1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
40501 Luk 22:5 | 5 En zij waren verblijd, en zijn
40502 Luk 22:5 | 5 En zij waren verblijd, en zijn het eens geworden,
40503 Luk 22:6 | 6 En hij beloofde het, en zocht
40504 Luk 22:6 | 6 En hij beloofde het, en zocht gelegenheid, om Hem
40505 Luk 22:7 | 7 En de dag der ongehevelde broden
40506 Luk 22:8 | 8 En Hij zond Petrus en Johannes
40507 Luk 22:8 | 8 En Hij zond Petrus en Johannes uit, zeggende:
40508 Luk 22:8 | uit, zeggende: Gaat heen, en bereidt ons het pascha,
40509 Luk 22:9 | 9 En zij zeiden tot Hem: Waar
40510 Luk 22:10 | 10 En Hij zeide tot hen: Ziet,
40511 Luk 22:11 | 11 En gij zult zeggen tot den
40512 Luk 22:12 | 12 En hij zal u een grote toegeruste
40513 Luk 22:13 | 13 En zij, heengaande, vonden
40514 Luk 22:13 | gelijk Hij hun gezegd had, en bereidden het pascha. ~
40515 Luk 22:14 | 14 En als de ure gekomen was,
40516 Luk 22:14 | gekomen was, zat Hij aan, en de twaalf apostelen met
40517 Luk 22:15 | 15 En Hij zeide tot hen: Ik heb
40518 Luk 22:17 | 17 En als Hij een drinkbeker genomen
40519 Luk 22:17 | drinkbeker genomen had, en gedankt had, zeide Hij:
40520 Luk 22:17 | zeide Hij: Neemt dezen, en deelt hem onder ulieden. ~
40521 Luk 22:19 | 19 En Hij nam brood, en als Hij
40522 Luk 22:19 | 19 En Hij nam brood, en als Hij gedankt had, brak
40523 Luk 22:19 | gedankt had, brak Hij het, en gaf het hun, zeggende: Dat
40524 Luk 22:22 | 22 En de Zoon des mensen gaat
40525 Luk 22:23 | 23 En zij begonnen onder elkander
40526 Luk 22:24 | 24 En er werd ook twisting onder
40527 Luk 22:25 | 25 En Hij zeide tot hen: De koningen
40528 Luk 22:25 | volken heersen over hen; en die macht over hen hebben,
40529 Luk 22:26 | die zij gelijk de minste, en die voorganger is, als een
40530 Luk 22:28 | 28 En gij zijt degenen, die met
40531 Luk 22:29 | 29 En Ik verordineer u het Koninkrijk,
40532 Luk 22:30 | 30 Opdat gij eet en drinkt aan Mijn tafel in
40533 Luk 22:30 | tafel in Mijn Koninkrijk, en zit op tronen, oordelende
40534 Luk 22:31 | 31 En de Heere zeide: Simon, Simon,
40535 Luk 22:32 | uw geloof niet ophoude; en gij, als gij eens zult bekeerd
40536 Luk 22:33 | 33 En hij zeide tot Hem: Heere,
40537 Luk 22:33 | met U ook in de gevangenis en in den dood te gaan. ~
40538 Luk 22:35 | 35 En Hij zeide tot hen: Als Ik
40539 Luk 22:35 | uitzond, zonder buidel, en male, en schoenen, heeft
40540 Luk 22:35 | zonder buidel, en male, en schoenen, heeft u ook iets
40541 Luk 22:35 | heeft u ook iets ontbroken? En zij zeiden: Niets. ~
40542 Luk 22:36 | desgelijks ook een male; en die geen heeft, die verkope
40543 Luk 22:36 | die verkope zijn kleed, en kope een zwaard. ~
40544 Luk 22:37 | volbracht worden, namelijk: En Hij is met de misdadigen
40545 Luk 22:38 | 38 En zij zeiden: Heere! zie hier
40546 Luk 22:38 | zie hier twee zwaarden. En Hij zeide tot hen: Het is
40547 Luk 22:39 | 39 En uitgaande, vertrok Hij,
40548 Luk 22:39 | was, naar den Olijfberg; en Hem volgden ook Zijn discipelen. ~
40549 Luk 22:40 | 40 En als Hij aan die plaats gekomen
40550 Luk 22:41 | 41 En Hij scheidde Zich van hen
40551 Luk 22:41 | omtrent een steenworp; en knielde neder en bad, ~
40552 Luk 22:41 | steenworp; en knielde neder en bad, ~
40553 Luk 22:43 | 43 En van Hem werd gezien een
40554 Luk 22:44 | 44 En in zwaren strijd zijnde,
40555 Luk 22:44 | zijnde, bad Hij te ernstiger. En zijn zweet werd gelijk grote
40556 Luk 22:45 | 45 En als Hij van het gebed opgestaan
40557 Luk 22:45 | Hij tot Zijn discipelen, en vond hen slapende van droefheid. ~
40558 Luk 22:46 | 46 En Hij zeide tot hen: Wat slaapt
40559 Luk 22:46 | Wat slaapt gij? Staat op en bidt, opdat gij niet in
40560 Luk 22:47 | 47 En als Hij nog sprak, ziet
40561 Luk 22:47 | sprak, ziet daar een schare; en een van de twaalven, die
40562 Luk 22:47 | was Judas, ging hun voor, en kwam bij Jezus, om Hem te
40563 Luk 22:48 | 48 En Jezus zeide tot hem: Judas,
40564 Luk 22:49 | 49 En die bij Hem waren, ziende,
40565 Luk 22:50 | 50 En een uit hen sloeg den dienstknecht
40566 Luk 22:50 | dienstknecht des hogepriesters, en hieuw hem zijn rechteroor
40567 Luk 22:51 | 51 En Jezus, antwoordende, zeide:
40568 Luk 22:51 | hen tot hiertoe geworden; en raakte zijn oor aan, en
40569 Luk 22:51 | en raakte zijn oor aan, en heelde hem. ~
40570 Luk 22:52 | 52 En Jezus zeide tot de overpriesters,
40571 Luk 22:52 | zeide tot de overpriesters, en de hoofdmannen des tempels,
40572 Luk 22:52 | hoofdmannen des tempels, en ouderlingen, die tegen Hem
40573 Luk 22:52 | gij uitgegaan met zwaarden en stokken als tegen een moordenaar? ~
40574 Luk 22:53 | uitgestoken; maar dit is uw ure, en de macht der duisternis. ~
40575 Luk 22:54 | 54 En zij grepen Hem en leidden
40576 Luk 22:54 | 54 En zij grepen Hem en leidden Hem weg, en brachten
40577 Luk 22:54 | Hem en leidden Hem weg, en brachten Hem in het huis
40578 Luk 22:54 | huis des hogepriesters. En Petrus volgde van verre. ~
40579 Luk 22:55 | 55 En als zij vuur ontstoken hadden
40580 Luk 22:55 | het midden van de zaal, en zij te zamen nederzaten,
40581 Luk 22:56 | 56 En een zekere dienstmaagd,
40582 Luk 22:56 | hem bij het vuur zitten, en haar ogen op hem houdende,
40583 Luk 22:58 | 58 En kort daarna een ander, hem
40584 Luk 22:59 | 59 En als het omtrent een uur
40585 Luk 22:60 | weet niet, wat gij zegt. En terstond, als hij nog sprak,
40586 Luk 22:61 | 61 En de Heere, Zich omkerende,
40587 Luk 22:61 | omkerende, zag Petrus aan; en Petrus werd indachtig het
40588 Luk 22:62 | 62 En Petrus, naar buiten gaande,
40589 Luk 22:63 | 63 En de mannen, die Jezus hielden,
40590 Luk 22:63 | hielden, bespotten Hem, en sloegen Hem. ~
40591 Luk 22:64 | 64 En als zij Hem overdekt hadden,
40592 Luk 22:64 | zij Hem op het aangezicht, en vraagden Hem, zeggende:
40593 Luk 22:65 | 65 En vele andere dingen zeiden
40594 Luk 22:66 | 66 En als het dag geworden was,
40595 Luk 22:66 | de ouderlingen des volks, en de overpriesters en Schriftgeleerden,
40596 Luk 22:66 | volks, en de overpriesters en Schriftgeleerden, en brachten
40597 Luk 22:66 | overpriesters en Schriftgeleerden, en brachten Hem in hun raad, ~
40598 Luk 22:67 | de Christus, zeg het ons. En Hij zeide tot hen: Indien
40599 Luk 22:68 | 68 En indien Ik ook vraag, gij
40600 Luk 22:70 | 70 En zij zeiden allen: Zijt Gij
40601 Luk 22:70 | Zijt Gij dan de Zoon Gods? En Hij zeide tot hen: Gij zegt,
40602 Luk 22:71 | 71 En zij zeiden: Wat hebben wij
40603 Luk 23:1 | 1 En de gehele menigte van hen
40604 Luk 23:1 | menigte van hen stond op, en leidde Hem tot Pilatus. ~
40605 Luk 23:2 | 2 En zij begonnen Hem te beschuldigen,
40606 Luk 23:2 | Deze het volk verkeert, en verbiedt den keizer schattingen
40607 Luk 23:3 | 3 En Pilatus vraagde Hem, zeggende:
40608 Luk 23:3 | Gij de Koning der Joden? En Hij antwoordde hem en zeide:
40609 Luk 23:3 | Joden? En Hij antwoordde hem en zeide: Gij zegt het. ~
40610 Luk 23:4 | 4 En Pilatus zeide tot de overpriesters
40611 Luk 23:4 | zeide tot de overpriesters en de scharen: Ik vind geen
40612 Luk 23:5 | 5 En zij hielden te sterker aan,
40613 Luk 23:7 | 7 En verstaande, dat Hij uit
40614 Luk 23:8 | 8 En als Herodes Jezus zag, werd
40615 Luk 23:8 | hij veel van Hem hoorde; en hoopte enig teken te zien,
40616 Luk 23:9 | 9 En hij vraagde Hem met vele
40617 Luk 23:10 | 10 En de overpriesters en de Schriftgeleerden
40618 Luk 23:10 | 10 En de overpriesters en de Schriftgeleerden stonden,
40619 Luk 23:10 | Schriftgeleerden stonden, en beschuldigden Hem heftiglijk. ~
40620 Luk 23:11 | 11 En Herodes met zijn krijgslieden
40621 Luk 23:11 | krijgslieden Hem veracht en bespot hebbende, deed Hem
40622 Luk 23:11 | een blinkend kleed aan, en zond Hem weder tot Pilatus. ~
40623 Luk 23:12 | 12 En op denzelfde dag werden
40624 Luk 23:12 | denzelfde dag werden Pilatus en Herodes vrienden met elkander;
40625 Luk 23:13 | 13 En als Pilatus de overpriesters,
40626 Luk 23:13 | Pilatus de overpriesters, en de oversten, en het volk
40627 Luk 23:13 | overpriesters, en de oversten, en het volk bijeengeroepen
40628 Luk 23:14 | het volk afkerig maakt; en ziet, ik heb Hem in uw tegenwoordigheid
40629 Luk 23:14 | tegenwoordigheid ondervraagd, en heb in dezen Mens geen schuld
40630 Luk 23:15 | ulieden tot hem gezonden, en ziet, er is van Hem niets
40631 Luk 23:16 | zal ik Hem dan kastijden en loslaten. ~
40632 Luk 23:17 | 17 En hij moest hun op het feest
40633 Luk 23:18 | zeggende: Weg met Dezen, en laat ons Bar-abbas los. ~
40634 Luk 23:19 | in de stad geschied was, en om een doodslag, in de gevangenis
40635 Luk 23:22 | 22 En hij zeide ten derden male
40636 Luk 23:22 | zal ik Hem dan kastijden en loslaten. ~
40637 Luk 23:23 | Hij zou gekruist worden; en hun en der overpriesteren
40638 Luk 23:23 | gekruist worden; en hun en der overpriesteren geroep
40639 Luk 23:24 | 24 En Pilatus oordeelde, dat hun
40640 Luk 23:25 | 25 En hij liet hun los dengene,
40641 Luk 23:25 | los dengene, die om oproer en doodslag in de gevangenis
40642 Luk 23:26 | 26 En als zij Hem wegleidden,
40643 Luk 23:26 | komende van den akker, en legden hem het kruis op,
40644 Luk 23:27 | 27 En een grote menigte van volk
40645 Luk 23:27 | een grote menigte van volk en van vrouwen volgde Hem,
40646 Luk 23:27 | volgde Hem, welke ook weenden en Hem beklaagden. ~
40647 Luk 23:28 | 28 En Jezus, Zich tot haar kerende
40648 Luk 23:28 | maar weent over uzelven, en over uw kinderen. ~
40649 Luk 23:29 | Zalig zijn de onvruchtbaren, en de buiken, die niet gebaard
40650 Luk 23:29 | die niet gebaard hebben, en de borsten, die niet gezoogd
40651 Luk 23:30 | de bergen: Valt op ons; en tot de heuvelen: Bedekt
40652 Luk 23:32 | 32 En er werden ook twee anderen,
40653 Luk 23:33 | 33 En toen zij kwamen op de plaats
40654 Luk 23:33 | kruisigden zij Hem aldaar, en de kwaaddoeners, den een
40655 Luk 23:33 | den een ter rechter zijde en den ander ter linker zijde. ~
40656 Luk 23:34 | 34 En Jezus zeide: Vader, vergeef
40657 Luk 23:34 | weten niet, wat zij doen. En verdelende Zijn klederen,
40658 Luk 23:35 | 35 En het volk stond en zag het
40659 Luk 23:35 | 35 En het volk stond en zag het aan. En ook de oversten
40660 Luk 23:35 | volk stond en zag het aan. En ook de oversten met hen
40661 Luk 23:36 | 36 En ook de krijgsknechten, tot
40662 Luk 23:36 | komende, bespotten Hem, en brachten Hem edik; ~
40663 Luk 23:37 | 37 En zeiden: Indien gij de Koning
40664 Luk 23:38 | 38 En er was ook een opschrift
40665 Luk 23:38 | geschreven, met Griekse, en Romeinse en Hebreeuwse letters:
40666 Luk 23:38 | met Griekse, en Romeinse en Hebreeuwse letters: DEZE
40667 Luk 23:39 | 39 En een der kwaaddoeners, die
40668 Luk 23:39 | Christus zijt, verlos Uzelven en ons. ~
40669 Luk 23:41 | 41 En wij toch rechtvaardiglijk;
40670 Luk 23:42 | 42 En hij zeide tot Jezus: Heere,
40671 Luk 23:43 | 43 En Jezus zeide tot hem: Voorwaar,
40672 Luk 23:44 | 44 En het was omtrent de zesde
40673 Luk 23:44 | was omtrent de zesde ure, en er werd duisternis over
40674 Luk 23:45 | 45 En de zon werd verduisterd,
40675 Luk 23:45 | de zon werd verduisterd, en het voorhangsel des tempels
40676 Luk 23:46 | 46 En Jezus, roepende met grote
40677 Luk 23:46 | handen beveel Ik Mijn geest. En als Hij dat gezegd had,
40678 Luk 23:47 | verheerlijkte hij God, en zeide: Waarlijk, deze Mens
40679 Luk 23:48 | 48 En al de scharen, die samengekomen
40680 Luk 23:49 | 49 En al Zijn bekenden stonden
40681 Luk 23:49 | gevolgd waren van Galilea, en zagen dit aan. ~
40682 Luk 23:50 | 50 En zie, een man, met name Jozef,
40683 Luk 23:50 | een raadsheer, een goed en rechtvaardig man, ~
40684 Luk 23:51 | mede bewilligd in hun raad en handel) van Arimathea, een
40685 Luk 23:51 | Arimathea, een stad der Joden, en die ook zelf het Koninkrijk
40686 Luk 23:52 | 52 Deze ging tot Pilatus, en begeerde het lichaam van
40687 Luk 23:53 | 53 En als hij hetzelve afgenomen
40688 Luk 23:53 | dat in een fijn lijnwaad, en legde het in een graf, in
40689 Luk 23:54 | 54 En het was de dag der voorbereiding,
40690 Luk 23:54 | de dag der voorbereiding, en de sabbat kwam aan.
40691 Luk 23:55 | 55 En ook de vrouwen, die met
40692 Luk 23:55 | uit Galilea, volgden na en aanschouwden het graf, en
40693 Luk 23:55 | en aanschouwden het graf, en hoe Zijn lichaam gelegd
40694 Luk 23:56 | 56 En wedergekeerd zijnde, bereidden
40695 Luk 23:56 | bereidden zij specerijen en zalven; en op den sabbat
40696 Luk 23:56 | zij specerijen en zalven; en op den sabbat rustten zij
40697 Luk 24:1 | 1 En op den eersten dag der week,
40698 Luk 24:1 | die zij bereid hadden, en sommigen met haar. ~
40699 Luk 24:2 | 2 En zij vonden den steen afgewenteld
40700 Luk 24:3 | 3 En ingegaan zijnde, vonden
40701 Luk 24:4 | 4 En het geschiedde, als zij
40702 Luk 24:5 | 5 En als zij zeer bevreesd werden,
40703 Luk 24:5 | zij zeer bevreesd werden, en het aangezicht naar de aarde
40704 Luk 24:7 | handen der zondige mensen, en gekruisigd worden, en ten
40705 Luk 24:7 | mensen, en gekruisigd worden, en ten derden dage wederopstaan. ~
40706 Luk 24:8 | 8 En zij werden indachtig Zijner
40707 Luk 24:9 | 9 En wedergekeerd zijnde van
40708 Luk 24:9 | deze dingen aan de elven, en aan al de anderen. ~
40709 Luk 24:10 | 10 En deze waren Maria Magdalena,
40710 Luk 24:10 | deze waren Maria Magdalena, en Johanna, en Maria, de moeder
40711 Luk 24:10 | Maria Magdalena, en Johanna, en Maria, de moeder van Jakobus,
40712 Luk 24:10 | de moeder van Jakobus, en de andere met haar, die
40713 Luk 24:11 | 11 En haar woorden schenen voor
40714 Luk 24:11 | voor hen als ijdel geklap, en zij geloofden haar niet. ~
40715 Luk 24:12 | opstaande, liep tot het graf, en nederbukkende, zag hij de
40716 Luk 24:12 | doeken, liggende alleen, en ging weg, zich verwonderende
40717 Luk 24:13 | 13 En zie, twee van hen gingen
40718 Luk 24:14 | 14 En zij spraken samen onder
40719 Luk 24:15 | 15 En het geschiedde, terwijl
40720 Luk 24:15 | terwijl zij samen spraken, en elkander ondervraagden,
40721 Luk 24:15 | Jezus Zelf bij hen kwam, en met hen ging. ~
40722 Luk 24:16 | 16 En hun ogen werden gehouden,
40723 Luk 24:17 | 17 En Hij zeide tot hen: Wat redenen
40724 Luk 24:17 | onder elkander verhandelt, en waarom ziet gij droevig? ~
40725 Luk 24:18 | 18 En de een, wiens naam was Kleopas,
40726 Luk 24:18 | vreemdeling te Jeruzalem, en weet niet de dingen, die
40727 Luk 24:19 | 19 En Hij zeide tot hen: Welke?
40728 Luk 24:19 | Hij zeide tot hen: Welke? En zij zeiden tot Hem: De dingen
40729 Luk 24:19 | was, krachtig in werken en woorden, voor God en al
40730 Luk 24:19 | werken en woorden, voor God en al het volk. ~
40731 Luk 24:20 | 20 En hoe onze overpriesters en
40732 Luk 24:20 | En hoe onze overpriesters en oversten Denzelven overgeleverd
40733 Luk 24:20 | tot het oordeel des doods, en Hem gekruisigd hebben. ~
40734 Luk 24:21 | 21 En wij hoopten, dat Hij was
40735 Luk 24:23 | 23 En Zijn lichaam niet vindende,
40736 Luk 24:23 | niet vindende, kwamen zij en zeiden, dat zij ook een
40737 Luk 24:24 | 24 En sommigen dergenen, die met
40738 Luk 24:24 | gingen heen tot het graf, en bevonden het alzo, gelijk
40739 Luk 24:25 | 25 En Hij zeide tot hen: O onverstandigen
40740 Luk 24:25 | tot hen: O onverstandigen en tragen van hart, om te geloven
40741 Luk 24:26 | niet deze dingen lijden, en alzo in Zijn heerlijkheid
40742 Luk 24:27 | 27 En begonnen hebbende van Mozes
40743 Luk 24:27 | begonnen hebbende van Mozes en van al de profeten, legde
40744 Luk 24:28 | 28 En zij kwamen nabij het vlek,
40745 Luk 24:28 | daar zij naar toegingen; en Hij hield Zich, alsof Hij
40746 Luk 24:29 | 29 En zij dwongen Hem, zeggende:
40747 Luk 24:29 | want het is bij den avond, en de dag is gedaald. En Hij
40748 Luk 24:29 | avond, en de dag is gedaald. En Hij ging in, om met hen
40749 Luk 24:30 | 30 En het geschiedde, als Hij
40750 Luk 24:30 | aanzat, nam Hij het brood, en zegende het, en als Hij
40751 Luk 24:30 | het brood, en zegende het, en als Hij het gebroken had,
40752 Luk 24:31 | 31 En hun ogen werden geopend,
40753 Luk 24:31 | hun ogen werden geopend, en zij kenden Hem; en Hij kwam
40754 Luk 24:31 | geopend, en zij kenden Hem; en Hij kwam weg uit hun gezicht. ~
40755 Luk 24:32 | 32 En zij zeiden tot elkander:
40756 Luk 24:32 | tot ons sprak op den weg, en als Hij ons de Schriften
40757 Luk 24:33 | 33 En zij, opstaande ter zelfder
40758 Luk 24:33 | keerden weder naar Jeruzalem, en vonden de elven samenvergaderd,
40759 Luk 24:33 | de elven samenvergaderd, en die met hen waren; ~
40760 Luk 24:34 | Heere is waarlijk opgestaan, en is van Simon gezien. ~
40761 Luk 24:35 | 35 En zij vertelden, hetgeen op
40762 Luk 24:35 | op den weg geschied was, en hoe Hij hun bekend was geworden
40763 Luk 24:36 | 36 En als zij van deze dingen
40764 Luk 24:36 | Zelf in het midden van hen, en zeide tot hen: Vrede zij
40765 Luk 24:37 | 37 En zij verschrikt en zeer bevreesd
40766 Luk 24:37 | 37 En zij verschrikt en zeer bevreesd geworden zijnde,
40767 Luk 24:38 | 38 En Hij zeide tot hen: Wat zijt
40768 Luk 24:38 | Wat zijt gij ontroerd, en waarom klimmen zulke overleggingen
40769 Luk 24:39 | 39 Ziet Mijn handen en Mijn voeten; want Ik ben
40770 Luk 24:39 | het Zelf; tast Mij aan, en ziet; want een geest heeft
40771 Luk 24:39 | een geest heeft geen vlees en benen, gelijk gij ziet,
40772 Luk 24:40 | 40 En als Hij dit zeide, toonde
40773 Luk 24:40 | toonde Hij hun de handen en de voeten. ~
40774 Luk 24:41 | 41 En toen zij het van blijdschap
40775 Luk 24:41 | blijdschap nog niet geloofden, en zich verwonderden, zeide
40776 Luk 24:42 | 42 En zij gaven Hem een stuk van
40777 Luk 24:42 | stuk van een gebraden vis, en van honigraten. ~
40778 Luk 24:43 | 43 En Hij nam het, en at het voor
40779 Luk 24:43 | 43 En Hij nam het, en at het voor hun ogen. ~
40780 Luk 24:44 | 44 En Hij zeide tot hen: Dit zijn
40781 Luk 24:44 | is in de Wet van Mozes, en de Profeten, en Psalmen. ~
40782 Luk 24:44 | van Mozes, en de Profeten, en Psalmen. ~
40783 Luk 24:46 | 46 En zeide tot hen: Alzo is er
40784 Luk 24:46 | Alzo is er geschreven, en alzo moest de Christus lijden,
40785 Luk 24:46 | moest de Christus lijden, en van de doden opstaan ten
40786 Luk 24:47 | 47 En in Zijn Naam gepredikt worden
40787 Luk 24:47 | gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder
40788 Luk 24:48 | 48 En gij zijt getuigen van deze
40789 Luk 24:49 | 49 En ziet, Ik zende de belofte
40790 Luk 24:50 | 50 En Hij leidde hen buiten tot
40791 Luk 24:50 | buiten tot aan Bethanie, en Zijn handen opheffende,
40792 Luk 24:51 | 51 En het geschiedde, als Hij
40793 Luk 24:51 | dat Hij van hen scheidde, en werd opgenomen in den hemel. ~
40794 Luk 24:52 | 52 En zij aanbaden Hem, en keerden
40795 Luk 24:52 | 52 En zij aanbaden Hem, en keerden weder naar Jeruzalem
40796 Luk 24:53 | 53 En zij waren allen tijd in
40797 Luk 24:53 | tijd in den tempel, lovende en dankende God. Amen. ~
40798 Joha 1:1 | den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en
40799 Joha 1:1 | en het Woord was bij God, en het Woord was God. ~
40800 Joha 1:3 | zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen
40801 Joha 1:4 | Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht
40802 Joha 1:5 | 5 En het Licht schijnt in de
40803 Joha 1:5 | schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve
40804 Joha 1:10 | 10 Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem gemaakt;
40805 Joha 1:10 | wereld is door Hem gemaakt; en de wereld heeft Hem niet
40806 Joha 1:11 | is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet
40807 Joha 1:14 | 14 En het Woord is vlees geworden,
40808 Joha 1:14 | Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (
40809 Joha 1:14 | heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid
40810 Joha 1:14 | den Vader), vol van genade en waarheid. ~
40811 Joha 1:15 | Johannes getuigt van Hem, en heeft geroepen, zeggende:
40812 Joha 1:16 | 16 En uit Zijn volheid hebben
40813 Joha 1:17 | Mozes gegeven, de genade en de waarheid is door Jezus
40814 Joha 1:19 | 19 En dit is de getuigenis van
40815 Joha 1:19 | de Joden enige priesters en Levieten afzonden van Jeruzalem,
40816 Joha 1:20 | 20 En hij beleed en loochende
40817 Joha 1:20 | 20 En hij beleed en loochende het niet; en beleed:
40818 Joha 1:20 | beleed en loochende het niet; en beleed: Ik ben de Christus
40819 Joha 1:21 | 21 En zij vraagden hem: Wat dan?
40820 Joha 1:21 | Wat dan? Zijt gij Elias? En hij zeide: Ik ben die niet.
40821 Joha 1:21 | niet. Zijt gij de profeet? En hij antwoordde: Neen. ~
40822 Joha 1:24 | 24 En de afgezondenen waren uit
40823 Joha 1:25 | 25 En zij vraagden hem en spraken
40824 Joha 1:25 | 25 En zij vraagden hem en spraken tot hem: Waarom
40825 Joha 1:29 | Jezus tot zich komende, en zeide: Zie het Lam Gods,
40826 Joha 1:31 | 31 En ik kende Hem niet; maar
40827 Joha 1:32 | 32 En Johannes getuigde, zeggende:
40828 Joha 1:32 | hemel, gelijk een duif, en bleef op Hem. ~
40829 Joha 1:33 | 33 En ik kende Hem niet; maar
40830 Joha 1:33 | Geest zult zien nederdalen, en op Hem blijven, Deze is
40831 Joha 1:34 | 34 En ik heb gezien, en heb getuigd,
40832 Joha 1:34 | 34 En ik heb gezien, en heb getuigd, dat Deze de
40833 Joha 1:35 | wederom stond Johannes, en twee uit zijn discipelen. ~
40834 Joha 1:36 | 36 En ziende op Jezus, daar wandelende,
40835 Joha 1:37 | 37 En die twee discipelen hoorden
40836 Joha 1:37 | hoorden hem dat spreken, en zij volgden Jezus. ~
40837 Joha 1:38 | 38 En Jezus Zich omkerende, en
40838 Joha 1:38 | En Jezus Zich omkerende, en ziende hen volgen, zeide
40839 Joha 1:39 | 39 Wat zoekt gij? En zij zeiden tot Hem: Rabbi! (
40840 Joha 1:40 | Hij zeide tot hen: Komt en ziet! Zij kwamen en zagen,
40841 Joha 1:40 | Komt en ziet! Zij kwamen en zagen, waar Hij woonde,
40842 Joha 1:40 | zagen, waar Hij woonde, en bleven dien dag bij Hem.
40843 Joha 1:40 | bleven dien dag bij Hem. En het was omtrent de tiende
40844 Joha 1:41 | Johannes gehoord hadden, en Hem gevolgd waren. ~
40845 Joha 1:42 | eerst zijn broeder Simon, en zeide tot hem: Wij hebben
40846 Joha 1:43 | 43 En hij leidde hem tot Jezus.
40847 Joha 1:43 | hij leidde hem tot Jezus. En Jezus, hem aanziende, zeide:
40848 Joha 1:44 | Jezus heengaan naar Galilea, en vond Filippus, en zeide
40849 Joha 1:44 | Galilea, en vond Filippus, en zeide tot hem: Volg Mij. ~
40850 Joha 1:45 | uit de stad van Andreas en Petrus. ~
40851 Joha 1:46 | Filippus vond Nathanael en zeide tot hem: Wij hebben
40852 Joha 1:46 | de wet geschreven heeft, en de profeten, namelijk Jezus,
40853 Joha 1:47 | 47 En Nathanael zeide tot hem:
40854 Joha 1:47 | Filippus zeide tot hem: Kom en zie. ~
40855 Joha 1:48 | Nathanael tot Zich komen, en zeide tot hem: Zie, waarlijk
40856 Joha 1:49 | Gij mij? Jezus antwoordde en zeide tot hem: Eer u Filippus
40857 Joha 1:50 | 50 Nathanael antwoordde en zeide tot Hem: Rabbi! Gij
40858 Joha 1:51 | 51 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Omdat Ik
40859 Joha 1:52 | 52 En Hij zeide tot hem: Voorwaar,
40860 Joha 1:52 | den hemel zien geopend, en de engelen Gods opklimmende
40861 Joha 1:52 | engelen Gods opklimmende en nederdalende op den Zoon
40862 Joha 2:1 | 1 En op den derden dag was er
40863 Joha 2:1 | bruiloft te Kana in Galilea; en de moeder van Jezus was
40864 Joha 2:2 | 2 En Jezus was ook genood, en
40865 Joha 2:2 | En Jezus was ook genood, en Zijn discipelen, tot de
40866 Joha 2:3 | 3 En als er wijn ontbrak, zeide
40867 Joha 2:6 | 6 En aldaar waren zes stenen
40868 Joha 2:7 | de watervaten met water. En zij vulden ze tot boven
40869 Joha 2:8 | 8 En Hij zeide tot hen: Schept
40870 Joha 2:8 | zeide tot hen: Schept nu, en draagt het tot den hofmeester;
40871 Joha 2:8 | het tot den hofmeester; en zij droegen het. ~
40872 Joha 2:9 | geworden was, geproefd had (en hij wist niet, van waar
40873 Joha 2:10 | 10 En zeide tot hem: Alle man
40874 Joha 2:10 | eerst den goeden wijn op, en wanneer men wel gedronken
40875 Joha 2:11 | gedaan te Kana in Galilea, en heeft Zijn heerlijkheid
40876 Joha 2:11 | heerlijkheid geopenbaard; en Zijn discipelen geloofden
40877 Joha 2:12 | af naar Kapernaum, Hij, en Zijn moeder, en Zijn broeders,
40878 Joha 2:12 | Kapernaum, Hij, en Zijn moeder, en Zijn broeders, en Zijn discipelen;
40879 Joha 2:12 | moeder, en Zijn broeders, en Zijn discipelen; en zij
40880 Joha 2:12 | broeders, en Zijn discipelen; en zij bleven aldaar niet vele
40881 Joha 2:13 | 13 En het pascha der Joden was
40882 Joha 2:13 | pascha der Joden was nabij, en Jezus ging op naar Jeruzalem. ~
40883 Joha 2:14 | 14 En Hij vond in den tempel,
40884 Joha 2:14 | in den tempel, die ossen, en schapen, en duiven verkochten,
40885 Joha 2:14 | die ossen, en schapen, en duiven verkochten, en de
40886 Joha 2:14 | schapen, en duiven verkochten, en de wisselaars daar zittende. ~
40887 Joha 2:15 | 15 En een gesel van touwtjes gemaakt
40888 Joha 2:15 | den tempel, ook de schapen en de ossen; en het geld der
40889 Joha 2:15 | de schapen en de ossen; en het geld der wisselaren
40890 Joha 2:15 | wisselaren stortte Hij uit, en keerde de tafelen om. ~
40891 Joha 2:16 | 16 En Hij zeide tot degenen, die
40892 Joha 2:17 | 17 En Zijn discipelen werden indachtig,
40893 Joha 2:18 | De Joden antwoordden dan, en zeiden tot Hem: Wat teken
40894 Joha 2:19 | 19 Jezus antwoordde en zeide tot hen: Breekt dezen
40895 Joha 2:19 | hen: Breekt dezen tempel, en in drie dagen zal Ik denzelven
40896 Joha 2:20 | De Joden zeiden dan: Zes en veertig jaren is over dezen
40897 Joha 2:20 | over dezen tempel gebouwd, en Gij, zult Gij dien in drie
40898 Joha 2:22 | dit tot hen gezegd had, en zij geloofden de Schrift,
40899 Joha 2:22 | zij geloofden de Schrift, en het woord, dat Jezus gesproken
40900 Joha 2:23 | 23 En als Hij te Jeruzalem was,
40901 Joha 2:25 | 25 En omdat Hij niet van node
40902 Joha 3:1 | 1 En er was een mens uit de Farizeen,
40903 Joha 3:2 | kwam des nachts tot Jezus, en zeide tot Hem: Rabbi, wij
40904 Joha 3:3 | 3 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar,
40905 Joha 3:4 | zijner moeders buik ingaan, en geboren worden? ~
40906 Joha 3:5 | geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk
40907 Joha 3:6 | geboren is, dat is vlees; en hetgeen uit den Geest geboren
40908 Joha 3:8 | blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar
40909 Joha 3:8 | niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzo
40910 Joha 3:9 | 9 Nicodemus antwoordde en zeide tot Hem: Hoe kunnen
40911 Joha 3:10 | 10 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zijt gij
40912 Joha 3:10 | gij een leraar van Israel, en weet gij deze dingen niet? ~
40913 Joha 3:11 | spreken, wat Wij weten, en getuigen, wat Wij gezien
40914 Joha 3:11 | wat Wij gezien hebben; en gijlieden neemt Onze getuigenis
40915 Joha 3:12 | aardse dingen gezegd heb, en gij niet gelooft, hoe zult
40916 Joha 3:13 | 13 En niemand is opgevaren in
40917 Joha 3:14 | 14 En gelijk Mozes de slang in
40918 Joha 3:19 | 19 En dit is het oordeel, dat
40919 Joha 3:19 | in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis
40920 Joha 3:20 | kwaad doet, haat het licht, en komt tot het licht niet,
40921 Joha 3:22 | 22 Na dezen kwam Jezus en Zijn discipelen in het land
40922 Joha 3:22 | discipelen in het land van Judea, en onthield Zich aldaar met
40923 Joha 3:22 | onthield Zich aldaar met hen, en doopte. ~
40924 Joha 3:23 | 23 En Johannes doopte ook in Enon
40925 Joha 3:23 | aldaar vele wateren waren; en zij kwamen daar, en werden
40926 Joha 3:23 | waren; en zij kwamen daar, en werden gedoopt. ~
40927 Joha 3:26 | 26 En zij kwamen tot Johannes,
40928 Joha 3:26 | zij kwamen tot Johannes, en zeiden tot hem: Rabbi, Die
40929 Joha 3:26 | getuigenis gaaft, zie, Die doopt, en zij komen allen tot Hem. ~
40930 Joha 3:27 | 27 Johannes antwoordde en zeide: Een mens kan geen
40931 Joha 3:29 | des bruidegoms, die staat en hem hoort, verblijdt zich
40932 Joha 3:31 | voortgekomen die is uit de aarde, en spreekt uit de aarde. Die
40933 Joha 3:32 | 32 En hetgeen Hij gezien en gehoord
40934 Joha 3:32 | 32 En hetgeen Hij gezien en gehoord heeft, dat getuigt
40935 Joha 3:32 | heeft, dat getuigt Hij; en Zijn getuigenis neemt niemand
40936 Joha 3:35 | Vader heeft den Zoon lief, en heeft alle dingen in Zijn
40937 Joha 4:1 | Jezus meer discipelen maakte en doopte dan Johannes; ~
40938 Joha 4:3 | 3 Zo verliet Hij Judea, en ging wederom heen naar Galilea. ~
40939 Joha 4:4 | 4 En Hij moest door Samaria gaan. ~
40940 Joha 4:6 | 6 En aldaar was de fontein Jakobs.
40941 Joha 4:10 | 10 Jezus antwoordde en zeide tot haar: Indien gij
40942 Joha 4:10 | gij de gave Gods kendet, en Wie Hij is, Die tot u zegt:
40943 Joha 4:10 | van Hem hebben begeerd, en Hij zoude u levend water
40944 Joha 4:11 | niet om mede te putten, en de put is diep; van waar
40945 Joha 4:12 | ons den put gegeven heeft, en hijzelf heeft daaruit gedronken,
40946 Joha 4:12 | heeft daaruit gedronken, en zijn kinderen en zijn vee? ~
40947 Joha 4:12 | gedronken, en zijn kinderen en zijn vee? ~
40948 Joha 4:13 | 13 Jezus antwoordde, en zeide tot haar: Een ieder,
40949 Joha 4:15 | opdat mij niet dorste, en ik hier niet moet komen,
40950 Joha 4:16 | haar: Ga heen, roep uw man, en kom hier. ~
40951 Joha 4:17 | 17 De vrouw antwoordde en zeide: Ik heb geen man.
40952 Joha 4:18 | hebt vijf mannen gehad, en dien gij nu hebt, is uw
40953 Joha 4:20 | op deze berg aangebeden; en gijlieden zegt, dat te Jeruzalem
40954 Joha 4:23 | 23 Maar de ure komt, en is nu, wanneer de ware aanbidders
40955 Joha 4:23 | aanbidden zullen in geest en waarheid; want de Vader
40956 Joha 4:24 | 24 God is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten
40957 Joha 4:24 | moeten Hem aanbidden in geest en waarheid. ~
40958 Joha 4:27 | 27 En daarop kwamen Zijn discipelen
40959 Joha 4:27 | daarop kwamen Zijn discipelen en verwonderden zich, dat Hij
40960 Joha 4:28 | vrouw dan haar watervat, en ging heen in de stad en
40961 Joha 4:28 | en ging heen in de stad en zeide tot de lieden: ~
40962 Joha 4:30 | dan gingen uit de stad, en kwamen tot Hem. ~
40963 Joha 4:31 | 31 En ondertussen baden Hem de
40964 Joha 4:34 | Die Mij gezonden heeft, en Zijn werk volbrenge. ~
40965 Joha 4:35 | Het zijn nog vier maanden, en dan komt de oogst? Ziet,
40966 Joha 4:35 | Ik zeg u: Heft uw ogen op en aanschouwt de landen; want
40967 Joha 4:36 | 36 En die maait, ontvangt loon,
40968 Joha 4:36 | die maait, ontvangt loon, en vergadert vrucht ten eeuwigen
40969 Joha 4:36 | verblijde, beide, die zaait en die maait. ~
40970 Joha 4:37 | ander is het, die zaait, en een ander, die maait. ~
40971 Joha 4:38 | anderen hebben het bearbeid, en gij zijt tot hun arbeid
40972 Joha 4:39 | 39 En velen der Samaritanen uit
40973 Joha 4:40 | dat Hij bij hen bleef; en Hij bleef aldaar twee dagen. ~
40974 Joha 4:41 | 41 En er geloofden er veel meer
40975 Joha 4:42 | 42 En zeiden tot de vrouw: Wij
40976 Joha 4:42 | zelven hebben Hem gehoord, en weten, dat Deze waarlijk
40977 Joha 4:43 | 43 En na de twee dagen ging Hij
40978 Joha 4:43 | dagen ging Hij van daar en ging heen naar Galilea; ~
40979 Joha 4:46 | water wijn gemaakt had. En er was een zeker koninklijk
40980 Joha 4:47 | Galilea kwam, ging tot Hem, en bad Hem, dat Hij afkwame,
40981 Joha 4:47 | bad Hem, dat Hij afkwame, en zijn zoon gezond maakte;
40982 Joha 4:48 | Tenzij dat gijlieden tekenen en wonderen ziet, zo zult gij
40983 Joha 4:50 | Ga heen, uw zoon leeft. En de mens geloofde het woord,
40984 Joha 4:50 | dat Jezus tot hem zeide, en ging heen. ~
40985 Joha 4:51 | 51 En als hij nu afging, kwamen
40986 Joha 4:51 | dienstknechten tegemoet, en boodschapten, zeggende:
40987 Joha 4:52 | beter met hem geworden was. En zij zeiden tot hem: Gisteren
40988 Joha 4:53 | gezegd had: Uw zoon leeft. En hij geloofde zelf, en zijn
40989 Joha 4:53 | leeft. En hij geloofde zelf, en zijn gehele huis. ~
40990 Joha 5:1 | was een feest der Joden, en Jezus ging op naar Jeruzalem. ~
40991 Joha 5:2 | 2 En er is te Jeruzalem aan de
40992 Joha 5:4 | zekeren tijd in dat badwater, en beroerde het water; die
40993 Joha 5:5 | 5 En aldaar was een zeker mens,
40994 Joha 5:5 | een zeker mens, die acht en dertig jaren krank gelegen
40995 Joha 5:6 | Jezus, ziende dezen liggen, en wetende, dat hij nu langen
40996 Joha 5:7 | het water beroerd wordt; en terwijl ik kom, zo daalt
40997 Joha 5:8 | op, neem uw beddeken op, en wandel.
40998 Joha 5:9 | 9 En terstond werd de mens gezond,
40999 Joha 5:9 | terstond werd de mens gezond, en nam zijn beddeken op en
41000 Joha 5:9 | en nam zijn beddeken op en wandelde. En het was sabbat
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |