1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
38001 Mark 5:42 | het was twaalf jaren oud; en zij ontzetten zich met grote
38002 Mark 5:43 | 43 En Hij gebood hun zeer, dat
38003 Mark 5:43 | niemand datzelve zou weten; en zeide, dat men haar zou
38004 Mark 6:1 | 1 En Hij ging van daar weg, en
38005 Mark 6:1 | En Hij ging van daar weg, en kwam in Zijn vaderland,
38006 Mark 6:1 | kwam in Zijn vaderland, en Zijn discipelen volgden
38007 Mark 6:2 | 2 En als het sabbat geworden
38008 Mark 6:2 | in de synagoge te leren; en velen, die Hem hoorden,
38009 Mark 6:2 | komen Dezen deze dingen, en wat wijsheid is dit, die
38010 Mark 6:3 | timmerman, de zoon van Maria, en de broeder van Jakobus en
38011 Mark 6:3 | en de broeder van Jakobus en Joses, en van Judas en Simon,
38012 Mark 6:3 | broeder van Jakobus en Joses, en van Judas en Simon, en zijn
38013 Mark 6:3 | Jakobus en Joses, en van Judas en Simon, en zijn Zijn zusters
38014 Mark 6:3 | en van Judas en Simon, en zijn Zijn zusters niet hier
38015 Mark 6:3 | zusters niet hier bij ons? En zij werden aan Hem geergerd. ~
38016 Mark 6:4 | 4 En Jezus zeide tot hen: Een
38017 Mark 6:4 | ongeeerd dan in zijn vaderland en onder zijn magen, en in
38018 Mark 6:4 | vaderland en onder zijn magen, en in zijn huis. ~
38019 Mark 6:5 | 5 En Hij kon aldaar geen kracht
38020 Mark 6:5 | weinigen zieken de handen op, en genas hen. ~
38021 Mark 6:6 | 6 En Hij verwonderde Zich over
38022 Mark 6:6 | Zich over hun ongeloof, en omging de vlekken daar rondom,
38023 Mark 6:7 | 7 En Hij riep tot Zich de twaalven,
38024 Mark 6:7 | riep tot Zich de twaalven, en begon hen uit te zenden
38025 Mark 6:7 | begon hen uit te zenden twee en twee, en gaf hun macht over
38026 Mark 6:7 | te zenden twee en twee, en gaf hun macht over de onreine
38027 Mark 6:8 | 8 En Hij gebood hun, dat zij
38028 Mark 6:9 | schoenzolen zouden aanbinden, en met geen twee rokken gekleed
38029 Mark 6:10 | 10 En Hij zeide tot hen: Zo waar
38030 Mark 6:11 | 11 En zo wie u niet zullen ontvangen,
38031 Mark 6:11 | zeg Ik u: Het zal Sodom en Gomorra verdragelijker zijn
38032 Mark 6:12 | 12 En uitgegaan zijnde, predikten
38033 Mark 6:13 | 13 En zij wierpen vele duivelen
38034 Mark 6:13 | wierpen vele duivelen uit, en zalfden vele kranken met
38035 Mark 6:13 | zalfden vele kranken met olie, en maakten hen gezond. ~
38036 Mark 6:14 | 14 En de koning Herodes hoorde
38037 Mark 6:14 | was openbaar geworden), en zeide: Johannes, die daar
38038 Mark 6:14 | is van de doden opgewekt, en daarom werken die krachten
38039 Mark 6:15 | Anderen zeiden: Hij is Elias; en anderen zeiden: Hij is een
38040 Mark 6:17 | Johannes gevangen genomen, en hem in de gevangenis gebonden,
38041 Mark 6:19 | 19 En Herodias legde op hem toe;
38042 Mark 6:19 | Herodias legde op hem toe; en wilde hem doden, en kon
38043 Mark 6:19 | toe; en wilde hem doden, en kon niet; ~
38044 Mark 6:20 | dat hij een rechtvaardig en heilig man was, en hield
38045 Mark 6:20 | rechtvaardig en heilig man was, en hield hem in waarde; en
38046 Mark 6:20 | en hield hem in waarde; en als hij hem hoorde, deed
38047 Mark 6:20 | hoorde, deed hij vele dingen, en hoorde hem gaarne. ~
38048 Mark 6:21 | 21 En als er een welgelegen dag
38049 Mark 6:21 | aanrichtte, voor zijn groten, en de oversten over duizend,
38050 Mark 6:21 | de oversten over duizend, en de voornaamsten van Galilea; ~
38051 Mark 6:22 | 22 En als de dochter van dezelve
38052 Mark 6:22 | dezelve Herodias inkwam, en danste, en Herodes en dengenen
38053 Mark 6:22 | Herodias inkwam, en danste, en Herodes en dengenen die
38054 Mark 6:22 | inkwam, en danste, en Herodes en dengenen die mede aanzaten,
38055 Mark 6:22 | van mij, wat gij ook wilt, en ik zal het u geven. ~
38056 Mark 6:23 | 23 En hij zwoer haar: Zo wat gij
38057 Mark 6:24 | 24 En zij, uitgegaan zijnde, zeide
38058 Mark 6:24 | moeder: Wat zal ik eisen? En die zeide: Het hoofd van
38059 Mark 6:25 | 25 En zij, terstond met haast
38060 Mark 6:26 | 26 En de koning, zeer bedroefd
38061 Mark 6:26 | zijnde, nochtans om de eden, en degenen, die mede aanzaten,
38062 Mark 6:27 | 27 En de koning zond terstond
38063 Mark 6:27 | terstond een scherprechter, en gebood zijn hoofd te brengen.
38064 Mark 6:27 | brengen. Deze nu ging heen, en onthoofdde hem in de gevangenis; ~
38065 Mark 6:28 | 28 En bracht zijn hoofd in een
38066 Mark 6:28 | zijn hoofd in een schotel, en gaf hetzelve het dochtertje,
38067 Mark 6:28 | hetzelve het dochtertje, en het dochtertje gaf hetzelve
38068 Mark 6:29 | 29 En als zijn discipelen dit
38069 Mark 6:29 | dit hoorden, gingen zij en namen zijn dood lichaam
38070 Mark 6:29 | namen zijn dood lichaam weg, en legden dat in een graf. ~
38071 Mark 6:30 | 30 En de apostelen kwamen weder
38072 Mark 6:30 | kwamen weder tot Jezus, en boodschapten Hem alles,
38073 Mark 6:30 | beide wat zij gedaan hadden, en wat zij geleerd hadden. ~
38074 Mark 6:31 | 31 En Hij zeide tot hen: Komt
38075 Mark 6:31 | woeste plaats hier alleen, en rust een weinig; want er
38076 Mark 6:31 | waren velen, die kwamen en die gingen, en zij hadden
38077 Mark 6:31 | die kwamen en die gingen, en zij hadden zelfs geen gelegen
38078 Mark 6:32 | 32 En zij vertrokken in een schip,
38079 Mark 6:33 | 33 En de scharen zagen hen heenvaren,
38080 Mark 6:33 | scharen zagen hen heenvaren, en velen werden Hem kennende,
38081 Mark 6:33 | velen werden Hem kennende, en liepen gezamenlijk te voet
38082 Mark 6:33 | van alle steden derwaarts, en kwamen hun voor, en gingen
38083 Mark 6:33 | derwaarts, en kwamen hun voor, en gingen samen tot Hem. ~
38084 Mark 6:34 | 34 En Jezus, uitgaande, zag een
38085 Mark 6:34 | uitgaande, zag een grote schare, en werd innerlijk met ontferming
38086 Mark 6:34 | die geen herder hebben; en Hij begon hun vele dingen
38087 Mark 6:35 | 35 En als het nu laat op den dag
38088 Mark 6:35 | Zijn discipelen tot Hem, en zeiden: Deze plaats is woest,
38089 Mark 6:35 | zeiden: Deze plaats is woest, en het is nu laat op den dag; ~
38090 Mark 6:36 | in de omliggende dorpen en vlekken, en broden voor
38091 Mark 6:36 | omliggende dorpen en vlekken, en broden voor zichzelven mogen
38092 Mark 6:37 | Geeft gij hun te eten. En zij zeiden tot Hem: Zullen
38093 Mark 6:37 | Hem: Zullen wij heengaan, en kopen voor tweehonderd penningen
38094 Mark 6:37 | tweehonderd penningen brood, en hun te eten geven? ~
38095 Mark 6:38 | 38 En Hij zeide tot hen: Hoeveel
38096 Mark 6:38 | broden hebt gij? Gaat heen en beziet het. En toen zij
38097 Mark 6:38 | Gaat heen en beziet het. En toen zij het vernomen hadden,
38098 Mark 6:38 | hadden, zeiden zij: Vijf, en twee vissen. ~
38099 Mark 6:39 | 39 En Hij gebood hun, dat zij
38100 Mark 6:40 | 40 En zij zaten neder in gedeelten
38101 Mark 6:40 | gedeelten bij honderd te zamen, en bij vijftig te zamen. ~
38102 Mark 6:41 | 41 En als Hij de vijf broden en
38103 Mark 6:41 | En als Hij de vijf broden en de twee vissen genomen had,
38104 Mark 6:41 | naar den hemel, zegende en brak de broden, en gaf ze
38105 Mark 6:41 | zegende en brak de broden, en gaf ze Zijn discipelen,
38106 Mark 6:41 | ze hun zouden voorleggen, en de twee vissen deelde Hij
38107 Mark 6:42 | 42 En zij aten allen, en zijn
38108 Mark 6:42 | 42 En zij aten allen, en zijn verzadigd geworden. ~
38109 Mark 6:43 | 43 En zij namen op twaalf volle
38110 Mark 6:43 | twaalf volle korven brokken, en van de vissen. ~
38111 Mark 6:44 | 44 En die daar de broden gegeten
38112 Mark 6:45 | 45 En terstond dwong Hij Zijn
38113 Mark 6:45 | discipelen in het schip te gaan, en voor henen te varen aan
38114 Mark 6:46 | 46 En als Hij aan dezelve hun
38115 Mark 6:47 | 47 En als het nu avond was geworden,
38116 Mark 6:47 | in het midden van de zee, en Hij was alleen op het land. ~
38117 Mark 6:48 | 48 En Hij zag, dat zij zich zeer
38118 Mark 6:48 | want de wind was hun tegen; en omtrent de vierde wake des
38119 Mark 6:48 | hen, wandelende op de zee, en wilde hen voorbijgaan. ~
38120 Mark 6:49 | 49 En zij, ziende Hem wandelen
38121 Mark 6:49 | dat het een spooksel was, en schreeuwden zeer; ~
38122 Mark 6:50 | Want zij zagen Hem allen, en werden ontroerd; en terstond
38123 Mark 6:50 | allen, en werden ontroerd; en terstond sprak Hij met hen,
38124 Mark 6:50 | terstond sprak Hij met hen, en zeide tot hen: Zijt welgemoed,
38125 Mark 6:51 | 51 En Hij klom tot hen in het
38126 Mark 6:51 | klom tot hen in het schip, en de wind stilde; en zij ontzetten
38127 Mark 6:51 | schip, en de wind stilde; en zij ontzetten zich bovenmate
38128 Mark 6:51 | bovenmate zeer in zichzelven, en waren verwonderd. ~
38129 Mark 6:53 | 53 En als zij overgevaren waren,
38130 Mark 6:53 | in het land Gennesareth, en havenden aldaar. ~
38131 Mark 6:54 | 54 En als zij uit het schip gegaan
38132 Mark 6:55 | 55 En het gehele omliggende land
38133 Mark 6:56 | 56 En zo waar Hij kwam, in vlekken,
38134 Mark 6:56 | de kranken op de markten, en baden Hem, dat zij maar
38135 Mark 6:56 | kleeds aanraken mochten; en zovelen, als er Hem aanraakten,
38136 Mark 7:1 | 1 En tot Hem vergaderden de Farizeen,
38137 Mark 7:1 | vergaderden de Farizeen, en sommigen der Schriftgeleerden,
38138 Mark 7:2 | 2 En ziende, dat sommigen van
38139 Mark 7:3 | 3 Want de Farizeen en al de Joden eten niet, tenzij
38140 Mark 7:4 | 4 En van de markt komende, eten
38141 Mark 7:4 | zij eerst gewassen zijn. En vele andere dingen zijn
38142 Mark 7:4 | wassingen der drinkbekers, en kannen, en koperen vaten,
38143 Mark 7:4 | drinkbekers, en kannen, en koperen vaten, en bedden. ~
38144 Mark 7:4 | kannen, en koperen vaten, en bedden. ~
38145 Mark 7:5 | vraagden Hem de Farizeen en de Schriftgeleerden: Waarom
38146 Mark 7:6 | 6 Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Wel heeft
38147 Mark 7:8 | namelijk wassingen der kannen en drinkbekers; en andere dergelijke
38148 Mark 7:8 | der kannen en drinkbekers; en andere dergelijke dingen
38149 Mark 7:9 | 9 En Hij zeide tot hen: Gij doet
38150 Mark 7:10 | heeft gezegd: Eer uw vader en uw moeder; en: wie vader
38151 Mark 7:10 | Eer uw vader en uw moeder; en: wie vader of moeder vloekt,
38152 Mark 7:12 | 12 En gij laat hem niet meer toe,
38153 Mark 7:13 | inzetting, die gij ingezet hebt; en vele dergelijke dingen doet
38154 Mark 7:14 | 14 En tot Zich de ganse schare
38155 Mark 7:14 | tot hen: Hoort Mij allen en verstaat. ~
38156 Mark 7:17 | 17 En toen Hij van de schare in
38157 Mark 7:18 | 18 En Hij zeide tot hen: Zijt
38158 Mark 7:19 | hart, maar in den buik, en gaat in de heimelijkheid
38159 Mark 7:20 | 20 En Hij zeide: Hetgeen uitgaat
38160 Mark 7:23 | komen voort van binnen, en ontreinigen den mens. ~
38161 Mark 7:24 | 24 En van daar opstaande, ging
38162 Mark 7:24 | naar de landpalen van Tyrus en Sidon; en in een huis gegaan
38163 Mark 7:24 | landpalen van Tyrus en Sidon; en in een huis gegaan zijnde,
38164 Mark 7:24 | niet, dat het iemand wist, en Hij kon nochtans niet verborgen
38165 Mark 7:25 | Hem gehoord hebbende, kwam en viel neder aan Zijn voeten. ~
38166 Mark 7:26 | geboorte uit Syro-Fenicie; en zij bad Hem, dat Hij den
38167 Mark 7:27 | brood der kinderen neme, en den hondekens voor werpe. ~
38168 Mark 7:28 | 28 Maar zij antwoordde en zeide tot Hem: Ja, Heere,
38169 Mark 7:29 | 29 En Hij zeide tot haar: Om dezes
38170 Mark 7:30 | 30 En als zij in haar huis kwam,
38171 Mark 7:30 | de duivel uitgevaren was, en de dochter liggende op het
38172 Mark 7:31 | 31 En Hij wederom weggegaan zijnde
38173 Mark 7:31 | van de landpalen van Tyrus en Sidon, kwam aan de zee van
38174 Mark 7:32 | 32 En zij brachten tot Hem een
38175 Mark 7:32 | dove, die zwaarlijk sprak, en baden Hem, dat Hij de hand
38176 Mark 7:33 | 33 En hem van de schare alleen
38177 Mark 7:33 | Zijn vingeren in zijn oren, en gespogen hebbende, raakte
38178 Mark 7:34 | 34 En opwaarts ziende naar den
38179 Mark 7:34 | den hemel, zuchtte Hij, en zeide tot hem: Effatha!
38180 Mark 7:35 | 35 En terstond werden zijn oren
38181 Mark 7:35 | werden zijn oren geopend, en de band zijner tong werd
38182 Mark 7:35 | band zijner tong werd los, en hij sprak recht. ~
38183 Mark 7:36 | 36 En Hij gebood hunlieden, dat
38184 Mark 7:37 | 37 En zij ontzetten zich bovenmate
38185 Mark 7:37 | heeft alles wel gedaan, en Hij maakt, dat de doven
38186 Mark 7:37 | maakt, dat de doven horen, en de stommen spreken. ~ ~ ~ ~
38187 Mark 8:1 | geheel grote schare was, en zij niets hadden wat zij
38188 Mark 8:1 | Zijn discipelen tot Zich, en zeide tot hen: ~
38189 Mark 8:2 | dagen bij Mij gebleven, en hebben niet, wat zij eten
38190 Mark 8:3 | 3 En indien Ik hen nuchteren
38191 Mark 8:4 | 4 En Zijn discipelen antwoordden
38192 Mark 8:5 | 5 En Hij vraagde hun: Hoeveel
38193 Mark 8:5 | Hoeveel broden hebt gij? En zij zeiden: Zeven. ~
38194 Mark 8:6 | 6 En Hij gebood de schare neder
38195 Mark 8:6 | neder te zitten op de aarde, en Hij nam de zeven broden,
38196 Mark 8:6 | Hij nam de zeven broden, en gedankt hebbende, brak Hij
38197 Mark 8:6 | gedankt hebbende, brak Hij ze, en gaf ze Zijn discipelen,
38198 Mark 8:6 | zij ze zouden voorleggen; en zij legden ze de schare
38199 Mark 8:7 | 7 En zij hadden weinige visjes;
38200 Mark 8:7 | zij hadden weinige visjes; en als Hij gezegend had, zeide
38201 Mark 8:8 | 8 En zij hebben gegeten, en zijn
38202 Mark 8:8 | 8 En zij hebben gegeten, en zijn verzadigd geworden,
38203 Mark 8:8 | zijn verzadigd geworden, en zij namen het overschot
38204 Mark 8:9 | waren omtrent vier duizend; en Hij liet hen gaan. ~
38205 Mark 8:10 | 10 En terstond in het schip gegaan
38206 Mark 8:11 | 11 En de Farizeen gingen uit,
38207 Mark 8:11 | de Farizeen gingen uit, en begonnen met Hem te twisten,
38208 Mark 8:12 | 12 En Hij, zwaarlijk zuchtende
38209 Mark 8:13 | 13 En Hij verliet hen, en wederom
38210 Mark 8:13 | 13 En Hij verliet hen, en wederom in het schip gegaan
38211 Mark 8:14 | 14 En Zijn discipelen hadden vergeten
38212 Mark 8:14 | vergeten brood mede te nemen, en hadden niet dan een brood
38213 Mark 8:15 | 15 En Hij gebood hun, zeggende:
38214 Mark 8:15 | zuurdesem der Farizeen, en van den zuurdesem van Herodes. ~
38215 Mark 8:16 | 16 En zij overlegden onder elkander,
38216 Mark 8:17 | 17 En Jezus, dat bekennende, zeide
38217 Mark 8:17 | hebt? Bemerkt gij nog niet, en verstaat gij niet, hebt
38218 Mark 8:18 | hebbende, ziet gij niet? En oren hebbende, hoort gij
38219 Mark 8:19 | 19 En gedenkt gij niet, toen Ik
38220 Mark 8:20 | 20 En toen Ik de zeven brak onder
38221 Mark 8:20 | met brokken gij opnaamt? En zij zeiden: Zeven. ~
38222 Mark 8:21 | 21 En Hij zeide tot hen: Hoe verstaat
38223 Mark 8:22 | 22 En Hij kwam te Bethsaida; en
38224 Mark 8:22 | En Hij kwam te Bethsaida; en zij brachten tot Hem een
38225 Mark 8:22 | brachten tot Hem een blinde, en baden Hem, dat Hij hem aanraakte. ~
38226 Mark 8:23 | 23 En de hand des blinden genomen
38227 Mark 8:23 | hem uit buiten het vlek, en spoog in zijn ogen, en legde
38228 Mark 8:23 | en spoog in zijn ogen, en legde de handen op hem,
38229 Mark 8:23 | legde de handen op hem, en vraagde hem, of hij iets
38230 Mark 8:24 | 24 En hij, opziende, zeide: Ik
38231 Mark 8:25 | handen wederom op zijn ogen, en deed hem opzien. En hij
38232 Mark 8:25 | ogen, en deed hem opzien. En hij werd hersteld, en zag
38233 Mark 8:25 | opzien. En hij werd hersteld, en zag hen allen ver en klaar. ~
38234 Mark 8:25 | hersteld, en zag hen allen ver en klaar. ~
38235 Mark 8:26 | 26 En Hij zond hem naar zijn huis,
38236 Mark 8:26 | zeggende: Ga niet in het vlek, en zeg het niemand in het vlek. ~
38237 Mark 8:27 | 27 En Jezus ging uit en Zijn discipelen
38238 Mark 8:27 | 27 En Jezus ging uit en Zijn discipelen naar de
38239 Mark 8:27 | vlekken van Cesarea Filippi. En op den weg vraagde Hij Zijn
38240 Mark 8:28 | 28 En zij antwoordden: Johannes
38241 Mark 8:28 | antwoordden: Johannes de Doper; en anderen: Elias; en anderen:
38242 Mark 8:28 | Doper; en anderen: Elias; en anderen: Een van de profeten. ~
38243 Mark 8:29 | 29 En Hij zeide tot hen: Maar
38244 Mark 8:29 | wie zegt gij dat Ik ben? En Petrus, antwoordende, zeide
38245 Mark 8:30 | 30 En Hij gebood hun scherpelijk,
38246 Mark 8:31 | 31 En Hij begon hun te leren,
38247 Mark 8:31 | mensen veel moest lijden, en verworpen worden van de
38248 Mark 8:31 | worden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden,
38249 Mark 8:31 | ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden, en gedood
38250 Mark 8:31 | overpriesters, en Schriftgeleerden, en gedood worden, en na drie
38251 Mark 8:31 | Schriftgeleerden, en gedood worden, en na drie dagen wederom opstaan. ~
38252 Mark 8:32 | 32 En dit woord sprak Hij vrij
38253 Mark 8:32 | woord sprak Hij vrij uit; en Petrus, Hem tot zich genomen
38254 Mark 8:33 | Maar Hij, Zich omkerende, en Zijn discipelen aanziende,
38255 Mark 8:34 | 34 En tot Zich geroepen hebbende
38256 Mark 8:34 | verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge
38257 Mark 8:34 | en neme zijn kruis op, en volge Mij. ~
38258 Mark 8:35 | verliezen, om Mijnentwil, en om des Evangelies wil, die
38259 Mark 8:36 | hij de gehele wereld won, en zijner ziele schade leed? ~
38260 Mark 8:38 | 38 Want zo wie zich Mijns en Mijner woorden zal geschaamd
38261 Mark 8:38 | hebben, in dit overspelig en zondig geslacht, diens zal
38262 Mark 9:1 | 1 En Hij zeide tot hen: Voorwaar,
38263 Mark 9:2 | 2 En na zes dagen nam Jezus met
38264 Mark 9:2 | nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, en
38265 Mark 9:2 | Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, en bracht hen
38266 Mark 9:2 | en Jakobus, en Johannes, en bracht hen op een hogen
38267 Mark 9:2 | hogen berg bezijden alleen; en Hij werd voor hen van gedaante
38268 Mark 9:3 | 3 En Zijn klederen werden blinkende,
38269 Mark 9:4 | 4 En van hen werd gezien Elias
38270 Mark 9:4 | gezien Elias met Mozes, en zij spraken met Jezus. ~
38271 Mark 9:5 | 5 En Petrus, antwoordende, zeide
38272 Mark 9:5 | goed, dat wij hier zijn, en laat ons drie tabernakelen
38273 Mark 9:5 | tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een, en voor
38274 Mark 9:5 | een, en voor Mozes een, en voor Elias een. ~
38275 Mark 9:7 | 7 En er kwam een wolk, die hen
38276 Mark 9:7 | die hen overschaduwde, en een stem kwam uit de wolk,
38277 Mark 9:8 | 8 En haastelijk rondom ziende,
38278 Mark 9:9 | 9 En als zij van den berg afkwamen,
38279 Mark 9:10 | 10 En zij behielden dit woord
38280 Mark 9:11 | 11 En zij vraagden Hem, zeggende:
38281 Mark 9:12 | 12 En Hij, antwoordende, zeide
38282 Mark 9:12 | Elias zal wel eerst komen, en alles wederoprichten; en
38283 Mark 9:12 | en alles wederoprichten; en het zal geschieden, gelijk
38284 Mark 9:12 | dat Hij veel lijden zal en veracht worden. ~
38285 Mark 9:13 | dat ook Elias gekomen is, en zij hebben hem gedaan al
38286 Mark 9:14 | 14 En als Hij bij de discipelen
38287 Mark 9:14 | grote schare rondom hen, en enige Schriftgeleerden met
38288 Mark 9:15 | 15 En terstond de gehele schare
38289 Mark 9:15 | Hem ziende, werd verbaasd, en toelopende groetten zij
38290 Mark 9:16 | 16 En Hij vraagde den Schriftgeleerden:
38291 Mark 9:17 | 17 En een uit de schare, antwoordende,
38292 Mark 9:18 | 18 En waar hij hem ook aangrijpt,
38293 Mark 9:18 | aangrijpt, zo scheurt hij hem, en schuimt, en knerst met zijn
38294 Mark 9:18 | scheurt hij hem, en schuimt, en knerst met zijn tanden,
38295 Mark 9:18 | knerst met zijn tanden, en verdort; en ik heb Uw discipelen
38296 Mark 9:18 | zijn tanden, en verdort; en ik heb Uw discipelen gezegd
38297 Mark 9:18 | zij hem zouden uitwerpen, en zij hebben niet gekund. ~
38298 Mark 9:19 | 19 En Hij antwoordden hem, en
38299 Mark 9:19 | En Hij antwoordden hem, en zeide: O ongelovig geslacht,
38300 Mark 9:20 | 20 En zij brachten denzelven tot
38301 Mark 9:20 | brachten denzelven tot Hem; en als hij Hem zag, scheurde
38302 Mark 9:20 | scheurde hem terstond de geest; en hij vallende op de aarde,
38303 Mark 9:21 | 21 En Hij vraagde zijn vader:
38304 Mark 9:21 | dat hem dit overkomen is? En hij zeide: Van zijn kindsheid
38305 Mark 9:22 | 22 En menigmaal heeft hij hem
38306 Mark 9:22 | hij hem ook in het vuur en in het water geworpen, om
38307 Mark 9:22 | ontferming over ons bewogen, en help ons. ~
38308 Mark 9:23 | 23 En Jezus zeide tot hem: Zo
38309 Mark 9:24 | 24 En terstond de vader des kinds,
38310 Mark 9:25 | 25 En Jezus ziende, dat de schare
38311 Mark 9:25 | zeggende tot hem: Gij stomme en dove geest! Ik beveel u,
38312 Mark 9:25 | beveel u, ga uit van hem, en kom niet meer in hem. ~
38313 Mark 9:26 | 26 En hij, roepende en hem zeer
38314 Mark 9:26 | 26 En hij, roepende en hem zeer scheurende, ging
38315 Mark 9:26 | zeer scheurende, ging uit; en het kind werd als dood,
38316 Mark 9:27 | 27 En Jezus, hem bij de hand grijpende,
38317 Mark 9:27 | grijpende, richtte hem op; en hij stond op. ~
38318 Mark 9:28 | 28 En als Hij in huis gegaan was,
38319 Mark 9:29 | 29 En Hij zeide tot hen: Dit geslacht
38320 Mark 9:29 | uitgaan, dan door bidden en vasten. ~
38321 Mark 9:30 | 30 En van daar weggaande, reisden
38322 Mark 9:30 | reisden zij door Galilea; en Hij wilde niet, dat het
38323 Mark 9:31 | leerde Zijn discipelen, en zeide tot hen: De Zoon des
38324 Mark 9:31 | in de handen der mensen, en zij zullen Hem doden, en
38325 Mark 9:31 | en zij zullen Hem doden, en gedood zijnde, zal Hij ten
38326 Mark 9:32 | verstonden dat woord niet, en zij vreesden Hem te vragen. ~
38327 Mark 9:33 | 33 En Hij kwam te Kapernaum, en
38328 Mark 9:33 | En Hij kwam te Kapernaum, en in het huis gekomen zijnde,
38329 Mark 9:35 | 35 En nedergezeten zijnde, riep
38330 Mark 9:35 | zijnde, riep Hij de twaalven, en zeide tot hen: Indien iemand
38331 Mark 9:35 | laatste van allen zijn, en aller dienaar. ~
38332 Mark 9:36 | 36 En nemende een kindeken, stelde
38333 Mark 9:36 | Hij dat midden onder hen, en omving het met Zijn armen,
38334 Mark 9:36 | omving het met Zijn armen, en zeide tot hen: ~
38335 Mark 9:37 | Naam, die ontvangt Mij; en zo wie Mij zal ontvangen,
38336 Mark 9:38 | 38 En Johannes antwoordde Hem,
38337 Mark 9:38 | Naam, welke ons niet volgt; en wij hebben het hem verboden,
38338 Mark 9:39 | kracht doen zal in Mijn Naam, en haastelijk van Mij zal kunnen
38339 Mark 9:42 | 42 En zo wie een van deze kleinen,
38340 Mark 9:42 | om zijn hals gedaan ware, en dat hij in de zee geworpen
38341 Mark 9:43 | 43 En indien uw hand u ergert,
38342 Mark 9:44 | Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet uitgeblust
38343 Mark 9:45 | 45 En indien uw voet u ergert,
38344 Mark 9:46 | Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet uitgeblust
38345 Mark 9:47 | 47 En indien uw oog u ergert,
38346 Mark 9:48 | Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet uitgeblust
38347 Mark 9:49 | met vuur gezouten worden, en iedere offerande zal met
38348 Mark 9:50 | maken? Hebt zout in uzelven, en houdt vrede onder elkander. ~ ~
38349 Mark 10:1 | 1 En van daar opgestaan zijnde,
38350 Mark 10:1 | overzijde van de Jordaan; en de scharen kwamen wederom
38351 Mark 10:1 | kwamen wederom samen bij Hem, en gelijk Hij gewoon was, leerde
38352 Mark 10:2 | 2 En de Farizeen, tot Hem komende,
38353 Mark 10:4 | 4 En zij zeiden: Mozes heeft
38354 Mark 10:4 | scheidbrief te schrijven, en haar te verlaten. ~
38355 Mark 10:5 | 5 En Jezus, antwoordende, zeide
38356 Mark 10:6 | schepping heeft ze God man en vrouw gemaakt. ~
38357 Mark 10:7 | zal een mens zijn vader en zijn moeder verlaten, en
38358 Mark 10:7 | en zijn moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen; ~
38359 Mark 10:8 | 8 En die twee zullen tot een
38360 Mark 10:10 | 10 En in het huis vraagden Hem
38361 Mark 10:11 | 11 En Hij zeide tot hen: Zo wie
38362 Mark 10:11 | wie zijn vrouw verlaat, en een andere trouwt, die doet
38363 Mark 10:12 | 12 En indien een vrouw haar man
38364 Mark 10:12 | vrouw haar man zal verlaten, en met een anderen trouwen,
38365 Mark 10:13 | 13 En zij brachten kinderkens
38366 Mark 10:13 | opdat Hij ze aanraken zou; en de discipelen bestraften
38367 Mark 10:14 | ziende, nam het zeer kwalijk, en zeide tot hen: Laat de kinderkens
38368 Mark 10:14 | kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet; want
38369 Mark 10:16 | 16 En Hij omving ze met Zijn armen,
38370 Mark 10:16 | omving ze met Zijn armen, en de handen op hen gelegd
38371 Mark 10:17 | 17 En als Hij uitging op den weg,
38372 Mark 10:17 | den weg, liep een tot Hem, en voor Hem op de knieen vallende,
38373 Mark 10:18 | 18 En Jezus zeide tot hem: Wat
38374 Mark 10:19 | kort doen; eer uw vader en uw moeder. ~
38375 Mark 10:21 | 21 En Jezus, hem aanziende, beminde
38376 Mark 10:21 | aanziende, beminde hem, en zeide tot hem: Een ding
38377 Mark 10:21 | verkoop alles, wat gij hebt, en geef het den armen, en gij
38378 Mark 10:21 | en geef het den armen, en gij zult een schat hebben
38379 Mark 10:21 | schat hebben in den hemel; en kom herwaarts, neem het
38380 Mark 10:21 | herwaarts, neem het kruis op, en volg Mij. ~
38381 Mark 10:23 | 23 En Jezus rondom ziende, zeide
38382 Mark 10:24 | 24 En de discipelen werden verbaasd
38383 Mark 10:26 | 26 En zij werden nog meer verslagen,
38384 Mark 10:28 | 28 En Petrus begon tot Hem te
38385 Mark 10:28 | wij hebben alles verlaten, en zijn U gevolgd. ~
38386 Mark 10:29 | 29 En Jezus, antwoordende, zeide:
38387 Mark 10:29 | of akkers, om Mijnentwil en des Evangelies wil, ~
38388 Mark 10:30 | nu in dezen tijd, huizen, en broeders, en zusters, en
38389 Mark 10:30 | tijd, huizen, en broeders, en zusters, en moeders, en
38390 Mark 10:30 | en broeders, en zusters, en moeders, en kinderen, en
38391 Mark 10:30 | en zusters, en moeders, en kinderen, en akkers, met
38392 Mark 10:30 | en moeders, en kinderen, en akkers, met de vervolgingen,
38393 Mark 10:30 | akkers, met de vervolgingen, en in de toekomende eeuw het
38394 Mark 10:31 | zullen de laatsten zijn, en velen, die de laatsten zijn,
38395 Mark 10:32 | 32 En zij waren op den weg, gaande
38396 Mark 10:32 | gaande op naar Jeruzalem; en Jezus ging voor hen; en
38397 Mark 10:32 | en Jezus ging voor hen; en zij waren verbaasd, en Hem
38398 Mark 10:32 | en zij waren verbaasd, en Hem volgende, waren zij
38399 Mark 10:32 | volgende, waren zij bevreesd. En de twaalven wederom tot
38400 Mark 10:33 | gaan op naar Jeruzalem, en de Zoon des mensen zal den
38401 Mark 10:33 | zal den overpriesteren, en den Schriftgeleerden overgeleverd
38402 Mark 10:33 | Schriftgeleerden overgeleverd worden, en zij zullen Hem ter dood
38403 Mark 10:33 | Hem ter dood veroordelen, en Hem den heidenen overleveren; ~
38404 Mark 10:34 | 34 En zij zullen Hem bespotten,
38405 Mark 10:34 | zij zullen Hem bespotten, en Hem geselen, en Hem bespuwen,
38406 Mark 10:34 | bespotten, en Hem geselen, en Hem bespuwen, en Hem doden;
38407 Mark 10:34 | geselen, en Hem bespuwen, en Hem doden; en ten derden
38408 Mark 10:34 | bespuwen, en Hem doden; en ten derden dage zal Hij
38409 Mark 10:35 | 35 En tot Hem kwamen Jakobus en
38410 Mark 10:35 | En tot Hem kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus,
38411 Mark 10:36 | 36 En Hij zeide tot hen: Wat wilt
38412 Mark 10:37 | 37 En zij zeiden tot Hem: Geef
38413 Mark 10:37 | een aan Uw rechter hand, en de ander aan Uw linker hand
38414 Mark 10:38 | drinken, dien Ik drink, en met den doop gedoopt worden,
38415 Mark 10:39 | 39 En zij zeiden tot Hem: Wij
38416 Mark 10:39 | drink, zult gij wel drinken, en met den doop gedoopt worden,
38417 Mark 10:40 | zitten tot Mijn rechter hand en tot Mijn linker hand staat
38418 Mark 10:41 | 41 En als de andere tien dit hoorden,
38419 Mark 10:41 | begonnen zij het van Jakobus en Johannes zeer kwalijk te
38420 Mark 10:42 | heerschappij voeren over hen, en hun groten gebruiken macht
38421 Mark 10:44 | 44 En zo wie van u de eerste zal
38422 Mark 10:45 | worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een
38423 Mark 10:46 | 46 En zij kwamen te Jericho. En
38424 Mark 10:46 | En zij kwamen te Jericho. En als Hij en Zijn discipelen,
38425 Mark 10:46 | kwamen te Jericho. En als Hij en Zijn discipelen, en een
38426 Mark 10:46 | Hij en Zijn discipelen, en een grote schare van Jericho
38427 Mark 10:47 | 47 En horende, dat het Jezus de
38428 Mark 10:47 | was, begon hij te roepen en te zeggen: Jezus, Gij Zone
38429 Mark 10:48 | 48 En velen bestraften hem, opdat
38430 Mark 10:49 | 49 En Jezus, stil staande, zeide,
38431 Mark 10:49 | dat men hem roepen zou; en zij riepen den blinde, zeggende
38432 Mark 10:50 | 50 En hij, zijn mantel afgeworpen
38433 Mark 10:50 | afgeworpen hebbende, stond op, en kwam tot Jezus. ~
38434 Mark 10:51 | 51 En Jezus, antwoordende, zeide
38435 Mark 10:51 | gij, dat Ik u doen zal? En de blinde zeide tot Hem:
38436 Mark 10:52 | 52 En Jezus zeide tot hem: Ga
38437 Mark 10:52 | geloof heeft u behouden. En terstond werd hij ziende,
38438 Mark 10:52 | terstond werd hij ziende, en volgde Jezus op den weg. ~ ~
38439 Mark 11:1 | 1 En toen zij Jeruzalem genaakten,
38440 Mark 11:1 | genaakten, te Beth-fage en Bethanie, aan den Olijfberg,
38441 Mark 11:2 | 2 En zeide tot hen: Gaat heen
38442 Mark 11:2 | vlek, dat tegen u over is; en terstond als gij in hetzelve
38443 Mark 11:2 | gezeten heeft, ontbindt het, en brengt het. ~
38444 Mark 11:3 | 3 En indien iemand tot u zegt:
38445 Mark 11:3 | hetzelve van node heeft; en hij zal het terstond herwaarts
38446 Mark 11:4 | 4 En zij gingen heen, en vonden
38447 Mark 11:4 | 4 En zij gingen heen, en vonden het veulen gebonden
38448 Mark 11:4 | buiten aan de wegscheiding, en zij ontbonden hetzelve. ~
38449 Mark 11:5 | 5 En sommigen van degenen, die
38450 Mark 11:6 | gelijk Jezus bevolen had; en zij lieten hen gaan. ~
38451 Mark 11:7 | 7 En zij brachten het veulen
38452 Mark 11:7 | brachten het veulen tot Jezus, en wierpen hun klederen daarop;
38453 Mark 11:7 | wierpen hun klederen daarop; en Hij zat op hetzelve. ~
38454 Mark 11:8 | 8 En velen spreidden hun klederen
38455 Mark 11:8 | hun klederen op den weg, en anderen hieuwen meien van
38456 Mark 11:8 | hieuwen meien van de bomen, en spreidden ze op den weg. ~
38457 Mark 11:9 | 9 En die voorgingen en die volgden
38458 Mark 11:9 | 9 En die voorgingen en die volgden riepen, zeggende:
38459 Mark 11:11 | 11 En Jezus kwam binnen Jeruzalem,
38460 Mark 11:11 | Jezus kwam binnen Jeruzalem, en in den tempel; en als Hij
38461 Mark 11:11 | Jeruzalem, en in den tempel; en als Hij alles rondom bezien
38462 Mark 11:11 | alles rondom bezien had, en het nu avondstond was, ging
38463 Mark 11:12 | 12 En des anderen daags, als zij
38464 Mark 11:13 | 13 En ziende van verre een vijgeboom,
38465 Mark 11:13 | op denzelven zou vinden; en daarbij gekomen zijnde,
38466 Mark 11:14 | 14 En Jezus, antwoordende, zeide
38467 Mark 11:14 | van u in der eeuwigheid! En Zijn discipelen hoorden
38468 Mark 11:15 | 15 En zij kwamen te Jeruzalem;
38469 Mark 11:15 | zij kwamen te Jeruzalem; en Jezus, in den tempel gegaan
38470 Mark 11:15 | in den tempel verkochten en kochten, uit te drijven;
38471 Mark 11:15 | kochten, uit te drijven; en de tafelen der wisselaars,
38472 Mark 11:15 | tafelen der wisselaars, en de zitstoelen dergenen,
38473 Mark 11:16 | 16 En liet niet toe, dat iemand
38474 Mark 11:17 | 17 En Hij leerde, zeggende tot
38475 Mark 11:18 | 18 En de Schriftgeleerden en de
38476 Mark 11:18 | 18 En de Schriftgeleerden en de overpriesters hoorden
38477 Mark 11:18 | overpriesters hoorden dat, en zochten, hoe zij Hem doden
38478 Mark 11:19 | 19 En als het nu laat geworden
38479 Mark 11:20 | 20 En des morgens vroeg voorbijgaande,
38480 Mark 11:21 | 21 En Petrus, zulks indachtig
38481 Mark 11:22 | 22 En Jezus, antwoordende, zeide
38482 Mark 11:23 | zal zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen; en niet
38483 Mark 11:23 | opgeheven en in de zee geworpen; en niet zal twijfelen in zijn
38484 Mark 11:24 | dat gij ze ontvangen zult, en zij zullen u geworden. ~
38485 Mark 11:25 | 25 En wanneer gij staat om te
38486 Mark 11:27 | 27 En zij kwamen wederom te Jeruzalem.
38487 Mark 11:27 | kwamen wederom te Jeruzalem. En als Hij in den tempel wandelde,
38488 Mark 11:27 | tot Hem de overpriesters, en de schriftgeleerden, en
38489 Mark 11:27 | en de schriftgeleerden, en de ouderlingen. ~
38490 Mark 11:28 | 28 En zeiden tot Hem: Door wat
38491 Mark 11:28 | macht doet Gij deze dingen? En wie heeft U deze macht gegeven,
38492 Mark 11:29 | vragen; antwoordt Mij ook, en zo zal Ik u zeggen, door
38493 Mark 11:31 | 31 En zij overlegden onder zich,
38494 Mark 11:33 | 33 En, antwoordende, zeiden zij
38495 Mark 11:33 | Jezus: Wij weten het niet. En Jezus, antwoordende, zeide
38496 Mark 12:1 | 1 En Hij begon door gelijkenissen
38497 Mark 12:1 | mens plantte een wijngaard, en zette een tuin daarom, en
38498 Mark 12:1 | en zette een tuin daarom, en groef een wijnpersbak, en
38499 Mark 12:1 | en groef een wijnpersbak, en bouwde een toren, en verhuurde
38500 Mark 12:1 | wijnpersbak, en bouwde een toren, en verhuurde dien aan de landlieden,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |