1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
39001 Luk 2:12 | vinden in doeken gewonden, en liggende in de kribbe. ~
39002 Luk 2:13 | 13 En van stonde aan was er met
39003 Luk 2:13 | heirlegers, prijzende God en zeggende: ~
39004 Luk 2:14 | God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen
39005 Luk 2:15 | 15 En het geschiedde, als de engelen
39006 Luk 2:15 | heengaan naar Bethlehem, en laat ons zien het woord,
39007 Luk 2:16 | 16 En zij kwamen met haast, en
39008 Luk 2:16 | En zij kwamen met haast, en vonden Maria en Jozef, en
39009 Luk 2:16 | met haast, en vonden Maria en Jozef, en het Kindeken liggende
39010 Luk 2:16 | en vonden Maria en Jozef, en het Kindeken liggende in
39011 Luk 2:17 | 17 En als zij Het gezien hadden,
39012 Luk 2:18 | 18 En allen, die het hoorden,
39013 Luk 2:20 | 20 En de herders keerde wederom,
39014 Luk 2:20 | wederom, verheerlijkende en prijzende God over alles,
39015 Luk 2:20 | over alles, wat zij gehoord en gezien hadden, gelijk tot
39016 Luk 2:21 | 21 En als acht dagen vervuld waren,
39017 Luk 2:22 | 22 En als de dagen harer reiniging
39018 Luk 2:24 | 24 En opdat zij offerande gaven,
39019 Luk 2:25 | 25 En ziet, er was een mens te
39020 Luk 2:25 | wiens naam was Simeon; en deze mens was rechtvaardig
39021 Luk 2:25 | deze mens was rechtvaardig en godvrezende; verwachtende
39022 Luk 2:25 | de vertroosting Israels, en de Heilige Geest was op
39023 Luk 2:26 | 26 En hem was een Goddelijke openbaring
39024 Luk 2:27 | 27 En hij kwam door den Geest
39025 Luk 2:27 | den Geest in den tempel. En als de ouders het Kindeken
39026 Luk 2:28 | Hetzelve in zijn armen, en loofde God, en zeide:
39027 Luk 2:28 | zijn armen, en loofde God, en zeide:
39028 Luk 2:32 | verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw
39029 Luk 2:33 | 33 En Jozef en Zijn moeder verwonderden
39030 Luk 2:33 | 33 En Jozef en Zijn moeder verwonderden
39031 Luk 2:34 | 34 En Simeon zegende henlieden,
39032 Luk 2:34 | Simeon zegende henlieden, en zeide tot Maria, Zijn moeder:
39033 Luk 2:34 | wordt gezet tot een val en opstanding veler in Israel,
39034 Luk 2:34 | opstanding veler in Israel, en tot een teken, dat wedersproken
39035 Luk 2:35 | 35 (En ook een zwaard zal door
39036 Luk 2:36 | 36 En er was Anna, een profetesse,
39037 Luk 2:37 | 37 En zij was een weduwe van omtrent
39038 Luk 2:37 | weduwe van omtrent vier en tachtig jaren, dewelke niet
39039 Luk 2:37 | uit den tempel, met vasten en bidden, God dienende nacht
39040 Luk 2:37 | bidden, God dienende nacht en dag. ~
39041 Luk 2:38 | 38 En deze, te dierzelfder ure
39042 Luk 2:38 | insgelijks den Heere beleden, en sprak van Hem tot allen,
39043 Luk 2:39 | 39 En als zij alles voleindigd
39044 Luk 2:40 | 40 En het Kindeken wies op, en
39045 Luk 2:40 | En het Kindeken wies op, en werd gesterkt in den geest,
39046 Luk 2:40 | werd gesterkt in den geest, en vervuld met wijsheid; en
39047 Luk 2:40 | en vervuld met wijsheid; en de genade Gods was over
39048 Luk 2:41 | 41 En Zijn ouders reisden alle
39049 Luk 2:42 | 42 En toen Hij twaalf jaren oud
39050 Luk 2:42 | jaren oud geworden was, en zij naar Jeruzalem opgegaan
39051 Luk 2:43 | 43 En de dagen aldaar voleindigd
39052 Luk 2:43 | Kind Jezus te Jeruzalem, en Jozef en Zijn moeder wisten
39053 Luk 2:43 | Jezus te Jeruzalem, en Jozef en Zijn moeder wisten het niet. ~
39054 Luk 2:44 | gingen zij een dagreize, en zochten Hem onder de magen,
39055 Luk 2:44 | zochten Hem onder de magen, en onder de bekenden. ~
39056 Luk 2:45 | 45 En als zij Hem niet vonden,
39057 Luk 2:46 | 46 En het geschiedde, na drie
39058 Luk 2:46 | der leraren, hen horende, en hen ondervragende. ~
39059 Luk 2:47 | 47 En allen, die Hem hoorden,
39060 Luk 2:47 | zich over Zijn verstand en antwoorden. ~
39061 Luk 2:48 | 48 En zij, Hem ziende, werden
39062 Luk 2:48 | ziende, werden verslagen; en Zijn moeder zeide tot Hem:
39063 Luk 2:48 | zo gedaan? Zie, Uw vader en ik hebben U met angst gezocht. ~
39064 Luk 2:49 | 49 En Hij zeide tot hen: Wat is
39065 Luk 2:50 | 50 En zij verstonden het woord
39066 Luk 2:51 | 51 En Hij ging met hen af, en
39067 Luk 2:51 | En Hij ging met hen af, en kwam te Nazareth, en was
39068 Luk 2:51 | af, en kwam te Nazareth, en was hun onderdanig. En Zijn
39069 Luk 2:51 | en was hun onderdanig. En Zijn moeder bewaarde al
39070 Luk 2:52 | 52 En Jezus nam toe in wijsheid,
39071 Luk 2:52 | Jezus nam toe in wijsheid, en in grootte, en in genade
39072 Luk 2:52 | wijsheid, en in grootte, en in genade bij God en de
39073 Luk 2:52 | grootte, en in genade bij God en de mensen. ~ ~
39074 Luk 3:1 | 1 En in het vijftiende jaar der
39075 Luk 3:1 | stadhouder was over Judea, en Herodes een viervorst over
39076 Luk 3:1 | viervorst over Galilea, en Filippus, zijn broeder,
39077 Luk 3:1 | een viervorst over Iturea en over het land Trachonitis,
39078 Luk 3:1 | over het land Trachonitis, en Lysanias een viervorst over
39079 Luk 3:2 | Onder de hogepriesters Annas en Kajafas, geschiedde het
39080 Luk 3:3 | 3 En hij kwam in al het omliggende
39081 Luk 3:5 | Alle dal zal gevuld worden, en alle berg en heuvel zal
39082 Luk 3:5 | gevuld worden, en alle berg en heuvel zal vernederd worden,
39083 Luk 3:5 | heuvel zal vernederd worden, en de kromme wegen zullen tot
39084 Luk 3:5 | een rechten weg worden, en de oneffen tot effen wegen. ~
39085 Luk 3:6 | 6 En alle vlees zal de zaligheid
39086 Luk 3:8 | voort der bekering waardig; en begint niet te zeggen bij
39087 Luk 3:9 | 9 En de bijl ligt ook alrede
39088 Luk 3:9 | voortbrengt, wordt uitgehouwen, en in het vuur geworpen. ~
39089 Luk 3:10 | 10 En de scharen vraagden hem,
39090 Luk 3:11 | 11 En hij, antwoordende, zeide
39091 Luk 3:11 | hem mede, die geen heeft; en die spijze heeft, doe desgelijks. ~
39092 Luk 3:12 | 12 En er kwamen ook tollenaars
39093 Luk 3:12 | tollenaars om gedoopt te worden, en zeiden tot hem: Meester!
39094 Luk 3:13 | 13 En hij zeide tot hen: Eist
39095 Luk 3:14 | 14 En hem vraagden ook de krijgslieden,
39096 Luk 3:14 | krijgslieden, zeggende: En wij, wat zullen wij doen?
39097 Luk 3:14 | wij, wat zullen wij doen? En hij zeide tot hen: Doet
39098 Luk 3:14 | Doet niemand overlast, en ontvreemdt niemand het zijne
39099 Luk 3:14 | niemand het zijne met bedrog, en laat u vergenoegen met uw
39100 Luk 3:15 | 15 En als het volk verwachtte,
39101 Luk 3:15 | als het volk verwachtte, en allen in hun harten overleiden
39102 Luk 3:16 | dopen met den Heiligen Geest en met vuur; ~
39103 Luk 3:17 | Wiens wan in Zijn hand is, en Hij zal Zijn dorsvloer doorzuiveren,
39104 Luk 3:17 | dorsvloer doorzuiveren, en de tarwe zal Hij in Zijn
39105 Luk 3:19 | Filippus, zijn broeder, en over alle boze stukken,
39106 Luk 3:21 | 21 En het geschiedde, toen al
39107 Luk 3:21 | al het volk gedoopt werd, en Jezus ook gedoopt was, en
39108 Luk 3:21 | en Jezus ook gedoopt was, en bad, dat de hemel geopend
39109 Luk 3:22 | 22 En dat de Heilige Geest op
39110 Luk 3:22 | gedaante, gelijk een duif; en dat er een stem geschiedde
39111 Luk 3:23 | 23 En Hij, Jezus, begon omtrent
39112 Luk 4:1 | 1 En Jezus, vol des Heiligen
39113 Luk 4:1 | wederom van de Jordaan, en werd door den Geest geleid
39114 Luk 4:2 | 2 En werd veertig dagen verzocht
39115 Luk 4:2 | verzocht van den duivel; en at gans niet in die dagen,
39116 Luk 4:2 | gans niet in die dagen, en als dezelve geeindigd waren,
39117 Luk 4:3 | 3 En de duivel zeide tot Hem:
39118 Luk 4:4 | 4 En Jezus antwoordde hem, zeggende:
39119 Luk 4:5 | 5 En als Hem de duivel geleid
39120 Luk 4:6 | 6 En de duivel zeide tot Hem:
39121 Luk 4:6 | Ik zal U al deze macht, en de heerlijkheid derzelver
39122 Luk 4:6 | zij is mij overgegeven, en ik geef ze, wien ik ook
39123 Luk 4:8 | 8 En Jezus, antwoordende, zeide
39124 Luk 4:8 | Heere, uw God, aanbidden, en Hem alleen dienen. ~
39125 Luk 4:9 | 9 En hij leidde Hem naar Jeruzalem,
39126 Luk 4:9 | leidde Hem naar Jeruzalem, en stelde Hem op de tinne des
39127 Luk 4:9 | op de tinne des tempels, en zeide tot Hem: Indien Gij
39128 Luk 4:11 | 11 En dat zij U op de handen nemen
39129 Luk 4:12 | 12 En Jezus, antwoordende, zeide
39130 Luk 4:13 | 13 En als de duivel alle verzoeking
39131 Luk 4:14 | 14 En Jezus keerde wederom, door
39132 Luk 4:14 | des Geestes, naar Galilea; en het gerucht van Hem ging
39133 Luk 4:15 | 15 En Hij leerde in hun synagogen,
39134 Luk 4:15 | leerde in hun synagogen, en werd van allen geprezen.
39135 Luk 4:16 | 16 En Hij kwam te Nazareth, daar
39136 Luk 4:16 | daar Hij opgevoed was, en ging, naar Zijn gewoonte,
39137 Luk 4:16 | sabbats in de synagoge; en stond op om te lezen. ~
39138 Luk 4:17 | 17 En Hem werd gegeven het boek
39139 Luk 4:17 | van den profeet Jesaja; en als Hij het boek opengedaan
39140 Luk 4:19 | gevangenen te prediken loslating, en den blinden het gezicht,
39141 Luk 4:20 | 20 En als Hij het boek toegedaan
39142 Luk 4:20 | als Hij het boek toegedaan en den dienaar wedergegeven
39143 Luk 4:20 | wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de
39144 Luk 4:21 | 21 En Hij begon tot hen te zeggen:
39145 Luk 4:22 | 22 En zij gaven Hem allen getuigenis,
39146 Luk 4:22 | gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de
39147 Luk 4:22 | uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de
39148 Luk 4:23 | 23 En Hij zeide tot hen: Gij zult
39149 Luk 4:24 | 24 En Hij zeide: Voorwaar Ik zeg
39150 Luk 4:25 | toen de hemel drie jaren en zes maanden gesloten was,
39151 Luk 4:26 | 26 En tot geen van haar werd Elias
39152 Luk 4:27 | 27 En er waren vele melaatsen
39153 Luk 4:27 | tijde van den profeet Elisa; en geen van hen werd gereinigd,
39154 Luk 4:28 | 28 En zij werden allen in de synagoge
39155 Luk 4:29 | 29 En opstaande, wierpen zij Hem
39156 Luk 4:29 | Hem uit, buiten de stad, en leidden Hem op den top des
39157 Luk 4:31 | 31 En Hij kwam af te Kapernaum,
39158 Luk 4:31 | Kapernaum, een stad van Galilea, en leerde hen op de sabbatdagen. ~
39159 Luk 4:32 | 32 En zij versloegen zich over
39160 Luk 4:33 | 33 En in de synagoge was een mens,
39161 Luk 4:33 | geest eens onreinen duivels; en hij riep uit met grote stemme, ~
39162 Luk 4:35 | 35 En Jezus bestrafte hem, zeggende:
39163 Luk 4:35 | hem, zeggende: Zwijg stil, en ga van hem uit. En de duivel,
39164 Luk 4:35 | stil, en ga van hem uit. En de duivel, hem in het midden
39165 Luk 4:36 | 36 En er kwam een verbaasdheid
39166 Luk 4:36 | verbaasdheid over allen; en zij spraken samen tot elkander,
39167 Luk 4:36 | is dit, dat Hij met macht en kracht den onreinen geesten
39168 Luk 4:36 | onreinen geesten gebiedt, en zij varen uit? ~
39169 Luk 4:37 | 37 En het gerucht van Hem ging
39170 Luk 4:38 | 38 En Jezus, opgestaan zijnde
39171 Luk 4:38 | ging in het huis van Simon; en Simons vrouws moeder was
39172 Luk 4:38 | een grote koorts bevangen, en zij baden Hem voor haar. ~
39173 Luk 4:39 | 39 En staande boven haar, bestrafte
39174 Luk 4:39 | bestrafte Hij de koorts, en de koorts verliet haar;
39175 Luk 4:39 | de koorts verliet haar; en zij van stonde aan opstaande,
39176 Luk 4:40 | 40 En als de zon onderging, brachten
39177 Luk 4:40 | ziekten bevangen, die tot Hem, en Hij legde een iegelijk van
39178 Luk 4:40 | iegelijk van hen de handen op, en genas dezelve. ~
39179 Luk 4:41 | 41 En er voeren ook duivelen uit
39180 Luk 4:41 | uit van velen, roepende en zeggende: Gij zijt de Christus,
39181 Luk 4:41 | Christus, de Zone Gods! En hen bestraffende, liet Hij
39182 Luk 4:42 | 42 En als het dag werd, ging Hij
39183 Luk 4:42 | dag werd, ging Hij uit, en trok naar een woeste plaats;
39184 Luk 4:42 | naar een woeste plaats; en de scharen zochten Hem,
39185 Luk 4:42 | de scharen zochten Hem, en kwamen tot bij Hem, en hielden
39186 Luk 4:42 | en kwamen tot bij Hem, en hielden Hem op, dat Hij
39187 Luk 4:44 | 44 En Hij predikte in de synagogen
39188 Luk 5:1 | 1 En het geschiedde, als de schare
39189 Luk 5:2 | 2 En Hij zag twee schepen aan
39190 Luk 5:2 | oever van het meer liggende, en de vissers waren daaruit
39191 Luk 5:2 | vissers waren daaruit gegaan, en spoelden de netten. ~
39192 Luk 5:3 | 3 En Hij ging in een van die
39193 Luk 5:3 | hetwelk van Simon was, en bad hem, dat hij een weinig
39194 Luk 5:3 | weinig van het land afstak; en nederzittende, leerde Hij
39195 Luk 5:4 | 4 En als Hij afliet van spreken,
39196 Luk 5:4 | Steek af naar de diepte, en werp uw netten uit om te
39197 Luk 5:5 | 5 En Simon antwoordde en zeide
39198 Luk 5:5 | 5 En Simon antwoordde en zeide tot Hem: Meester,
39199 Luk 5:5 | gehelen nacht over gearbeid, en niet gevangen; doch op Uw
39200 Luk 5:6 | 6 En als zij dat gedaan hadden,
39201 Luk 5:6 | een grote menigte vissen, en hun net scheurde. ~
39202 Luk 5:7 | 7 En zij wenkten hun medegenoten,
39203 Luk 5:7 | hen zouden komen helpen. En zij kwamen, en vulden beide
39204 Luk 5:7 | komen helpen. En zij kwamen, en vulden beide de schepen,
39205 Luk 5:8 | 8 En Simon Petrus, dat ziende,
39206 Luk 5:9 | verbaasdheid had hem bevangen, en allen, die met hem waren,
39207 Luk 5:10 | 10 En desgelijks ook Jakobus en
39208 Luk 5:10 | En desgelijks ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus,
39209 Luk 5:10 | medegenoten van Simon waren. En Jezus zeide tot Simon: Vrees
39210 Luk 5:11 | 11 En als zij de schepen aan land
39211 Luk 5:11 | hadden, verlieten zij alles, en volgden Hem. ~
39212 Luk 5:12 | 12 En het geschiedde, als Hij
39213 Luk 5:12 | een man vol melaatsheid; en Jezus ziende, viel hij op
39214 Luk 5:12 | viel hij op het aangezicht, en bad Hem, zeggende: Heere!
39215 Luk 5:13 | 13 En Hij, de hand uitstrekkende,
39216 Luk 5:13 | uitstrekkende, raakte hem aan; en zeide: Ik wil, word gereinigd!
39217 Luk 5:13 | Ik wil, word gereinigd! En terstond ging de melaatsheid
39218 Luk 5:14 | 14 En Hij gebood hem, dat hij
39219 Luk 5:14 | vertoon uzelven den priester, en offer voor uw reiniging,
39220 Luk 5:15 | Hem ging te meer voort; en vele scharen kwamen samen
39221 Luk 5:15 | kwamen samen om Hem te horen, en door Hem genezen te worden
39222 Luk 5:16 | vertrok in de woestijnen, en bad aldaar. ~
39223 Luk 5:17 | 17 En het geschiedde in een dier
39224 Luk 5:17 | dier dagen, dat Hij leerde, en er zaten Farizeen en leraars
39225 Luk 5:17 | leerde, en er zaten Farizeen en leraars der wet, die van
39226 Luk 5:17 | alle vlekken van Galilea, en Judea, en Jeruzalem gekomen
39227 Luk 5:17 | vlekken van Galilea, en Judea, en Jeruzalem gekomen waren;
39228 Luk 5:17 | Jeruzalem gekomen waren; en de kracht des Heeren was
39229 Luk 5:18 | 18 En ziet, enige mannen brachten
39230 Luk 5:18 | een mens, die geraakt was, en zochten hem in te brengen,
39231 Luk 5:18 | zochten hem in te brengen, en voor Hem te leggen. ~
39232 Luk 5:19 | 19 En niet vindende, waardoor
39233 Luk 5:19 | klommen zij op het dak, en lieten hem door de tichelen
39234 Luk 5:20 | 20 En Hij ziende hun geloof, zeide
39235 Luk 5:21 | 21 En de Schriftgeleerden en de
39236 Luk 5:21 | 21 En de Schriftgeleerden en de Farizeen begonnen te
39237 Luk 5:22 | overdenkingen bekennende, antwoordde en zeide tot hen: Wat overdenkt
39238 Luk 5:23 | vergeven, of te zeggen: Sta op en wandel? ~
39239 Luk 5:24 | geraakte): Ik zeg u, sta op, en neem uw beddeken op, en
39240 Luk 5:24 | en neem uw beddeken op, en ga heen naar uw huis. ~
39241 Luk 5:25 | 25 En hij, terstond voor Hem opstaande,
39242 Luk 5:25 | terstond voor Hem opstaande, en opgenomen hebbende hetgeen,
39243 Luk 5:26 | 26 En ontzetting heeft hen allen
39244 Luk 5:26 | heeft hen allen bevangen, en zij verheerlijkten God,
39245 Luk 5:26 | zij verheerlijkten God, en werden vervuld met vreze,
39246 Luk 5:27 | 27 En na dezen ging Hij uit, en
39247 Luk 5:27 | En na dezen ging Hij uit, en zag een tollenaar, met name
39248 Luk 5:27 | zitten in het tolhuis, en zeide tot hem: Volg Mij. ~
39249 Luk 5:28 | 28 En hij, alles verlatende, stond
39250 Luk 5:28 | alles verlatende, stond op en volgde Hem. ~
39251 Luk 5:29 | 29 En Levi richtte Hem een groten
39252 Luk 5:29 | maaltijd aan, in zijn huis; en er was een grote schare
39253 Luk 5:29 | grote schare van tollenaren, en van anderen, die met hen
39254 Luk 5:30 | 30 En hun Schriftgeleerden en
39255 Luk 5:30 | En hun Schriftgeleerden en de Farizeen murmureerden
39256 Luk 5:30 | discipelen, zeggende: Waarom eet en drinkt gij met tollenaren
39257 Luk 5:30 | drinkt gij met tollenaren en zondaren?
39258 Luk 5:31 | 31 En Jezus, antwoordende, zeide
39259 Luk 5:33 | 33 En zij zeiden tot Hem: Waarom
39260 Luk 5:33 | discipelen van Johannes dikmaals, en doen gebeden, desgelijks
39261 Luk 5:33 | Farizeen, maar de Uwe eten en drinken? ~
39262 Luk 5:36 | 36 En Hij zeide ook tot hen een
39263 Luk 5:36 | ook dat nieuwe het oude, en de lap van het nieuwe komt
39264 Luk 5:37 | 37 En niemand doet nieuwen wijn
39265 Luk 5:37 | leder zakken doen bersten, en de wijn zal uitgestort worden,
39266 Luk 5:37 | wijn zal uitgestort worden, en de leder zakken zullen verderven. ~
39267 Luk 5:38 | nieuwe leder zakken doen, en zij worden beide te zamen
39268 Luk 5:39 | 39 En niemand, die ouden drinkt,
39269 Luk 6:1 | 1 En het geschiedde op den tweeden
39270 Luk 6:1 | door het gezaaide ging; en Zijn discipelen plukten
39271 Luk 6:1 | discipelen plukten aren, en aten ze, die wrijvende met
39272 Luk 6:2 | 2 En sommigen der Farizeen zeiden
39273 Luk 6:3 | 3 En Jezus, hun antwoordende,
39274 Luk 6:3 | deed, wanneer hem hongerde, en dengenen, die met hem waren? ~
39275 Luk 6:4 | ingegaan is in het huis Gods, en de toonbroden genomen en
39276 Luk 6:4 | en de toonbroden genomen en gegeten heeft, en ook gegeven
39277 Luk 6:4 | genomen en gegeten heeft, en ook gegeven dengenen, die
39278 Luk 6:5 | 5 En Hij zeide tot hen: De Zoon
39279 Luk 6:6 | 6 En het geschiedde ook op een
39280 Luk 6:6 | Hij in de synagoge ging, en leerde. En daar was een
39281 Luk 6:6 | synagoge ging, en leerde. En daar was een mens, en zijn
39282 Luk 6:6 | leerde. En daar was een mens, en zijn rechterhand was dor. ~
39283 Luk 6:7 | 7 En de Schriftgeleerden en de
39284 Luk 6:7 | 7 En de Schriftgeleerden en de Farizeen namen Hem waar,
39285 Luk 6:8 | Hij kende hun gedachten, en zeide tot den mens, die
39286 Luk 6:8 | dorre hand had: Rijs op, en sta in het midden. En hij
39287 Luk 6:8 | op, en sta in het midden. En hij opgestaan zijnde, stond
39288 Luk 6:10 | 10 En hen allen rondom aangezien
39289 Luk 6:10 | mens: Strek uw hand uit. En hij deed alzo; en zijn hand
39290 Luk 6:10 | hand uit. En hij deed alzo; en zijn hand werd hersteld,
39291 Luk 6:11 | 11 En zij werden vervuld met uitzinnigheid,
39292 Luk 6:11 | vervuld met uitzinnigheid, en spraken samen met elkander,
39293 Luk 6:12 | 12 En het geschiedde in die dagen,
39294 Luk 6:12 | den berg, om te bidden, en Hij bleef den nacht over
39295 Luk 6:13 | 13 En als het dag was geworden,
39296 Luk 6:13 | Zijn discipelen tot Zich, en verkoos er twaalf uit hen,
39297 Luk 6:14 | welken Hij ook Petrus noemde; en Andreas zijn broeder, Jakobus
39298 Luk 6:14 | Andreas zijn broeder, Jakobus en Johannes, Filippus en Bartholomeus; ~
39299 Luk 6:14 | Jakobus en Johannes, Filippus en Bartholomeus; ~
39300 Luk 6:15 | 15 Mattheus en Thomas, Jakobus, den zoon
39301 Luk 6:15 | Jakobus, den zoon van Alfeus, en Simon genaamd Zelotes; ~
39302 Luk 6:16 | den broeder van Jakobus, en Judas Iskariot, die ook
39303 Luk 6:17 | 17 En met hen afgekomen zijnde,
39304 Luk 6:17 | Hij op een vlakke plaats, en met Hem de schare Zijner
39305 Luk 6:17 | schare Zijner discipelen, en een grote menigte des volks
39306 Luk 6:17 | des volks van geheel Judea en Jeruzalem, en van den zeekant
39307 Luk 6:17 | geheel Judea en Jeruzalem, en van den zeekant van Tyrus
39308 Luk 6:17 | van den zeekant van Tyrus en Sidon; ~
39309 Luk 6:18 | waren, om Hem te horen, en om van hun ziekten genezen
39310 Luk 6:18 | ziekten genezen te worden, en die van onreine geesten
39311 Luk 6:18 | onreine geesten gekweld waren; en zij werden genezen. ~
39312 Luk 6:19 | 19 En al de schare zocht Hem aan
39313 Luk 6:19 | ging kracht van Hem uit, en Hij genas ze allen. ~
39314 Luk 6:20 | 20 En Hij, Zijn ogen opslaande
39315 Luk 6:22 | wanneer u de mensen haten, en wanneer zij u afscheiden,
39316 Luk 6:22 | wanneer zij u afscheiden, en smaden, en uw naam als kwaad
39317 Luk 6:22 | u afscheiden, en smaden, en uw naam als kwaad verwerpen,
39318 Luk 6:23 | Verblijdt u in dien dag, en zijt vrolijk; want, ziet,
39319 Luk 6:25 | lacht, want gij zult treuren en wenen. ~
39320 Luk 6:28 | degenen, die u vervloeken, en bidt voor degenen, die u
39321 Luk 6:29 | slaat, biedt ook de andere; en dengene, die u den mantel
39322 Luk 6:30 | iegelijk, die van u begeert; en van dengene, die het uwe
39323 Luk 6:31 | 31 En gelijk gij wilt, dat u de
39324 Luk 6:32 | 32 En indien gij liefhebt, die
39325 Luk 6:33 | 33 En indien gij goed doet dengenen,
39326 Luk 6:34 | 34 En indien gij leent dengenen,
39327 Luk 6:35 | Maar hebt uw vijanden lief, en doet goed, en leent, zonder
39328 Luk 6:35 | vijanden lief, en doet goed, en leent, zonder iets weder
39329 Luk 6:35 | zonder iets weder te hopen; en uw loon zal groot zijn,
39330 Luk 6:35 | uw loon zal groot zijn, en gij zult kinderen des Allerhoogsten
39331 Luk 6:35 | goedertieren over de ondankbaren en bozen. ~
39332 Luk 6:37 | 37 En oordeelt niet, en gij zult
39333 Luk 6:37 | 37 En oordeelt niet, en gij zult niet geoordeeld
39334 Luk 6:37 | geoordeeld worden; verdoemt niet, en gij zult niet verdoemd worden;
39335 Luk 6:37 | verdoemd worden; laat los, en gij zult losgelaten worden. ~
39336 Luk 6:38 | 38 Geeft, en u zal gegeven worden; een
39337 Luk 6:38 | een goede, neergedrukte, en geschudde en overlopende
39338 Luk 6:38 | neergedrukte, en geschudde en overlopende maat zal men
39339 Luk 6:39 | 39 En Hij zeide tot hen een gelijkenis:
39340 Luk 6:41 | 41 En wat ziet gij den splinter,
39341 Luk 6:41 | in uws broeders oog is, en den balk, die in uw eigen
39342 Luk 6:42 | eerst den balk uit uw oog, en dan zult gij bezien, om
39343 Luk 6:43 | kwade vrucht voortbrengt, en geen kwade boom, die goede
39344 Luk 6:44 | geen vijgen van doornen, en men snijdt geen druif van
39345 Luk 6:45 | goeden schat zijns harten; en de kwade mens brengt het
39346 Luk 6:46 | 46 En wat noemt gij Mij, Heere,
39347 Luk 6:46 | noemt gij Mij, Heere, Heere! en doet niet hetgeen Ik zeg? ~
39348 Luk 6:47 | iegelijk, die tot Mij komt, en Mijn woorden hoort, en dezelve
39349 Luk 6:47 | en Mijn woorden hoort, en dezelve doet, Ik zal u tonen,
39350 Luk 6:48 | mens, die een huis bouwde, en groef, en verdiepte, en
39351 Luk 6:48 | een huis bouwde, en groef, en verdiepte, en leide het
39352 Luk 6:48 | en groef, en verdiepte, en leide het fondament op een
39353 Luk 6:48 | waterstroom tegen dat huis aan, en kon het niet bewegen; want
39354 Luk 6:49 | 49 Maar die ze gehoord, en niet gedaan zal hebben,
39355 Luk 6:49 | de waterstroom aansloeg, en het viel terstond, en de
39356 Luk 6:49 | aansloeg, en het viel terstond, en de val van datzelve huis
39357 Luk 7:2 | 2 En een dienstknecht van een
39358 Luk 7:3 | 3 En van Jezus gehoord hebbende,
39359 Luk 7:3 | biddende, dat Hij wilde komen, en zijn dienstknecht gezond
39360 Luk 7:5 | hij heeft ons volk lief, en heeft zelf ons de synagoge
39361 Luk 7:6 | 6 En Jezus ging met hen. En als
39362 Luk 7:6 | 6 En Jezus ging met hen. En als Hij nu niet verre van
39363 Luk 7:6 | tot Hem enige vrienden, en zeide tot Hem: Heere, neem
39364 Luk 7:7 | maar zeg het met een woord, en mijn knecht zal genezen
39365 Luk 7:8 | krijgsknechten onder mij, en ik zeg tot dezen: Ga, en
39366 Luk 7:8 | en ik zeg tot dezen: Ga, en hij gaat; en tot den anderen:
39367 Luk 7:8 | dezen: Ga, en hij gaat; en tot den anderen: Kom en
39368 Luk 7:8 | en tot den anderen: Kom en hij komt; en tot mijn dienstknecht:
39369 Luk 7:8 | anderen: Kom en hij komt; en tot mijn dienstknecht: Doe
39370 Luk 7:8 | mijn dienstknecht: Doe dat! en hij doet het. ~
39371 Luk 7:9 | 9 En Jezus, dit horende, verwonderde
39372 Luk 7:9 | verwonderde Zich over hem; en Zich omkerende, zeide tot
39373 Luk 7:10 | 10 En die gezonden waren, wedergekeerd
39374 Luk 7:11 | 11 En het geschiedde op den volgenden
39375 Luk 7:11 | een stad, genaamd Nain, en met Hem gingen velen van
39376 Luk 7:11 | velen van Zijn discipelen, en een grote schare. ~
39377 Luk 7:12 | 12 En als Hij de poort der stad
39378 Luk 7:12 | zoon zijner moeder was, en zij was weduwe en een grote
39379 Luk 7:12 | moeder was, en zij was weduwe en een grote schare van de
39380 Luk 7:13 | 13 En de Heere, haar ziende, werd
39381 Luk 7:13 | ontferming over haar bewogen, en zeide tot haar: Ween niet. ~
39382 Luk 7:14 | 14 En Hij ging toe, en raakte
39383 Luk 7:14 | 14 En Hij ging toe, en raakte de baar aan; (de
39384 Luk 7:14 | dragers nu stonden stil) en Hij zeide: Jongeling, Ik
39385 Luk 7:15 | 15 En de dode zat overeind, en
39386 Luk 7:15 | En de dode zat overeind, en begon te spreken. En Hij
39387 Luk 7:15 | overeind, en begon te spreken. En Hij gaf hem aan zijn moeder. ~
39388 Luk 7:16 | 16 En vreze beving hen allen,
39389 Luk 7:16 | vreze beving hen allen, en zij verheerlijkten God,
39390 Luk 7:16 | is onder ons opgestaan, en God heeft Zijn volk bezocht. ~
39391 Luk 7:17 | 17 En dit gerucht van Hem ging
39392 Luk 7:17 | ging uit in geheel Judea, en in al het omliggende land. ~
39393 Luk 7:18 | 18 En de discipelen van Johannes
39394 Luk 7:19 | 19 En Johannes, zekere twee van
39395 Luk 7:20 | 20 En als de mannen tot Hem gekomen
39396 Luk 7:21 | 21 En in dezelfde ure genas Hij
39397 Luk 7:21 | Hij er velen van ziekten en kwalen, en boze geesten;
39398 Luk 7:21 | velen van ziekten en kwalen, en boze geesten; en velen blinden
39399 Luk 7:21 | kwalen, en boze geesten; en velen blinden gaf Hij het
39400 Luk 7:22 | 22 En Jezus, antwoordende, zeide
39401 Luk 7:22 | zeide tot hen: Gaat heen, en boodschapt Johannes weder
39402 Luk 7:22 | de dingen, die gij gezien en gehoord hebt, namelijk dat
39403 Luk 7:23 | 23 En zalig is hij, die aan Mij
39404 Luk 7:24 | dat van den wind ginds en weder bewogen wordt? ~
39405 Luk 7:25 | die in heerlijke kleding en wellust zijn, die zijn in
39406 Luk 7:29 | 29 En al het volk, Hem horende,
39407 Luk 7:29 | al het volk, Hem horende, en de tollenaars, die met den
39408 Luk 7:30 | 30 Maar de Farizeen en de wetgeleerden hebben den
39409 Luk 7:31 | 31 En de Heere zeide: Bij wien
39410 Luk 7:31 | dit geslacht vergelijken, en wien zijn zij gelijk? ~
39411 Luk 7:32 | die op de markt zitten, en elkander toeroepen, en zeggen:
39412 Luk 7:32 | en elkander toeroepen, en zeggen: Wij hebben u op
39413 Luk 7:32 | u op de fluit gespeeld, en gij hebt niet gedanst; wij
39414 Luk 7:32 | klaagliederen gezongen, en gij hebt niet geweend. ~
39415 Luk 7:33 | etende, noch wijn drinkende; en gij zegt: Hij heeft den
39416 Luk 7:34 | mensen is gekomen, etende en drinkende, en gij zegt:
39417 Luk 7:34 | gekomen, etende en drinkende, en gij zegt: Ziet daar, een
39418 Luk 7:34 | een Mens, Die een vraat en wijnzuiper is, een Vriend
39419 Luk 7:34 | een Vriend van tollenaren en zondaren. ~
39420 Luk 7:36 | 36 En een der Farizeen bad Hem,
39421 Luk 7:36 | Hem, dat Hij met hem ate; en ingegaan zijnde in des Farizeers
39422 Luk 7:37 | 37 En ziet, een vrouw in de stad,
39423 Luk 7:38 | 38 En staande achter aan Zijn
39424 Luk 7:38 | nat te maken met tranen, en zij droogde ze af met het
39425 Luk 7:38 | het haar van haar hoofd, en kuste Zijn voeten, en zalfde
39426 Luk 7:38 | hoofd, en kuste Zijn voeten, en zalfde ze met de zalf. ~
39427 Luk 7:39 | 39 En de Farizeer, die Hem genood
39428 Luk 7:39 | ware, zou wel weten, wat en hoedanige vrouw deze is,
39429 Luk 7:40 | 40 En Jezus antwoordende, zeide
39430 Luk 7:40 | Ik heb u wat te zeggen. En hij sprak: Meester! zeg
39431 Luk 7:41 | schuldig vijfhonderd penningen, en de andere vijftig; ~
39432 Luk 7:42 | 42 En als zij niet hadden om te
39433 Luk 7:43 | 43 En Simon, antwoordende, zeide:
39434 Luk 7:43 | meeste kwijtgescholden heeft. En Hij zeide tot hem: Gij hebt
39435 Luk 7:44 | 44 En Hij, Zich omkerende naar
39436 Luk 7:44 | met tranen nat gemaakt, en met het haar van haar hoofd
39437 Luk 7:48 | 48 En Hij zeide tot haar: Uw zonden
39438 Luk 7:49 | 49 En die mede aanzaten, begonnen
39439 Luk 8:1 | 1 En het geschiedde daarna, dat
39440 Luk 8:1 | Hij reisde van de ene stad en vlek tot de andere, predikende
39441 Luk 8:1 | tot de andere, predikende en verkondigende het Evangelie
39442 Luk 8:1 | van het Koninkrijk Gods; en de twaalven waren met Hem; ~
39443 Luk 8:2 | 2 En sommige vrouwen, die van
39444 Luk 8:2 | vrouwen, die van boze geesten en krankheden genezen waren,
39445 Luk 8:3 | 3 En Johanna, de huisvrouw van
39446 Luk 8:3 | rentmeester van Herodes, en Susanna, en vele anderen,
39447 Luk 8:3 | van Herodes, en Susanna, en vele anderen, die Hem dienden
39448 Luk 8:4 | schare bijeenvergaderde, en zij van alle steden tot
39449 Luk 8:5 | om zijn zaad te zaaien; en als hij zaaide, viel het
39450 Luk 8:5 | viel het ene bij den weg, en werd vertreden, en de vogelen
39451 Luk 8:5 | weg, en werd vertreden, en de vogelen des hemels aten
39452 Luk 8:6 | 6 En het andere viel op een steenrots,
39453 Luk 8:6 | andere viel op een steenrots, en opgewassen zijnde, is het
39454 Luk 8:7 | 7 En het andere viel in het midden
39455 Luk 8:7 | het midden van de doornen, en de doornen mede opwassende,
39456 Luk 8:8 | 8 En het andere viel op de goede
39457 Luk 8:8 | viel op de goede aarde, en opgewassen zijnde, bracht
39458 Luk 8:9 | 9 En Zijn discipelen vraagden
39459 Luk 8:10 | 10 En Hij zeide: U is het gegeven,
39460 Luk 8:10 | opdat zij ziende niet zien, en horende niet verstaan. ~
39461 Luk 8:12 | 12 En die bij den weg bezaaid
39462 Luk 8:12 | daarna komt de duivel, en neemt het Woord uit hun
39463 Luk 8:12 | zij niet zouden geloven, en zalig worden. ~
39464 Luk 8:13 | 13 En die op de steenrots bezaaid
39465 Luk 8:13 | Woord met vreugde ontvangen; en dezen hebben geen wortel,
39466 Luk 8:13 | maar voor een tijd geloven, en in den tijd der verzoeking
39467 Luk 8:14 | 14 En dat in de doornen valt,
39468 Luk 8:14 | dezen, die gehoord hebben, en heengaande verstikt worden
39469 Luk 8:14 | door de zorgvuldigheden, en rijkdom, en wellusten des
39470 Luk 8:14 | zorgvuldigheden, en rijkdom, en wellusten des levens, en
39471 Luk 8:14 | en wellusten des levens, en voldragen geen vrucht. ~
39472 Luk 8:15 | 15 En dat in de goede aarde valt,
39473 Luk 8:15 | hetzelve in een eerlijk en goed hart bewaren, en in
39474 Luk 8:15 | eerlijk en goed hart bewaren, en in volstandigheid vruchten
39475 Luk 8:16 | 16 En niemand, die een kaars ontsteekt,
39476 Luk 8:17 | niet bekend zal worden, en in het openbaar komen. ~
39477 Luk 8:18 | dien zal gegeven worden; en zo wie niet heeft, ook hetgeen
39478 Luk 8:19 | 19 En Zijn moeder en Zijn broeders
39479 Luk 8:19 | 19 En Zijn moeder en Zijn broeders kwamen tot
39480 Luk 8:19 | broeders kwamen tot Hem, en konden bij Hem niet komen,
39481 Luk 8:20 | 20 En Hem werd geboodschapt van
39482 Luk 8:20 | enigen, die zeiden: Uw moeder en Uw broeders staan daar buiten,
39483 Luk 8:21 | 21 Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Mijn moeder
39484 Luk 8:21 | zeide tot hen: Mijn moeder en Mijn broeders zijn dezen,
39485 Luk 8:21 | dezen, die Gods Woord horen, en datzelve doen. ~
39486 Luk 8:22 | 22 En het geschiedde in een van
39487 Luk 8:22 | dat Hij in een schip ging, en Zijn discipelen met Hem;
39488 Luk 8:22 | Zijn discipelen met Hem; en Hij zeide tot hen: Laat
39489 Luk 8:22 | andere zijde van het meer. En zij staken af. ~
39490 Luk 8:23 | 23 En als zij voeren, viel Hij
39491 Luk 8:23 | voeren, viel Hij in slaap; en er kwam een storm van wind
39492 Luk 8:23 | storm van wind op het meer, en zij werden vol waters, en
39493 Luk 8:23 | en zij werden vol waters, en waren in nood. ~
39494 Luk 8:24 | 24 En zij gingen tot Hem, en wekten
39495 Luk 8:24 | 24 En zij gingen tot Hem, en wekten Hem op, zeggende:
39496 Luk 8:24 | Meester, Meester, wij vergaan! en Hij, opgestaan zijnde, bestrafte
39497 Luk 8:24 | zijnde, bestrafte den wind en de watergolven, en zij hielden
39498 Luk 8:24 | wind en de watergolven, en zij hielden op, en er werd
39499 Luk 8:24 | watergolven, en zij hielden op, en er werd stilte. ~
39500 Luk 8:25 | 25 En Hij zeide tot hen: Waar
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |