1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
39501 Luk 8:25 | Deze, dat Hij ook de winden en het water gebiedt, en zij
39502 Luk 8:25 | winden en het water gebiedt, en zij zijn Hem gehoorzaam? ~
39503 Luk 8:26 | 26 En zij voeren voort naar het
39504 Luk 8:27 | 27 En als Hij aan het land uitgegaan
39505 Luk 8:27 | duivelen was bezeten geweest; en was met geen klederen gekleed,
39506 Luk 8:27 | met geen klederen gekleed, en bleef in geen huis, maar
39507 Luk 8:28 | 28 En hij, Jezus ziende, en zeer
39508 Luk 8:28 | 28 En hij, Jezus ziende, en zeer roepende, viel voor
39509 Luk 8:28 | roepende, viel voor Hem neder, en zeide met een grote stem:
39510 Luk 8:29 | menigen tijd bevangen gehad; en hij werd met ketenen en
39511 Luk 8:29 | en hij werd met ketenen en met boeien gebonden, om
39512 Luk 8:29 | gebonden, om bewaard te zijn; en hij verbrak de banden, en
39513 Luk 8:29 | en hij verbrak de banden, en werd van den duivel gedreven
39514 Luk 8:30 | 30 En Jezus vraagde hem, zeggende:
39515 Luk 8:30 | zeggende: Welke is uw naam? En hij zeide: Legio. Want vele
39516 Luk 8:31 | 31 En zij baden Hem, dat Hij hun
39517 Luk 8:32 | 32 En aldaar was een kudde veler
39518 Luk 8:32 | zwijnen, weidende op den berg; en zij baden Hem, dat Hij hun
39519 Luk 8:32 | toelaten in dezelve te varen. En Hij liet het hun toe. ~
39520 Luk 8:33 | 33 En de duivelen, uitvarende
39521 Luk 8:33 | mens, voeren in de zwijnen; en de kudde stortte van de
39522 Luk 8:33 | steilte af in het meer; en versmoorde. ~
39523 Luk 8:34 | 34 En die ze weidden, ziende hetgeen
39524 Luk 8:34 | geschied was, zijn gevlucht; en heengaande boodschapten
39525 Luk 8:34 | boodschapten het in de stad, en op het land. ~
39526 Luk 8:35 | 35 En zij gingen uit, om te zien
39527 Luk 8:35 | zien hetgeen geschied was, en kwamen tot Jezus, en vonden
39528 Luk 8:35 | was, en kwamen tot Jezus, en vonden den mens, van welken
39529 Luk 8:35 | voeten van Jezus, gekleed en wel bij zijn verstand; en
39530 Luk 8:35 | en wel bij zijn verstand; en zij werden bevreesd. ~
39531 Luk 8:36 | 36 En ook, die het gezien hadden,
39532 Luk 8:37 | 37 En de gehele menigte van het
39533 Luk 8:37 | met grote vreze bevangen. En Hij, in het schip gegaan
39534 Luk 8:38 | 38 En de man, van welken de duivelen
39535 Luk 8:39 | Keer weder naar uw huis, en vertel, wat grote dingen
39536 Luk 8:39 | dingen u God gedaan heeft. En hij ging heen door de gehele
39537 Luk 8:40 | 40 En het geschiedde, als Jezus
39538 Luk 8:41 | 41 En ziet, er kwam een man, wiens
39539 Luk 8:41 | wiens naam was Jairus, en hij was een overste der
39540 Luk 8:41 | een overste der synagoge; en hij viel aan de voeten van
39541 Luk 8:41 | aan de voeten van Jezus, en bad Hem, dat Hij in zijn
39542 Luk 8:42 | van omtrent twaalf jaren, en deze lag op haar sterven.
39543 Luk 8:42 | deze lag op haar sterven. En als Hij heenging, zo verdrongen
39544 Luk 8:43 | 43 En een vrouw, die twaalf jaren
39545 Luk 8:43 | medicijnmeesters ten koste gelegd had; en van niemand had kunnen genezen
39546 Luk 8:44 | den zoom Zijns kleeds aan; en terstond stelpte de vloed
39547 Luk 8:45 | 45 En Jezus zeide: Wie is het,
39548 Luk 8:45 | die Mij heeft aangeraakt? En als zij het allen ontkenden,
39549 Luk 8:45 | ontkenden, zeide Petrus en die met hem waren: Meester,
39550 Luk 8:45 | Meester, de scharen drukken en verdringen U, en zegt Gij:
39551 Luk 8:45 | drukken en verdringen U, en zegt Gij: Wie is het, die
39552 Luk 8:46 | 46 En Jezus zeide: Iemand heeft
39553 Luk 8:47 | verborgen was, kwam bevende, en voor Hem nedervallende,
39554 Luk 8:47 | zij Hem aangeraakt had, en hoe zij terstond genezen
39555 Luk 8:48 | 48 En Hij zeide tot haar: Dochter,
39556 Luk 8:50 | niet, geloof alleenlijk, en zij zal behouden worden. ~
39557 Luk 8:51 | 51 En als Hij in het huis kwam,
39558 Luk 8:51 | niemand inkomen, dan Petrus, en Jakobus, en Johannes, en
39559 Luk 8:51 | dan Petrus, en Jakobus, en Johannes, en den vader en
39560 Luk 8:51 | en Jakobus, en Johannes, en den vader en de moeder des
39561 Luk 8:51 | en Johannes, en den vader en de moeder des kinds. ~
39562 Luk 8:52 | 52 En zij schreiden allen, en
39563 Luk 8:52 | En zij schreiden allen, en maakten misbaar over hetzelve.
39564 Luk 8:52 | maakten misbaar over hetzelve. En Hij zeide: Schreit niet;
39565 Luk 8:53 | 53 En zij belachten Hem, wetende,
39566 Luk 8:54 | had, greep Hij haar hand en riep, zeggende: Kind, sta
39567 Luk 8:55 | 55 En haar geest keerde weder,
39568 Luk 8:55 | haar geest keerde weder, en zij is terstond opgestaan;
39569 Luk 8:55 | zij is terstond opgestaan; en Hij gebood, dat men haar
39570 Luk 8:56 | 56 En haar ouders ontzetten zich;
39571 Luk 8:56 | haar ouders ontzetten zich; en Hij beval hun, dat zij niemand
39572 Luk 9:1 | 1 En Zijn twaalf discipelen samengeroepen
39573 Luk 9:1 | hebbende, gaf Hij hun kracht en macht over al de duivelen,
39574 Luk 9:1 | macht over al de duivelen, en om ziekten te genezen. ~
39575 Luk 9:2 | 2 En Hij zond hen heen, om te
39576 Luk 9:2 | prediken het Koninkrijk Gods, en de kranken gezond te maken. ~
39577 Luk 9:3 | 3 En Hij zeide tot hen: Neemt
39578 Luk 9:4 | 4 En in wat huis gij ook zult
39579 Luk 9:4 | zult ingaan, blijft aldaar, en gaat van daar uit. ~
39580 Luk 9:5 | 5 En zo wie u niet zullen ontvangen,
39581 Luk 9:6 | 6 En zij, uitgaande, doorgingen
39582 Luk 9:6 | verkondigende het Evangelie, en genezende de zieken overal. ~
39583 Luk 9:7 | 7 En Herodes, de viervorst, hoorde
39584 Luk 9:7 | die van Hem geschiedden; en was twijfelmoedig, omdat
39585 Luk 9:8 | 8 En van sommigen, dat Elias
39586 Luk 9:8 | dat Elias verschenen was; en van anderen, dat een profeet
39587 Luk 9:9 | 9 En Herodes zeide: Johannes
39588 Luk 9:9 | Welken ik zulke dingen hoor? En hij zocht Hem te zien. ~
39589 Luk 9:10 | 10 En de apostelen, wedergekeerd
39590 Luk 9:10 | al wat zij gedaan hadden. En Hij nam hen mede en vertrok
39591 Luk 9:10 | hadden. En Hij nam hen mede en vertrok alleen in een woeste
39592 Luk 9:11 | 11 En de scharen, dat verstaande,
39593 Luk 9:11 | verstaande, volgden Hem; en Hij ontving ze, en sprak
39594 Luk 9:11 | Hem; en Hij ontving ze, en sprak tot hen van het Koninkrijk
39595 Luk 9:11 | van het Koninkrijk Gods; en die genezing van node hadden,
39596 Luk 9:12 | 12 En de dag begon te dalen; en
39597 Luk 9:12 | En de dag begon te dalen; en de twaalven, tot Hem komende,
39598 Luk 9:12 | in de omliggende vlekken en in de dorpen, herberg nemen
39599 Luk 9:12 | dorpen, herberg nemen mogen, en spijze vinden; want wij
39600 Luk 9:13 | Geeft gij hun te eten. En zij zeiden: Wij hebben niet
39601 Luk 9:13 | niet meer dan vijf broden, en twee vissen; tenzij dan
39602 Luk 9:13 | tenzij dan dat wij heengaan en spijs kopen voor al dit
39603 Luk 9:15 | 15 En zij deden alzo, en deden
39604 Luk 9:15 | 15 En zij deden alzo, en deden hen allen nederzitten. ~
39605 Luk 9:16 | 16 En Hij, de vijf broden en de
39606 Luk 9:16 | 16 En Hij, de vijf broden en de twee vissen genomen hebbende,
39607 Luk 9:16 | zag op naar den hemel, en zegende die, en brak ze,
39608 Luk 9:16 | den hemel, en zegende die, en brak ze, en gaf ze den discipelen,
39609 Luk 9:16 | zegende die, en brak ze, en gaf ze den discipelen, om
39610 Luk 9:17 | 17 En zij aten en werden allen
39611 Luk 9:17 | 17 En zij aten en werden allen verzadigd;
39612 Luk 9:17 | werden allen verzadigd; en er werd opgenomen, hetgeen
39613 Luk 9:18 | 18 En het geschiedde, als Hij
39614 Luk 9:18 | discipelen met Hem waren, en Hij vraagde hen, zeggende:
39615 Luk 9:19 | 19 En zij, antwoordende, zeiden:
39616 Luk 9:19 | zeiden: Johannes de Doper; en anderen: Elias; en anderen:
39617 Luk 9:19 | Doper; en anderen: Elias; en anderen: Dat enig profeet
39618 Luk 9:20 | 20 En Hij zeide tot hen: Maar
39619 Luk 9:20 | wie zegt gij, dat Ik ben? En Petrus, antwoordende, zeide:
39620 Luk 9:21 | 21 En Hij gebood hun scherpelijk
39621 Luk 9:21 | Hij gebood hun scherpelijk en beval, dat zij dit niemand
39622 Luk 9:22 | mensen moet veel lijden, en verworpen worden van de
39623 Luk 9:22 | worden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden,
39624 Luk 9:22 | ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden, en gedood
39625 Luk 9:22 | overpriesters, en Schriftgeleerden, en gedood en ten derden dage
39626 Luk 9:22 | Schriftgeleerden, en gedood en ten derden dage opgewekt
39627 Luk 9:23 | 23 En Hij zeide tot allen: Zo
39628 Luk 9:23 | verloochene zichzelven, en neme zijn kruis dagelijks
39629 Luk 9:23 | zijn kruis dagelijks op, en volge Mij. ~
39630 Luk 9:25 | gehele wereld zou winnen, en zichzelven verliezen, of
39631 Luk 9:26 | 26 Want zo wie zich Mijns en Mijner woorden zal geschaamd
39632 Luk 9:26 | zal in Zijn heerlijkheid, en in de heerlijkheid des Vaders,
39633 Luk 9:26 | heerlijkheid des Vaders, en der heilige engelen. ~
39634 Luk 9:27 | 27 En Ik zeg u waarlijk: Er zijn
39635 Luk 9:28 | 28 En het geschiedde, omtrent
39636 Luk 9:28 | dat Hij medenam Petrus, en Johannes, en Jakobus, en
39637 Luk 9:28 | medenam Petrus, en Johannes, en Jakobus, en klom op den
39638 Luk 9:28 | en Johannes, en Jakobus, en klom op den berg, om te
39639 Luk 9:29 | 29 En als Hij bad, werd de gedaante
39640 Luk 9:29 | Zijns aangezichts veranderd, en Zijn kleding wit en zeer
39641 Luk 9:29 | veranderd, en Zijn kleding wit en zeer blinkende. ~
39642 Luk 9:30 | 30 En ziet, twee mannen spraken
39643 Luk 9:30 | met Hem, welke waren Mozes en Elias. ~
39644 Luk 9:32 | 32 Petrus nu, en die met hem waren, waren
39645 Luk 9:32 | waren met slaap bezwaard; en ontwaakt zijnde, zagen zij
39646 Luk 9:32 | zagen zij Zijn heerlijkheid, en de twee mannen, die bij
39647 Luk 9:33 | 33 En het geschiedde, als zij
39648 Luk 9:33 | goed, dat wij hier zijn; en laat ons drie tabernakelen
39649 Luk 9:33 | tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een, en voor
39650 Luk 9:33 | een, en voor Mozes een, en voor Elias een; niet wetende,
39651 Luk 9:34 | dit zeide, kwam een wolk, en overschaduwde hen; en zij
39652 Luk 9:34 | wolk, en overschaduwde hen; en zij werden bevreesd, als
39653 Luk 9:35 | 35 En er geschiedde een stem uit
39654 Luk 9:36 | 36 En als de stem geschiedde,
39655 Luk 9:36 | werd Jezus alleen gevonden. En zij zwegen stil, en verhaalden
39656 Luk 9:36 | gevonden. En zij zwegen stil, en verhaalden in die dagen
39657 Luk 9:37 | 37 En het geschiedde des daags
39658 Luk 9:38 | 38 En ziet, een man van de schare
39659 Luk 9:39 | 39 En zie, een geest neemt hem,
39660 Luk 9:39 | zie, een geest neemt hem, en van stonde aan roept hij,
39661 Luk 9:39 | van stonde aan roept hij, en hij scheurt hem, dat hij
39662 Luk 9:39 | scheurt hem, dat hij schuimt, en wijkt nauwelijks van hem,
39663 Luk 9:39 | wijkt nauwelijks van hem, en verplettert hem. ~
39664 Luk 9:40 | 40 En ik heb Uw discipelen gebeden,
39665 Luk 9:40 | zij hem zouden uitwerpen, en zij hebben niet gekund. ~
39666 Luk 9:41 | 41 En Jezus, antwoordende, zeide:
39667 Luk 9:41 | antwoordende, zeide: O ongelovig en verkeerd geslacht, hoe lang
39668 Luk 9:41 | Ik nog bij ulieden zijn, en ulieden verdragen? Breng
39669 Luk 9:42 | 42 En nog, als hij naar Hem toekwam,
39670 Luk 9:42 | scheurde hem de duivel, en verscheurde hem; maar Jezus
39671 Luk 9:42 | bestrafte den onreinen geest, en maakte het kind gezond,
39672 Luk 9:42 | maakte het kind gezond, en gaf hem zijn vader weder. ~
39673 Luk 9:43 | 43 En zij werden allen verslagen
39674 Luk 9:43 | de grootdadigheid Gods. En als zij allen zich verwonderden
39675 Luk 9:45 | verstonden dit woord niet, en het was voor hen verborgen,
39676 Luk 9:45 | dat zij het niet begrepen; en zij vreesden van dat woord
39677 Luk 9:46 | 46 En er rees een overlegging
39678 Luk 9:47 | harten, nam een kindeken, en stelde dat bij Zich; ~
39679 Luk 9:48 | 48 En zeide tot hen: Zo wie dit
39680 Luk 9:48 | Naam, die ontvangt Mij; en zo wie Mij ontvangen zal,
39681 Luk 9:49 | 49 En Johannes antwoordde en zeide:
39682 Luk 9:49 | 49 En Johannes antwoordde en zeide: Meester! wij hebben
39683 Luk 9:49 | Naam de duivelen uitwierp, en wij hebben het hem verboden,
39684 Luk 9:50 | 50 En Jezus zeide tot hem: Verbied
39685 Luk 9:51 | 51 En het geschiedde, als de dagen
39686 Luk 9:52 | 52 En Hij zond boden uit voor
39687 Luk 9:52 | uit voor Zijn aangezicht; en zij, heengereisd zijnde,
39688 Luk 9:53 | 53 En zij ontvingen Hem niet,
39689 Luk 9:54 | Zijn discipelen, Jakobus en Johannes, dat zagen, zeiden
39690 Luk 9:54 | van den hemel nederdale, en dezen verslinde, gelijk
39691 Luk 9:55 | omkerende, bestrafte Hij hen, en zeide: Gij weet niet van
39692 Luk 9:56 | verderven, maar om te behouden. En zij gingen naar een ander
39693 Luk 9:57 | 57 En het geschiedde op den weg,
39694 Luk 9:58 | 58 En Jezus zeide tot hem: De
39695 Luk 9:58 | De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten;
39696 Luk 9:59 | 59 En Hij zeide tot een anderen:
39697 Luk 9:59 | mij toe, dat ik heenga, en eerst mijn vader begrave. ~
39698 Luk 9:60 | begraven; doch gij, ga heen en verkondig het Koninkrijk
39699 Luk 9:61 | 61 En ook een ander zeide: Heere,
39700 Luk 9:62 | 62 En Jezus zeide tot hem: Niemand,
39701 Luk 9:62 | hand aan den ploeg slaat, en ziet naar hetgeen achter
39702 Luk 10:1 | 1 En na dezen stelde de Heere
39703 Luk 10:1 | Heere nog andere zeventig, en zond hen heen voor Zijn
39704 Luk 10:1 | voor Zijn aangezicht, twee en twee, in iedere stad en
39705 Luk 10:1 | en twee, in iedere stad en plaats, daar Hij komen zou. ~
39706 Luk 10:4 | noch male, noch schoenen; en groet niemand op den weg. ~
39707 Luk 10:5 | 5 En in wat huis gij zult ingaan,
39708 Luk 10:6 | 6 En indien aldaar een zoon des
39709 Luk 10:7 | 7 En blijft in datzelve huis,
39710 Luk 10:7 | in datzelve huis, etende en drinkende, hetgeen van hen
39711 Luk 10:8 | 8 En in wat stad gij zult ingaan,
39712 Luk 10:8 | wat stad gij zult ingaan, en zij u ontvangen, eet hetgeen
39713 Luk 10:9 | 9 En geneest de kranken, die
39714 Luk 10:9 | kranken, die daarin zijn, en zegt tot hen: Het Koninkrijk
39715 Luk 10:10 | wat stad gij zult ingaan, en zij u niet ontvangen, uitgaande
39716 Luk 10:12 | 12 En Ik zeg u, dat het dien van
39717 Luk 10:13 | Bethsaida, want zo in Tyrus en Sidon de krachten geschied
39718 Luk 10:13 | zouden eertijds, in zak en as zittende, zich bekeerd
39719 Luk 10:14 | 14 Doch het zal Tyrus en Sidon verdragelijker zijn
39720 Luk 10:15 | 15 En gij, Kapernaum, die tot
39721 Luk 10:16 | u hoort, die hoort Mij; en wie u verwerpt, die verwerpt
39722 Luk 10:16 | verwerpt, die verwerpt Mij; en wie Mij verwerpt, die verwerpt
39723 Luk 10:17 | 17 En de zeventigen zijn wedergekeerd
39724 Luk 10:18 | 18 En Hij zeide tot hen: Ik zag
39725 Luk 10:19 | de macht, om op slangen en schorpioenen te treden,
39726 Luk 10:19 | schorpioenen te treden, en over alle kracht des vijands;
39727 Luk 10:19 | alle kracht des vijands; en geen ding zal u enigszins
39728 Luk 10:21 | Zich Jezus in den geest, en zeide: Ik dank U, Vader!
39729 Luk 10:21 | Vader! Heere des hemels en der aarde; dat Gij deze
39730 Luk 10:21 | deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt,
39731 Luk 10:21 | verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens
39732 Luk 10:22 | Mijn Vader overgegeven; en niemand weet, wie de Zoon
39733 Luk 10:22 | de Zoon is, dan de Vader; en wie de Vader is, dan de
39734 Luk 10:22 | de Vader is, dan de Zoon, en dien het de Zoon zal willen
39735 Luk 10:23 | 23 En Zich kerende naar de discipelen,
39736 Luk 10:24 | zeg u, dat vele profeten en koningen hebben begeerd
39737 Luk 10:24 | zien, hetgeen gij ziet, en hebben het niet gezien;
39738 Luk 10:24 | hebben het niet gezien; en te horen, hetgeen gij hoort,
39739 Luk 10:24 | horen, hetgeen gij hoort, en hebben het niet gehoord. ~
39740 Luk 10:25 | 25 En ziet, een zeker wetgeleerde
39741 Luk 10:25 | stond op, Hem verzoekende, en zeggende: Meester, wat doende
39742 Luk 10:26 | 26 En Hij zeide tot hem: Wat is
39743 Luk 10:27 | 27 En hij, antwoordende, zeide:
39744 Luk 10:27 | liefhebben, uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit
39745 Luk 10:27 | en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw kracht, en
39746 Luk 10:27 | en uit geheel uw kracht, en uit geheel uw verstand;
39747 Luk 10:27 | uit geheel uw verstand; en uw naaste als uzelven. ~
39748 Luk 10:28 | 28 En Hij zeide tot hem: Gij hebt
39749 Luk 10:28 | recht geantwoord; doe dat, en gij zult leven. ~
39750 Luk 10:29 | rechtvaardigen, zeide tot Jezus: En wie is mijn naaste? ~
39751 Luk 10:30 | 30 En Jezus, antwoordende, zeide:
39752 Luk 10:30 | Jeruzalem naar Jericho, en viel onder de moordenaars,
39753 Luk 10:30 | welke, hem ook uitgetogen, en daartoe zware slagen gegeven
39754 Luk 10:30 | gegeven hebbende, heengingen, en lieten hem half dood liggen. ~
39755 Luk 10:31 | 31 En bij geval kwam een zeker
39756 Luk 10:31 | priester denzelven weg af, en hem ziende, ging hij tegenover
39757 Luk 10:32 | 32 En desgelijks ook een Leviet,
39758 Luk 10:32 | bij die plaats, kwam hij, en zag hem, en ging tegenover
39759 Luk 10:32 | plaats, kwam hij, en zag hem, en ging tegenover hem voorbij. ~
39760 Luk 10:33 | reizende, kwam omtrent hem, en hem ziende, werd hij met
39761 Luk 10:34 | 34 En hij, tot hem gaande, verbond
39762 Luk 10:34 | wonden, gietende daarin olie en wijn; en hem heffende op
39763 Luk 10:34 | gietende daarin olie en wijn; en hem heffende op zijn eigen
39764 Luk 10:34 | voerde hem in de herberg en verzorgde hem. ~
39765 Luk 10:35 | 35 En des anderen daags weggaande,
39766 Luk 10:35 | hij twee penningen uit, en gaf ze den waard, en zeide
39767 Luk 10:35 | uit, en gaf ze den waard, en zeide tot hem: Draag zorg
39768 Luk 10:35 | hem: Draag zorg voor hem: en zo wat gij meer aan hem
39769 Luk 10:37 | 37 En hij zeide: Die barmhartigheid
39770 Luk 10:37 | Jezus tot hem: Ga heen, en doe gij desgelijks. ~
39771 Luk 10:38 | 38 En het geschiedde, als zij
39772 Luk 10:38 | dat Hij kwam in een vlek; en een zekere vrouw, met name
39773 Luk 10:39 | 39 En deze had een zuster, genaamd
39774 Luk 10:40 | bezig met veel dienens, en daarbij komende, zeide zij:
39775 Luk 10:41 | 41 En Jezus, antwoordende, zeide
39776 Luk 10:41 | Martha, Martha, gij bekommert en ontrust u over vele dingen; ~
39777 Luk 11:1 | 1 En het geschiedde, toen Hij
39778 Luk 11:2 | 2 En Hij zeide tot hen: Wanneer
39779 Luk 11:4 | 4 En vergeef ons onze zonden;
39780 Luk 11:4 | iegelijk, die ons schuldig is. En leid ons niet in verzoeking,
39781 Luk 11:5 | 5 En Hij zeide tot hen: Wie van
39782 Luk 11:5 | u zal een vriend hebben, en zal ter middernacht tot
39783 Luk 11:5 | middernacht tot hem gaan, en tot hem zeggen: Vriend!
39784 Luk 11:6 | reis tot mij gekomen is, en ik heb niet, dat ik hem
39785 Luk 11:7 | 7 En dat die van binnen, antwoordende,
39786 Luk 11:7 | de deur is nu gesloten, en mijn kinderen zijn met mij
39787 Luk 11:8 | Hoewel hij niet zou opstaan en hem geven, omdat hij zijn
39788 Luk 11:8 | onbeschaamdheid wil, zal hij opstaan, en hem geven zoveel als hij
39789 Luk 11:9 | 9 En Ik zeg ulieden: Bidt, en
39790 Luk 11:9 | En Ik zeg ulieden: Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt,
39791 Luk 11:9 | zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt,
39792 Luk 11:9 | gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. ~
39793 Luk 11:10 | die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en
39794 Luk 11:10 | en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan
39795 Luk 11:11 | 11 En wat vader onder u, dien
39796 Luk 11:14 | 14 En Hij wierp een duivel uit,
39797 Luk 11:14 | Hij wierp een duivel uit, en die was stom. En het geschiedde,
39798 Luk 11:14 | duivel uit, en die was stom. En het geschiedde, als de duivel
39799 Luk 11:14 | was, dat de stomme sprak; en de scharen verwonderden
39800 Luk 11:16 | 16 En anderen, Hem verzoekende,
39801 Luk 11:17 | verdeeld is, wordt verwoest; en een huis, tegen zichzelf
39802 Luk 11:19 | 19 En indien Ik door Beelzebul
39803 Luk 11:22 | die sterker is dan hij, en hem overwint, die neemt
39804 Luk 11:22 | daar hij op vertrouwde, en deelt zijn roof uit. ~
39805 Luk 11:23 | niet is, die is tegen Mij; en wie met Mij niet vergadert,
39806 Luk 11:24 | plaatsen, zoekende rust; en die niet vindende, zegt
39807 Luk 11:25 | 25 En komende, vindt hij het met
39808 Luk 11:25 | het met bezemen gekeerd en versierd. ~
39809 Luk 11:26 | 26 Dan gaat hij heen, en neemt met zich zeven anderen
39810 Luk 11:26 | bozer dan hij zelf is, en ingegaan zijnde, wonen zij
39811 Luk 11:26 | zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van dien mens
39812 Luk 11:27 | 27 En het geschiedde, als Hij
39813 Luk 11:27 | buik, die U gedragen heeft, en de borsten, die Gij hebt
39814 Luk 11:28 | die het Woord Gods horen, en hetzelve bewaren. ~
39815 Luk 11:29 | 29 En als de scharen dicht bijeenvergaderden,
39816 Luk 11:29 | het verzoekt een teken, en hetzelve zal geen teken
39817 Luk 11:31 | mannen van dit geslacht, en zal ze veroordelen; want
39818 Luk 11:31 | de wijsheid van Salomo; en ziet, meer dan Salomo is
39819 Luk 11:32 | oordeel met dit geslacht, en zullen hetzelve veroordelen;
39820 Luk 11:32 | de prediking van Jonas; en ziet, meer dan Jonas is
39821 Luk 11:33 | 33 En niemand, die een kaars ontsteekt,
39822 Luk 11:37 | het middagmaal wilde eten; en ingegaan zijnde, zat Hij
39823 Luk 11:38 | 38 En de Farizeer, dat ziende,
39824 Luk 11:39 | 39 En de Heere zeide tot hem:
39825 Luk 11:39 | buitenste des drinkbekers en des schotels; maar het binnenste
39826 Luk 11:39 | binnenste van u is vol van roof en boosheid. ~
39827 Luk 11:41 | aalmoes, hetgeen daarin is; en ziet, alles is u rein. ~
39828 Luk 11:42 | want gij vertient munte, en ruite, en alle moeskruid,
39829 Luk 11:42 | vertient munte, en ruite, en alle moeskruid, en gij gaat
39830 Luk 11:42 | ruite, en alle moeskruid, en gij gaat voorbij het oordeel
39831 Luk 11:42 | gaat voorbij het oordeel en de liefde Gods. Dit moest
39832 Luk 11:42 | Gods. Dit moest men doen, en het andere niet nalaten. ~
39833 Luk 11:43 | voorgestoelte in de synagogen, en de begroetingen op de markten. ~
39834 Luk 11:44 | u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden,
39835 Luk 11:44 | die niet openbaar zijn, en de mensen, die daarover
39836 Luk 11:45 | 45 En een van de wetgeleerden,
39837 Luk 11:46 | lasten, zwaar om te dragen, en zelven raakt gij die lasten
39838 Luk 11:47 | de graven der profeten, en uw vaders hebben dezelve
39839 Luk 11:48 | want zij hebben ze gedood, en gij bouwt hun graven. ~
39840 Luk 11:49 | Gods zegt: Ik zal profeten en apostelen tot hen zenden,
39841 Luk 11:49 | apostelen tot hen zenden, en van die zullen zij sommigen
39842 Luk 11:49 | zullen zij sommigen doden, en sommigen zullen zij uitjagen; ~
39843 Luk 11:51 | gedood is tussen het altaar en het huis Gods; ja, zeg Ik
39844 Luk 11:52 | gijzelven zijt niet ingegaan, en die ingingen, hebt gij verhinderd. ~
39845 Luk 11:53 | 53 En als Hij deze dingen tot
39846 Luk 11:53 | begonnen de Schriftgeleerden en Farizeen hard aan te houden,
39847 Luk 11:53 | Farizeen hard aan te houden, en Hem van vele dingen te doen
39848 Luk 11:54 | 54 Hem lagen leggende, en zoekende iets uit Zijn mond
39849 Luk 12:2 | 2 En er is niets bedekt, dat
39850 Luk 12:2 | niet zal ontdekt worden, en verborgen, dat niet zal
39851 Luk 12:3 | het licht gehoord worden; en wat gij in het oor gesproken
39852 Luk 12:4 | 4 En Ik zeg u, Mijn vrienden:
39853 Luk 12:4 | die het lichaam doden, en daarna niet meer kunnen
39854 Luk 12:6 | voor twee penningskens? En niet een van die is voor
39855 Luk 12:8 | 8 En Ik zeg u: Een iegelijk,
39856 Luk 12:10 | 10 En een iegelijk, die enig woord
39857 Luk 12:11 | 11 En wanneer zij u heenbrengen
39858 Luk 12:11 | zullen in de synagogen, en tot de overheden en de machten,
39859 Luk 12:11 | synagogen, en tot de overheden en de machten, zo zijt niet
39860 Luk 12:13 | 13 En een uit de schare zeide
39861 Luk 12:15 | 15 En Hij zeide tot hen: Ziet
39862 Luk 12:15 | zeide tot hen: Ziet toe en wacht u van de gierigheid;
39863 Luk 12:16 | 16 En Hij zeide tot hen een gelijkenis,
39864 Luk 12:16 | tot hen een gelijkenis, en sprak: Eens rijken mensen
39865 Luk 12:17 | 17 En hij overleide bij zichzelven,
39866 Luk 12:18 | 18 En hij zeide: Dit zal ik doen;
39867 Luk 12:18 | zal mijn schuren afbreken, en grotere bouwen, en zal aldaar
39868 Luk 12:18 | afbreken, en grotere bouwen, en zal aldaar verzamelen al
39869 Luk 12:18 | verzamelen al dit mijn gewas, en deze mijn goederen; ~
39870 Luk 12:19 | 19 En ik zal tot mijn ziel zeggen:
39871 Luk 12:20 | men uw ziel van u afeisen; en hetgeen gij bereid hebt,
39872 Luk 12:21 | zichzelven schatten vergadert, en niet rijk is in God. ~
39873 Luk 12:22 | 22 En Hij zeide tot Zijn discipelen:
39874 Luk 12:23 | is meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding. ~
39875 Luk 12:24 | spijskamer noch schuur hebben, en God voedt dezelve; hoeveel
39876 Luk 12:27 | wassen; zij arbeiden niet, en spinnen niet; en Ik zeg
39877 Luk 12:27 | arbeiden niet, en spinnen niet; en Ik zeg u: ook Salomo in
39878 Luk 12:28 | dat heden op het veld is, en morgen in den oven geworpen
39879 Luk 12:29 | 29 En gijlieden, vraagt niet,
39880 Luk 12:29 | of wat gij drinken zult; en weest niet wankelmoedig. ~
39881 Luk 12:31 | zoekt het Koninkrijk Gods, en al deze dingen zullen u
39882 Luk 12:33 | Verkoopt hetgeen gij hebt, en geeft aalmoes. Maakt uzelven
39883 Luk 12:35 | uw lendenen omgord zijn, en de kaarsen brandende. ~
39884 Luk 12:36 | 36 En zijt gij den mensen gelijk,
39885 Luk 12:36 | bruiloft, opdat, als hij komt en klopt, zij hem terstond
39886 Luk 12:37 | dat hij zich zal omgorden, en zal hen doen aanzitten,
39887 Luk 12:37 | zal hen doen aanzitten, en bijkomende, zal hij hen
39888 Luk 12:38 | 38 En zo hij komt in de tweede
39889 Luk 12:38 | in de tweede nacht wake, en komt in de derde wake, en
39890 Luk 12:38 | en komt in de derde wake, en vindt hen alzo, zalig zijn
39891 Luk 12:39 | hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben
39892 Luk 12:41 | 41 En Petrus zeide tot Hem: Heere!
39893 Luk 12:42 | 42 En de Heere zeide: Wie is dan
39894 Luk 12:42 | Wie is dan de getrouwe en voorzichtige huisbezorger,
39895 Luk 12:45 | heer vertoeft te komen; en zou beginnen de knechten
39896 Luk 12:45 | zou beginnen de knechten en de dienstmaagden te slaan,
39897 Luk 12:45 | dienstmaagden te slaan, en te eten en te drinken, en
39898 Luk 12:45 | dienstmaagden te slaan, en te eten en te drinken, en dronken te
39899 Luk 12:45 | en te eten en te drinken, en dronken te worden; ~
39900 Luk 12:46 | welken hij hem niet verwacht, en ter ure, die hij niet weet;
39901 Luk 12:46 | ure, die hij niet weet; en zal hem afscheiden, en zal
39902 Luk 12:46 | en zal hem afscheiden, en zal zijn deel zetten met
39903 Luk 12:47 | 47 En die dienstknecht, welke
39904 Luk 12:47 | heeft den wil zijns heeren, en zich niet bereid, noch naar
39905 Luk 12:48 | denzelven niet geweten heeft, en gedaan heeft dingen, die
39906 Luk 12:48 | slagen geslagen worden. En een iegelijk, wien veel
39907 Luk 12:48 | zal veel geeist worden; en wien men veel vertrouwd
39908 Luk 12:49 | vuur op de aarde te werpen; en wat wil Ik, indien het alrede
39909 Luk 12:50 | een doop gedoopt worden; en hoe worde Ik geperst, totdat
39910 Luk 12:52 | verdeeld zijn, drie tegen twee, en twee tegen drie. ~
39911 Luk 12:53 | den zoon verdeeld zijn, en de zoon tegen den vader;
39912 Luk 12:53 | moeder tegen de dochter; en de dochter tegen de moeder;
39913 Luk 12:53 | tegen haar schoondochter, en de schoondochter tegen haar
39914 Luk 12:54 | 54 En Hij zeide ook tot de scharen:
39915 Luk 12:54 | gijlieden: Er komt regen; en het geschiedt alzo. ~
39916 Luk 12:55 | 55 En wanneer gij den zuidenwind
39917 Luk 12:55 | gij: Er zal hitte zijn; en het geschiedt. ~
39918 Luk 12:56 | het aanschijn der aarde en des hemels weet gij te beproeven;
39919 Luk 12:56 | hemels weet gij te beproeven; en hoe beproeft gij dezen tijd
39920 Luk 12:57 | 57 En waarom oordeelt gij ook
39921 Luk 12:58 | voor den rechter trekke, en de rechter u den gerechtsdienaar
39922 Luk 12:58 | gerechtsdienaar overlevere, en de gerechtsdienaar u in
39923 Luk 13:1 | 1 En er waren te dierzelfder
39924 Luk 13:2 | 2 En Jezus antwoordde, en zeide
39925 Luk 13:2 | 2 En Jezus antwoordde, en zeide tot hen: Meent gij,
39926 Luk 13:4 | de toren in Siloam viel, en doodde ze; meent gij, dat
39927 Luk 13:6 | 6 En Hij zeide deze gelijkenis:
39928 Luk 13:6 | geplant in zijn wijngaard; en hij kwam en zocht vrucht
39929 Luk 13:6 | zijn wijngaard; en hij kwam en zocht vrucht daarop, en
39930 Luk 13:6 | en zocht vrucht daarop, en vond ze niet. ~
39931 Luk 13:7 | 7 En hij zeide tot den wijngaardenier:
39932 Luk 13:7 | vrucht op dezen vijgeboom, en vind ze niet; houw hem uit;
39933 Luk 13:8 | 8 En hij, antwoordende, zeide
39934 Luk 13:8 | totdat ik om hem gegraven en mest gelegd zal hebben; ~
39935 Luk 13:9 | 9 En indien hij vrucht zal voortbrengen,
39936 Luk 13:10 | 10 En Hij leerde op den sabbat
39937 Luk 13:11 | 11 En ziet, er was een vrouw,
39938 Luk 13:11 | achttien jaren lang gehad had, en zij was samengebogen, en
39939 Luk 13:11 | en zij was samengebogen, en kon zich ganselijk niet
39940 Luk 13:12 | 12 En Jezus, haar ziende, riep
39941 Luk 13:12 | ziende, riep haar tot Zich, en zeide tot haar: Vrouw, gij
39942 Luk 13:13 | 13 En Hij legde de handen op haar;
39943 Luk 13:13 | legde de handen op haar; en zij werd terstond weder
39944 Luk 13:13 | werd terstond weder recht, en verheerlijkte God. ~
39945 Luk 13:14 | 14 En de overste der synagoge,
39946 Luk 13:14 | genezen had, antwoordde en zeide tot de schare: Er
39947 Luk 13:14 | werken; komt dan in dezelve, en laat u genezen, en niet
39948 Luk 13:14 | dezelve, en laat u genezen, en niet op den dag des sabbats. ~
39949 Luk 13:15 | Heere dan antwoordde hem en zeide: Gij geveinsde, maakt
39950 Luk 13:15 | ezel van de kribbe los, en leidt hem heen om te doen
39951 Luk 13:16 | 16 En deze, die een dochter Abrahams
39952 Luk 13:17 | 17 En als Hij dit zeide, werden
39953 Luk 13:17 | zich tegen Hem stelden; en al de schare verblijdde
39954 Luk 13:18 | 18 En Hij zeide: Wien is het Koninkrijk
39955 Luk 13:18 | Koninkrijk Gods gelijk, en waarbij zal Ik hetzelve
39956 Luk 13:19 | hetwelk een mens genomen en in zijn hof geworpen heeft;
39957 Luk 13:19 | zijn hof geworpen heeft; en het wies op, en werd tot
39958 Luk 13:19 | geworpen heeft; en het wies op, en werd tot een groten boom,
39959 Luk 13:19 | werd tot een groten boom, en de vogelen des hemels nestelden
39960 Luk 13:20 | 20 En Hij zeide wederom: Waarbij
39961 Luk 13:21 | zuurdesem, welken een vrouw nam, en verborg in drie maten meels,
39962 Luk 13:22 | 22 En Hij reisde van de ene stad
39963 Luk 13:22 | Hij reisde van de ene stad en vlek tot de andere, lerende,
39964 Luk 13:22 | tot de andere, lerende, en richtende Zijn reis naar
39965 Luk 13:23 | 23 En er zeide een tot Hem: Heere,
39966 Luk 13:23 | weinigen, die zalig worden? En Hij zeide tot hen: ~
39967 Luk 13:24 | zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen; ~
39968 Luk 13:25 | huizes zal opgestaan zijn, en de deur zal gesloten hebben,
39969 Luk 13:25 | deur zal gesloten hebben, en gij zult beginnen buiten
39970 Luk 13:25 | beginnen buiten te staan, en aan de deur te kloppen,
39971 Luk 13:25 | Heere, Heere, doe ons open! en Hij zal antwoorden en tot
39972 Luk 13:25 | open! en Hij zal antwoorden en tot u zeggen: Ik ken u niet,
39973 Luk 13:26 | tegenwoordigheid gegeten en gedronken, en Gij hebt in
39974 Luk 13:26 | tegenwoordigheid gegeten en gedronken, en Gij hebt in onze straten
39975 Luk 13:27 | 27 En Hij zal zeggen: Ik zeg u,
39976 Luk 13:28 | 28 Aldaar zal zijn wening en knersing der tanden, wanneer
39977 Luk 13:28 | wanneer gij zult zien Abraham, en Izak, en Jakob, en al de
39978 Luk 13:28 | zult zien Abraham, en Izak, en Jakob, en al de profeten
39979 Luk 13:28 | Abraham, en Izak, en Jakob, en al de profeten in het Koninkrijk
39980 Luk 13:29 | 29 En daar zullen er komen van
39981 Luk 13:29 | zullen er komen van Oosten en Westen, en van Noorden en
39982 Luk 13:29 | komen van Oosten en Westen, en van Noorden en Zuiden, en
39983 Luk 13:29 | en Westen, en van Noorden en Zuiden, en zullen aanzitten
39984 Luk 13:29 | en van Noorden en Zuiden, en zullen aanzitten in het
39985 Luk 13:30 | 30 En ziet, er zijn laatsten,
39986 Luk 13:30 | de eersten zullen zijn; en er zijn eersten, die de
39987 Luk 13:31 | zeggende tot Hem: Ga weg, en vertrek van hier; want Herodes
39988 Luk 13:32 | 32 En Hij zeide tot hen: Gaat
39989 Luk 13:32 | zeide tot hen: Gaat heen, en zegt dien vos: Zie, Ik werp
39990 Luk 13:32 | Zie, Ik werp duivelen uit, en maak gezond, heden en morgen,
39991 Luk 13:32 | uit, en maak gezond, heden en morgen, en ten derden dage
39992 Luk 13:32 | gezond, heden en morgen, en ten derden dage worde Ik
39993 Luk 13:33 | 33 Doch Ik moet heden, en morgen, en den volgenden
39994 Luk 13:33 | Ik moet heden, en morgen, en den volgenden dag reizen;
39995 Luk 13:34 | die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden
39996 Luk 13:34 | de vleugelen vergadert; en gijlieden hebt niet gewild? ~
39997 Luk 13:35 | wordt ulieden woest gelaten. En voorwaar, Ik zeg u, dat
39998 Luk 14:1 | 1 En het geschiedde, als Hij
39999 Luk 14:2 | 2 En ziet, er was een zeker waterzuchtig
40000 Luk 14:3 | 3 En Jezus, antwoordende, zeide
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |