1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
40001 Luk 14:3 | zeide tot de wetgeleerden en Farizeen, en sprak: Is het
40002 Luk 14:3 | wetgeleerden en Farizeen, en sprak: Is het ook geoorloofd
40003 Luk 14:4 | 4 Maar zij zwegen stil. En Hij nam hem, en genas hem,
40004 Luk 14:4 | zwegen stil. En Hij nam hem, en genas hem, en liet hem gaan. ~
40005 Luk 14:4 | Hij nam hem, en genas hem, en liet hem gaan. ~
40006 Luk 14:5 | 5 En Hij, hun antwoordende, zeide:
40007 Luk 14:5 | ulieden zal in een put vallen, en die hem niet terstond zal
40008 Luk 14:6 | 6 En zij konden Hem daarop niet
40009 Luk 14:7 | 7 En Hij zeide tot de genoden
40010 Luk 14:9 | 9 En hij, komende, die u en hem
40011 Luk 14:9 | 9 En hij, komende, die u en hem genood heeft, tot u
40012 Luk 14:9 | zegge: Geef dezen plaats; en gij alsdan zoudt beginnen
40013 Luk 14:10 | genood zult zijn, ga heen en zet u in de laatste plaats;
40014 Luk 14:11 | verhoogt, zal vernederd worden; en die zichzelven vernedert,
40015 Luk 14:12 | 12 En Hij zeide ook tot dengene,
40016 Luk 14:12 | eniger tijd wedernoden, en u vergelding geschiede. ~
40017 Luk 14:14 | 14 En gij zult zalig zijn, omdat
40018 Luk 14:15 | 15 En als een van degenen, die
40019 Luk 14:16 | bereidde een groot avondmaal, en hij noodde er velen. ~
40020 Luk 14:17 | 17 En hij zond zijn dienstknecht
40021 Luk 14:18 | 18 En zij begonnen allen zich
40022 Luk 14:18 | Ik heb een akker gekocht, en het is nodig, dat ik uitga,
40023 Luk 14:18 | is nodig, dat ik uitga, en hem bezie; ik bid u, houd
40024 Luk 14:19 | 19 En een ander zeide: Ik heb
40025 Luk 14:19 | vijf juk ossen gekocht, en ik ga heen, om die te beproeven;
40026 Luk 14:20 | 20 En een ander zeide: Ik heb
40027 Luk 14:20 | heb een vrouw getrouwd, en daarom kan ik niet komen. ~
40028 Luk 14:21 | 21 En dezelve dienstknecht weder
40029 Luk 14:21 | heer des huizes toornig, en zeide tot zijn dienstknecht:
40030 Luk 14:21 | haastelijk uit in de straten en wijken der stad, en breng
40031 Luk 14:21 | straten en wijken der stad, en breng de armen, en verminkten,
40032 Luk 14:21 | stad, en breng de armen, en verminkten, en kreupelen,
40033 Luk 14:21 | de armen, en verminkten, en kreupelen, en blinden hier
40034 Luk 14:21 | verminkten, en kreupelen, en blinden hier in. ~
40035 Luk 14:22 | 22 En de dienstknecht zeide: Heer,
40036 Luk 14:22 | gelijk gij bevolen hebt, en nog is er plaats. ~
40037 Luk 14:23 | 23 En de heer zeide tot den dienstknecht:
40038 Luk 14:23 | dienstknecht: Ga uit in de wegen en heggen; en dwing ze in te
40039 Luk 14:23 | uit in de wegen en heggen; en dwing ze in te komen, opdat
40040 Luk 14:25 | 25 En vele scharen gingen met
40041 Luk 14:25 | scharen gingen met Hem; en Hij, Zich omkerende, zeide
40042 Luk 14:26 | Indien iemand tot Mij komt en niet haat zijn vader, en
40043 Luk 14:26 | en niet haat zijn vader, en moeder, en vrouw, en kinderen,
40044 Luk 14:26 | haat zijn vader, en moeder, en vrouw, en kinderen, en broeders,
40045 Luk 14:26 | vader, en moeder, en vrouw, en kinderen, en broeders, en
40046 Luk 14:26 | en vrouw, en kinderen, en broeders, en zusters, ja,
40047 Luk 14:26 | en kinderen, en broeders, en zusters, ja, ook zelfs zijn
40048 Luk 14:27 | 27 En wie zijn kruis niet draagt,
40049 Luk 14:27 | zijn kruis niet draagt, en Mij navolgt, die kan Mijn
40050 Luk 14:28 | bouwen, zit niet eerst neder, en overrekent de kosten, of
40051 Luk 14:29 | fondament gelegd heeft, en niet kan voleindigen, allen,
40052 Luk 14:30 | heeft begonnen te bouwen, en heeft niet kunnen voleindigen. ~
40053 Luk 14:31 | slaan, zit niet eerst neder, en beraadslaagt, of hij machtig
40054 Luk 14:32 | terwijl degene nog verre is, en begeert, hetgeen tot vrede
40055 Luk 15:1 | 1 En al de tollenaars en de zondaars
40056 Luk 15:1 | 1 En al de tollenaars en de zondaars naderden tot
40057 Luk 15:2 | 2 En de Farizeen en de Schriftgeleerden
40058 Luk 15:2 | 2 En de Farizeen en de Schriftgeleerden murmureerden,
40059 Luk 15:2 | Deze ontvangt de zondaars, en eet met hen. ~
40060 Luk 15:3 | 3 En Hij sprak tot hen deze gelijkenis,
40061 Luk 15:4 | hebbende honderd schapen; en een van die verliezende,
40062 Luk 15:4 | verliezende, verlaat niet de negen en negentig in de woestijn,
40063 Luk 15:4 | negentig in de woestijn, en gaat naar het verlorene,
40064 Luk 15:5 | 5 En als hij het gevonden heeft,
40065 Luk 15:6 | 6 En te huis komende, roept hij
40066 Luk 15:6 | komende, roept hij de vrienden en de geburen samen, zeggende
40067 Luk 15:7 | bekeert, meer dan over negen en negentig rechtvaardigen,
40068 Luk 15:8 | ontsteekt niet een kaars, en keert het huis met bezemen,
40069 Luk 15:8 | keert het huis met bezemen, en zoekt naarstiglijk, totdat
40070 Luk 15:9 | 9 En als zij dien gevonden heeft,
40071 Luk 15:9 | roept zij de vriendinnen en de geburinnen samen, zeggende:
40072 Luk 15:11 | 11 En Hij zeide: Een zeker mens
40073 Luk 15:12 | 12 En de jongste van hen zeide
40074 Luk 15:12 | goeds, dat mij toekomt. En hij deelde hun het goed. ~
40075 Luk 15:13 | 13 En niet vele dagen daarna,
40076 Luk 15:13 | in een ver gelegen land, en heeft aldaar zijn goed doorgebracht,
40077 Luk 15:14 | 14 En als hij het alles verteerd
40078 Luk 15:14 | hongersnood in datzelve land, en hij begon gebrek te lijden. ~
40079 Luk 15:15 | 15 En hij ging heen, en voegde
40080 Luk 15:15 | 15 En hij ging heen, en voegde zich bij een van
40081 Luk 15:15 | burgers deszelven lands; en die zond hem op zijn land
40082 Luk 15:16 | 16 En hij begeerde zijn buik te
40083 Luk 15:16 | draf, dien de zwijnen aten; en niemand gaf hem dien. ~
40084 Luk 15:17 | 17 En tot zichzelven gekomen zijnde,
40085 Luk 15:17 | hebben overvloed van brood, en ik verga van honger! ~
40086 Luk 15:18 | 18 Ik zal opstaan en tot mijn vader gaan, en
40087 Luk 15:18 | en tot mijn vader gaan, en ik zal tot hem zeggen: Vader,
40088 Luk 15:18 | gezondigd tegen den Hemel, en voor u; ~
40089 Luk 15:19 | 19 En ik ben niet meer waardig
40090 Luk 15:20 | 20 En opstaande, ging hij naar
40091 Luk 15:20 | ging hij naar zijn vader. En als hij nog ver van hem
40092 Luk 15:20 | was, zag hem zijn vader, en werd met innerlijke ontferming
40093 Luk 15:20 | innerlijke ontferming bewogen; en toe lopende, viel hem om
40094 Luk 15:20 | viel hem om zijn hals, en kuste hem. ~
40095 Luk 15:21 | 21 En de zoon zeide tot hem: Vader,
40096 Luk 15:21 | gezondigd tegen den Hemel, en voor u, en ben niet meer
40097 Luk 15:21 | tegen den Hemel, en voor u, en ben niet meer waardig uw
40098 Luk 15:22 | hier voor het beste kleed, en doet het hem aan, en geeft
40099 Luk 15:22 | kleed, en doet het hem aan, en geeft hem een ring aan zijn
40100 Luk 15:22 | een ring aan zijn hand, en schoenen aan de voeten; ~
40101 Luk 15:23 | 23 En brengt het gemeste kalf,
40102 Luk 15:23 | brengt het gemeste kalf, en slacht het; en laat ons
40103 Luk 15:23 | gemeste kalf, en slacht het; en laat ons eten en vrolijk
40104 Luk 15:23 | slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn. ~
40105 Luk 15:24 | deze mijn zoon was dood, en is weder levend geworden;
40106 Luk 15:24 | is weder levend geworden; en hij was verloren, en is
40107 Luk 15:24 | geworden; en hij was verloren, en is gevonden! En zij begonnen
40108 Luk 15:24 | verloren, en is gevonden! En zij begonnen vrolijk te
40109 Luk 15:25 | 25 En zijn oudste zoon was in
40110 Luk 15:25 | oudste zoon was in het veld; en als hij kwam, en het huis
40111 Luk 15:25 | het veld; en als hij kwam, en het huis genaakte, hoorde
40112 Luk 15:25 | genaakte, hoorde hij het gezang en het gerei, ~
40113 Luk 15:26 | 26 En tot zich geroepen hebbende
40114 Luk 15:27 | 27 En deze zeide tot hem: Uw broeder
40115 Luk 15:27 | Uw broeder is gekomen, en uw vader heeft het gemeste
40116 Luk 15:28 | 28 Maar hij werd toornig, en wilde niet ingaan. Zo ging
40117 Luk 15:28 | ging dan zijn vader uit, en bad hem. ~
40118 Luk 15:29 | dien u nu zo vele jaren, en heb nooit uw gebod overtreden,
40119 Luk 15:29 | nooit uw gebod overtreden, en gij hebt mij nooit een bokje
40120 Luk 15:31 | 31 En hij zeide tot hem: Kind,
40121 Luk 15:31 | gij zijt altijd bij mij, en al het mijne is uwe. ~
40122 Luk 15:32 | Men behoorde dan vrolijk en blijde te zijn; want deze
40123 Luk 15:32 | deze uw broeder was dood, en is weder levend geworden;
40124 Luk 15:32 | is weder levend geworden; en hij was verloren, en is
40125 Luk 15:32 | geworden; en hij was verloren, en is gevonden. ~ ~ ~
40126 Luk 16:1 | 1 En Hij zeide ook tot Zijn discipelen:
40127 Luk 16:1 | welke een rentmeester had; en deze werd bij hem verklaagd,
40128 Luk 16:2 | 2 En hij riep hem, en zeide tot
40129 Luk 16:2 | 2 En hij riep hem, en zeide tot hem: Hoe hoor
40130 Luk 16:3 | 3 En de rentmeester zeide bij
40131 Luk 16:5 | 5 En hij riep tot zich een iegelijk
40132 Luk 16:5 | schuldenaars zijns heeren, en zeide tot den eersten: Hoeveel
40133 Luk 16:6 | 6 En hij zeide: Honderd vaten
40134 Luk 16:6 | zeide: Honderd vaten olie. En hij zeide tot hem: Neem
40135 Luk 16:6 | hem: Neem uw handschrift, en nederzittende, schrijf haastelijk
40136 Luk 16:7 | zeide hij tot een anderen: En gij, hoeveel zijt gij schuldig?
40137 Luk 16:7 | hoeveel zijt gij schuldig? En hij zeide: Honderd mudden
40138 Luk 16:7 | zeide: Honderd mudden tarwe. En hij zeide tot hem: Neem
40139 Luk 16:7 | hem: Neem uw handschrift, en schrijf tachtig. ~
40140 Luk 16:8 | 8 En de heer prees den onrechtvaardigen
40141 Luk 16:9 | 9 En Ik zeg ulieden: Maakt uzelven
40142 Luk 16:10 | ook in het grote getrouw; en die in het minste onrechtvaardig
40143 Luk 16:12 | 12 En zo gij in eens anders goed
40144 Luk 16:13 | hij zal den enen haten, en den anderen liefhebben,
40145 Luk 16:13 | zal den enen aanhangen, en den anderen verachten; gij
40146 Luk 16:13 | gij kunt God niet dienen en den Mammon. ~
40147 Luk 16:14 | 14 En al deze dingen hoorden ook
40148 Luk 16:14 | Farizeen, die geldgierig waren, en zij beschimpten Hem. ~
40149 Luk 16:15 | 15 En Hij zeide tot hen: Gij zijt
40150 Luk 16:16 | 16 De wet en de profeten zijn tot op
40151 Luk 16:16 | Koninkrijk Gods verkondigd, en een iegelijk doet geweld
40152 Luk 16:17 | 17 En het is lichter, dat de hemel
40153 Luk 16:17 | is lichter, dat de hemel en de aarde voorbijgaan, dan
40154 Luk 16:18 | die zijn vrouw verlaat, en een andere trouwt, die doet
40155 Luk 16:18 | trouwt, die doet overspel; en een iegelijk, die de verlatene
40156 Luk 16:19 | 19 En er was een zeker rijk mens,
40157 Luk 16:19 | was een zeker rijk mens, en was gekleed met purper en
40158 Luk 16:19 | en was gekleed met purper en zeer fijn lijnwaad, levende
40159 Luk 16:19 | levende allen dag vrolijk en prachtig. ~
40160 Luk 16:20 | 20 En er was een zeker bedelaar,
40161 Luk 16:21 | 21 En begeerde verzadigd te worden
40162 Luk 16:21 | maar ook de honden kwamen en lekten zijn zweren. ~
40163 Luk 16:22 | 22 En het geschiedde, dat de bedelaar
40164 Luk 16:22 | dat de bedelaar stierf, en van de engelen gedragen
40165 Luk 16:23 | 23 En de rijke stierf ook, en
40166 Luk 16:23 | En de rijke stierf ook, en werd begraven. En als hij
40167 Luk 16:23 | stierf ook, en werd begraven. En als hij in de hel zijn ogen
40168 Luk 16:23 | zag hij Abraham van verre, en Lazarus in zijn schoot. ~
40169 Luk 16:24 | 24 En hij riep en zeide: Vader
40170 Luk 16:24 | 24 En hij riep en zeide: Vader Abraham, ontferm
40171 Luk 16:24 | Abraham, ontferm u mijner, en zend Lazarus, dat hij het
40172 Luk 16:24 | vingers in het water dope, en verkoele mijn tong; want
40173 Luk 16:25 | ontvangen hebt in uw leven, en Lazarus desgelijks het kwade;
40174 Luk 16:25 | Lazarus desgelijks het kwade; en nu wordt hij vertroost,
40175 Luk 16:25 | nu wordt hij vertroost, en gij lijdt smarten. ~
40176 Luk 16:26 | 26 En boven dit alles, tussen
40177 Luk 16:26 | boven dit alles, tussen ons en ulieden is een grote klove
40178 Luk 16:27 | 27 En hij zeide: Ik bid u dan,
40179 Luk 16:29 | tot hem: Zij hebben Mozes en de profeten, dat zij die
40180 Luk 16:30 | 30 En hij zeide: Neen, vader Abraham,
40181 Luk 16:31 | tot hem: Indien zij Mozes en de profeten niet horen,
40182 Luk 17:1 | 1 En Hij zeide tot de discipelen:
40183 Luk 17:2 | om zijn hals gedaan ware, en hij in de zee geworpen,
40184 Luk 17:3 | 3 Wacht uzelven. En indien uw broeder tegen
40185 Luk 17:3 | zondigt, zo bestraf hem; en indien het hem leed is,
40186 Luk 17:4 | 4 En indien hij zevenmaal daags
40187 Luk 17:4 | zevenmaal daags tegen u zondigt, en zevenmaal daags tot u wederkeert,
40188 Luk 17:5 | 5 En de apostelen zeiden tot
40189 Luk 17:6 | 6 En de Heere zeide: Zo gij een
40190 Luk 17:6 | zeggen: Word ontworteld, en in de zee geplant, en hij
40191 Luk 17:6 | ontworteld, en in de zee geplant, en hij zou u gehoorzaam zijn. ~
40192 Luk 17:7 | 7 En wie van u heeft een dienstknecht
40193 Luk 17:7 | terstond zal zeggen: Kom bij, en zit aan? ~
40194 Luk 17:8 | dat ik te avond zal eten, en omgord u, en dien mij, totdat
40195 Luk 17:8 | avond zal eten, en omgord u, en dien mij, totdat ik zal
40196 Luk 17:8 | mij, totdat ik zal gegeten en gedronken hebben; en eet
40197 Luk 17:8 | gegeten en gedronken hebben; en eet en drink gij daarna? ~
40198 Luk 17:8 | gedronken hebben; en eet en drink gij daarna? ~
40199 Luk 17:11 | 11 En het geschiedde, als Hij
40200 Luk 17:11 | door het midden van Samaria en Galilea ging. ~
40201 Luk 17:12 | 12 En als Hij in een zeker vlek
40202 Luk 17:13 | 13 En zij verhieven hun stem,
40203 Luk 17:14 | 14 En als Hij hen zag, zeide Hij
40204 Luk 17:14 | zeide Hij tot hen: Gaat heen en vertoont uzelven den priesters.
40205 Luk 17:14 | vertoont uzelven den priesters. En het geschiedde, terwijl
40206 Luk 17:15 | 15 En een van hen, ziende, dat
40207 Luk 17:16 | 16 En hij viel op het aangezicht
40208 Luk 17:16 | Zijn voeten, Hem dankende; en dezelve was een Samaritaan; ~
40209 Luk 17:17 | 17 En Jezus, antwoordende, zeide:
40210 Luk 17:17 | tien gereinigd geworden, en waar zijn de negen? ~
40211 Luk 17:18 | 18 En zijn er geen gevonden, die
40212 Luk 17:19 | 19 En Hij zeide tot hem: Sta op,
40213 Luk 17:19 | Hij zeide tot hem: Sta op, en ga heen; uw geloof heeft
40214 Luk 17:20 | 20 En gevraagd zijnde van de Farizeen,
40215 Luk 17:20 | heeft Hij hun geantwoord en gezegd: Het Koninkrijk Gods
40216 Luk 17:21 | 21 En men zal niet zeggen: Ziet
40217 Luk 17:22 | 22 En Hij zeide tot de discipelen:
40218 Luk 17:22 | Zoon des mensen te zien, en gij zult dien niet zien. ~
40219 Luk 17:23 | 23 En zij zullen tot u zeggen:
40220 Luk 17:23 | is Hij; gaat niet heen, en volgt niet. ~
40221 Luk 17:25 | eerst moet Hij veel lijden, en verworpen worden van dit
40222 Luk 17:26 | 26 En gelijk het geschied is in
40223 Luk 17:27 | welken Noach in de ark ging, en de zondvloed kwam, en verdierf
40224 Luk 17:27 | ging, en de zondvloed kwam, en verdierf ze allen. ~
40225 Luk 17:29 | uitging, regende het vuur en sulfer van den hemel, en
40226 Luk 17:29 | en sulfer van den hemel, en verdierf ze allen. ~
40227 Luk 17:31 | wie op het dak zal zijn, en zijn huisraad in huis, die
40228 Luk 17:31 | om hetzelve weg te nemen; en wie op den akker zijn zal,
40229 Luk 17:33 | die zal het verliezen; en zo wie hetzelve zal verliezen,
40230 Luk 17:34 | de een zal aangenomen, en de ander zal verlaten worden. ~
40231 Luk 17:35 | de ene zal aangenomen, en de ander zal verlaten worden. ~
40232 Luk 17:36 | de een zal aangenomen, en de ander zal verlaten worden. ~
40233 Luk 17:37 | 37 En zij antwoordden en zeiden
40234 Luk 17:37 | 37 En zij antwoordden en zeiden tot Hem: Waar, Heere?
40235 Luk 17:37 | zeiden tot Hem: Waar, Heere? En Hij zeide tot hen: Waar
40236 Luk 18:1 | 1 En Hij zeide ook een gelijkenis
40237 Luk 18:1 | men altijd bidden moet, en niet vertragen; ~
40238 Luk 18:2 | stad, die God niet vreesde, en geen mens ontzag. ~
40239 Luk 18:3 | 3 En er was een zekere weduwe
40240 Luk 18:3 | weduwe in dezelfde stad, en zij kwam tot hem, zeggende:
40241 Luk 18:4 | 4 En hij wilde voor een langen
40242 Luk 18:4 | Hoewel ik God niet vreze, en geen mens ontzie; ~
40243 Luk 18:5 | zij niet eindelijk kome, en mij het hoofd breke. ~
40244 Luk 18:6 | 6 En de Heere zeide: Hoort, wat
40245 Luk 18:7 | Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel
40246 Luk 18:9 | 9 En Hij zeide ook tot sommigen,
40247 Luk 18:9 | zij rechtvaardig waren, en de anderen niets achtten,
40248 Luk 18:10 | de een was een Farizeer, en de ander een tollenaar. ~
40249 Luk 18:13 | 13 En de tollenaar, van verre
40250 Luk 18:14 | verhoogt, zal vernederd worden, en die zichzelven vernedert,
40251 Luk 18:15 | 15 En zij brachten ook de kinderkens
40252 Luk 18:15 | opdat Hij die zou aanraken; en de discipelen, dat ziende,
40253 Luk 18:16 | dezelve kinderkens tot Zich, en zeide: Laat de kinderkens
40254 Luk 18:16 | kinderkens tot Mij komen, en verhindert hen niet; want
40255 Luk 18:18 | 18 En een zeker overste vraagde
40256 Luk 18:19 | 19 En Jezus zeide tot hem: Wat
40257 Luk 18:20 | getuigenis geven; eer uw vader en uw moeder. ~
40258 Luk 18:21 | 21 En hij zeide: Al deze dingen
40259 Luk 18:22 | verkoop alles, wat gij hebt, en deel het onder de armen,
40260 Luk 18:22 | deel het onder de armen, en gij zult een schat hebben
40261 Luk 18:22 | schat hebben in den hemel; en kom herwaarts, volg Mij. ~
40262 Luk 18:26 | 26 En die dit hoorden, zeiden:
40263 Luk 18:27 | 27 En Hij zeide: De dingen, die
40264 Luk 18:28 | 28 En Petrus zeide: Zie, wij hebben
40265 Luk 18:28 | wij hebben alles verlaten, en zijn U gevolgd.
40266 Luk 18:29 | 29 En Hij zeide tot hen: Voorwaar,
40267 Luk 18:30 | ontvangen in dezen tijd, en in de toekomende eeuw het
40268 Luk 18:31 | 31 En Hij nam de twaalven bij
40269 Luk 18:31 | nam de twaalven bij Zich, en zeide tot hen: Ziet, wij
40270 Luk 18:31 | gaan op naar Jeruzalem, en het zal alles volbracht
40271 Luk 18:32 | heidenen overgeleverd worden, en Hij zal bespot worden, en
40272 Luk 18:32 | en Hij zal bespot worden, en smadelijk behandeld worden,
40273 Luk 18:32 | smadelijk behandeld worden, en bespogen worden. ~
40274 Luk 18:33 | 33 En Hem gegeseld hebbende, zullen
40275 Luk 18:33 | hebbende, zullen zij Hem doden; en ten derden dage zal Hij
40276 Luk 18:34 | 34 En zij verstonden geen van
40277 Luk 18:34 | verstonden geen van deze dingen; en dit woord was voor hen verborgen,
40278 Luk 18:34 | was voor hen verborgen, en zij verstonden niet, hetgeen
40279 Luk 18:35 | 35 En het geschiedde, als Hij
40280 Luk 18:36 | 36 En deze, horende de schare
40281 Luk 18:37 | 37 En zij boodschapten hem, dat
40282 Luk 18:38 | 38 En hij riep, zeggende: Jezus,
40283 Luk 18:39 | 39 En die voorbijgingen, bestraften
40284 Luk 18:40 | 40 En Jezus, stilstaande, beval,
40285 Luk 18:40 | denzelven tot Hem brengen zou; en als hij nabij Hem gekomen
40286 Luk 18:41 | gij, dat Ik u doen zal? En hij zeide: Heere! dat ik
40287 Luk 18:42 | 42 En Jezus zeide tot hem: Word
40288 Luk 18:43 | 43 En terstond werd hij ziende,
40289 Luk 18:43 | terstond werd hij ziende, en volgde Hem, God verheerlijkende.
40290 Luk 18:43 | Hem, God verheerlijkende. En al het volk, dat ziende,
40291 Luk 19:1 | 1 En Jezus, ingekomen zijnde,
40292 Luk 19:2 | 2 En zie, er was een man, met
40293 Luk 19:2 | met name geheten Zacheus; en deze was een overste der
40294 Luk 19:2 | overste der tollenaren, en hij was rijk; ~
40295 Luk 19:3 | 3 En zocht Jezus te zien, wie
40296 Luk 19:3 | Jezus te zien, wie Hij was; en kon niet vanwege de schare,
40297 Luk 19:4 | 4 En vooruitlopende, klom hij
40298 Luk 19:5 | 5 En als Jezus aan die plaats
40299 Luk 19:5 | opwaarts ziende, zag Hij hem, en zeide tot hem: Zacheus!
40300 Luk 19:5 | tot hem: Zacheus! haast u, en kom af; want Ik moet heden
40301 Luk 19:6 | 6 En hij haastte zich en kwam
40302 Luk 19:6 | 6 En hij haastte zich en kwam af, en ontving Hem
40303 Luk 19:6 | haastte zich en kwam af, en ontving Hem met blijdschap. ~
40304 Luk 19:7 | 7 En allen, die het zagen, murmureerden,
40305 Luk 19:8 | 8 En Zacheus stond, en zeide
40306 Luk 19:8 | 8 En Zacheus stond, en zeide tot den Heere: Zie,
40307 Luk 19:8 | Heere, geef ik den armen; en indien ik iemand iets door
40308 Luk 19:9 | 9 En Jezus zeide tot hem: Heden
40309 Luk 19:10 | is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren
40310 Luk 19:11 | 11 En als zij dat hoorden, voegde
40311 Luk 19:11 | hoorden, voegde Hij daarbij, en zeide een gelijkenis; omdat
40312 Luk 19:11 | Hij nabij Jeruzalem was, en omdat zij meenden, dat het
40313 Luk 19:12 | koninkrijk te ontvangen, en dan weder te keren. ~
40314 Luk 19:13 | 13 En geroepen hebbende zijn tien
40315 Luk 19:13 | gaf hij hun tien ponden, en zeide tot hen: Doet handeling,
40316 Luk 19:14 | 14 En zijn burgers haatten hem,
40317 Luk 19:14 | zijn burgers haatten hem, en zonden hem gezanten na,
40318 Luk 19:15 | 15 En het geschiedde, toen hij
40319 Luk 19:16 | 16 En de eerste kwam, en zeide:
40320 Luk 19:16 | 16 En de eerste kwam, en zeide: Heer, uw pond heeft
40321 Luk 19:17 | 17 En hij zeide tot hem: Wel,
40322 Luk 19:18 | 18 En de tweede kwam, en zeide:
40323 Luk 19:18 | 18 En de tweede kwam, en zeide: Heer, uw pond heeft
40324 Luk 19:19 | 19 En hij zeide ook tot dezen:
40325 Luk 19:19 | hij zeide ook tot dezen: En gij, wees over vijf steden. ~
40326 Luk 19:20 | 20 En een ander kwam, zeggende:
40327 Luk 19:21 | wat gij niet gelegd hebt, en gij maait, wat gij niet
40328 Luk 19:22 | wat ik niet gelegd heb, en maaiende, wat ik niet gezaaid
40329 Luk 19:23 | niet in de bank gegeven, en ik, komende, had hetzelve
40330 Luk 19:24 | 24 En hij zeide tot degenen, die
40331 Luk 19:24 | Neemt dat pond van hem weg, en geeft het dien, die de tien
40332 Luk 19:25 | 25 En zij zeiden tot hem: Heer,
40333 Luk 19:27 | zoude zijn, brengt ze hier, en slaat ze hier voor mij dood. ~
40334 Luk 19:28 | 28 En dit gezegd hebbende, reisde
40335 Luk 19:28 | reisde Hij voor hen heen, en ging op naar Jeruzalem. ~
40336 Luk 19:29 | 29 En het geschiedde, als Hij
40337 Luk 19:29 | als Hij nabij Beth-fage en Bethanie gekomen was, aan
40338 Luk 19:30 | gezeten; ontbindt hetzelve, en brengt het. ~
40339 Luk 19:31 | 31 En indien iemand u vraagt:
40340 Luk 19:32 | 32 En die uitgezonden waren, heengegaan
40341 Luk 19:33 | 33 En als zij het veulen ontbonden,
40342 Luk 19:34 | 34 En zij zeiden: De Heere heeft
40343 Luk 19:35 | 35 En zij brachten hetzelve tot
40344 Luk 19:35 | brachten hetzelve tot Jezus. En hun klederen op het veulen
40345 Luk 19:36 | 36 En als Hij voort reisde, spreidden
40346 Luk 19:37 | 37 En als Hij nu genaakte aan
40347 Luk 19:37 | discipelen zich te verblijden, en God te loven met grote stemme,
40348 Luk 19:38 | Vrede zij in den hemel, en heerlijkheid in de hoogste
40349 Luk 19:39 | 39 En sommigen der Farizeen uit
40350 Luk 19:40 | 40 En Hij, antwoordende, zeide
40351 Luk 19:41 | 41 En als Hij nabij kwam, en de
40352 Luk 19:41 | 41 En als Hij nabij kwam, en de stad zag, weende Hij
40353 Luk 19:43 | rondom u zullen opwerpen, en zullen u omsingelen, en
40354 Luk 19:43 | en zullen u omsingelen, en u van alle zijden benauwen; ~
40355 Luk 19:44 | 44 En zullen u tot den grond nederwerpen,
40356 Luk 19:44 | tot den grond nederwerpen, en uw kinderen in u; en zij
40357 Luk 19:44 | nederwerpen, en uw kinderen in u; en zij zullen in u den enen
40358 Luk 19:45 | 45 En gegaan zijnde in den tempel,
40359 Luk 19:45 | degenen, die daarin verkochten en kochten, ~
40360 Luk 19:47 | 47 En Hij leerde dagelijks in
40361 Luk 19:47 | dagelijks in den tempel; en de overpriesters, en de
40362 Luk 19:47 | tempel; en de overpriesters, en de Schriftgeleerden, en
40363 Luk 19:47 | en de Schriftgeleerden, en de oversten des volks zochten
40364 Luk 19:48 | 48 En zij vonden niet, wat zij
40365 Luk 19:48 | al het volk hing Hem aan, en hoorde Hem. ~ ~ ~
40366 Luk 20:1 | 1 En het geschiedde in een van
40367 Luk 20:1 | tempel het volk leerde, en het Evangelie verkondigde,
40368 Luk 20:1 | verkondigde, dat de overpriesters, en Schriftgeleerden, met de
40369 Luk 20:2 | 2 En spraken tot Hem zeggende:
40370 Luk 20:3 | 3 En Hij, antwoordende, zeide
40371 Luk 20:3 | u ook een woord vragen, en zegt Mij: ~
40372 Luk 20:5 | 5 En zij overleiden onder zich,
40373 Luk 20:6 | 6 En indien wij zeggen: Uit de
40374 Luk 20:7 | 7 En zij antwoordden, dat zij
40375 Luk 20:8 | 8 En Jezus zeide tot hen: Zo
40376 Luk 20:9 | 9 En Hij begon tot het volk deze
40377 Luk 20:9 | mens plantte een wijngaard, en hij verhuurde dien aan landlieden,
40378 Luk 20:9 | verhuurde dien aan landlieden, en trok een langen tijd buitenslands. ~
40379 Luk 20:10 | 10 En als het de tijd was, zond
40380 Luk 20:10 | landlieden sloegen denzelven, en zonden hem ledig heen. ~
40381 Luk 20:11 | 11 En wederom zond hij nog een
40382 Luk 20:11 | maar ook dien geslagen en smadelijk behandeld hebbende,
40383 Luk 20:12 | 12 En wederom zond hij nog een
40384 Luk 20:12 | zij verwondden ook dezen, en wierpen hem uit. ~
40385 Luk 20:13 | 13 En de heer des wijngaards zeide:
40386 Luk 20:14 | overleiden zij onder elkander, en zeiden: Deze is de erfgenaam;
40387 Luk 20:15 | 15 En als zij hem buiten den wijngaard
40388 Luk 20:16 | 16 Hij zal komen en deze landlieden verderven,
40389 Luk 20:16 | deze landlieden verderven, en zal den wijngaard aan anderen
40390 Luk 20:16 | wijngaard aan anderen geven. En als zij dat hoorden, zeiden
40391 Luk 20:17 | 17 Maar Hij zag hen aan, en zeide: Wat is dan dit, hetwelk
40392 Luk 20:18 | zal verpletterd worden, en op wien hij valt, dien zal
40393 Luk 20:19 | 19 En de overpriesteren en de
40394 Luk 20:19 | 19 En de overpriesteren en de Schriftgeleerden zochten
40395 Luk 20:20 | 20 En zij namen Hem waar, en zonden
40396 Luk 20:20 | 20 En zij namen Hem waar, en zonden verspieders uit,
40397 Luk 20:20 | Hem aan de heerschappij en de macht des stadhouders
40398 Luk 20:21 | 21 En zij vraagden Hem, zeggende:
40399 Luk 20:21 | weten, dat Gij recht spreekt en leert, en den persoon niet
40400 Luk 20:21 | recht spreekt en leert, en den persoon niet aanneemt,
40401 Luk 20:23 | 23 En Hij, hun arglistigheid bemerkende,
40402 Luk 20:24 | een penning; wiens beeld en opschrift heeft hij? En
40403 Luk 20:24 | en opschrift heeft hij? En zij, antwoordende, zeiden:
40404 Luk 20:25 | 25 En Hij zeide tot hen: Geeft
40405 Luk 20:25 | keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is. ~
40406 Luk 20:26 | 26 En zij konden Hem in Zijn woord
40407 Luk 20:26 | niet vatten voor het volk; en zich verwonderende over
40408 Luk 20:27 | 27 En tot Hem kwamen sommigen
40409 Luk 20:27 | dat er geen opstanding is, en vraagden Hem. ~
40410 Luk 20:28 | sterft, die een vrouw heeft, en hij sterft zonder kinderen,
40411 Luk 20:28 | broeder de vrouw nemen zal, en zijn broeder zaad verwekken. ~
40412 Luk 20:29 | waren nu zeven broeders; en de eerste nam een vrouw,
40413 Luk 20:29 | de eerste nam een vrouw, en hij stierf zonder kinderen. ~
40414 Luk 20:30 | 30 En de tweede nam die vrouw,
40415 Luk 20:30 | de tweede nam die vrouw, en ook deze stierf zonder kinderen. ~
40416 Luk 20:31 | 31 En de derde nam dezelve vrouw;
40417 Luk 20:31 | derde nam dezelve vrouw; en desgelijks ook de zeven,
40418 Luk 20:31 | desgelijks ook de zeven, en hebben geen kinderen nagelaten,
40419 Luk 20:31 | geen kinderen nagelaten, en zijn gestorven. ~
40420 Luk 20:32 | 32 En ten laatste na allen stierf
40421 Luk 20:34 | 34 En Jezus, antwoordende, zeide
40422 Luk 20:34 | kinderen dezer eeuw trouwen, en worden ten huwelijk uitgegeven; ~
40423 Luk 20:35 | zijn die eeuw te verwerven en de opstanding uit de doden,
40424 Luk 20:36 | zijn den engelen gelijk; en zij zijn kinderen Gods,
40425 Luk 20:37 | 37 En dat de doden opgewekt zullen
40426 Luk 20:37 | noemt den God Abrahams, en den God Izaks, en den God
40427 Luk 20:37 | Abrahams, en den God Izaks, en den God Jakobs. ~
40428 Luk 20:39 | 39 En sommigen der Schriftgeleerden,
40429 Luk 20:40 | 40 En zij durfden Hem niet meer
40430 Luk 20:41 | 41 En Hij zeide tot hen: Hoe zeggen
40431 Luk 20:42 | 42 En David zelf zegt in het boek
40432 Luk 20:44 | dan noemt Hem zijn Heere; en hoe is Hij zijn Zoon? ~
40433 Luk 20:45 | 45 En daar al het volk het hoorde,
40434 Luk 20:46 | wandelen in lange klederen, en beminnen de groetingen op
40435 Luk 20:46 | groetingen op de markten, en de voorgestoelten in de
40436 Luk 20:46 | voorgestoelten in de synagogen, en de vooraanzittingen in de
40437 Luk 20:47 | der weduwen huizen opeten, en onder een schijn lange gebeden
40438 Luk 21:1 | 1 En opziende, zag Hij de rijken
40439 Luk 21:2 | 2 En Hij zag ook een zekere arme
40440 Luk 21:3 | 3 En Hij zeide: Waarlijk, Ik
40441 Luk 21:5 | 5 En als sommigen zeiden van
40442 Luk 21:5 | dat hij met schonen stenen en begiftigingen versierd was,
40443 Luk 21:7 | 7 En zij vraagden Hem, zeggende:
40444 Luk 21:7 | zullen dan deze dingen zijn, en welk is het teken, wanneer
40445 Luk 21:8 | 8 En Hij zeide: Ziet, dat gij
40446 Luk 21:8 | zeggende: Ik ben de Christus; en de tijd is nabij gekomen,
40447 Luk 21:9 | 9 En wanneer gij zult horen van
40448 Luk 21:9 | zult horen van oorlogen en beroerten, zo wordt niet
40449 Luk 21:10 | het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen
40450 Luk 21:11 | 11 En er zullen grote aardbevingen
40451 Luk 21:11 | in verscheidene plaatsen, en hongersnoden, en pestilentien;
40452 Luk 21:11 | plaatsen, en hongersnoden, en pestilentien; er zullen
40453 Luk 21:11 | ook schrikkelijke dingen, en grote tekenen van den hemel
40454 Luk 21:12 | handen aan ulieden slaan, en u vervolgen, u overleverende
40455 Luk 21:12 | overleverende in de synagogen en gevangenissen; en gij zult
40456 Luk 21:12 | synagogen en gevangenissen; en gij zult getrokken worden
40457 Luk 21:12 | getrokken worden voor koningen en stadhouders, om Mijns Naams
40458 Luk 21:13 | 13 En dit zal u overkomen tot
40459 Luk 21:15 | 15 Want Ik zal u mond en wijsheid geven, welke niet
40460 Luk 21:16 | 16 En gij zult overgeleverd worden
40461 Luk 21:16 | overgeleverd worden ook van ouders, en broeders, en magen, en vrienden;
40462 Luk 21:16 | van ouders, en broeders, en magen, en vrienden; en zij
40463 Luk 21:16 | en broeders, en magen, en vrienden; en zij zullen
40464 Luk 21:16 | en magen, en vrienden; en zij zullen er sommigen uit
40465 Luk 21:17 | 17 En gij zult van allen gehaat
40466 Luk 21:21 | vlieden naar de bergen; en die in het midden van dezelve
40467 Luk 21:21 | dat zij daaruit trekken; en die op de velden zijn, dat
40468 Luk 21:23 | Doch wee den bevruchten en den zogenden vrouwen in
40469 Luk 21:23 | grote nood zijn in het land, en toorn over dit volk. ~
40470 Luk 21:24 | 24 En zij zullen vallen door de
40471 Luk 21:24 | de scherpte des zwaards, en gevankelijk weggevoerd worden
40472 Luk 21:24 | worden onder alle volken; en Jeruzalem zal van de heidenen
40473 Luk 21:25 | 25 En er zullen tekenen zijn in
40474 Luk 21:25 | tekenen zijn in de zon, en maan, en sterren, en op
40475 Luk 21:25 | zijn in de zon, en maan, en sterren, en op de aarde
40476 Luk 21:25 | zon, en maan, en sterren, en op de aarde benauwdheid
40477 Luk 21:25 | twijfelmoedigheid, als de zee en watergolven groot geluid
40478 Luk 21:26 | 26 En den mensen het hart zal
40479 Luk 21:26 | zal bezwijken van vrees en verwachting der dingen,
40480 Luk 21:27 | 27 En alsdan zullen zij den Zoon
40481 Luk 21:27 | een wolk, met grote kracht en heerlijkheid. ~
40482 Luk 21:28 | geschieden, zo ziet omhoog, en heft uw hoofden opwaarts,
40483 Luk 21:29 | 29 En Hij zeide tot hen een gelijkenis:
40484 Luk 21:29 | gelijkenis: Ziet den vijgeboom, en al de bomen. ~
40485 Luk 21:30 | Wanneer zij nu uitspruiten, en gij dat ziet, zo weet gij
40486 Luk 21:33 | 33 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan,
40487 Luk 21:34 | 34 En wacht uzelven, dat uw harten
40488 Luk 21:34 | bezwaard worden met brasserij en dronkenschap, en zorgvuldigheden
40489 Luk 21:34 | brasserij en dronkenschap, en zorgvuldigheden dezes levens,
40490 Luk 21:34 | zorgvuldigheden dezes levens, en dat u die dag niet onvoorziens
40491 Luk 21:36 | die geschieden zullen, en te staan voor den Zoon des
40492 Luk 21:37 | des nachts ging Hij uit, en vernachtte op den berg,
40493 Luk 21:38 | 38 En al het volk kwam des morgens
40494 Luk 22:1 | 1 En het feest der ongehevelde
40495 Luk 22:2 | 2 En de overpriesters en de Schriftgeleerden
40496 Luk 22:2 | 2 En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten,
40497 Luk 22:3 | 3 En de satan voer in Judas,
40498 Luk 22:4 | 4 En hij ging heen en sprak met
40499 Luk 22:4 | 4 En hij ging heen en sprak met de overpriesters
40500 Luk 22:4 | sprak met de overpriesters en de hoofdmannen, hoe hij
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |