1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
38501 Mark 12:1 | dien aan de landlieden, en reisde buitenslands. ~
38502 Mark 12:2 | 2 En als het de tijd was, zond
38503 Mark 12:3 | 3 Maar zij namen en sloegen hem, en zonden hem
38504 Mark 12:3 | zij namen en sloegen hem, en zonden hem ledig heen. ~
38505 Mark 12:4 | 4 En hij zond wederom een anderen
38506 Mark 12:4 | anderen dienstknecht tot hen, en dien stenigden zij, en wondden
38507 Mark 12:4 | en dien stenigden zij, en wondden hem het hoofd, en
38508 Mark 12:4 | en wondden hem het hoofd, en zonden hem henen, schandelijk
38509 Mark 12:5 | 5 En wederom zond hij een anderen,
38510 Mark 12:5 | wederom zond hij een anderen, en dien doodden zij; en vele
38511 Mark 12:5 | anderen, en dien doodden zij; en vele anderen, waarvan zij
38512 Mark 12:5 | waarvan zij sommigen sloegen, en sommigen doodden. ~
38513 Mark 12:7 | komt, laat ons hem doden, en de erfenis zal onze zijn. ~
38514 Mark 12:8 | 8 En zij namen en doodden hem,
38515 Mark 12:8 | 8 En zij namen en doodden hem, en wierpen
38516 Mark 12:8 | zij namen en doodden hem, en wierpen hem uit, buiten
38517 Mark 12:9 | wijngaards doen? Hij zal komen, en de landlieden verderven,
38518 Mark 12:9 | de landlieden verderven, en den wijngaard aan anderen
38519 Mark 12:11 | den Heere is dit geschied, en het is wonderlijk in onze
38520 Mark 12:12 | 12 En zij zochten Hem te vangen,
38521 Mark 12:12 | gelijkenis op hen sprak; en zij verlieten Hem en gingen
38522 Mark 12:12 | sprak; en zij verlieten Hem en gingen weg. ~
38523 Mark 12:13 | 13 En zij zonden tot Hem enigen
38524 Mark 12:13 | Hem enigen der Farizeen en der Herodianen, opdat zij
38525 Mark 12:14 | 14 Dezen nu kwamen en zeiden tot Hem: Meester,
38526 Mark 12:14 | dat Gij waarachtig zijt, en naar niemand vraagt; want
38527 Mark 12:15 | 15 En Hij, wetende hun geveinsdheid,
38528 Mark 12:16 | 16 En zij brachten een. En Hij
38529 Mark 12:16 | 16 En zij brachten een. En Hij zeide tot hen: Wiens
38530 Mark 12:16 | hen: Wiens is dit beeld, en het opschrift? En zij zeiden
38531 Mark 12:16 | beeld, en het opschrift? En zij zeiden tot Hem: Des
38532 Mark 12:17 | 17 En Jezus, antwoordende, zeide
38533 Mark 12:17 | keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is. En zij
38534 Mark 12:17 | is, en Gode, dat Gods is. En zij verwonderden zich over
38535 Mark 12:18 | 18 En de Sadduceen kwamen tot
38536 Mark 12:18 | dat er geen opstanding is, en vraagden Hem, zeggende: ~
38537 Mark 12:19 | iemands broeder sterft, en een vrouw achterlaat, en
38538 Mark 12:19 | en een vrouw achterlaat, en geen kinderen nalaat, dat
38539 Mark 12:19 | deszelfs vrouw nemen zal en zijn broeder zaad verwekken. ~
38540 Mark 12:20 | waren nu zeven broeders, en de eerste nam een vrouw,
38541 Mark 12:20 | de eerste nam een vrouw, en stervende liet geen zaad
38542 Mark 12:21 | De tweede nam haar ook, en is gestorven, en ook deze
38543 Mark 12:21 | haar ook, en is gestorven, en ook deze liet geen zaad
38544 Mark 12:21 | deze liet geen zaad na; en de derde desgelijks. ~
38545 Mark 12:22 | 22 En al de zeven namen dezelve,
38546 Mark 12:22 | de zeven namen dezelve, en lieten geen zaad na; de
38547 Mark 12:24 | 24 En Jezus, antwoordende, zeide
38548 Mark 12:26 | Ik ben de God Abrahams, en de God Izaks, en de God
38549 Mark 12:26 | Abrahams, en de God Izaks, en de God Jakobs? ~
38550 Mark 12:28 | 28 En een der Schriftgeleerden
38551 Mark 12:28 | zamen in woorden waren, en wetende, dat Hij hun wel
38552 Mark 12:28 | geantwoord had, kwam tot Hem, en vraagde Hem: Welk is het
38553 Mark 12:29 | 29 En Jezus antwoordde hem: Het
38554 Mark 12:30 | 30 En gij zult den Heere, uw God,
38555 Mark 12:30 | liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit
38556 Mark 12:30 | en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand,
38557 Mark 12:30 | uit geheel uw verstand, en uit geheel uw kracht. Dit
38558 Mark 12:31 | 31 En het tweede aan dit gelijk,
38559 Mark 12:32 | 32 En de schriftgeleerde zeide
38560 Mark 12:32 | dat er een enig God is, en er is geen ander dan Hij; ~
38561 Mark 12:33 | 33 En Hem lief te hebben uit geheel
38562 Mark 12:33 | hebben uit geheel het hart, en uit geheel het verstand,
38563 Mark 12:33 | uit geheel het verstand, en uit geheel de ziel, en uit
38564 Mark 12:33 | en uit geheel de ziel, en uit geheel de kracht; en
38565 Mark 12:33 | en uit geheel de kracht; en den naaste lief te hebben
38566 Mark 12:33 | meer dan al de brandofferen en de slachtofferen. ~
38567 Mark 12:34 | 34 En Jezus ziende, dat hij verstandelijk
38568 Mark 12:34 | van het Koninkrijk Gods. En niemand durfde Hem meer
38569 Mark 12:35 | 35 En Jezus antwoordde en zeide,
38570 Mark 12:35 | 35 En Jezus antwoordde en zeide, lerende in den tempel:
38571 Mark 12:37 | zelf noemt Hem zijn Heere, en hoe is Hij zijn Zoon? En
38572 Mark 12:37 | en hoe is Hij zijn Zoon? En de menigte der schare hoorde
38573 Mark 12:38 | 38 En Hij zeide tot hen in Zijn
38574 Mark 12:38 | wandelen in lange klederen, en gegroet zijn op de markten; ~
38575 Mark 12:39 | 39 En de voorgestoelten hebben
38576 Mark 12:39 | hebben in de synagogen, en de vooraanzittingen in de
38577 Mark 12:40 | huizen der weduwen opeten, en dat onder den schijn van
38578 Mark 12:41 | 41 En Jezus, gezeten zijnde tegenover
38579 Mark 12:41 | geld wierp in de schatkist; en vele rijken wierpen veel
38580 Mark 12:42 | 42 En er kwam een arme weduwe,
38581 Mark 12:43 | 43 En Jezus, Zijn discipelen tot
38582 Mark 13:1 | 1 En als Hij uit den tempel ging,
38583 Mark 13:1 | zie, hoedanige stenen, en hoedanige gebouwen! ~
38584 Mark 13:2 | 2 En Jezus, antwoordende, zeide
38585 Mark 13:3 | 3 En als Hij gezeten was op den
38586 Mark 13:3 | over, vraagden Hem Petrus, en Jakobus, en Johannes, en
38587 Mark 13:3 | Hem Petrus, en Jakobus, en Johannes, en Andreas, alleen: ~
38588 Mark 13:3 | en Jakobus, en Johannes, en Andreas, alleen: ~
38589 Mark 13:4 | zullen deze dingen zijn? En welk is het teken, wanneer
38590 Mark 13:5 | 5 En Jezus, hun antwoordende,
38591 Mark 13:6 | zeggende: Ik ben de Christus; en zullen velen verleiden. ~
38592 Mark 13:7 | 7 En wanneer gij zult horen van
38593 Mark 13:7 | zult horen van oorlogen, en geruchten van oorlogen,
38594 Mark 13:8 | het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen
38595 Mark 13:8 | tegen het andere koninkrijk; en er zullen aardbevingen zijn
38596 Mark 13:8 | in verscheidene plaatsen, en er zullen hongersnoden wezen,
38597 Mark 13:8 | zullen hongersnoden wezen, en beroerten. Deze dingen zijn
38598 Mark 13:9 | in de raadsvergaderingen, en in de synagogen; gij zult
38599 Mark 13:9 | gij zult geslagen worden, en voor stadhouders en koningen
38600 Mark 13:9 | worden, en voor stadhouders en koningen zult gij gesteld
38601 Mark 13:10 | 10 En het Evangelie moet eerst
38602 Mark 13:11 | bezorgd, wat gij spreken zult, en bedenkt het niet; maar zo
38603 Mark 13:12 | 12 En de ene broeder zal den anderen
38604 Mark 13:12 | overleveren tot den dood, en de vader het kind; en de
38605 Mark 13:12 | dood, en de vader het kind; en de kinderen zullen opstaan
38606 Mark 13:12 | opstaan tegen de ouders, en zullen hen doden. ~
38607 Mark 13:13 | 13 En gij zult gehaat worden van
38608 Mark 13:15 | 15 En die op het dak is, kome
38609 Mark 13:15 | kome niet af in het huis, en ga niet in, om iets uit
38610 Mark 13:16 | 16 En die op den akker is, kere
38611 Mark 13:17 | Maar wee den bevruchten en den zogenden vrouwen in
38612 Mark 13:19 | geschapen heeft, tot nu toe, en ook niet zijn zal. ~
38613 Mark 13:20 | 20 En indien de Heere de dagen
38614 Mark 13:21 | 21 En alsdan, zo iemand tot ulieden
38615 Mark 13:22 | zullen valse christussen, en valse profeten opstaan,
38616 Mark 13:22 | valse profeten opstaan, en zullen tekenen en wonderen
38617 Mark 13:22 | opstaan, en zullen tekenen en wonderen doen, om te verleiden,
38618 Mark 13:24 | zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel
38619 Mark 13:25 | 25 En de sterren des hemels zulen
38620 Mark 13:25 | hemels zulen daaruit vallen, en de krachten, die in de hemelen
38621 Mark 13:26 | 26 En alsdan zullen zij den Zoon
38622 Mark 13:26 | wolken, met grote kracht en heerlijkheid. ~
38623 Mark 13:27 | 27 En alsdan zal Hij Zijn engelen
38624 Mark 13:27 | Zijn engelen uitzenden, en zal Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen
38625 Mark 13:28 | 28 En leert van den vijgeboom
38626 Mark 13:28 | nu zijn tak teder wordt, en de bladeren uitspruiten,
38627 Mark 13:31 | 31 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan;
38628 Mark 13:32 | 32 Maar van dien dag en die ure weet niemand, noch
38629 Mark 13:33 | 33 Ziet toe, waakt en bidt; want gij weet niet,
38630 Mark 13:34 | reizende, zijn huis verliet, en zijn dienstknechten macht
38631 Mark 13:34 | dienstknechten macht gaf, en elk zijn werk, en den deurwachter
38632 Mark 13:34 | macht gaf, en elk zijn werk, en den deurwachter gebood,
38633 Mark 13:36 | hij niet onvoorziens kome, en u slapende vinde. ~
38634 Mark 13:37 | 37 En hetgeen Ik u zeg, dat zeg
38635 Mark 14:1 | 1 En het pascha, en het feest
38636 Mark 14:1 | 1 En het pascha, en het feest der ongehevelde
38637 Mark 14:1 | broden was na twee dagen. En de overpriesters en de Schriftgeleerden
38638 Mark 14:1 | dagen. En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten,
38639 Mark 14:1 | Hem met listigheid vangen en doden zouden. ~
38640 Mark 14:3 | 3 En als Hij te Bethanie was,
38641 Mark 14:3 | nardus, van groten prijs; en de albasten fles gebroken
38642 Mark 14:4 | 4 En er waren sommigen, die dat
38643 Mark 14:4 | kwalijk namen bij zichzelven, en zeiden: Waartoe is dit verlies
38644 Mark 14:5 | driehonderd penningen verkocht, en die den armen gegeven worden;
38645 Mark 14:5 | den armen gegeven worden; en zij vergrimden tegen haar. ~
38646 Mark 14:7 | armen hebt gij altijd met u, en wanneer gij wilt, kunt gij
38647 Mark 14:10 | 10 En Judas Iskariot, een van
38648 Mark 14:11 | 11 En zij, dat horende, waren
38649 Mark 14:11 | horende, waren verblijd, en beloofden hem geld te geven;
38650 Mark 14:11 | beloofden hem geld te geven; en hij zocht, hoe hij Hem bekwamelijk
38651 Mark 14:12 | 12 En op den eersten dag der ongehevelde
38652 Mark 14:12 | wilt Gij, dat wij heengaan, en bereiden, dat Gij het pascha
38653 Mark 14:13 | 13 En Hij zond twee van Zijn discipelen
38654 Mark 14:13 | van Zijn discipelen uit, en zeide tot hen: Gaat henen
38655 Mark 14:13 | Gaat henen in de stad, en u zal een mens ontmoeten,
38656 Mark 14:14 | 14 En zo waar hij ingaat, zegt
38657 Mark 14:15 | 15 En hij zal u wijzen een grote
38658 Mark 14:15 | grote opperzaal, toegerust en gereed; bereidt het ons
38659 Mark 14:16 | 16 En Zijn discipelen gingen uit,
38660 Mark 14:16 | Zijn discipelen gingen uit, en kwamen in de stad, en vonden
38661 Mark 14:16 | uit, en kwamen in de stad, en vonden het, gelijk Hij hun
38662 Mark 14:16 | gelijk Hij hun gezegd had, en bereidden het pascha. ~
38663 Mark 14:17 | 17 En als het avond geworden was,
38664 Mark 14:18 | 18 En als zij aanzaten en aten,
38665 Mark 14:18 | 18 En als zij aanzaten en aten, zeide Jezus: Voorwaar,
38666 Mark 14:19 | 19 En zij begonnen bedroefd te
38667 Mark 14:19 | begonnen bedroefd te worden, en de een na de ander tot Hem
38668 Mark 14:19 | Hem te zeggen: Ben ik het? En een ander: Ben ik het? ~
38669 Mark 14:20 | 20 Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Het is een
38670 Mark 14:22 | 22 En als zij aten, nam Jezus
38671 Mark 14:22 | zij aten, nam Jezus brood, en als Hij gezegend had, brak
38672 Mark 14:22 | gezegend had, brak Hij het, en gaf het hun, en zeide: Neemt,
38673 Mark 14:22 | Hij het, en gaf het hun, en zeide: Neemt, eet, dat is
38674 Mark 14:23 | 23 En Hij nam den drinkbeker,
38675 Mark 14:23 | Hij nam den drinkbeker, en gedankt hebbende, gaf hun
38676 Mark 14:23 | hebbende, gaf hun dien; en zij dronken allen uit denzelven. ~
38677 Mark 14:24 | 24 En Hij zeide tot hen: Dat is
38678 Mark 14:26 | 26 En als zij den lofzang gezongen
38679 Mark 14:27 | 27 En Jezus zeide tot hen: Gij
38680 Mark 14:27 | Ik zal den Herder slaan, en de schapen zullen verstrooid
38681 Mark 14:29 | 29 En Petrus zeide tot Hem: Of
38682 Mark 14:30 | 30 En Jezus zeide tot hem: Voorwaar,
38683 Mark 14:31 | geenszins verloochenen. En insgelijks zeiden zij ook
38684 Mark 14:32 | 32 En zij kwamen in een plaats,
38685 Mark 14:32 | welker naam was Gethsemane, en Hij zeide tot Zijn discipelen:
38686 Mark 14:33 | 33 En Hij nam met Zich Petrus,
38687 Mark 14:33 | Hij nam met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, en
38688 Mark 14:33 | Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, en begon verbaasd
38689 Mark 14:33 | en Jakobus, en Johannes, en begon verbaasd en zeer beangst
38690 Mark 14:33 | Johannes, en begon verbaasd en zeer beangst te worden; ~
38691 Mark 14:34 | 34 En zeide tot hen: Mijn ziel
38692 Mark 14:34 | den dood toe; blijft hier, en waakt. ~
38693 Mark 14:35 | 35 En een weinig voortgegaan zijnde,
38694 Mark 14:35 | zijnde, viel Hij op de aarde, en bad, zo het mogelijk ware,
38695 Mark 14:36 | 36 En Hij zeide: Abba, Vader,
38696 Mark 14:37 | 37 En Hij kwam, en vond hen slapende,
38697 Mark 14:37 | 37 En Hij kwam, en vond hen slapende, en zeide
38698 Mark 14:37 | kwam, en vond hen slapende, en zeide tot Petrus: Simon,
38699 Mark 14:38 | 38 Waakt en bidt, opdat gij niet in
38700 Mark 14:39 | 39 En wederom heengegaan zijnde,
38701 Mark 14:40 | 40 En wedergekeerd zijnde, vond
38702 Mark 14:40 | hun ogen waren bezwaard; en zij wisten niet, wat zij
38703 Mark 14:41 | 41 En Hij kwam ten derden male,
38704 Mark 14:41 | Hij kwam ten derden male, en zeide tot hen: Slaapt nu
38705 Mark 14:41 | tot hen: Slaapt nu voort, en rust; het is genoeg, de
38706 Mark 14:43 | 43 En terstond, als Hij nog sprak,
38707 Mark 14:43 | een was van de twaalven, en met hem een grote schare,
38708 Mark 14:43 | grote schare, met zwaarden en stokken, gezonden van de
38709 Mark 14:43 | gezonden van de overpriesters, en de schriftgeleerden, en
38710 Mark 14:43 | en de schriftgeleerden, en de ouderlingen. ~
38711 Mark 14:44 | 44 En die Hem verried, had hun
38712 Mark 14:44 | Die is het, grijpt Hem, en leidt Hem zekerlijk henen. ~
38713 Mark 14:45 | 45 En als hij gekomen was, ging
38714 Mark 14:45 | ging hij terstond tot Hem, en zeide: Rabbi, Rabbi, en
38715 Mark 14:45 | en zeide: Rabbi, Rabbi, en kuste Hem. ~
38716 Mark 14:46 | 46 En zij sloegen hun handen aan
38717 Mark 14:46 | sloegen hun handen aan Hem, en grepen Hem. ~
38718 Mark 14:47 | 47 En een dergenen, die daarbij
38719 Mark 14:47 | dienstknecht des hogepriesters, en hieuw hem zijn oor af. ~
38720 Mark 14:48 | 48 En Jezus, antwoordende, zeide
38721 Mark 14:48 | uitgegaan, met zwaarden en stokken, als tegen een moordenaar,
38722 Mark 14:49 | in den tempel, lerende, en gij hebt Mij niet gegrepen;
38723 Mark 14:50 | 50 En zij, Hem verlatende, zijn
38724 Mark 14:51 | 51 En een zeker jongeling volgde
38725 Mark 14:51 | omgedaan over het naakte lijf, en de jongelingen grepen hem. ~
38726 Mark 14:52 | 52 En hij, het lijnwaad verlatende,
38727 Mark 14:53 | 53 En zij leidden Jezus henen
38728 Mark 14:53 | henen tot den hogepriester; en bij hem vergaderden al de
38729 Mark 14:53 | vergaderden al de overpriesters, en de ouderlingen, en de schriftgeleerden. ~
38730 Mark 14:53 | overpriesters, en de ouderlingen, en de schriftgeleerden. ~
38731 Mark 14:54 | 54 En Petrus volgde Hem van verre,
38732 Mark 14:54 | zaal des hogepriesters, en hij was mede zittende met
38733 Mark 14:54 | zittende met de dienaren, en zich warmende bij het vuur. ~
38734 Mark 14:55 | 55 En de overpriesters, en de
38735 Mark 14:55 | 55 En de overpriesters, en de gehele raad, zochten
38736 Mark 14:55 | Jezus, om Hem te doden, en vonden niet. ~
38737 Mark 14:56 | getuigden valselijk tegen Hem, en de getuigenissen waren niet
38738 Mark 14:57 | 57 En enigen, opstaande, getuigden
38739 Mark 14:58 | handen gemaakt is, afbreken, en in drie dagen een anderen,
38740 Mark 14:59 | 59 En ook alzo was hun getuigenis
38741 Mark 14:60 | 60 En de hogepriester, in het
38742 Mark 14:61 | 61 Maar Hij zweeg stil, en antwoordde niets. Wederom
38743 Mark 14:61 | vraagde Hem de hogepriester, en zeide tot Hem: Zijt Gij
38744 Mark 14:62 | 62 En Jezus zeide: Ik ben het.
38745 Mark 14:62 | Jezus zeide: Ik ben het. En gijlieden zult den Zoon
38746 Mark 14:62 | rechter hand der kracht Gods, en komen met de wolken des
38747 Mark 14:63 | 63 En de hogepriester, verscheurende
38748 Mark 14:64 | gehoord; wat dunkt ulieden? En zij allen veroordeelden
38749 Mark 14:65 | 65 En sommigen begonnen Hem te
38750 Mark 14:65 | begonnen Hem te bespuwen, en Zijn aangezicht te bedekken,
38751 Mark 14:65 | aangezicht te bedekken, en met vuisten te slaan, en
38752 Mark 14:65 | en met vuisten te slaan, en tot Hem te zeggen: Profeteer!
38753 Mark 14:65 | Hem te zeggen: Profeteer! En de dienaars gaven Hem kinnebakslagen. ~
38754 Mark 14:66 | 66 En als Petrus beneden in de
38755 Mark 14:67 | 67 En ziende Petrus zich warmende,
38756 Mark 14:67 | warmende, zag zij hem aan, en zeide: Ook gij waart met
38757 Mark 14:68 | zeggende: Ik ken Hem niet, en ik weet niet, wat gij zegt.
38758 Mark 14:68 | weet niet, wat gij zegt. En hij ging buiten in de voorzaal,
38759 Mark 14:68 | ging buiten in de voorzaal, en de haan kraaide. ~
38760 Mark 14:69 | 69 En de dienstmaagd, hem wederom
38761 Mark 14:70 | hij loochende het wederom. En een weinig daarna, die daarbij
38762 Mark 14:70 | gij zijt ook een Galileer, en uw spraak gelijkt. ~
38763 Mark 14:71 | 71 En hij begon zichzelven te
38764 Mark 14:71 | zichzelven te vervloeken en te zweren: Ik ken dezen
38765 Mark 14:72 | 72 En de haan kraaide de tweede
38766 Mark 14:72 | kraaide de tweede maal; en Petrus werd indachtig het
38767 Mark 14:72 | Mij driemaal verloochenen. En hij, zich van daar makende,
38768 Mark 15:1 | 1 En terstond, des morgens vroeg,
38769 Mark 15:1 | raad, met de ouderlingen en Schriftgeleerden, en den
38770 Mark 15:1 | ouderlingen en Schriftgeleerden, en den gehelen raad, en Jezus
38771 Mark 15:1 | Schriftgeleerden, en den gehelen raad, en Jezus gebonden hebbende,
38772 Mark 15:1 | brachten zij Hem heen, en gaven Hem aan Pilatus over. ~
38773 Mark 15:2 | 2 En Pilatus vraagde Hem: Zijt
38774 Mark 15:2 | Gij de Koning der Joden? En Hij antwoordende, zeide
38775 Mark 15:3 | 3 En de overpriesters beschuldigden
38776 Mark 15:4 | 4 En Pilatus vraagde Hem wederom,
38777 Mark 15:5 | 5 En Jezus heeft niet meer geantwoord,
38778 Mark 15:6 | 6 En op het feest liet hij hun
38779 Mark 15:7 | 7 En er was een, genaamd Bar-abbas,
38780 Mark 15:8 | 8 En de schare riep uit, en begon
38781 Mark 15:8 | 8 En de schare riep uit, en begon te begeren, dat hij
38782 Mark 15:9 | 9 En Pilatus antwoordde hun,
38783 Mark 15:12 | 12 En Pilatus, antwoordende, zeide
38784 Mark 15:13 | 13 En zij riepen wederom: Kruis
38785 Mark 15:14 | heeft Hij dan kwaads gedaan? En zij riepen te meer: Kruis
38786 Mark 15:15 | hun Bar-abbas losgelaten, en gaf Jezus over, als hij
38787 Mark 15:16 | 16 En de krijgsknechten leidden
38788 Mark 15:16 | welke is het rechthuis, en riepen de ganse bende samen; ~
38789 Mark 15:17 | 17 En deden Hem een purperen mantel
38790 Mark 15:17 | een purperen mantel aan, en een doornenkroon gevlochten
38791 Mark 15:18 | 18 En begonnen Hem te groeten,
38792 Mark 15:19 | 19 En sloegen Zijn hoofd met een
38793 Mark 15:19 | hoofd met een rietstok, en bespogen Hem, en vallende
38794 Mark 15:19 | rietstok, en bespogen Hem, en vallende op de knieen, aanbaden
38795 Mark 15:20 | 20 En als zij Hem bespot hadden,
38796 Mark 15:20 | den purperen mantel af, en deden Hem Zijn eigen klederen
38797 Mark 15:20 | Zijn eigen klederen aan, en leidden Hem uit, om Hem
38798 Mark 15:21 | 21 En zij dwongen een Simon van
38799 Mark 15:21 | den vader van Alexander en Rufus, dat hij Zijn kruis
38800 Mark 15:22 | 22 En zij brachten Hem tot de
38801 Mark 15:23 | 23 En zij gaven Hem gemirreden
38802 Mark 15:24 | 24 En als zij Hem gekruisigd hadden,
38803 Mark 15:25 | 25 En het was de derde ure, en
38804 Mark 15:25 | En het was de derde ure, en zij kruisigden Hem. ~
38805 Mark 15:26 | 26 En het opschrift Zijner beschuldiging
38806 Mark 15:27 | 27 En zij kruisigden met Hem twee
38807 Mark 15:27 | aan Zijn rechter zijde, en een aan Zijn linker zijde. ~
38808 Mark 15:28 | 28 En de Schrift is vervuld geworden,
38809 Mark 15:28 | geworden, die daar zegt: En Hij is met de misdadigers
38810 Mark 15:29 | 29 En die voorbijgingen, lasterden
38811 Mark 15:29 | schuddende hun hoofden, en zeggende: Ha! Gij, die den
38812 Mark 15:29 | die den tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt,
38813 Mark 15:30 | 30 Behoud Uzelven, en kom af van het kruis. ~
38814 Mark 15:31 | 31 En insgelijks ook de overpriesters,
38815 Mark 15:32 | kruis, opdat wij het zien en geloven mogen. Ook die met
38816 Mark 15:33 | 33 En als de zesde ure gekomen
38817 Mark 15:34 | 34 En ter negender ure, riep Jezus
38818 Mark 15:35 | 35 En sommigen van die daarbij
38819 Mark 15:36 | 36 En er liep een, en vulde een
38820 Mark 15:36 | 36 En er liep een, en vulde een spons met edik,
38821 Mark 15:36 | vulde een spons met edik, en stak ze op een rietstok,
38822 Mark 15:36 | stak ze op een rietstok, en gaf Hem te drinken, zeggende:
38823 Mark 15:37 | 37 En Jezus, een grote stem van
38824 Mark 15:38 | 38 En het voorhangsel des tempels
38825 Mark 15:39 | 39 En de hoofdman over honderd,
38826 Mark 15:40 | 40 En er waren ook vrouwen, van
38827 Mark 15:40 | ook was Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Jakobus,
38828 Mark 15:40 | van Jakobus, den kleine, en van Joses, en Salome; ~
38829 Mark 15:40 | den kleine, en van Joses, en Salome; ~
38830 Mark 15:41 | was, Hem waren gevolgd, en Hem gediend hadden; en vele
38831 Mark 15:41 | en Hem gediend hadden; en vele andere vrouwen, die
38832 Mark 15:42 | 42 En als het nu avond was geworden,
38833 Mark 15:43 | Koninkrijk Gods was verwachtende, en zich verstoutende, ging
38834 Mark 15:43 | ging hij in tot Pilatus, en begeerde het lichaam van
38835 Mark 15:44 | 44 En Pilatus verwonderde zich,
38836 Mark 15:44 | Hij alrede gestorven was; en den hoofdman over honderd
38837 Mark 15:45 | 45 En als hij het van den hoofdman
38838 Mark 15:46 | 46 En hij kocht fijn lijnwaad,
38839 Mark 15:46 | hij kocht fijn lijnwaad, en Hem afgenomen hebbende,
38840 Mark 15:46 | Hem in dat fijne lijnwaad, en legde Hem in een graf, hetwelk
38841 Mark 15:46 | steenrots gehouwen was; en hij wentelde een steen tegen
38842 Mark 15:47 | 47 En Maria Magdalena, en Maria,
38843 Mark 15:47 | 47 En Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Joses,
38844 Mark 16:1 | 1 En als de sabbat voorbijgegaan
38845 Mark 16:1 | hadden Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Jakobus,
38846 Mark 16:1 | de moeder van Jakobus, en Salome specerijen gekocht,
38847 Mark 16:1 | gekocht, opdat zij kwamen en Hem zalfden. ~
38848 Mark 16:2 | 2 En zeer vroeg op den eersten
38849 Mark 16:3 | 3 En zeiden tot elkander: Wie
38850 Mark 16:4 | 4 (En opziende zagen zij, dat
38851 Mark 16:5 | 5 En in het graf ingegaan zijnde,
38852 Mark 16:5 | met een wit lang kleed, en werden verbaasd.
38853 Mark 16:7 | zegt Zijnen discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat
38854 Mark 16:8 | 8 En zij, haastelijk uitgegaan
38855 Mark 16:8 | zijnde, vloden van het graf, en beving en ontzetting had
38856 Mark 16:8 | van het graf, en beving en ontzetting had haar bevangen;
38857 Mark 16:8 | ontzetting had haar bevangen; en zij zeiden niemand iets;
38858 Mark 16:9 | 9 En als Jezus opgestaan was,
38859 Mark 16:10 | geweest waren, welke treurden en weenden. ~
38860 Mark 16:11 | 11 En als dezen hoorden, dat Hij
38861 Mark 16:11 | hoorden, dat Hij leefde, en van haar gezien was, geloofden
38862 Mark 16:12 | 12 En na dezen is Hij geopenbaard
38863 Mark 16:12 | hen, daar zij wandelden, en in het veld gingen. ~
38864 Mark 16:14 | elven, daar zij aanzaten, en verweet hun hun ongelovigheid
38865 Mark 16:14 | verweet hun hun ongelovigheid en hardigheid des harten, omdat
38866 Mark 16:15 | 15 En Hij zeide tot hen: Gaat
38867 Mark 16:16 | Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig
38868 Mark 16:17 | 17 En degenen, die geloofd zullen
38869 Mark 16:18 | Slangen zullen zij opnemen; en al is het, dat zij iets
38870 Mark 16:18 | zullen zij de handen leggen, en zij zullen gezond worden. ~
38871 Mark 16:19 | opgenomen in den hemel, en is gezeten aan de rechter
38872 Mark 16:20 | 20 En zij, uitgegaan zijnde, predikten
38873 Mark 16:20 | zijnde, predikten overal, en de Heere wrocht mede, en
38874 Mark 16:20 | en de Heere wrocht mede, en bevestigde het Woord door
38875 Luk 1:2 | beginne zelven aanschouwers en dienaars des Woords geweest
38876 Luk 1:5 | van de dagorde van Abia; en zijn vrouw was uit de dochteren
38877 Luk 1:5 | de dochteren van Aaron, en haar naam Elizabet. ~
38878 Luk 1:6 | 6 En zij waren beiden rechtvaardig
38879 Luk 1:6 | wandelende in al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk. ~
38880 Luk 1:7 | 7 En zij hadden geen kind, omdat
38881 Luk 1:7 | Elizabet onvruchtbaar was, en zij beiden verre op hun
38882 Luk 1:8 | 8 En het geschiedde, dat, als
38883 Luk 1:10 | 10 En al de menigte des volks
38884 Luk 1:11 | 11 En van hem werd gezien een
38885 Luk 1:12 | 12 En Zacharias, hem ziende, werd
38886 Luk 1:12 | hem ziende, werd ontroerd, en vreze is op hem gevallen. ~
38887 Luk 1:13 | want uw gebed is verhoord, en uw vrouw Elizabet zal u
38888 Luk 1:13 | Elizabet zal u een zoon baren, en gij zult zijn naam heten
38889 Luk 1:14 | 14 En u zal blijdschap en verheuging
38890 Luk 1:14 | 14 En u zal blijdschap en verheuging zijn, en velen
38891 Luk 1:14 | blijdschap en verheuging zijn, en velen zullen zich over zijn
38892 Luk 1:15 | sterken drank zal hij drinken, en hij zal met den Heiligen
38893 Luk 1:16 | 16 En hij zal velen der kinderen
38894 Luk 1:17 | 17 En hij zal voor Hem heengaan,
38895 Luk 1:17 | Hem heengaan, in den geest en de kracht van Elias, om
38896 Luk 1:17 | vaderen tot de kinderen, en de ongehoorzamen tot de
38897 Luk 1:18 | 18 En Zacharias zeide tot den
38898 Luk 1:18 | weten? Want ik ben oud, en mijn vrouw is verre op haar
38899 Luk 1:19 | 19 En de engel antwoordde en zeide
38900 Luk 1:19 | 19 En de engel antwoordde en zeide tot hem: Ik ben Gabriel,
38901 Luk 1:19 | Gabriel, die voor God sta, en ben uitgezonden, om tot
38902 Luk 1:19 | uitgezonden, om tot u te spreken, en u deze dingen te verkondigen. ~
38903 Luk 1:20 | 20 En zie, gij zult zwijgen, en
38904 Luk 1:20 | En zie, gij zult zwijgen, en niet kunnen spreken, tot
38905 Luk 1:21 | 21 En het volk was wachtende op
38906 Luk 1:21 | wachtende op Zacharias, en zij waren verwonderd, dat
38907 Luk 1:22 | 22 En als hij uitkwam, kon hij
38908 Luk 1:22 | hij tot hen niet spreken; en zij bekenden, dat hij een
38909 Luk 1:22 | in den tempel gezien had. En hij wenkte hun toe, en bleef
38910 Luk 1:22 | En hij wenkte hun toe, en bleef stom. ~
38911 Luk 1:23 | 23 En het geschiedde, als de dagen
38912 Luk 1:24 | 24 En na die dagen werd Elizabet,
38913 Luk 1:24 | Elizabet, zijn vrouw, bevrucht; en zij verborg zich vijf maanden,
38914 Luk 1:26 | 26 En in de zesde maand werd de
38915 Luk 1:27 | Jozef, uit den huize Davids; en de naam der maagd was Maria. ~
38916 Luk 1:28 | 28 En de engel tot haar ingekomen
38917 Luk 1:29 | 29 En als zij hem zag, werd zij
38918 Luk 1:29 | ontroerd over dit zijn woord, en overlegde, hoedanig deze
38919 Luk 1:30 | 30 En de engel zeide tot haar:
38920 Luk 1:31 | 31 En zie, gij zult bevrucht worden,
38921 Luk 1:31 | gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren, en zult
38922 Luk 1:31 | worden, en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS. ~
38923 Luk 1:32 | 32 Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten
38924 Luk 1:32 | Allerhoogsten genaamd worden; en God, de Heere, zal Hem den
38925 Luk 1:33 | 33 En Hij zal over het huis Jakobs
38926 Luk 1:33 | zijn in der eeuwigheid, en Zijns Koninkrijks zal geen
38927 Luk 1:34 | 34 En Maria zeide tot den engel:
38928 Luk 1:35 | 35 En de engel, antwoordende,
38929 Luk 1:35 | Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten
38930 Luk 1:36 | 36 En zie, Elizabet, uw nicht,
38931 Luk 1:36 | zoon, in haar ouderdom; en deze maand is haar, die
38932 Luk 1:38 | 38 En Maria zeide: Zie, de dienstmaagd
38933 Luk 1:38 | geschiede naar uw woord. En de engel ging weg van haar. ~
38934 Luk 1:39 | 39 En Maria, opgestaan zijnde
38935 Luk 1:40 | 40 En kwam in het huis van Zacharias,
38936 Luk 1:40 | het huis van Zacharias, en groette Elizabet. ~
38937 Luk 1:41 | 41 En het geschiedde, als Elizabet
38938 Luk 1:41 | kindeken op in haar buik; en Elizabet werd vervuld met
38939 Luk 1:42 | 42 En riep uit met een grote stem,
38940 Luk 1:42 | uit met een grote stem, en zeide: Gezegend zijt gij
38941 Luk 1:42 | zijt gij onder de vrouwen, en gezegend is de vrucht uws
38942 Luk 1:43 | 43 En van waar komt mij dit, dat
38943 Luk 1:45 | 45 En zalig is zij, die geloofd
38944 Luk 1:46 | 46 En Maria zeide: Mijn ziel maakt
38945 Luk 1:47 | 47 En mijn geest verheugt zich
38946 Luk 1:49 | gedaan Hij, Die machtig is, en heilig is Zijn Naam. ~
38947 Luk 1:50 | 50 En Zijn barmhartigheid is van
38948 Luk 1:52 | van de tronen afgetrokken, en nederigen heeft Hij verhoogd. ~
38949 Luk 1:53 | Hij met goederen vervuld; en rijken heeft Hij ledig weggezonden. ~
38950 Luk 1:55 | vaderen, namelijk tot Abraham, en zijn zaad) in eeuwigheid. ~
38951 Luk 1:56 | 56 En Maria bleef bij haar omtrent
38952 Luk 1:56 | haar omtrent drie maanden, en keerde weder tot haar huis. ~
38953 Luk 1:57 | 57 En de tijd van Elizabet werd
38954 Luk 1:57 | vervuld, dat zij baren zoude, en zij baarde een zoon. ~
38955 Luk 1:58 | 58 En die daar rondom woonden,
38956 Luk 1:58 | die daar rondom woonden, en haar magen hoorden, dat
38957 Luk 1:58 | grotelijks aan haar bewezen had, en waren met haar verblijd. ~
38958 Luk 1:59 | 59 En het geschiedde, dat zij
38959 Luk 1:59 | het kindeken te besnijden, en noemden het Zacharias, naar
38960 Luk 1:60 | 60 En zijn moeder antwoordde en
38961 Luk 1:60 | En zijn moeder antwoordde en zeide: Niet alzo, maar hij
38962 Luk 1:61 | 61 En zij zeiden tot haar: Er
38963 Luk 1:62 | 62 En zij wenkten zijn vader,
38964 Luk 1:63 | 63 En als hij een schrijftafeltje
38965 Luk 1:63 | Johannes is zijn naam. En zij verwonderden zich allen. ~
38966 Luk 1:64 | 64 En terstond werd zijn mond
38967 Luk 1:64 | werd zijn mond geopend, en zijn tong losgemaakt; en
38968 Luk 1:64 | en zijn tong losgemaakt; en hij sprak, God lovende. ~
38969 Luk 1:65 | 65 En er kwam vrees over allen,
38970 Luk 1:65 | die rondom hen woonden; en in het gehele gebergte van
38971 Luk 1:66 | 66 En allen, die het hoorden,
38972 Luk 1:66 | toch dit kindeken wezen? En de hand des Heeren was met
38973 Luk 1:67 | 67 En Zacharias, zijn vader, werd
38974 Luk 1:67 | met den Heiligen Geest, en profeteerde, zeggende: ~
38975 Luk 1:68 | want Hij heeft bezocht, en verlossing te weeg gebracht
38976 Luk 1:69 | 69 En heeft een hoorn der zaligheid
38977 Luk 1:71 | verlossing van onze vijanden, en van de hand al dergenen,
38978 Luk 1:72 | barmhartigheid deed aan onze vaderen, en gedachtig ware aan Zijn
38979 Luk 1:73 | 73 En aan den eed, dien Hij Abraham,
38980 Luk 1:75 | 75 In heiligheid en gerechtigheid voor Hem,
38981 Luk 1:76 | 76 En gij, kindeken, zult een
38982 Luk 1:79 | gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods; om onze
38983 Luk 1:80 | 80 En het kindeken wies op, en
38984 Luk 1:80 | En het kindeken wies op, en werd gesterkt in den geest,
38985 Luk 1:80 | werd gesterkt in den geest, en was in de woestijnen, tot
38986 Luk 2:1 | 1 En het geschiedde in diezelfde
38987 Luk 2:3 | 3 En zij gingen allen om beschreven
38988 Luk 2:4 | 4 En Jozef ging ook op van Galilea,
38989 Luk 2:4 | omdat hij uit het huis en geslacht van David was); ~
38990 Luk 2:6 | 6 En het geschiedde, als zij
38991 Luk 2:7 | 7 En zij baarde haar eerstgeboren
38992 Luk 2:7 | haar eerstgeboren Zoon, en wond Hem in doeken, en legde
38993 Luk 2:7 | en wond Hem in doeken, en legde Hem neder in de kribbe,
38994 Luk 2:8 | 8 En er waren herders in diezelfde
38995 Luk 2:8 | zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht over
38996 Luk 2:9 | 9 En ziet, een engel des Heeren
38997 Luk 2:9 | des Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Heeren
38998 Luk 2:9 | des Heeren omscheen hen, en zij vreesden met grote vreze. ~
38999 Luk 2:10 | 10 En de engel zeide tot hen:
39000 Luk 2:12 | 12 En dit zal u het teken zijn:
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |