1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
41001 Joha 5:9 | beddeken op en wandelde. En het was sabbat op denzelven
41002 Joha 5:11 | gezegd: Neem uw beddeken op, en wandel. ~
41003 Joha 5:12 | heeft: Neem uw beddeken op, en wandel? ~
41004 Joha 5:13 | 13 En die gezond gemaakt was,
41005 Joha 5:14 | hem Jezus in den tempel, en zeide tot hem: Zie, gij
41006 Joha 5:15 | 15 De mens ging heen, en boodschapte den Joden, dat
41007 Joha 5:16 | 16 En daarom vervolgden de Joden
41008 Joha 5:16 | vervolgden de Joden Jezus, en zochten Hem te doden, omdat
41009 Joha 5:17 | 17 En Jezus antwoordde hun: Mijn
41010 Joha 5:17 | Vader werkt tot nu toe, en Ik werk ook. ~
41011 Joha 5:19 | 19 Jezus dan antwoordde en zeide tot hen: Voorwaar,
41012 Joha 5:20 | Vader heeft den Zoon lief, en toont Hem alles, wat Hij
41013 Joha 5:20 | Hem alles, wat Hij doet; en Hij zal Hem groter werken
41014 Joha 5:21 | de Vader de doden opwekt en levend maakt, alzo maakt
41015 Joha 5:24 | u: Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden
41016 Joha 5:24 | heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis,
41017 Joha 5:25 | voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden
41018 Joha 5:25 | de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen
41019 Joha 5:27 | 27 En heeft Hem macht gegeven,
41020 Joha 5:29 | 29 En zullen uitgaan, die het
41021 Joha 5:29 | de opstanding des levens, en die het kwade gedaan hebben,
41022 Joha 5:30 | Gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en Mijn oordeel is rechtvaardig;
41023 Joha 5:32 | ander, die van Mij getuigt, en Ik weet, dat de getuigenis,
41024 Joha 5:33 | hebt tot Johannes gezonden, en hij heeft der waarheid getuigenis
41025 Joha 5:35 | 35 Hij was een brandende en lichtende kaars; en gij
41026 Joha 5:35 | brandende en lichtende kaars; en gij hebt ulieden voor een
41027 Joha 5:37 | 37 En de Vader, Die Mij gezonden
41028 Joha 5:38 | 38 En Zijn woord hebt gij niet
41029 Joha 5:39 | eeuwige leven te hebben; en die zijn het, die van Mij
41030 Joha 5:40 | 40 En gij wilt tot Mij niet komen,
41031 Joha 5:43 | in den Naam Mijns Vaders, en gij neemt Mij niet aan;
41032 Joha 5:44 | eer van elkander neemt, en de eer, die van God alleen
41033 Joha 6:2 | 2 En Hem volgde een grote schare,
41034 Joha 6:3 | 3 En Jezus ging op den berg,
41035 Joha 6:3 | Jezus ging op den berg, en zat aldaar neder met Zijn
41036 Joha 6:4 | 4 En het pascha, het feest der
41037 Joha 6:5 | dan, de ogen opheffende, en ziende, dat een grote schare
41038 Joha 6:9 | vijf gerstebroden heeft, en twee visjes; maar wat zijn
41039 Joha 6:10 | 10 En Jezus zeide: Doet de mensen
41040 Joha 6:10 | Doet de mensen nederzitten. En er was veel gras in die
41041 Joha 6:11 | 11 En Jezus nam de broden, en
41042 Joha 6:11 | En Jezus nam de broden, en gedankt hebbende, deelde
41043 Joha 6:11 | deelde Hij ze den discipelen, en de discipelen dengenen,
41044 Joha 6:12 | 12 En als zij verzadigd waren,
41045 Joha 6:13 | Zij vergaderden ze dan, en vulden twaalf korven met
41046 Joha 6:15 | wetende, dat zij zouden komen, en Hem met geweld nemen, opdat
41047 Joha 6:16 | 16 En als het avond geworden was,
41048 Joha 6:17 | 17 En in het schip gegaan zijnde,
41049 Joha 6:17 | over de zee naar Kapernaum. En het was alrede duister geworden,
41050 Joha 6:17 | alrede duister geworden, en Jezus was tot hen niet gekomen. ~
41051 Joha 6:18 | 18 En de zee verhief zich, overmits
41052 Joha 6:19 | 19 En als zij omtrent vijf en
41053 Joha 6:19 | En als zij omtrent vijf en twintig of dertig stadien
41054 Joha 6:19 | Jezus, wandelende op de zee, en komende bij het schip; en
41055 Joha 6:19 | en komende bij het schip; en zij werden bevreesd. ~
41056 Joha 6:21 | gewilliglijk in het schip genomen; en terstond kwam het schip
41057 Joha 6:22 | discipelen ingegaan waren, en dat Jezus met Zijn discipelen
41058 Joha 6:24 | gingen zij ook in de schepen, en kwamen te Kapernaum, zoekende
41059 Joha 6:25 | 25 En als zij Hem gevonden hadden
41060 Joha 6:26 | 26 Jezus antwoordde hun en zeide: Voorwaar, voorwaar
41061 Joha 6:26 | de broden gegeten hebt, en verzadigd zijt. ~
41062 Joha 6:29 | 29 Jezus antwoordde en zeide tot hen: Dit is het
41063 Joha 6:30 | opdat wij het mogen zien, en U geloven? Wat werkt Gij? ~
41064 Joha 6:33 | uit den hemel nederdaalt, en Die der wereld het leven
41065 Joha 6:35 | 35 En Jezus zeide tot hen: Ik
41066 Joha 6:35 | zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal
41067 Joha 6:36 | gij Mij ook gezien hebt, en gij gelooft niet. ~
41068 Joha 6:37 | geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik
41069 Joha 6:39 | 39 En dit is de wil des Vaders,
41070 Joha 6:40 | 40 En dit is de wil Desgenen,
41071 Joha 6:40 | die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige
41072 Joha 6:40 | het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten
41073 Joha 6:42 | 42 En zij zeiden: Is deze niet
41074 Joha 6:42 | Zoon van Jozef, Wiens vader en moeder wij kennen? Hoe zegt
41075 Joha 6:43 | 43 Jezus antwoordde dan, en zeide tot hen: Murmureert
41076 Joha 6:44 | gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten
41077 Joha 6:45 | geschreven in de profeten: En zij zullen allen van God
41078 Joha 6:45 | het van den Vader gehoord en geleerd heeft, die komt
41079 Joha 6:49 | gegeten in de woestijn, en zij zijn gestorven. ~
41080 Joha 6:50 | opdat de mens daarvan ete, en niet sterve. ~
41081 Joha 6:51 | in der eeuwigheid leven. En het Brood, dat Ik geven
41082 Joha 6:53 | des Zoons des mensen eet, en Zijn bloed drinkt, zo hebt
41083 Joha 6:54 | 54 Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die heeft
41084 Joha 6:54 | heeft het eeuwige leven; en Ik zal hem opwekken ten
41085 Joha 6:55 | vlees is waarlijk Spijs, en Mijn bloed is waarlijk Drank. ~
41086 Joha 6:56 | 56 Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die blijft
41087 Joha 6:56 | drinkt, die blijft in Mij, en Ik in hem. ~
41088 Joha 6:57 | levende Vader gezonden heeft, en Ik leve door den Vader;
41089 Joha 6:58 | het Manna gegeten hebben, en zijn gestorven. Die dit
41090 Joha 6:63 | tot u spreek, zijn geest en zijn leven. ~
41091 Joha 6:64 | waren, die niet geloofden, en wie hij was, die Hem verraden
41092 Joha 6:65 | 65 En Hij zeide: Daarom heb Ik
41093 Joha 6:66 | Zijner discipelen terug, en wandelden niet meer met
41094 Joha 6:69 | 69 En wij hebben geloofd en bekend,
41095 Joha 6:69 | 69 En wij hebben geloofd en bekend, dat Gij zijt de
41096 Joha 6:70 | niet u twaalf uitverkoren? En een uit u is een duivel. ~
41097 Joha 6:71 | 71 En Hij zeide dit van Judas,
41098 Joha 7:1 | 1 En na dezen wandelde Jezus
41099 Joha 7:2 | 2 En het feest der Joden, namelijk
41100 Joha 7:3 | tot Hem: Vertrek van hier, en ga heen in Judea, opdat
41101 Joha 7:4 | doet iets in het verborgen, en zoekt zelf, dat men openlijk
41102 Joha 7:9 | 9 En als Hij deze dingen tot
41103 Joha 7:11 | zochten Hem in het feest, en zeiden: Waar is Hij? ~
41104 Joha 7:12 | 12 En er was veel gemurmels van
41105 Joha 7:12 | Sommigen zeiden: Hij is goed; en anderen zeiden: Neen, maar
41106 Joha 7:14 | Jezus op in den tempel, en leerde. ~
41107 Joha 7:15 | 15 En de Joden verwonderden zich,
41108 Joha 7:16 | 16 Jezus antwoordde hun, en zeide: Mijn leer is Mijne
41109 Joha 7:18 | heeft, Die is waarachtig, en geen ongerechtigheid is
41110 Joha 7:19 | Mozes u niet de wet gegeven? En niemand van u doet de wet.
41111 Joha 7:20 | 20 De schare antwoordde en zeide: Gij hebt den duivel;
41112 Joha 7:21 | 21 Jezus antwoordde en zeide tot hen: Een werk
41113 Joha 7:21 | Een werk heb Ik gedaan, en gij verwondert u allen. ~
41114 Joha 7:22 | is, maar uit de vaderen), en gij besnijdt een mens op
41115 Joha 7:26 | 26 En ziet, Hij spreekt vrijmoediglijk,
41116 Joha 7:26 | spreekt vrijmoediglijk, en zij zeggen Hem niets. Zouden
41117 Joha 7:28 | riep in den tempel, lerende en zeggende: En gij kent Mij,
41118 Joha 7:28 | tempel, lerende en zeggende: En gij kent Mij, en gij weet,
41119 Joha 7:28 | zeggende: En gij kent Mij, en gij weet, van waar Ik ben;
41120 Joha 7:28 | gij weet, van waar Ik ben; en Ik ben van Mijzelven niet
41121 Joha 7:29 | Hem; want Ik ben van Hem, en Hij heeft Mij gezonden. ~
41122 Joha 7:31 | 31 En velen uit de schare geloofden
41123 Joha 7:31 | schare geloofden in Hem, en zeiden: Wanneer de Christus
41124 Joha 7:32 | schare dit van Hem murmelde; en de Farizeen en de overpriesters
41125 Joha 7:32 | murmelde; en de Farizeen en de overpriesters zonden
41126 Joha 7:33 | kleinen tijd ben Ik bij u, en Ik ga heen tot Dengene,
41127 Joha 7:34 | 34 Gij zult Mij zoeken, en gij zult Mij niet vinden;
41128 Joha 7:34 | gij zult Mij niet vinden; en waar Ik ben, kunt gij niet
41129 Joha 7:35 | verstrooide Grieken gaan, en de Grieken leren? ~
41130 Joha 7:36 | heeft: Gij zult Mij zoeken, en zult Mij niet vinden; en
41131 Joha 7:36 | en zult Mij niet vinden; en waar Ik ben, kunt gij niet
41132 Joha 7:37 | 37 En op den laatsten dag, zijnde
41133 Joha 7:37 | van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Zo iemand
41134 Joha 7:37 | dorst, die kome tot Mij en drinke. ~
41135 Joha 7:39 | 39 (En dit zeide Hij van den Geest,
41136 Joha 7:41 | zeiden: Deze is de Christus. En anderen zeiden: Zal dan
41137 Joha 7:42 | zal uit den zade Davids, en van het vlek Bethlehem,
41138 Joha 7:44 | 44 En sommigen van hen wilden
41139 Joha 7:45 | kwamen tot de overpriesters en Farizeen; en die zeiden
41140 Joha 7:45 | overpriesters en Farizeen; en die zeiden tot hen: Waarom
41141 Joha 7:51 | eerst van hem gehoord heeft, en verstaat, wat hij doet? ~
41142 Joha 7:52 | 52 Zij antwoordden en zeiden tot hem: Zijt gij
41143 Joha 7:52 | ook uit Galilea? Onderzoek en zie, dat uit Galilea geen
41144 Joha 7:53 | 53 En een iegelijk ging heen naar
41145 Joha 8:2 | 2 En des morgens vroeg kwam Hij
41146 Joha 8:2 | Hij wederom in den tempel, en al het volk kwam tot Hem;
41147 Joha 8:2 | al het volk kwam tot Hem; en nedergezeten zijnde, leerde
41148 Joha 8:3 | 3 En de Schriftgeleerden en de
41149 Joha 8:3 | 3 En de Schriftgeleerden en de Farizeen brachten tot
41150 Joha 8:4 | 4 En haar gesteld hebbende in
41151 Joha 8:5 | 5 En Mozes heeft ons in de wet
41152 Joha 8:6 | 6 En dit zeiden zij, Hem verzoekende,
41153 Joha 8:7 | 7 En als zij Hem bleven vragen,
41154 Joha 8:7 | vragen, richtte Hij Zich op, en zeide tot hen: Die van ulieden
41155 Joha 8:8 | 8 En wederom nederbukkende, schreef
41156 Joha 8:9 | 9 Maar zij, dit horende, en van hun geweten overtuigd
41157 Joha 8:9 | oudsten tot de laatsten; en Jezus werd alleen gelaten;
41158 Joha 8:9 | Jezus werd alleen gelaten; en de vrouw in het midden staande. ~
41159 Joha 8:10 | 10 En Jezus, Zich oprichtende,
41160 Joha 8:10 | Jezus, Zich oprichtende, en niemand ziende dan de vrouw,
41161 Joha 8:11 | 11 En zij zeide: Niemand, Heere!
41162 Joha 8:11 | zij zeide: Niemand, Heere! En Jezus zeide tot haar: Zo
41163 Joha 8:11 | Ik u ook niet; ga heen, en zondig niet meer. ~
41164 Joha 8:14 | 14 Jezus antwoordde, en zeide tot hen: Hoewel Ik
41165 Joha 8:14 | van waar Ik gekomen ben, en waar Ik heenga; maar gijlieden
41166 Joha 8:14 | weet niet, van waar Ik kom, en waar Ik heenga. ~
41167 Joha 8:16 | 16 En indien Ik ook oordeel, Mijn
41168 Joha 8:16 | ben niet alleen, maar Ik en de Vader, Die Mij gezonden
41169 Joha 8:17 | 17 En er is ook in uw wet geschreven,
41170 Joha 8:18 | Die van Mijzelven getuig, en de Vader, Die Mij gezonden
41171 Joha 8:20 | lerende in den tempel; en niemand greep Hem; want
41172 Joha 8:21 | wederom tot hen: Ik ga heen, en gij zult Mij zoeken, en
41173 Joha 8:21 | en gij zult Mij zoeken, en in uw zonden zult gij sterven;
41174 Joha 8:23 | 23 En Hij zeide tot hen: Gijlieden
41175 Joha 8:25 | dan tot Hem: Wie zijt Gij? En Jezus zeide tot hen: Wat
41176 Joha 8:26 | vele dingen van u te zeggen en te oordelen; maar Die Mij
41177 Joha 8:26 | gezonden heeft, is waarachtig; en de dingen, die Ik van Hem
41178 Joha 8:28 | verstaan, dat Ik Die ben, en dat Ik van Mijzelven niets
41179 Joha 8:29 | 29 En Die Mij gezonden heeft,
41180 Joha 8:32 | 32 En zult de waarheid verstaan,
41181 Joha 8:32 | zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken. ~
41182 Joha 8:33 | Wij zijn Abrahams zaad, en hebben nooit iemand gediend;
41183 Joha 8:35 | 35 En de dienstknecht blijft niet
41184 Joha 8:39 | 39 Zij antwoordden en zeiden tot Hem: Abraham
41185 Joha 8:42 | Ik ben van God uitgegaan; en kom van Hem. Want Ik ben
41186 Joha 8:44 | uit den vader den duivel, en wilt de begeerten uws vaders
41187 Joha 8:44 | mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande
41188 Joha 8:44 | want hij is een leugenaar, en de vader derzelve leugen. ~
41189 Joha 8:46 | overtuigt Mij van zonde? En indien Ik de waarheid zeg,
41190 Joha 8:48 | De Joden dan antwoordden en zeiden tot Hem: Zeggen wij
41191 Joha 8:48 | Gij een Samaritaan zijt, en den duivel hebt? ~
41192 Joha 8:49 | maar Ik eer Mijn Vader, en gij onteert Mij. ~
41193 Joha 8:50 | er is Een, Die ze zoekt en oordeelt. ~
41194 Joha 8:52 | hebt. Abraham is gestorven, en de profeten; en zegt Gij:
41195 Joha 8:52 | gestorven, en de profeten; en zegt Gij: Zo iemand Mijn
41196 Joha 8:53 | Abraham, welke gestorven is, en de profeten zijn gestorven;
41197 Joha 8:55 | 55 En gij kent Hem niet, maar
41198 Joha 8:55 | Hem niet, maar Ik ken Hem; en indien Ik zeg, dat Ik Hem
41199 Joha 8:55 | leugenaar; maar Ik ken Hem, en bewaar Zijn woord. ~
41200 Joha 8:56 | opdat hij Mijn dag zien zou; en hij heeft hem gezien, en
41201 Joha 8:56 | en hij heeft hem gezien, en is verblijd geweest. ~
41202 Joha 8:57 | nog geen vijftig jaren, en hebt Gij Abraham gezien? ~
41203 Joha 8:59 | Maar Jezus verborg Zich, en ging uit den tempel, gaande
41204 Joha 8:59 | door het midden van hen; en ging alzo voorbij. ~ ~
41205 Joha 9:1 | 1 En voorbijgaande, zag Hij een
41206 Joha 9:2 | 2 En Zijn discipelen vraagden
41207 Joha 9:6 | spoog Hij op de aarde, en maakte slijk uit dat speeksel,
41208 Joha 9:6 | slijk uit dat speeksel, en streek dat slijk op de ogen
41209 Joha 9:7 | 7 En zeide tot hem: Ga heen,
41210 Joha 9:7 | uitgezonden). Hij dan ging heen en wies zich, en kwam ziende. ~
41211 Joha 9:7 | ging heen en wies zich, en kwam ziende. ~
41212 Joha 9:8 | 8 De geburen dan, en die hem te voren gezien
41213 Joha 9:8 | zeiden: Is deze niet, die zat en bedelde? ~
41214 Joha 9:9 | Anderen zeiden: Hij is het; en anderen: Hij is hem gelijk.
41215 Joha 9:11 | 11 Hij antwoordde en zeide: De Mens, genaamd
41216 Joha 9:11 | genaamd Jezus, maakte slijk, en bestreek mijn ogen, en zeide
41217 Joha 9:11 | en bestreek mijn ogen, en zeide tot mij: Ga heen naar
41218 Joha 9:11 | naar het badwater Siloam, en was u. En ik ging heen,
41219 Joha 9:11 | badwater Siloam, en was u. En ik ging heen, en wies mij,
41220 Joha 9:11 | was u. En ik ging heen, en wies mij, en ik werd ziende. ~
41221 Joha 9:11 | ging heen, en wies mij, en ik werd ziende. ~
41222 Joha 9:14 | 14 En het was sabbat, als Jezus
41223 Joha 9:14 | Jezus het slijk maakte, en zijn ogen opende. ~
41224 Joha 9:15 | hij ziende geworden was. En hij zeide tot hen: Hij legde
41225 Joha 9:15 | legde slijk op mijn ogen, en ik wies mij, en ik zie. ~
41226 Joha 9:15 | mijn ogen, en ik wies mij, en ik zie. ~
41227 Joha 9:16 | is, zulke tekenen doen? En er was tweedracht onder
41228 Joha 9:17 | Hij uw ogen geopend heeft? En hij zeide: Hij is een Profeet. ~
41229 Joha 9:18 | dat hij blind geweest was, en ziende was geworden, totdat
41230 Joha 9:19 | 19 En zij vraagden hun, zeggende:
41231 Joha 9:20 | Zijn ouders antwoordden hun en zeiden: Wij weten, dat deze
41232 Joha 9:20 | dat deze onze zoon is, en dat hij blind geboren is; ~
41233 Joha 9:24 | die blind geweest was, en zeiden tot hem: Geef God
41234 Joha 9:25 | 25 Hij dan antwoordde en zeide: Of Hij een zondaar
41235 Joha 9:25 | weet ik, dat ik blind was, en nu zie. ~
41236 Joha 9:26 | 26 En zij zeiden wederom tot hem:
41237 Joha 9:27 | heb het u alrede gezegd, en gij hebt het niet gehoord;
41238 Joha 9:28 | gaven hem dan scheldwoorden, en zeiden: Gij zijt Zijn discipel;
41239 Joha 9:30 | 30 De mens antwoordde, en zeide tot hen: Hierin is
41240 Joha 9:30 | niet weet, van waar Hij is, en nochtans heeft Hij mijn
41241 Joha 9:31 | 31 En wij weten, dat God de zondaars
41242 Joha 9:31 | zo iemand godvruchtig is, en Zijn wil doet, dien hoort
41243 Joha 9:34 | 34 Zij antwoordden, en zeiden tot hem: Gij zijt
41244 Joha 9:34 | geheel in zonden geboren, en leert gij ons? En zij wierpen
41245 Joha 9:34 | geboren, en leert gij ons? En zij wierpen hem uit. ~
41246 Joha 9:35 | hem uitgeworpen hadden, en hem vindende, zeide Hij
41247 Joha 9:36 | 36 Hij antwoordde en zeide: Wie is Hij, Heere,
41248 Joha 9:37 | 37 En Jezus zeide tot Hem: En
41249 Joha 9:37 | En Jezus zeide tot Hem: En gij hebt Hem gezien, en
41250 Joha 9:37 | En gij hebt Hem gezien, en Die met u spreekt, Dezelve
41251 Joha 9:38 | 38 En hij zeide: Ik geloof, Heere!
41252 Joha 9:38 | zeide: Ik geloof, Heere! En hij aanbad Hem. ~
41253 Joha 9:39 | 39 En Jezus zeide: Ik ben tot
41254 Joha 9:39 | die niet zien, zien mogen, en die zien, blind worden. ~
41255 Joha 9:40 | 40 En dit hoorden enigen uit de
41256 Joha 9:40 | Farizeen, die bij Hem waren, en zeiden tot Hem: Zijn wij
41257 Joha 10:1 | inklimt, die is een dief en moordenaar. ~
41258 Joha 10:3 | doet de deurwachter open, en de schapen horen zijn stem;
41259 Joha 10:3 | schapen horen zijn stem; en hij roept zijn schapen bij
41260 Joha 10:3 | roept zijn schapen bij name, en leidt ze uit. ~
41261 Joha 10:4 | 4 En wanneer hij zijn schapen
41262 Joha 10:4 | gaat hij voor hen heen; en de schapen volgen hem, overmits
41263 Joha 10:8 | zijn gekomen, zijn dieven en moordenaars; maar de schapen
41264 Joha 10:9 | die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan,
41265 Joha 10:9 | worden; en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden. ~
41266 Joha 10:9 | hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden. ~
41267 Joha 10:10 | niet, dan opdat hij stele, en slachte, en verderve; Ik
41268 Joha 10:10 | opdat hij stele, en slachte, en verderve; Ik ben gekomen,
41269 Joha 10:10 | opdat zij het leven hebben, en overvloed hebben. ~
41270 Joha 10:12 | 12 Maar de huurling, en die geen herder is, wien
41271 Joha 10:12 | zijn, ziet den wolf komen, en verlaat de schapen, en vliedt;
41272 Joha 10:12 | en verlaat de schapen, en vliedt; en de wolf grijpt
41273 Joha 10:12 | verlaat de schapen, en vliedt; en de wolf grijpt ze, en verstrooit
41274 Joha 10:12 | vliedt; en de wolf grijpt ze, en verstrooit de schapen. ~
41275 Joha 10:13 | 13 En de huurling vliedt, overmits
41276 Joha 10:13 | overmits hij een huurling is, en heeft geen zorg voor de
41277 Joha 10:14 | Ik ben de goede Herder; en Ik ken de Mijnen, en worde
41278 Joha 10:14 | Herder; en Ik ken de Mijnen, en worde van de Mijnen gekend. ~
41279 Joha 10:15 | alzo ken Ik ook den Vader; en Ik stel Mijn leven voor
41280 Joha 10:16 | moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijn stem horen;
41281 Joha 10:16 | zullen Mijn stem horen; en het zal worden een kudde,
41282 Joha 10:16 | het zal worden een kudde, en een Herder. ~
41283 Joha 10:18 | macht hetzelve af te leggen, en heb macht hetzelve wederom
41284 Joha 10:20 | 20 En velen van hen zeiden: hij
41285 Joha 10:20 | zeiden: hij heeft den duivel, en is uitzinnig; wat hoort
41286 Joha 10:22 | 22 En het was het feest der vernieuwing
41287 Joha 10:22 | des tempels te Jeruzalem; en het was winter. ~
41288 Joha 10:23 | 23 En Jezus wandelde in den tempel,
41289 Joha 10:24 | Joden dan omringden Hem, en zeiden tot Hem: Hoe lang
41290 Joha 10:25 | hun: Ik heb het u gezegd, en gij gelooft het niet. De
41291 Joha 10:27 | schapen horen Mijn stem, en Ik ken dezelve, en zij volgen
41292 Joha 10:27 | stem, en Ik ken dezelve, en zij volgen Mij. ~
41293 Joha 10:28 | 28 En Ik geef hun het eeuwige
41294 Joha 10:28 | geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren
41295 Joha 10:28 | gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit
41296 Joha 10:29 | heeft, is meerder dan allen; en niemand kan ze rukken uit
41297 Joha 10:30 | 30 Ik en de Vader zijn een. ~
41298 Joha 10:33 | maar over gods lastering, en omdat Gij, een Mens zijnde,
41299 Joha 10:35 | woord Gods geschied is, en de Schrift niet kan gebroken
41300 Joha 10:36 | Dien de Vader geheiligd en in de wereld gezonden heeft:
41301 Joha 10:38 | 38 Maar indien Ik ze doe, en zo gij Mij niet gelooft,
41302 Joha 10:38 | opdat gij moogt bekennen en geloven, dat de Vader in
41303 Joha 10:38 | dat de Vader in Mij is, en Ik in Hem. ~
41304 Joha 10:39 | wederom Hem te grijpen, en Hij ontging uit hun hand. ~
41305 Joha 10:40 | 40 En Hij ging wederom over de
41306 Joha 10:40 | waar Johannes eerst doopte; en Hij bleef aldaar. ~
41307 Joha 10:41 | 41 En velen kwamen tot Hem, en
41308 Joha 10:41 | En velen kwamen tot Hem, en zeiden: Johannes deed wel
41309 Joha 10:42 | 42 En velen geloofden aldaar in
41310 Joha 11:1 | 1 En er was een zeker man krank,
41311 Joha 11:1 | uit het vlek van Maria en haar zuster Martha. ~
41312 Joha 11:2 | gezalfd heeft met zalf, en Zijn voeten afgedroogd heeft
41313 Joha 11:4 | 4 En Jezus, dat horende, zeide:
41314 Joha 11:5 | 5 Jezus nu had Martha, en haar zuster, en Lazarus
41315 Joha 11:5 | Martha, en haar zuster, en Lazarus lief. ~
41316 Joha 11:8 | onlangs gezocht te stenigen, en gaat Gij wederom derwaarts? ~
41317 Joha 11:11 | 11 Dit sprak Hij; en daarna zeide Hij tot hen:
41318 Joha 11:15 | 15 En Ik ben blijde om uwentwil,
41319 Joha 11:19 | 19 En velen uit de Joden waren
41320 Joha 11:19 | waren gekomen tot Martha en Maria, opdat zij haar vertroosten
41321 Joha 11:25 | haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft
41322 Joha 11:26 | 26 En een iegelijk, die leeft,
41323 Joha 11:26 | een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet
41324 Joha 11:28 | 28 En dit gezegd hebbende, ging
41325 Joha 11:28 | hebbende, ging zij heen, en riep Maria, haar zuster,
41326 Joha 11:28 | zeggende: De Meester is daar, en Hij roept u. ~
41327 Joha 11:29 | hoorde, stond haastelijk op, en ging tot Hem. ~
41328 Joha 11:31 | haar in het huis waren, en haar vertroostten, ziende
41329 Joha 11:31 | dat zij haastelijk opstond en uitging, volgden haar, zeggende:
41330 Joha 11:32 | zij kwam, waar Jezus was, en Hem zag, viel aan Zijn voeten,
41331 Joha 11:33 | als Hij haar zag wenen, en de Joden, die met haar kwamen,
41332 Joha 11:33 | zeer bewogen in den geest, en ontroerde Zichzelven; ~
41333 Joha 11:34 | 34 En zeide: Waar hebt gij hem
41334 Joha 11:34 | zeiden tot Hem: Heere, kom en zie het. ~
41335 Joha 11:37 | 37 En sommigen uit hen zeiden:
41336 Joha 11:38 | zijnde, kwam tot het graf; en het was een spelonk, en
41337 Joha 11:38 | en het was een spelonk, en een steen was daarop gelegd. ~
41338 Joha 11:41 | waar de gestorvene lag. En Jezus hief de ogen opwaarts,
41339 Joha 11:41 | Jezus hief de ogen opwaarts, en zeide: Vader, Ik dank U,
41340 Joha 11:43 | 43 En als Hij dit gezegd had,
41341 Joha 11:44 | 44 En de gestorvene kwam uit,
41342 Joha 11:44 | uit, gebonden aan handen en voeten met grafdoeken, en
41343 Joha 11:44 | en voeten met grafdoeken, en zijn aangezicht was omwonden
41344 Joha 11:44 | zeide tot hen: Ontbindt hem, en laat hem heengaan. ~
41345 Joha 11:45 | tot Maria gekomen waren, en aanschouwd hadden, hetgeen
41346 Joha 11:46 | gingen tot de Farizeen, en zeiden tot hen, hetgeen
41347 Joha 11:47 | 47 De overpriesters dan en de Farizeen vergaderden
41348 Joha 11:47 | Farizeen vergaderden den raad, en zeiden: Wat zullen wij doen?
41349 Joha 11:48 | zullen allen in Hem geloven, en de Romeinen zullen komen,
41350 Joha 11:48 | de Romeinen zullen komen, en wegnemen beide onze plaats
41351 Joha 11:48 | wegnemen beide onze plaats en volk. ~
41352 Joha 11:49 | 49 En een uit hen, namelijk Kajafas,
41353 Joha 11:50 | 50 En gij overlegt niet, dat het
41354 Joha 11:50 | mens sterve voor het volk, en het gehele volk niet verloren
41355 Joha 11:51 | 51 En dit zeide hij niet uit zichzelven;
41356 Joha 11:52 | 52 En niet alleen voor dat volk,
41357 Joha 11:54 | de stad, genaamd Efraim, en verkeerde aldaar met Zijn
41358 Joha 11:55 | 55 En het pascha der Joden was
41359 Joha 11:55 | pascha der Joden was nabij, en velen uit dat land gingen
41360 Joha 11:56 | 56 Zij zochten dan Jezus, en zeiden onder elkander, staande
41361 Joha 11:57 | 57 De overpriesters nu en de Farizeen hadden een gebod
41362 Joha 12:2 | dan aldaar een avondmaal, en Martha diende; en Lazarus
41363 Joha 12:2 | avondmaal, en Martha diende; en Lazarus was een van degenen,
41364 Joha 12:3 | voeten van Jezus gezalfd, en met haar haren Zijn voeten
41365 Joha 12:3 | Zijn voeten afgedroogd; en het huis werd vervuld van
41366 Joha 12:5 | voor driehonderd penningen, en den armen gegeven? ~
41367 Joha 12:6 | 6 En dit zeide hij, niet omdat
41368 Joha 12:6 | omdat hij een dief was, en de beurs had, en droeg hetgeen
41369 Joha 12:6 | dief was, en de beurs had, en droeg hetgeen gegeven werd. ~
41370 Joha 12:9 | verstond, dat Hij aldaar was; en zij kwamen, niet alleen
41371 Joha 12:10 | 10 En de overpriesters beraadslaagden,
41372 Joha 12:11 | gingen heen om zijnentwil, en geloofden in Jezus. ~
41373 Joha 12:13 | de takken van palmbomen, en gingen uit Hem tegemoet,
41374 Joha 12:13 | gingen uit Hem tegemoet, en riepen: Hosanna! Gezegend
41375 Joha 12:14 | 14 En Jezus vond een jongen ezel,
41376 Joha 12:14 | Jezus vond een jongen ezel, en zat daarop, gelijk geschreven
41377 Joha 12:16 | van Hem geschreven was, en dat zij Hem dit gedaan hadden. ~
41378 Joha 12:17 | Lazarus uit het graf geroepen, en hem uit de doden opgewekt
41379 Joha 12:20 | 20 En er waren sommige Grieken
41380 Joha 12:21 | Bethsaida in Galilea was, en baden hem, zeggende: Heer,
41381 Joha 12:22 | 22 Filippus kwam en zeide het Andreas; en Andreas
41382 Joha 12:22 | kwam en zeide het Andreas; en Andreas en Filippus wederom
41383 Joha 12:22 | het Andreas; en Andreas en Filippus wederom zeiden
41384 Joha 12:24 | tarwegraan in de aarde niet valt, en sterft, zo blijft hetzelve
41385 Joha 12:25 | zal hetzelve verliezen; en die zijn leven haat in deze
41386 Joha 12:26 | Mij dient, die volge Mij; en waar Ik ben, aldaar zal
41387 Joha 12:26 | zal ook Mijn dienaar zijn. En zo iemand Mij dient, de
41388 Joha 12:27 | Nu is Mijn ziel ontroerd; en wat zal Ik zeggen? Vader,
41389 Joha 12:28 | uit den hemel, zeggende: En Ik heb Hem verheerlijkt,
41390 Joha 12:28 | Ik heb Hem verheerlijkt, en Ik zal Hem wederom verheerlijken. ~
41391 Joha 12:29 | schare dan, die daar stond, en dit hoorde, zeide, dat er
41392 Joha 12:30 | 30 Jezus antwoordde en zeide: Niet om Mijnentwil
41393 Joha 12:32 | 32 En Ik, zo wanneer Ik van de
41394 Joha 12:33 | 33 (En dit zeide Hij, betekenende,
41395 Joha 12:34 | blijft in der eeuwigheid; en hoe zegt Gij, dat de Zoon
41396 Joha 12:35 | duisternis u niet bevange. En die in de duisternis wandelt,
41397 Joha 12:36 | Deze dingen sprak Jezus; en weggaande verborg Hij Zich
41398 Joha 12:37 | 37 En hoewel Hij zovele tekenen
41399 Joha 12:38 | onze prediking geloofd, en wien is de arm des Heeren
41400 Joha 12:40 | heeft hun ogen verblind, en hun hart verhard; opdat
41401 Joha 12:40 | zij met de ogen niet zien, en met het hart niet verstaan,
41402 Joha 12:40 | het hart niet verstaan, en zij bekeerd worden, en Ik
41403 Joha 12:40 | en zij bekeerd worden, en Ik hen geneze. ~
41404 Joha 12:41 | hij Zijn heerlijkheid zag, en van Hem sprak. ~
41405 Joha 12:44 | 44 En Jezus riep, en zeide: Die
41406 Joha 12:44 | 44 En Jezus riep, en zeide: Die in Mij gelooft,
41407 Joha 12:45 | 45 En die Mij ziet, die ziet Dengene,
41408 Joha 12:47 | 47 En indien iemand Mijn woorden
41409 Joha 12:47 | iemand Mijn woorden gehoord, en niet geloofd zal hebben,
41410 Joha 12:48 | 48 Die Mij verwerpt, en Mijn woorden niet ontvangt,
41411 Joha 12:49 | gegeven, wat Ik zeggen zal, en wat Ik spreken zal. ~
41412 Joha 12:50 | 50 En Ik weet, dat Zijn gebod
41413 Joha 13:1 | 1 En voor het feest van het pascha,
41414 Joha 13:2 | 2 En als het avondmaal gedaan
41415 Joha 13:3 | in de handen gegeven had, en dat Hij van God uitgegaan
41416 Joha 13:3 | Hij van God uitgegaan was, en tot God heenging, ~
41417 Joha 13:4 | Stond op van het avondmaal, en legde Zijn klederen af,
41418 Joha 13:4 | legde Zijn klederen af, en nemende een linnen doek,
41419 Joha 13:5 | Hij water in het bekken, en begon de voeten der discipelen
41420 Joha 13:5 | der discipelen te wassen, en af te drogen met den linnen
41421 Joha 13:6 | dan kwam tot Simon Petrus; en die zeide tot Hem: Heere,
41422 Joha 13:7 | 7 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe,
41423 Joha 13:9 | voeten, maar ook de handen en het hoofd. ~
41424 Joha 13:10 | wassen, maar is geheel rein. En gijlieden zijt rein, doch
41425 Joha 13:12 | dan hun voeten gewassen, en Zijn klederen genomen had,
41426 Joha 13:12 | had, zat Hij wederom aan, en zeide tot hen: Verstaat
41427 Joha 13:13 | 13 Gij heet Mij Meester en Heere; en gij zegt wel,
41428 Joha 13:13 | heet Mij Meester en Heere; en gij zegt wel, want Ik ben
41429 Joha 13:14 | Indien dan Ik, de Heere en de Meester, uw voeten gewassen
41430 Joha 13:20 | ontvangt, die ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, die ontvangt
41431 Joha 13:21 | werd ontroerd in den geest, en betuigde, en zeide: Voorwaar,
41432 Joha 13:21 | den geest, en betuigde, en zeide: Voorwaar, voorwaar,
41433 Joha 13:23 | 23 En een van Zijn discipelen
41434 Joha 13:25 | 25 En deze, vallende op de borst
41435 Joha 13:26 | ingedoopt heb, geven zal. En als Hij de bete ingedoopt
41436 Joha 13:27 | 27 En na de bete, toen voer de
41437 Joha 13:28 | 28 En dit verstond niemand dergenen,
41438 Joha 13:30 | hebbende, ging terstond uit. En het was nacht. ~
41439 Joha 13:31 | des mensen verheerlijkt, en God is in Hem verheerlijkt. ~
41440 Joha 13:32 | verheerlijken in Zichzelven, en Hij zal Hem terstond verheerlijken. ~
41441 Joha 13:33 | u. Gij zult Mij zoeken, en gelijk Ik den Joden gezegd
41442 Joha 14:3 | 3 En zo wanneer Ik heen zal gegaan
41443 Joha 14:3 | Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben,
41444 Joha 14:3 | hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat
41445 Joha 14:4 | 4 En waar Ik heenga, weet gij,
41446 Joha 14:4 | waar Ik heenga, weet gij, en den weg weet gij. ~
41447 Joha 14:5 | niet, waar Gij heengaat; en hoe kunnen wij den weg weten? ~
41448 Joha 14:6 | tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven.
41449 Joha 14:6 | de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt
41450 Joha 14:7 | Mijn Vader gekend hebben; en van nu kent gij Hem, en
41451 Joha 14:7 | en van nu kent gij Hem, en hebt Hem gezien. ~
41452 Joha 14:8 | Heere, toon ons den Vader, en het is ons genoeg. ~
41453 Joha 14:9 | langen tijd met ulieden, en hebt gij Mij niet gekend,
41454 Joha 14:9 | heeft den Vader gezien; en hoe zegt gij: Toon ons den
41455 Joha 14:10 | dat Ik in den Vader ben, en de Vader in Mij is? De woorden,
41456 Joha 14:11 | dat Ik in den Vader ben en de Vader in Mij is; en indien
41457 Joha 14:11 | ben en de Vader in Mij is; en indien niet, zo gelooft
41458 Joha 14:12 | Ik doe, zal hij ook doen, en zal meerder doen, dan deze;
41459 Joha 14:13 | 13 En zo wat gij begeren zult
41460 Joha 14:16 | 16 En Ik zal den Vader bidden,
41461 Joha 14:16 | Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster
41462 Joha 14:17 | want zij ziet Hem niet, en kent Hem niet; maar gij
41463 Joha 14:17 | Hij blijft bij ulieden, en zal in u zijn. ~
41464 Joha 14:19 | 19 Nog een kleinen tijd, en de wereld zal Mij niet meer
41465 Joha 14:19 | Mij zien; want Ik leef, en gij zult leven. ~
41466 Joha 14:20 | dat Ik in Mijn Vader ben, en gij in Mij, en Ik in u. ~
41467 Joha 14:20 | Vader ben, en gij in Mij, en Ik in u. ~
41468 Joha 14:21 | Die Mijn geboden heeft, en dezelve bewaart, die is
41469 Joha 14:21 | het, die Mij liefheeft; en die Mij liefheeft, zal van
41470 Joha 14:21 | Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en
41471 Joha 14:21 | en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelven aan hem
41472 Joha 14:22 | aan ons zult openbaren, en niet aan de wereld? ~
41473 Joha 14:23 | 23 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zo iemand
41474 Joha 14:23 | zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben,
41475 Joha 14:23 | Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem komen,
41476 Joha 14:23 | Wij zullen tot hem komen, en zullen woning bij hem maken. ~
41477 Joha 14:24 | bewaart Mijn woorden niet; en het woord dat gijlieden
41478 Joha 14:26 | Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles,
41479 Joha 14:27 | hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd. ~
41480 Joha 14:28 | gezegd heb: Ik ga heen, en kom weder tot u. Indien
41481 Joha 14:29 | 29 En nu heb Ik het u gezegd,
41482 Joha 14:30 | overste dezer wereld komt, en heeft aan Mij niets. ~
41483 Joha 14:31 | dat Ik den Vader liefheb, en alzo doe, gelijkerwijs Mij
41484 Joha 15:1 | Ik ben de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Landman. ~
41485 Joha 15:2 | draagt, die neemt Hij weg; en al wie vrucht draagt, die
41486 Joha 15:4 | 4 Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijkerwijs de
41487 Joha 15:5 | 5 Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken; die in Mij
41488 Joha 15:5 | ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel
41489 Joha 15:6 | geworpen, gelijkerwijs de rank, en is verdord; en men vergadert
41490 Joha 15:6 | de rank, en is verdord; en men vergadert dezelve, en
41491 Joha 15:6 | en men vergadert dezelve, en men werpt ze in het vuur,
41492 Joha 15:6 | men werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand. ~
41493 Joha 15:7 | Indien gij in Mij blijft, en Mijn woorden in u blijven,
41494 Joha 15:7 | wilt, zult gij begeren, en het zal u geschieden. ~
41495 Joha 15:8 | gij veel vrucht draagt; en gij zult Mijn discipelen
41496 Joha 15:10 | Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde. ~
41497 Joha 15:11 | blijdschap in u blijve, en uw blijdschap vervuld worde. ~
41498 Joha 15:16 | maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u gesteld, dat gij
41499 Joha 15:16 | dat gij zoudt heengaan en vrucht dragen, en dat uw
41500 Joha 15:16 | heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht blijve; opdat,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |