ~
36948 Matt  17:16 |                                        16 En ik heb hem tot Uw discipelen
36949 Matt  17:16 |                   Uw discipelen gebracht, en zij hebben hem niet kunnen
36950 Matt  17:17 |                                        17 En Jezus, antwoordende, zeide:
36951 Matt  17:17 |         antwoordende, zeide: O, ongelovig en verkeerd geslacht, hoe lang
36952 Matt  17:18 |                                        18 En Jezus bestrafte hem, en
36953 Matt  17:18 |                   En Jezus bestrafte hem, en de duivel ging van hem uit,
36954 Matt  17:18 |                  duivel ging van hem uit, en het kind werd genezen van
36955 Matt  17:19 |              discipelen tot Jezus alleen, en zeiden: Waarom hebben wij
36956 Matt  17:20 |                                        20 En Jezus zeide tot hen: Om
36957 Matt  17:20 |                  heen van hier derwaarts, en hij zal heengaan; en niets
36958 Matt  17:20 |           derwaarts, en hij zal heengaan; en niets zal u onmogelijk zijn. ~
36959 Matt  17:21 |                 niet uit, dan door bidden en vasten. ~
36960 Matt  17:22 |                                        22 En als zij in Galilea verkeerden,
36961 Matt  17:23 |                                        23 En zij zullen Hem doden, en
36962 Matt  17:23 |                  En zij zullen Hem doden, en ten derden dage zal Hij
36963 Matt  17:23 |                  zal Hij opgewekt worden. En zij werden zeer bedroefd. ~
36964 Matt  17:24 |                                        24 En als zij te Kapernaum ingekomen
36965 Matt  17:24 |                  de didrachmen ontvingen, en zeiden: Uw Meester, betaalt
36966 Matt  17:25 |                         25 Hij zeide: Ja. En toen hij in huis gekomen
36967 Matt  17:27 |                   zee, werp de angel uit, en de eerste vis, die opkomt,
36968 Matt  17:27 |             eerste vis, die opkomt, neem, en zijn mond geopend hebbende,
36969 Matt  17:27 |                  stater vinden; neem die, en geef hem aan hen voor Mij
36970 Matt  17:27 |                 geef hem aan hen voor Mij en u. ~  ~
36971 Matt  18:2  |                                         2 En Jezus een kindeken tot Zich
36972 Matt  18:3  |                                         3 En zeide: Voorwaar zeg Ik u:
36973 Matt  18:3  |              Indien gij u niet verandert, en wordt gelijk de kinderkens,
36974 Matt  18:5  |                                         5 En zo wie zodanig een kindeken
36975 Matt  18:6  |                   aan zijn hals gehangen, en dat hij verzonken ware in
36976 Matt  18:8  |                voet u ergert, houwt ze af en werpt ze van u. Het is u
36977 Matt  18:9  |                                         9 En indien uw oog u ergert,
36978 Matt  18:9  |                  u ergert, trekt het uit, en werpt het van u. Het is
36979 Matt  18:12 |                 mens honderd schapen had, en een uit dezelve afgedwaald
36980 Matt  18:12 |               ware, zal hij niet de negen en negentig laten, en op de
36981 Matt  18:12 |                  negen en negentig laten, en op de bergen heengaande,
36982 Matt  18:13 |                                        13 En indien het geschiedt, dat
36983 Matt  18:13 |               hetzelve, dan over de negen en negentig, die niet afgedwaald
36984 Matt  18:15 |                  gezondigd heeft, ga heen en bestraf hem tussen u en
36985 Matt  18:15 |                   en bestraf hem tussen u en hem alleen; indien hij u
36986 Matt  18:17 |                                        17 En indien hij denzelven geen
36987 Matt  18:17 |                  zo zeg het der gemeente; en indien hij ook der gemeente
36988 Matt  18:17 |                   zij hij u als de heiden en de tollenaar. ~
36989 Matt  18:18 |                  de hemel gebonden wezen; en al wat gij op de aarde ontbinden
36990 Matt  18:21 |                 Toen kwam Petrus tot Hem, en zeide: Heere! hoe menigmaal
36991 Matt  18:21 |               broeder tegen mij zondigen, en ik hem vergeven! Tot zevenmaal? ~
36992 Matt  18:25 |                                        25 En als hij niet had, om te
36993 Matt  18:25 |                 dat men hem zou verkopen, en zijn vrouw en kinderen,
36994 Matt  18:25 |                   verkopen, en zijn vrouw en kinderen, en al wat hij
36995 Matt  18:25 |                   zijn vrouw en kinderen, en al wat hij had, en dat de
36996 Matt  18:25 |              kinderen, en al wat hij had, en dat de schuld zou betaald
36997 Matt  18:26 |                 wees lankmoedig over mij, en ik zal u alles betalen. ~
36998 Matt  18:27 |                                        27 En de heer van dezen dienstknecht,
36999 Matt  18:27 |              zijnde, heeft hem ontslagen, en de schuld hem kwijtgescholden. ~
37000 Matt  18:28 |                   penningen schuldig was, en hem aanvattende, greep hem