Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
emmaus 1
emmer 1
emmeren 1
en 46573
en-dor 1
en-eglaim 1
en-gannim 3
Frequency    [«  »]
-----
-----
-----
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het

Bijbel

IntraText - Concordances

en

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573

      Book Chapter: Verse
37001 Matt 18:29 | Wees lankmoedig over mij, en ik zal u alles betalen. ~ 37002 Matt 18:30 | wilde niet, maar ging heen, en wierp hem in de gevangenis, 37003 Matt 18:31 | zeer bedroefd geworden; en komende, verklaarden zij 37004 Matt 18:32 | heer tot zich geroepen, en zeide tot hem: Gij boze 37005 Matt 18:34 | 34 En zijn heer, vertoornd zijnde, 37006 Matt 19:1 | 1 En het geschiedde, toen Jezus 37007 Matt 19:1 | Hij vertrok van Galilea, en kwam over de Jordaan, in 37008 Matt 19:2 | 2 En vele scharen volgden Hem, 37009 Matt 19:2 | vele scharen volgden Hem, en Hij genas ze aldaar. ~ 37010 Matt 19:3 | 3 En de Farizeen kwamen tot Hem, 37011 Matt 19:3 | tot Hem, verzoekende Hem, en zeggende tot Hem: Is het 37012 Matt 19:4 | Hij ze gemaakt heeft man en vrouw? ~ 37013 Matt 19:5 | 5 En gezegd heeft: Daarom zal 37014 Matt 19:5 | Daarom zal een mens vader en moeder verlaten, en zal 37015 Matt 19:5 | vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen, 37016 Matt 19:5 | zal zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot een 37017 Matt 19:7 | een scheidbrief te geven en haar te verlaten? ~ 37018 Matt 19:9 | anders dan om hoererij, en een andere trouwt, die doet 37019 Matt 19:9 | trouwt, die doet overspel, en die de verlatene trouwt, 37020 Matt 19:12 | lijf alzo geboren zijn; en er zijn gesnedenen, die 37021 Matt 19:12 | de mensen gesneden zijn; en er zijn gesnedenen, die 37022 Matt 19:13 | handen hun zou opleggen en bidden; en de discipelen 37023 Matt 19:13 | zou opleggen en bidden; en de discipelen bestraften 37024 Matt 19:14 | Laat af van de kinderkens, en verhindert hen niet tot 37025 Matt 19:15 | 15 En als Hij hun de handen opgelegd 37026 Matt 19:16 | 16 En ziet, er kwam een tot Hem, 37027 Matt 19:16 | ziet, er kwam een tot Hem, en zeide tot Hem: Goede Meester! 37028 Matt 19:17 | 17 En Hij zeide tot hem: Wat noemt 37029 Matt 19:18 | Hij zeide tot Hem: Welke? En Jezus zeide: Deze: Gij zult 37030 Matt 19:19 | 19 Eer uw vader en moeder; en: Gij zult uw 37031 Matt 19:19 | Eer uw vader en moeder; en: Gij zult uw naaste liefhebben 37032 Matt 19:21 | heen, verkoop wat gij hebt, en geef het den armen, en gij 37033 Matt 19:21 | en geef het den armen, en gij zult een schat hebben 37034 Matt 19:21 | schat hebben in de hemel; en kom herwaarts, volg Mij. ~ 37035 Matt 19:23 | 23 En Jezus zeide tot Zijn discipelen: 37036 Matt 19:24 | 24 En wederom zeg Ik u: Het is 37037 Matt 19:26 | 26 En Jezus, hen aanziende, zeide 37038 Matt 19:27 | Toen antwoordde Petrus, en zeide tot Hem: Zie, wij 37039 Matt 19:27 | wij hebben alles verlaten, en zijn U gevolgd, wat zal 37040 Matt 19:28 | 28 En Jezus zeide tot hen: Voorwaar, 37041 Matt 19:29 | 29 En zo wie zal verlaten hebben, 37042 Matt 19:29 | zal honderdvoud ontvangen, en het eeuwige leven beerven. ~ 37043 Matt 19:30 | zullen de laatsten zijn, en vele laatsten de eersten. ~  ~ 37044 Matt 20:2 | 2 En als hij met de arbeiders 37045 Matt 20:3 | 3 En uitgegaan zijnde omtrent 37046 Matt 20:4 | 4 En hij zeide tot dezelve: Gaat 37047 Matt 20:4 | gij heen in den wijngaard, en zo wat recht is, zal ik 37048 Matt 20:4 | recht is, zal ik u geven. En zij gingen. ~ 37049 Matt 20:5 | zijnde omtrent de zesde en negende ure, deed hij desgelijks. ~ 37050 Matt 20:6 | 6 En uitgegaan zijnde omtrent 37051 Matt 20:6 | hij anderen ledig staande, en zeide tot hen: Wat staat 37052 Matt 20:7 | gij heen in den wijngaard, en zo wat recht is, zult gij 37053 Matt 20:8 | rentmeester: Roep de arbeiders, en geef hun het loon, beginnende 37054 Matt 20:9 | 9 En als zij kwamen, die ter 37055 Matt 20:10 | 10 En de eersten komende, meenden, 37056 Matt 20:10 | zij meer ontvangen zouden; en zij zelven ontvingen ook 37057 Matt 20:11 | 11 En dien ontvangen hebbende, 37058 Matt 20:12 | hebben maar een uur gearbeid, en gij hebt ze ons gelijk gemaakt, 37059 Matt 20:12 | die den last des daags en de hitte gedragen hebben. ~ 37060 Matt 20:14 | 14 Neem het uwe en ga heen. Ik wil deze laatsten 37061 Matt 20:16 | laatsten de eersten zijn, en de eersten de laatsten; 37062 Matt 20:17 | 17 En Jezus, opgaande naar Jeruzalem, 37063 Matt 20:17 | discipelen alleen op de weg, en zeide tot hen: ~ 37064 Matt 20:18 | gaan op naar Jeruzalem, en de Zoon des mensen zal den 37065 Matt 20:18 | mensen zal den overpriesteren en Schriftgeleerden overgeleverd 37066 Matt 20:18 | Schriftgeleerden overgeleverd worden, en zij zullen Hem ter dood 37067 Matt 20:19 | 19 En zij zullen Hem den heidenen 37068 Matt 20:19 | overleveren, om Hem te bespotten en te geselen, en te kruisigen; 37069 Matt 20:19 | bespotten en te geselen, en te kruisigen; en ten derden 37070 Matt 20:19 | geselen, en te kruisigen; en ten derden dage zal Hij 37071 Matt 20:20 | zonen, Hem aanbiddende, en begerende wat van Hem. ~ 37072 Matt 20:21 | 21 En Hij zeide tot haar: Wat 37073 Matt 20:21 | de een tot Uw rechter- en de ander tot Uw linker hand 37074 Matt 20:22 | 22 Maar Jezus antwoordde en zeide: Gijlieden weet niet 37075 Matt 20:22 | drinken, dien Ik drinken zal, en met den doop gedoopt worden, 37076 Matt 20:23 | 23 En Hij zeide tot hen: Mijn 37077 Matt 20:23 | drinkbeker zult gij wel drinken, en met den doop, waarmede Ik 37078 Matt 20:23 | zitten tot Mijn rechter- en tot Mijn linker hand staat 37079 Matt 20:24 | 24 En als de andere tien dat hoorden, 37080 Matt 20:25 | 25 En als Jezus hen tot Zich geroepen 37081 Matt 20:25 | heerschappij voeren over hen, en de groten gebruiken macht 37082 Matt 20:27 | 27 En zo wie onder u zal willen 37083 Matt 20:28 | worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een 37084 Matt 20:29 | 29 En als zij van Jericho uitgingen, 37085 Matt 20:30 | 30 En ziet, twee blinden, zittende 37086 Matt 20:31 | 31 En de schare bestrafte hen, 37087 Matt 20:32 | 32 En Jezus, stil staande, riep 37088 Matt 20:32 | stil staande, riep hen en zeide: Wat wilt gij, dat 37089 Matt 20:34 | 34 En Jezus, innerlijk bewogen 37090 Matt 20:34 | barmhartigheid, raakte hun ogen aan; en terstond werden hun ogen 37091 Matt 20:34 | werden hun ogen ziende, en zij volgden Hem. ~  ~ 37092 Matt 21:1 | 1 En als zij nu Jeruzalem genaakten, 37093 Matt 21:1 | nu Jeruzalem genaakten, en gekomen waren te Beth-fage, 37094 Matt 21:2 | dat tegen u over ligt, en gij zult terstond een ezelin 37095 Matt 21:2 | ezelin gebonden vinden, en een veulen met haar; ontbindt 37096 Matt 21:2 | veulen met haar; ontbindt ze, en brengt ze tot Mij. ~ 37097 Matt 21:3 | 3 En indien u iemand iets zegt, 37098 Matt 21:3 | Heere deze van node heeft, en hij zal ze terstond zenden. ~ 37099 Matt 21:5 | komt tot u, zachtmoedig en gezeten op een ezelin en 37100 Matt 21:5 | en gezeten op een ezelin en een veulen, zijnde een jong 37101 Matt 21:6 | 6 En de discipelen heengegaan 37102 Matt 21:6 | discipelen heengegaan zijnde, en gedaan hebbende, gelijk 37103 Matt 21:7 | 7 Brachten de ezelin en het veulen, en legden hun 37104 Matt 21:7 | de ezelin en het veulen, en legden hun klederen op dezelve, 37105 Matt 21:7 | hun klederen op dezelve, en zetten Hem daarop. ~ 37106 Matt 21:8 | 8 En de meeste schare spreidden 37107 Matt 21:8 | hun klederen op den weg, en anderen hieuwen takken van 37108 Matt 21:8 | hieuwen takken van de bomen, en spreidden ze op den weg. ~ 37109 Matt 21:9 | 9 En de scharen, die voorgingen 37110 Matt 21:9 | scharen, die voorgingen en die volgden, riepen, zeggende: 37111 Matt 21:10 | 10 En als Hij te Jeruzalem inkwam, 37112 Matt 21:11 | 11 En de scharen zeiden: Deze 37113 Matt 21:12 | 12 En Jezus ging in den tempel 37114 Matt 21:12 | ging in den tempel Gods, en dreef uit allen, die verkochten 37115 Matt 21:12 | uit allen, die verkochten en kochten in den tempel, en 37116 Matt 21:12 | en kochten in den tempel, en keerde om de tafelen der 37117 Matt 21:12 | tafelen der wisselaars, en de zitstoelen dergenen, 37118 Matt 21:13 | 13 En Hij zeide tot hen: Er is 37119 Matt 21:14 | 14 En er kwamen blinden en kreupelen 37120 Matt 21:14 | 14 En er kwamen blinden en kreupelen tot Hem in den 37121 Matt 21:14 | kreupelen tot Hem in den tempel, en Hij genas dezelve. ~ 37122 Matt 21:15 | Als nu de overpriesters en Schriftgeleerden zagen de 37123 Matt 21:15 | wonderheden, die Hij deed, en de kinderen, roepende in 37124 Matt 21:15 | roepende in den tempel, en zeggende: Hosanna den Zone 37125 Matt 21:16 | 16 En zeiden tot Hem: Hoort Gij 37126 Matt 21:16 | Gij wel, wat dezen zeggen? En Jezus zeide tot hen: Ja; 37127 Matt 21:16 | mond der jonge kinderen en der zuigelingen hebt Gij 37128 Matt 21:17 | 17 En hen verlatende, ging Hij 37129 Matt 21:17 | de stad, naar Bethanie, en overnachtte aldaar. ~ 37130 Matt 21:18 | 18 En des morgens vroeg, als Hij 37131 Matt 21:19 | 19 En ziende, een vijgeboom aan 37132 Matt 21:19 | ging Hij naar hem toe, en vond niets aan denzelven, 37133 Matt 21:19 | dan alleenlijk bladeren; en zeide tot hem: Uit u worde 37134 Matt 21:19 | meer in der eeuwigheid! En de vijgeboom verdorde terstond. ~ 37135 Matt 21:20 | 20 En de discipelen, dat ziende, 37136 Matt 21:21 | Indien gij geloof hadt, en niet twijfeldet, gij zoudt 37137 Matt 21:21 | berg zeidet: Word opgeheven en in de zee geworpen! het 37138 Matt 21:22 | 22 En al wat gij zult begeren 37139 Matt 21:23 | 23 En als Hij in den tempel gekomen 37140 Matt 21:23 | leerde, de overpriesters en de ouderlingen des volks, 37141 Matt 21:23 | macht doet Gij deze dingen? En Wie heeft U deze macht gegeven? ~ 37142 Matt 21:24 | 24 En Jezus, antwoordende, zeide 37143 Matt 21:25 | hemel, of uit de mensen? En zij overlegden bij zichzelven 37144 Matt 21:25 | overlegden bij zichzelven en zeiden: Indien wij zeggen: 37145 Matt 21:26 | 26 En indien wij zeggen: Uit de 37146 Matt 21:27 | 27 En zij, Jezus antwoordende, 37147 Matt 21:27 | zeiden: Wij weten het niet. En Hij zeide tot hen: Zo zeg 37148 Matt 21:28 | Een mens had twee zonen, en gaande tot den eersten, 37149 Matt 21:29 | 29 Doch hij antwoordde en zeide: Ik wil niet; en daarna 37150 Matt 21:29 | antwoordde en zeide: Ik wil niet; en daarna berouw hebbende, 37151 Matt 21:30 | 30 En gaande tot den tweeden, 37152 Matt 21:30 | tweeden, zeide desgelijks, en deze antwoordde en zeide: 37153 Matt 21:30 | desgelijks, en deze antwoordde en zeide: Ik ga, heer! en hij 37154 Matt 21:30 | antwoordde en zeide: Ik ga, heer! en hij ging niet. ~ 37155 Matt 21:31 | zeg u, dat de tollenaars en de hoeren u voorgaan in 37156 Matt 21:32 | den weg der gerechtigheid, en gij hebt hem niet geloofd; 37157 Matt 21:32 | geloofd; maar de tollenaars en de hoeren hebben hem geloofd; 37158 Matt 21:33 | die een wijngaard plantte, en zette een tuin daarom, en 37159 Matt 21:33 | en zette een tuin daarom, en groef een wijnpersbak daarin, 37160 Matt 21:33 | een wijnpersbak daarin, en bouwde een toren, en verhuurde 37161 Matt 21:33 | daarin, en bouwde een toren, en verhuurde dien den landlieden, 37162 Matt 21:33 | verhuurde dien den landlieden, en reisde buiten 's lands. ~ 37163 Matt 21:35 | 35 En de landlieden, nemende zijn 37164 Matt 21:35 | hebben den een geslagen, en den anderen gedood, en den 37165 Matt 21:35 | en den anderen gedood, en den derden gestenigd. ~ 37166 Matt 21:36 | in getal dan de eersten, en zij deden hun desgelijks. ~ 37167 Matt 21:37 | 37 En ten laatste zond hij tot 37168 Matt 21:38 | komt, laat ons hem doden, en zijn erfenis aan ons behouden. ~ 37169 Matt 21:39 | 39 En hem nemende, wierpen zij 37170 Matt 21:39 | uit, buiten de wijngaard, en doodden hem. ~ 37171 Matt 21:41 | een kwaden dood aandoen, en zal den wijngaard aan andere 37172 Matt 21:42 | de Heere is dit geschied, en het is wonderlijk in onze 37173 Matt 21:43 | u zal weggenomen worden, en een volk gegeven, dat zijn 37174 Matt 21:44 | 44 En wie op deze steen valt, 37175 Matt 21:44 | zal verpletterd worden; en op wien hij valt, dien zal 37176 Matt 21:45 | 45 En als de overpriesters en 37177 Matt 21:45 | En als de overpriesters en Farizeen deze Zijn gelijkenissen 37178 Matt 21:46 | 46 En zoekende Hem te vangen, 37179 Matt 22:1 | 1 En Jezus, antwoordende, sprak 37180 Matt 22:3 | 3 En zond zijn dienstknechten 37181 Matt 22:3 | ter bruiloft te roepen; en zij wilden niet komen. ~ 37182 Matt 22:4 | middagmaal bereid; mijn ossen, en de gemeste beesten zijn 37183 Matt 22:4 | gemeste beesten zijn geslacht, en alle dingen zijn gereed; 37184 Matt 22:6 | 6 En de anderen grepen zijn dienstknechten, 37185 Matt 22:6 | deden hun smaadheid aan, en doodden hen. ~ 37186 Matt 22:7 | hoorde, werd hij toornig, en zijn krijgsheiren zendende, 37187 Matt 22:7 | die doodslagers vernield, en hun stad in brand gestoken. ~ 37188 Matt 22:9 | de uitgangen der wegen, en zovelen als gij er zult 37189 Matt 22:10 | 10 En dezelve dienstknechten, 37190 Matt 22:10 | zij vonden, beiden kwaden en goeden; en de bruiloft werd 37191 Matt 22:10 | beiden kwaden en goeden; en de bruiloft werd vervuld 37192 Matt 22:11 | 11 En als de koning ingegaan was, 37193 Matt 22:12 | 12 En zeide tot hem: Vriend! hoe 37194 Matt 22:12 | bruiloftskleed aan hebbende? En hij verstomde. ~ 37195 Matt 22:13 | dienaars: Bindt zijn handen en voeten, neemt hem weg, en 37196 Matt 22:13 | en voeten, neemt hem weg, en werpt hem uit in de buitenste 37197 Matt 22:13 | duisternis; daar zal zijn wening en knersing der tanden. ~ 37198 Matt 22:15 | gingen de Farizeen heen, en hielden te zamen raad, hoe 37199 Matt 22:16 | 16 En zij zonden uit tot Hem hun 37200 Matt 22:16 | dat Gij waarachtig zijt, en de weg Gods in der waarheid 37201 Matt 22:16 | Gods in der waarheid leert, en naar niemand vraagt; want 37202 Matt 22:19 | Mij de schattingpenning. En zij brachten Hem een penning. ~ 37203 Matt 22:20 | 20 En Hij zeide tot hen: Wiens 37204 Matt 22:20 | hen: Wiens is dit beeld en het opschrift? ~ 37205 Matt 22:21 | keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is. ~ 37206 Matt 22:22 | 22 En zij, dit horende, verwonderden 37207 Matt 22:22 | horende, verwonderden zich, en Hem verlatende, zijn zij 37208 Matt 22:23 | dat er geen opstanding is, en vraagden Hem, ~ 37209 Matt 22:24 | deszelfs vrouw trouwen, en zijn broeder zaad verwekken. ~ 37210 Matt 22:25 | bij ons zeven broeders; en de eerste, een vrouw getrouwd 37211 Matt 22:25 | getrouwd hebbende, stierf; en dewijl hij geen zaad had, 37212 Matt 22:26 | Desgelijks ook de tweede, en de derde, tot de zevende 37213 Matt 22:29 | 29 Maar Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gij dwaalt, 37214 Matt 22:31 | 31 En wat aangaat de opstanding 37215 Matt 22:32 | Ik ben de God Abrahams, en de God Izaks, en de God 37216 Matt 22:32 | Abrahams, en de God Izaks, en de God Jakobs! God is niet 37217 Matt 22:33 | 33 En de scharen, dit horende, 37218 Matt 22:34 | 34 En de Farizeen, gehoord hebbende, 37219 Matt 22:35 | 35 En een uit hen, zijnde een 37220 Matt 22:35 | gevraagd, Hem verzoekende, en zeggende: ~ 37221 Matt 22:37 | 37 En Jezus zeide tot hem: Gij 37222 Matt 22:37 | God, met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met 37223 Matt 22:37 | en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand. ~ 37224 Matt 22:38 | 38 Dit is het eerste en het grote gebod. ~ 37225 Matt 22:39 | 39 En het tweede aan dit gelijk, 37226 Matt 22:40 | geboden hangt de ganse wet en de profeten. ~ 37227 Matt 22:42 | 42 En zeide: Wat dunkt u van den 37228 Matt 22:46 | 46 En niemand kon Hem een woord 37229 Matt 23:1 | sprak Jezus tot de scharen en tot Zijn discipelen, ~ 37230 Matt 23:2 | Zeggende: De Schriftgeleerden en de Farizeen zijn gezeten 37231 Matt 23:3 | gij houden zult, houdt dat en doet het; maar doet niet 37232 Matt 23:3 | werken; want zij zeggen het, en doen het niet. ~ 37233 Matt 23:4 | binden lasten, die zwaar zijn en kwalijk om te dragen, en 37234 Matt 23:4 | en kwalijk om te dragen, en leggen ze op de schouderen 37235 Matt 23:5 | 5 En al hun werken doen zij, 37236 Matt 23:5 | hun gedenkcedels breed, en maken de zomen van hun klederen 37237 Matt 23:6 | 6 En zij beminnen de vooraanzitting 37238 Matt 23:6 | vooraanzitting in de maaltijden, en de voorgestoelten in de 37239 Matt 23:7 | begroetingen op de markten, en van de mensen genaamd te 37240 Matt 23:8 | Meester, namelijk Christus; en gij zijt allen broeders. ~ 37241 Matt 23:9 | 9 En gij zult niemand uw vader 37242 Matt 23:12 | 12 En wie zichzelven verhogen 37243 Matt 23:12 | die zal vernederd worden; en wie zichzelven zal vernederen, 37244 Matt 23:13 | u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden! 37245 Matt 23:14 | u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, 37246 Matt 23:14 | de huizen der weduwen op, en dat onder den schijn van 37247 Matt 23:15 | u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, 37248 Matt 23:15 | geveinsden, want gij omreist zee en land, om een Jodengenoot 37249 Matt 23:15 | een Jodengenoot te maken, en als hij het geworden is, 37250 Matt 23:17 | 17 Gij dwazen en blinden, want wat is meerder, 37251 Matt 23:18 | 18 En zo wie gezworen zal hebben 37252 Matt 23:19 | 19 Gij dwazen en blinden, want wat is meerder, 37253 Matt 23:20 | die zweert bij hetzelve, en bij al wat daarop is. ~ 37254 Matt 23:21 | 21 En wie zweert bij den tempel, 37255 Matt 23:21 | die zweert bij denzelven, en bij Dien, Die daarin woont. ~ 37256 Matt 23:22 | 22 En wie zweert bij den hemel, 37257 Matt 23:22 | zweert bij den troon Gods, en bij Dien, Die daarop zit. ~ 37258 Matt 23:23 | u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, 37259 Matt 23:23 | want gij vertient de munte, en de dille, en den komijn, 37260 Matt 23:23 | vertient de munte, en de dille, en den komijn, en gij laat 37261 Matt 23:23 | de dille, en den komijn, en gij laat na het zwaarste 37262 Matt 23:23 | wet, namelijk het oordeel, en de barmhartigheid, en het 37263 Matt 23:23 | oordeel, en de barmhartigheid, en het geloof. Deze dingen 37264 Matt 23:23 | Deze dingen moest men doen, en de andere niet nalaten. ~ 37265 Matt 23:24 | leidslieden, die de mug uitzijgt, en den kemel doorzwelgt. ~ 37266 Matt 23:25 | u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, 37267 Matt 23:25 | buitenste des drinkbekers, en des schotels, maar van binnen 37268 Matt 23:25 | binnen zijn zij vol van roof en onmatigheid. ~ 37269 Matt 23:26 | binnen in den drinkbeker en den schotel is, opdat ook 37270 Matt 23:27 | u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, 37271 Matt 23:27 | zijn zij vol doodsbeenderen en alle onreinigheid. ~ 37272 Matt 23:28 | zijt gij vol geveinsdheid en ongerechtigheid. ~ 37273 Matt 23:29 | u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, 37274 Matt 23:29 | graven der profeten op, en versiert de graftekenen 37275 Matt 23:30 | 30 En zegt: Indien wij in de tijden 37276 Matt 23:34 | Ik zend tot u profeten, en wijzen, en schriftgeleerden, 37277 Matt 23:34 | tot u profeten, en wijzen, en schriftgeleerden, en uit 37278 Matt 23:34 | wijzen, en schriftgeleerden, en uit dezelve zult gij sommigen 37279 Matt 23:34 | zult gij sommigen doden en kruisigen, en sommigen uit 37280 Matt 23:34 | sommigen doden en kruisigen, en sommigen uit dezelve zult 37281 Matt 23:34 | geselen in uw synagogen, en zult hen vervolgen van stad 37282 Matt 23:35 | gedood hebt tussen den tempel en het altaar. ~ 37283 Matt 23:37 | die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden 37284 Matt 23:37 | bijeenvergadert onder de vleugels; en gijlieden hebt niet gewild. ~ 37285 Matt 24:1 | 1 En Jezus ging uit en vertrok 37286 Matt 24:1 | 1 En Jezus ging uit en vertrok van den tempel; 37287 Matt 24:1 | vertrok van den tempel; en Zijn discipelen kwamen bij 37288 Matt 24:2 | 2 En Jezus zeide tot hen: Ziet 37289 Matt 24:3 | 3 En als Hij op den Olijfberg 37290 Matt 24:3 | zullen deze dingen zijn, en welk zal het teken zijn 37291 Matt 24:3 | teken zijn van Uw toekomst, en van de voleinding der wereld? ~ 37292 Matt 24:4 | 4 En Jezus, antwoordende, zeide 37293 Matt 24:5 | zeggende: Ik ben de Christus; en zij zullen velen verleiden. ~ 37294 Matt 24:6 | 6 En gij zult horen van oorlogen, 37295 Matt 24:6 | zult horen van oorlogen, en geruchten van oorlogen; 37296 Matt 24:7 | het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen 37297 Matt 24:7 | tegen het andere koninkrijk; en er zullen zijn hongersnoden, 37298 Matt 24:7 | zullen zijn hongersnoden, en pestilentien, en aardbevingen 37299 Matt 24:7 | hongersnoden, en pestilentien, en aardbevingen in verscheidene 37300 Matt 24:9 | overleveren in verdrukking, en zullen u doden, en gij zult 37301 Matt 24:9 | verdrukking, en zullen u doden, en gij zult gehaat worden van 37302 Matt 24:10 | 10 En dan zullen er velen geergerd 37303 Matt 24:10 | er velen geergerd worden, en zullen elkander overleveren, 37304 Matt 24:10 | zullen elkander overleveren, en elkander haten. ~ 37305 Matt 24:11 | 11 En vele valse profeten zullen 37306 Matt 24:11 | profeten zullen opstaan, en zullen er velen verleiden. ~ 37307 Matt 24:12 | 12 En omdat de ongerechtigheid 37308 Matt 24:14 | 14 En dit Evangelie des Koninkrijks 37309 Matt 24:14 | getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen. ~ 37310 Matt 24:18 | 18 En die op den akker is, kere 37311 Matt 24:19 | Maar wee de bevruchten, en den zogenden vrouwen in 37312 Matt 24:21 | begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal. ~ 37313 Matt 24:22 | 22 En zo die dagen niet verkort 37314 Matt 24:24 | zullen valse christussen en valse profeten opstaan, 37315 Matt 24:24 | valse profeten opstaan, en zullen grote tekenen en 37316 Matt 24:24 | en zullen grote tekenen en wonderheden doen, alzo dat 37317 Matt 24:27 | uitgaat van het oosten, en schijnt tot het westen, 37318 Matt 24:29 | 29 En terstond na de verdrukking 37319 Matt 24:29 | zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel 37320 Matt 24:29 | haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van den 37321 Matt 24:29 | zullen van den hemel vallen, en de krachten der hemelen 37322 Matt 24:30 | 30 En alsdan zal in den hemel 37323 Matt 24:30 | van den Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten 37324 Matt 24:30 | geslachten der aarde wenen, en zullen den Zoon des mensen 37325 Matt 24:30 | hemels, met grote kracht en heerlijkheid. ~ 37326 Matt 24:31 | 31 En Hij zal Zijn engelen uitzenden 37327 Matt 24:31 | bazuin van groot geluid, en zij zullen Zijn uitverkorenen 37328 Matt 24:32 | 32 En leert van den vijgeboom 37329 Matt 24:32 | zijn tak nu teder wordt, en de bladeren uitspruiten, 37330 Matt 24:35 | 35 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, 37331 Matt 24:36 | 36 Doch van dien dag en die ure weet niemand, ook 37332 Matt 24:37 | 37 En gelijk de dagen van Noach 37333 Matt 24:38 | voor den zondvloed, etende en drinkende, trouwende en 37334 Matt 24:38 | en drinkende, trouwende en ten huwelijk uitgevende, 37335 Matt 24:39 | 39 En bekenden het niet, totdat 37336 Matt 24:39 | totdat de zondvloed kwam, en hen allen wegnam; alzo zal 37337 Matt 24:40 | de een zal aangenomen, en de ander zal verlaten worden. ~ 37338 Matt 24:41 | de ene zal aangenomen, en de andere zal verlaten worden. ~ 37339 Matt 24:43 | hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben 37340 Matt 24:45 | 45 Wie is dan de getrouwe en voorzichtige dienstknecht, 37341 Matt 24:49 | 49 En zou beginnen zijn mededienstknechten 37342 Matt 24:49 | mededienstknechten te slaan, en te eten en te drinken met 37343 Matt 24:49 | mededienstknechten te slaan, en te eten en te drinken met de dronkaards; ~ 37344 Matt 24:50 | welken hij hem niet verwacht, en ter ure, die hij niet weet; ~ 37345 Matt 24:51 | 51 En zal hem afscheiden, en zijn 37346 Matt 24:51 | 51 En zal hem afscheiden, en zijn deel zetten met de 37347 Matt 24:51 | geveinsden; daar zal wening zijn en knersing der tanden. ~  ~  ~  37348 Matt 25:1 | welke haar lampen namen, en gingen uit, den bruidegom 37349 Matt 25:2 | 2 En vijf van haar waren wijzen, 37350 Matt 25:2 | vijf van haar waren wijzen, en vijf waren dwazen. ~ 37351 Matt 25:5 | werden zij allen sluimerig, en vielen in slaap. ~ 37352 Matt 25:6 | 6 En ter middernacht geschiedde 37353 Matt 25:7 | stonden al die maagden op, en bereidden haar lampen. ~ 37354 Matt 25:8 | 8 En de dwazen zeiden tot de 37355 Matt 25:9 | opdat er misschien voor ons en voor u niet genoeg zij; 37356 Matt 25:9 | liever tot de verkopers, en koopt voor uzelven. ~ 37357 Matt 25:10 | kopen, kwam de bruidegom; en die gereed waren, gingen 37358 Matt 25:10 | hem in tot de bruiloft, en de deur werd gesloten. ~ 37359 Matt 25:12 | 12 En hij, antwoordende, zeide: 37360 Matt 25:14 | zijn dienstknechten riep, en gaf hun zijn goederen over. ~ 37361 Matt 25:15 | 15 En den ene gaf hij vijf talenten, 37362 Matt 25:15 | ene gaf hij vijf talenten, en den anderen twee, en den 37363 Matt 25:15 | talenten, en den anderen twee, en den derden een, een iegelijk 37364 Matt 25:15 | iegelijk naar zijn vermogen, en verreisde terstond. ~ 37365 Matt 25:16 | ontvangen had, ging heen, en handelde daarmede, en won 37366 Matt 25:16 | heen, en handelde daarmede, en won andere vijf talenten. ~ 37367 Matt 25:18 | ontvangen had, ging heen en groef in de aarde, en verborg 37368 Matt 25:18 | heen en groef in de aarde, en verborg het geld zijns heren. ~ 37369 Matt 25:19 | 19 En na een langen tijd kwam 37370 Matt 25:19 | dezelve dienstknechten, en hield rekening met hen. ~ 37371 Matt 25:20 | 20 En die de vijf talenten ontvangen 37372 Matt 25:20 | talenten ontvangen had, kwam, en bracht tot hem andere vijf 37373 Matt 25:21 | 21 En zijn heer zeide tot hem: 37374 Matt 25:21 | tot hem: Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht! over 37375 Matt 25:22 | 22 En die de twee talenten ontvangen 37376 Matt 25:22 | ontvangen had, kwam ook tot hem, en zeide: Heer, twee talenten 37377 Matt 25:23 | tot hem: Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht, over 37378 Matt 25:24 | ontvangen had, kwam ook en zeide: Heer, ik kende u, 37379 Matt 25:24 | waar gij niet gezaaid hebt, en vergaderende van daar, waar 37380 Matt 25:25 | 25 En bevreesd zijnde, ben ik 37381 Matt 25:25 | zijnde, ben ik heengegaan, en heb uw talent verborgen 37382 Matt 25:26 | zeide tot hem: Gij boze en luie dienstknecht! gij wist, 37383 Matt 25:26 | waar ik niet gezaaid heb, en van daar vergader, waar 37384 Matt 25:27 | wisselaren gedaan hebben, en ik, komende, zou het mijne 37385 Matt 25:28 | van hem het talent weg, en geeft het dengene, die de 37386 Matt 25:29 | dien zal gegeven worden, en hij zal overvloedig hebben; 37387 Matt 25:30 | 30 En werpt den onnutten dienstknecht 37388 Matt 25:30 | duisternis; daar zal wening zijn en knersing der tanden. ~ 37389 Matt 25:31 | 31 En wanneer de Zoon des mensen 37390 Matt 25:31 | zal in Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen met 37391 Matt 25:32 | 32 En voor Hem zullen al de volken 37392 Matt 25:32 | volken vergaderd worden, en Hij zal ze van elkander 37393 Matt 25:33 | 33 En Hij zal de schapen tot Zijn 37394 Matt 25:35 | Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij te eten gegeven; 37395 Matt 25:35 | Ik ben dorstig geweest, en gij hebt Mij te drinken 37396 Matt 25:35 | Ik was een vreemdeling, en gij hebt Mij geherbergd. ~ 37397 Matt 25:36 | 36 Ik was naakt, en gij hebt Mij gekleed; Ik 37398 Matt 25:36 | gekleed; Ik ben krank geweest, en gij hebt Mij bezocht; Ik 37399 Matt 25:36 | Ik was in de gevangenis, en gij zijt tot Mij gekomen. ~ 37400 Matt 25:37 | hebben wij U hongerig gezien, en gespijzigd, of dorstig, 37401 Matt 25:37 | gespijzigd, of dorstig, en te drinken gegeven? ~ 37402 Matt 25:38 | 38 En wanneer hebben wij U een 37403 Matt 25:38 | een vreemdeling gezien, en geherbergd, of naakt en 37404 Matt 25:38 | en geherbergd, of naakt en gekleed? ~ 37405 Matt 25:39 | 39 En wanneer hebben wij U krank 37406 Matt 25:39 | gezien, of in de gevangenis, en zijn tot U gekomen? ~ 37407 Matt 25:40 | 40 En de Koning zal antwoorden 37408 Matt 25:40 | de Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar 37409 Matt 25:41 | vuur, hetwelk den duivel en zijn engelen bereid is. ~ 37410 Matt 25:42 | Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij niet te eten 37411 Matt 25:42 | Ik ben dorstig geweest, en gij hebt Mij niet te drinken 37412 Matt 25:43 | Ik was een vreemdeling; en gij hebt Mij niet geherbergd; 37413 Matt 25:43 | niet geherbergd; naakt, en gij hebt Mij niet gekleed; 37414 Matt 25:43 | Mij niet gekleed; krank, en in de gevangenis, en gij 37415 Matt 25:43 | krank, en in de gevangenis, en gij hebt Mij niet bezocht. ~ 37416 Matt 25:44 | krank, of in de gevangenis, en hebben U niet gediend? ~ 37417 Matt 25:45 | Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar zeg Ik 37418 Matt 25:46 | 46 En dezen zullen gaan in de 37419 Matt 26:1 | 1 En het is geschied, als Jezus 37420 Matt 26:2 | twee dagen het pascha is, en de Zoon des mensen zal overgeleverd 37421 Matt 26:3 | vergaderden de overpriesters en de Schriftgeleerden, en 37422 Matt 26:3 | en de Schriftgeleerden, en de ouderlingen des volks, 37423 Matt 26:4 | 4 En zij beraadslaagden te zamen, 37424 Matt 26:4 | Jezus met listigheid vangen en doden zouden. ~ 37425 Matt 26:7 | met zeer kostelijke zalf, en goot ze uit op Zijn hoofd, 37426 Matt 26:8 | 8 En Zijn discipelen, dat ziende, 37427 Matt 26:9 | had kunnen duur verkocht, en de penningen den armen gegeven 37428 Matt 26:15 | 15 En zeide: Wat wilt gij mij 37429 Matt 26:15 | Wat wilt gij mij geven, en ik zal Hem u overleveren? 37430 Matt 26:15 | ik zal Hem u overleveren? En zij hebben hem toegelegd 37431 Matt 26:16 | 16 En van toen af zocht hij gelegenheid, 37432 Matt 26:17 | 17 En op den eerste dag der ongehevelde 37433 Matt 26:18 | 18 En Hij zeide: Gaat heen in 37434 Matt 26:18 | in de stad, tot zulk een, en zegt hem: De Meester zegt: 37435 Matt 26:19 | 19 En de discipelen deden, gelijk 37436 Matt 26:19 | gelijk Jezus hun bevolen had, en bereidden het pascha. ~ 37437 Matt 26:20 | 20 En als het avond geworden was, 37438 Matt 26:21 | 21 En toen zij aten, zeide Hij: 37439 Matt 26:22 | 22 En zij, zeer bedroefd geworden 37440 Matt 26:23 | 23 En Hij, antwoordende, zeide: 37441 Matt 26:25 | 25 En Judas, die Hem verried, 37442 Matt 26:25 | Hem verried, antwoordde en zeide: Ben ik het, Rabbi? 37443 Matt 26:26 | 26 En als zij aten, nam Jezus 37444 Matt 26:26 | aten, nam Jezus het brood, en gezegend hebbende, brak 37445 Matt 26:26 | hebbende, brak Hij het, en gaf het den discipelen, 37446 Matt 26:26 | gaf het den discipelen, en zeide: Neemt, eet, dat is 37447 Matt 26:27 | 27 En Hij nam den drinkbeker, 37448 Matt 26:27 | Hij nam den drinkbeker, en gedankt hebbende, gaf hun 37449 Matt 26:29 | 29 En Ik zeg u, dat Ik van nu 37450 Matt 26:30 | 30 En als zij den lofzang gezongen 37451 Matt 26:31 | Ik zal den Herder slaan, en de schapen der kudde zullen 37452 Matt 26:36 | plaats genaamd Gethsemane, en zeide tot de discipelen: 37453 Matt 26:36 | neder, totdat Ik heenga, en aldaar zal gebeden hebben. ~ 37454 Matt 26:37 | 37 En met Zich nemende Petrus, 37455 Matt 26:37 | met Zich nemende Petrus, en de twee zonen van Zebedeus, 37456 Matt 26:37 | Zebedeus, begon Hij droevig en zeer beangst te worden. ~ 37457 Matt 26:38 | den dood toe; blijft hier en waakt met Mij. ~ 37458 Matt 26:39 | 39 En een weinig voortgegaan zijnde, 37459 Matt 26:39 | Zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien 37460 Matt 26:40 | 40 En Hij kwam tot de discipelen 37461 Matt 26:40 | Hij kwam tot de discipelen en vond hen slapende, en zeide 37462 Matt 26:40 | discipelen en vond hen slapende, en zeide tot Petrus: Kunt gij 37463 Matt 26:41 | 41 Waakt en bidt, opdat gij niet in 37464 Matt 26:43 | 43 En komende bij hen, vond Hij 37465 Matt 26:44 | 44 En hen latende, ging Hij wederom 37466 Matt 26:44 | ging Hij wederom heen, en bad ten derden male, zeggende 37467 Matt 26:45 | Hij tot Zijn discipelen, en zeide tot hen: Slaapt nu 37468 Matt 26:45 | tot hen: Slaapt nu voort, en rust; ziet, de ure is nabij 37469 Matt 26:45 | de ure is nabij gekomen, en de Zoon des mensen wordt 37470 Matt 26:47 | 47 En als Hij nog sprak, ziet, 37471 Matt 26:47 | een van de twaalven, kwam, en met hem een grote schare, 37472 Matt 26:47 | grote schare, met zwaarden en stokken, gezonden van de 37473 Matt 26:47 | gezonden van de overpriesters en ouderlingen des volks. ~ 37474 Matt 26:48 | 48 En die Hem verried, had hun 37475 Matt 26:49 | 49 En terstond komende tot Jezus, 37476 Matt 26:49 | hij: Wees gegroet, Rabbi! en hij kuste Hem. ~ 37477 Matt 26:50 | hier! Toen kwamen zij toe, en sloegen de handen aan Jezus 37478 Matt 26:50 | sloegen de handen aan Jezus en grepen Hem. ~ 37479 Matt 26:51 | 51 En ziet, een van degenen, die 37480 Matt 26:51 | uitstekende, trok zijn zwaard uit, en slaande den dienstknecht 37481 Matt 26:53 | Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf 37482 Matt 26:55 | moordenaar, met zwaarden en stokken, om Mij te vangen; 37483 Matt 26:55 | lerende in den tempel, en gij hebt Mij niet gegrepen; ~ 37484 Matt 26:57 | alwaar de Schriftgeleerden en ouderlingen vergaderd waren. ~ 37485 Matt 26:58 | 58 En Petrus volgde Hem van verre 37486 Matt 26:58 | zaal des hogepriesters, en binnengegaan zijnde, zat 37487 Matt 26:59 | 59 En de overpriesters, en de 37488 Matt 26:59 | 59 En de overpriesters, en de ouderlingen, en de gehele 37489 Matt 26:59 | overpriesters, en de ouderlingen, en de gehele grote raad zochten 37490 Matt 26:59 | opdat zij Hem doden mochten; en vonden niet. ~ 37491 Matt 26:60 | 60 En hoewel er vele valse getuigen 37492 Matt 26:61 | kwamen twee valse getuigen, en zeiden: Deze heeft gezegd: 37493 Matt 26:61 | den tempel Gods afbreken, en in drie dagen denzelven 37494 Matt 26:62 | 62 En de hogepriester, opstaande, 37495 Matt 26:63 | 63 Doch Jezus zweeg stil. En de hogepriester, antwoordende, 37496 Matt 26:64 | rechter hand der kracht Gods, en komende op de wolken des 37497 Matt 26:66 | 66 Wat dunkt ulieden? En zij, antwoordende, zeiden: 37498 Matt 26:67 | zij in Zijn aangezicht, en sloegen Hem met vuisten. ~ 37499 Matt 26:68 | 68 En anderen gaven Hem kinnebakslagen, 37500 Matt 26:69 | 69 En Petrus zat buiten in de


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License