Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
emmaus 1
emmer 1
emmeren 1
en 46573
en-dor 1
en-eglaim 1
en-gannim 3
Frequency    [«  »]
-----
-----
-----
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het

Bijbel

IntraText - Concordances

en

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573

      Book Chapter: Verse
41501 Joha 15:22 | Indien Ik niet gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij 41502 Joha 15:24 | nu hebben zij ze gezien, en beiden Mij en Mijn Vader 41503 Joha 15:24 | ze gezien, en beiden Mij en Mijn Vader gehaat. ~ 41504 Joha 15:27 | 27 En gij zult ook getuigen, want 41505 Joha 16:3 | 3 En deze dingen zullen zij u 41506 Joha 16:5 | 5 En nu ga Ik heen tot Dengene, 41507 Joha 16:5 | die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: 41508 Joha 16:8 | 8 En Die gekomen zijnde, zal 41509 Joha 16:8 | wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van 41510 Joha 16:8 | zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel: ~ 41511 Joha 16:10 | 10 En van gerechtigheid, omdat 41512 Joha 16:10 | Ik tot Mijn Vader heenga, en gij zult Mij niet meer zien; ~ 41513 Joha 16:11 | 11 En van oordeel, omdat de overste 41514 Joha 16:13 | hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal 41515 Joha 16:14 | het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen. ~ 41516 Joha 16:15 | uit het Mijne zal nemen, en u verkondigen. ~ 41517 Joha 16:16 | 16 Een kleinen tijd, en gij zult Mij niet zien; 41518 Joha 16:16 | gij zult Mij niet zien; en wederom een kleinen tijd, 41519 Joha 16:16 | wederom een kleinen tijd, en gij zult Mij zien, want 41520 Joha 16:17 | zegt: Een kleinen tijd, en gij zult Mij niet zien; 41521 Joha 16:17 | gij zult Mij niet zien; en wederom een kleinen tijd, 41522 Joha 16:17 | wederom een kleinen tijd, en gij zult Mij zien; en: Want 41523 Joha 16:17 | tijd, en gij zult Mij zien; en: Want Ik ga heen tot den 41524 Joha 16:19 | dat zij Hem wilden vragen, en zeide tot hen: Vraagt gij 41525 Joha 16:19 | gezegd heb: Een kleinen tijd, en gij zult Mij niet zien, 41526 Joha 16:19 | gij zult Mij niet zien, en wederom een kleinen tijd, 41527 Joha 16:19 | wederom een kleinen tijd, en gij zult Mij zien? ~ 41528 Joha 16:20 | dat gij zult schreien, en klagelijk wenen, maar de 41529 Joha 16:20 | wereld zal zich verblijden; en gij zult bedroefd zijn, 41530 Joha 16:22 | 22 En gij dan hebt nu wel droefheid; 41531 Joha 16:22 | maar Ik zal u wederom zien, en uw hart zal zich verblijden, 41532 Joha 16:22 | hart zal zich verblijden, en niemand zal uw blijdschap 41533 Joha 16:23 | 23 En in dien dag zult gij Mij 41534 Joha 16:24 | gebeden in Mijn Naam; bidt, en gij zult ontvangen, opdat 41535 Joha 16:26 | gij in Mijn Naam bidden; en Ik zeg u niet, dat Ik den 41536 Joha 16:27 | gij Mij liefgehad hebt, en hebt geloofd, dat Ik van 41537 Joha 16:28 | van den Vader uitgegaan, en ben in de wereld gekomen; 41538 Joha 16:28 | wederom verlaat Ik de wereld, en ga heen tot den Vader. ~ 41539 Joha 16:29 | nu spreekt Gij vrijuit, en zegt geen gelijkenis. ~ 41540 Joha 16:30 | dat Gij alle dingen weet, en Gij hebt niet van node, 41541 Joha 16:32 | 32 Ziet, de ure komt, en is nu gekomen, dat gij zult 41542 Joha 16:32 | iegelijk naar het zijne, en gij Mij alleen zult laten; 41543 Joha 16:32 | gij Mij alleen zult laten; en nochtans ben Ik niet alleen; 41544 Joha 17:1 | Dit heeft Jezus gesproken, en Hij hief Zijn ogen op naar 41545 Joha 17:1 | ogen op naar den hemel, en zeide: Vader, de ure is 41546 Joha 17:3 | 3 En dit is het eeuwige leven, 41547 Joha 17:3 | enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij 41548 Joha 17:5 | 5 En nu verheerlijk Mij, Gij 41549 Joha 17:6 | gegeven hebt. Zij waren Uw, en Gij hebt Mij dezelve gegeven; 41550 Joha 17:6 | hebt Mij dezelve gegeven; en zij hebben Uw woord bewaard. ~ 41551 Joha 17:8 | hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze ontvangen, 41552 Joha 17:8 | zij hebben ze ontvangen, en zij hebben waarlijk bekend, 41553 Joha 17:8 | Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd, dat Gij 41554 Joha 17:10 | 10 En al het Mijne is Uw, en het 41555 Joha 17:10 | 10 En al het Mijne is Uw, en het Uwe is Mijn; en Ik ben 41556 Joha 17:10 | Uw, en het Uwe is Mijn; en Ik ben in hen verheerlijkt. ~ 41557 Joha 17:11 | 11 En Ik ben niet meer in de wereld, 41558 Joha 17:11 | deze zijn in de wereld, en Ik kome tot U, Heilige Vader, 41559 Joha 17:12 | gegeven hebt, heb Ik bewaard, en niemand uit hen is verloren 41560 Joha 17:13 | 13 Maar nu kom Ik tot U, en spreek dit in de wereld, 41561 Joha 17:14 | heb hun Uw woord gegeven; en de wereld heeft ze gehaat, 41562 Joha 17:19 | 19 En Ik heilige Mijzelven voor 41563 Joha 17:20 | 20 En Ik bid niet alleen voor 41564 Joha 17:21 | gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in 41565 Joha 17:22 | 22 En Ik heb hun de heerlijkheid 41566 Joha 17:23 | 23 Ik in hen, en Gij in Mij; opdat zij volmaakt 41567 Joha 17:23 | zij volmaakt zijn in een, en opdat de wereld bekenne, 41568 Joha 17:23 | dat Gij Mij gezonden hebt, en hen liefgehad hebt, gelijk 41569 Joha 17:25 | gekend; maar Ik heb U gekend, en dezen hebben bekend, dat 41570 Joha 17:26 | 26 En Ik heb hun Uw Naam bekend 41571 Joha 17:26 | Uw Naam bekend gemaakt, en zal Hem bekend maken; opdat 41572 Joha 17:26 | liefgehad hebt, in hen zij, en Ik in hen. ~  ~ 41573 Joha 18:1 | was, in welken Hij ging, en Zijn discipelen. ~ 41574 Joha 18:2 | 2 En Judas, die Hem verried, 41575 Joha 18:3 | de bende krijgsknechten en enige dienaars van de overpriesters 41576 Joha 18:3 | dienaars van de overpriesters en Farizeen, kwam aldaar met 41577 Joha 18:3 | kwam aldaar met lantaarnen, en fakkelen, en wapenen. ~ 41578 Joha 18:3 | lantaarnen, en fakkelen, en wapenen. ~ 41579 Joha 18:4 | Hem komen zou, ging uit, en zeide tot hen: Wien zoekt 41580 Joha 18:5 | zeide tot hen: Ik ben het. En Judas, die Hem verried, 41581 Joha 18:6 | gingen zij achterwaarts, en vielen ter aarde. ~ 41582 Joha 18:7 | wederom: Wien zoekt gij? En zij zeiden: Jezus den Nazarener. ~ 41583 Joha 18:10 | zwaard, trok hetzelve uit, en sloeg des hogepriesters 41584 Joha 18:10 | hogepriesters dienstknecht, en hieuw zijn rechteroor af. 41585 Joha 18:10 | hieuw zijn rechteroor af. En de naam van den dienstknecht 41586 Joha 18:12 | 12 De bende dan, en de overste over duizend, 41587 Joha 18:12 | de overste over duizend, en de dienaars der Joden namen 41588 Joha 18:12 | namen Jezus gezamenlijk, en bonden Hem; ~ 41589 Joha 18:13 | 13 En leidden Hem henen, eerst 41590 Joha 18:15 | 15 En Simon Petrus volgde Jezus, 41591 Joha 18:15 | Simon Petrus volgde Jezus, en een ander discipel. Deze 41592 Joha 18:15 | den hogepriester bekend, en ging met Jezus in des hogepriesters 41593 Joha 18:16 | 16 En Petrus stond buiten aan 41594 Joha 18:16 | hogepriester bekend was, ging uit, en sprak met de deurwaarster, 41595 Joha 18:16 | sprak met de deurwaarster, en bracht Petrus in. ~ 41596 Joha 18:18 | 18 En de dienstknechten en de 41597 Joha 18:18 | 18 En de dienstknechten en de dienaars stonden, hebbende 41598 Joha 18:18 | gemaakt, omdat het koud was, en warmden zich. Petrus stond 41599 Joha 18:18 | zich. Petrus stond bij hen, en warmde zich. ~ 41600 Joha 18:19 | Jezus van Zijn discipelen, en van Zijn leer. ~ 41601 Joha 18:20 | tijd geleerd in de synagoge en in den tempel, waar de Joden 41602 Joha 18:20 | alle plaatsen samenkomen; en in het verborgen heb Ik 41603 Joha 18:22 | 22 En als Hij dit zeide, gaf een 41604 Joha 18:23 | heb, betuig van het kwade; en indien wel, waarom slaat 41605 Joha 18:25 | 25 En Simon Petrus stond en warmde 41606 Joha 18:25 | 25 En Simon Petrus stond en warmde zich. Zij zeiden 41607 Joha 18:25 | discipelen? Hij loochende het, en zeide: Ik ben niet. ~ 41608 Joha 18:27 | dan loochende het wederom. En terstond kraaide de haan. ~ 41609 Joha 18:28 | Kajafas in het rechthuis. En het was 's morgens vroeg; 41610 Joha 18:28 | het was 's morgens vroeg; en zij gingen niet in het rechthuis, 41611 Joha 18:29 | Pilatus dan ging tot hen uit, en zeide: Wat beschuldiging 41612 Joha 18:30 | 30 Zij antwoordden en zeiden tot hem: Indien Deze 41613 Joha 18:31 | tot hen: Neemt gij Hem, en oordeelt Hem naar uw wet. 41614 Joha 18:33 | wederom in het rechthuis, en riep Jezus, en zeide tot 41615 Joha 18:33 | rechthuis, en riep Jezus, en zeide tot Hem: Zijt Gij 41616 Joha 18:35 | Ben ik een Jood? Uw volk en de overpriesters hebben 41617 Joha 18:37 | Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld 41618 Joha 18:38 | tot Hem: Wat is waarheid? En als hij dat gezegd had, 41619 Joha 18:38 | wederom uit tot de Joden, en zeide tot hen: Ik vind geen 41620 Joha 18:40 | Niet Dezen, maar Bar-abbas! En Bar-abbas was een moordenaar. ~  ~ 41621 Joha 19:1 | Toen nam Pilatus dan Jezus, en geselde Hem. ~ 41622 Joha 19:2 | 2 En de krijgsknechten, een kroon 41623 Joha 19:2 | zetten die op Zijn hoofd, en wierpen Hem een purperen 41624 Joha 19:3 | 3 En zeiden: Wees gegroet, Gij 41625 Joha 19:3 | gegroet, Gij Koning der Joden! En zij gaven Hem kinnebakslagen. ~ 41626 Joha 19:4 | Pilatus dan kwam wederom uit, en zeide tot hen: Ziet, ik 41627 Joha 19:5 | dragende de doornenkroon, en het purperen kleed. En Pilatus 41628 Joha 19:5 | en het purperen kleed. En Pilatus zeide tot hen: Ziet, 41629 Joha 19:6 | Hem dan de overpriesters en de dienaars zagen, riepen 41630 Joha 19:6 | hen: Neemt gijlieden Hem en kruist Hem; want ik vind 41631 Joha 19:7 | hem: Wij hebben een wet, en naar onze wet moet Hij sterven, 41632 Joha 19:9 | 9 En ging wederom in het rechthuis, 41633 Joha 19:9 | wederom in het rechthuis, en zeide tot Jezus: Van waar 41634 Joha 19:10 | macht heb U te kruisigen, en macht heb U los te laten? ~ 41635 Joha 19:13 | hoorde, bracht hij Jezus uit, en zat neder op den rechterstoel, 41636 Joha 19:13 | plaats, genaamd Lithostrotos, en in het Hebreeuws Gabbatha. ~ 41637 Joha 19:14 | 14 En het was de voorbereiding 41638 Joha 19:14 | voorbereiding van het pascha, en omtrent de zesde ure; en 41639 Joha 19:14 | en omtrent de zesde ure; en hij zeide tot de Joden: 41640 Joha 19:16 | Hij gekruist zou worden. En zij namen Jezus, en leidden 41641 Joha 19:16 | worden. En zij namen Jezus, en leidden Hem weg. ~ 41642 Joha 19:17 | 17 En Hij, dragende Zijn kruis, 41643 Joha 19:18 | Alwaar zij Hem kruisten, en met Hem twee anderen, aan 41644 Joha 19:18 | anderen, aan elke zijde een, en Jezus in het midden. ~ 41645 Joha 19:19 | 19 En Pilatus schreef ook een 41646 Joha 19:19 | schreef ook een opschrift, en zette dat op het kruis; 41647 Joha 19:19 | zette dat op het kruis; en er was geschreven: JEZUS 41648 Joha 19:20 | werd, was nabij de stad; en het was geschreven in het 41649 Joha 19:20 | Hebreeuws, in het Grieks, en in het Latijn. ~ 41650 Joha 19:23 | hadden, namen Zijn klederen, (en maakten vier delen, voor 41651 Joha 19:23 | elken krijgsknecht een deel) en den rok. De rok nu was zonder 41652 Joha 19:24 | klederen onder zich verdeeld, en over Mijn kleding hebben 41653 Joha 19:25 | 25 En bij het kruis van Jezus 41654 Joha 19:25 | Jezus stonden Zijn moeder en Zijner moeders zuster, Maria, 41655 Joha 19:25 | Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena. ~ 41656 Joha 19:26 | nu, ziende Zijn moeder, en den discipel, dien Hij liefhad, 41657 Joha 19:27 | discipel: Zie, uw moeder. En van die ure aan nam haar 41658 Joha 19:29 | stond dan een vat vol ediks, en zij vulden een spons met 41659 Joha 19:29 | vulden een spons met edik, en omlegden ze met hysop, en 41660 Joha 19:29 | en omlegden ze met hysop, en brachten ze aan Zijn mond. ~ 41661 Joha 19:30 | zeide Hij: Het is volbracht! En het hoofd buigende, gaf 41662 Joha 19:31 | hun benen zouden gebroken, en zij weggenomen worden. ~ 41663 Joha 19:32 | krijgsknechten dan kwamen, en braken wel de benen des 41664 Joha 19:32 | wel de benen des eersten, en des anderen, die met Hem 41665 Joha 19:34 | Zijn zijde met een speer, en terstond kwam er bloed en 41666 Joha 19:34 | en terstond kwam er bloed en water uit. ~ 41667 Joha 19:35 | 35 En die het gezien heeft, die 41668 Joha 19:35 | die heeft het getuigd, en zijn getuigenis is waarachtig; 41669 Joha 19:35 | getuigenis is waarachtig; en hij weet, dat hij zegt, 41670 Joha 19:37 | 37 En wederom zegt een andere 41671 Joha 19:38 | 38 En daarna Jozef van Arimathea ( 41672 Joha 19:38 | lichaam van Jezus wegnemen; en Pilatus liet het toe. Hij 41673 Joha 19:38 | liet het toe. Hij dan ging en nam het lichaam van Jezus 41674 Joha 19:39 | 39 En Nicodemus kwam ook (die 41675 Joha 19:39 | brengende een mengsel van mirre en aloe; omtrent honderd ponden 41676 Joha 19:40 | dan het lichaam van Jezus, en bonden dat in linnen doeken 41677 Joha 19:41 | 41 En er was in de plaats, waar 41678 Joha 19:41 | Hij gekruist was, een hof, en in den hof een nieuw graf, 41679 Joha 20:1 | 1 En op den eersten dag der week 41680 Joha 20:1 | duister was, naar het graf; en zag den steen van het graf 41681 Joha 20:2 | 2 Zij liep dan, en kwam tot Simon Petrus en 41682 Joha 20:2 | en kwam tot Simon Petrus en tot den anderen discipel, 41683 Joha 20:2 | discipel, welken Jezus liefhad, en zeide tot hen: Zij hebben 41684 Joha 20:2 | weggenomen uit het graf, en wij weten niet, waar zij 41685 Joha 20:3 | 3 Petrus dan ging uit, en de andere discipel, en zij 41686 Joha 20:3 | en de andere discipel, en zij kwamen tot het graf. ~ 41687 Joha 20:4 | 4 En deze twee liepen tegelijk; 41688 Joha 20:4 | deze twee liepen tegelijk; en de andere discipel liep 41689 Joha 20:4 | vooruit, sneller dan Petrus, en kwam eerst tot het graf. ~ 41690 Joha 20:5 | 5 En als hij nederbukte, zag 41691 Joha 20:6 | 6 Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging in het 41692 Joha 20:6 | dan kwam en volgde hem, en ging in het graf, en zag 41693 Joha 20:6 | hem, en ging in het graf, en zag de doeken liggen. ~ 41694 Joha 20:7 | 7 En den zweetdoek, die op Zijn 41695 Joha 20:8 | tot het graf gekomen was, en zag het, en geloofde. ~ 41696 Joha 20:8 | gekomen was, en zag het, en geloofde. ~ 41697 Joha 20:11 | 11 En Maria stond buiten bij het 41698 Joha 20:12 | 12 En zag twee engelen in witte 41699 Joha 20:12 | zitten, een aan het hoofd, en een aan de voeten, waar 41700 Joha 20:13 | 13 En die zeiden tot haar: Vrouw! 41701 Joha 20:13 | Heere weggenomen hebben, en ik weet niet, waar zij Hem 41702 Joha 20:14 | 14 En als zij dit gezegd had, 41703 Joha 20:14 | keerde zij zich achterwaarts, en zag Jezus staan, en zij 41704 Joha 20:14 | achterwaarts, en zag Jezus staan, en zij wist niet, dat het Jezus 41705 Joha 20:15 | waar gij Hem gelegd hebt, en ik zal Hem wegnemen. ~ 41706 Joha 20:17 | heen tot Mijn broeders, en zeg hun: Ik vare op tot 41707 Joha 20:17 | Ik vare op tot Mijn Vader en uw Vader, en tot Mijn God 41708 Joha 20:17 | Mijn Vader en uw Vader, en tot Mijn God en uw God. ~ 41709 Joha 20:17 | uw Vader, en tot Mijn God en uw God. ~ 41710 Joha 20:18 | 18 Maria Magdalena ging en boodschapte den discipelen, 41711 Joha 20:18 | zij den Heere gezien had, en dat Hij haar dit gezegd 41712 Joha 20:19 | denzelven eersten dag der week, en als de deuren gesloten waren, 41713 Joha 20:19 | vreze der Joden, kwam Jezus en stond in het midden, en 41714 Joha 20:19 | en stond in het midden, en zeide tot hen: Vrede zij 41715 Joha 20:20 | 20 En dit gezegd hebbende, toonde 41716 Joha 20:20 | toonde Hij hun Zijn handen en Zijn zijde. De discipelen 41717 Joha 20:22 | 22 En als Hij dit gezegd had, 41718 Joha 20:22 | gezegd had, blies Hij op hen, en zeide tot hen: Ontvangt 41719 Joha 20:24 | 24 En Thomas, een van de twaalven, 41720 Joha 20:25 | zie het teken der nagelen, en mijn vinger steke in het 41721 Joha 20:25 | in het teken der nagelen, en steke mijn hand in Zijn 41722 Joha 20:26 | 26 En na acht dagen waren Zijn 41723 Joha 20:26 | discipelen wederom binnen, en Thomas met hen; en Jezus 41724 Joha 20:26 | binnen, en Thomas met hen; en Jezus kwam, als de deuren 41725 Joha 20:26 | de deuren gesloten waren, en stond in het midden, en 41726 Joha 20:26 | en stond in het midden, en zeide: Vrede zij ulieden! ~ 41727 Joha 20:27 | Thomas: Breng uw vinger hier, en zie Mijn handen, en breng 41728 Joha 20:27 | hier, en zie Mijn handen, en breng uw hand, en steek 41729 Joha 20:27 | handen, en breng uw hand, en steek ze in Mijn zijde; 41730 Joha 20:27 | steek ze in Mijn zijde; en zijt niet ongelovig, maar 41731 Joha 20:28 | 28 En Thomas antwoordde en zeide 41732 Joha 20:28 | 28 En Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Heere 41733 Joha 20:28 | zeide tot Hem: Mijn Heere en mijn God! ~ 41734 Joha 20:29 | niet zullen gezien hebben, en nochtans zullen geloofd 41735 Joha 20:31 | Christus, de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, het 41736 Joha 21:1 | aan de zee van Tiberias. En Hij openbaarde Zich aldus: ~ 41737 Joha 21:2 | waren te zamen Simon Petrus, en Thomas, gezegd Didymus, 41738 Joha 21:2 | Thomas, gezegd Didymus, en Nathanael, die van Kana 41739 Joha 21:2 | van Kana in Galilea was, en de zonen van Zebedeus, en 41740 Joha 21:2 | en de zonen van Zebedeus, en twee anderen van Zijn discipelen. ~ 41741 Joha 21:3 | ook met u. Zij gingen uit, en traden terstond in het schip; 41742 Joha 21:3 | traden terstond in het schip; en in dien nacht vingen zij 41743 Joha 21:4 | 4 En als het nu morgenstond geworden 41744 Joha 21:6 | 6 En Hij zeide tot hen: Werpt 41745 Joha 21:6 | rechterzijde van het schip, en gij zult vinden. Zij wierpen 41746 Joha 21:6 | vinden. Zij wierpen het dan, en konden hetzelve niet meer 41747 Joha 21:7 | opperkleed (want hij was naakt), en wierp zichzelven in de zee. ~ 41748 Joha 21:8 | 8 En de andere discipelen kwamen 41749 Joha 21:9 | zij een kolenvuur liggen, en vis daarop liggen, en brood. ~ 41750 Joha 21:9 | liggen, en vis daarop liggen, en brood. ~ 41751 Joha 21:11 | 11 Simon Petrus ging op, en trok het net op het land, 41752 Joha 21:11 | vissen, tot honderd drie en vijftig; en hoewel er zovele 41753 Joha 21:11 | honderd drie en vijftig; en hoewel er zovele waren, 41754 Joha 21:12 | herwaarts, houdt het middagmaal. En niemand van de discipelen 41755 Joha 21:13 | 13 Jezus dan kwam, en nam het brood, en gaf het 41756 Joha 21:13 | kwam, en nam het brood, en gaf het hun, en den vis 41757 Joha 21:13 | het brood, en gaf het hun, en den vis desgelijks. ~ 41758 Joha 21:17 | zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: Heere! Gij 41759 Joha 21:18 | waart, gorddet gij uzelven, en wandeldet, alwaar gij wildet; 41760 Joha 21:18 | gij uw handen uitstrekken, en een ander zal u gorden, 41761 Joha 21:18 | een ander zal u gorden, en brengen, waar gij niet wilt. ~ 41762 Joha 21:19 | 19 En dit zeide Hij, betekenende, 41763 Joha 21:19 | hij God verheerlijken zou. En dit gesproken hebbende, 41764 Joha 21:20 | 20 En Petrus, zich omkerende, 41765 Joha 21:20 | Zijn borst gevallen was, en gezegd had: Heere! wie is 41766 Joha 21:23 | discipel niet zou sterven. En Jezus had tot hem niet gezegd, 41767 Joha 21:24 | van deze dingen getuigt, en deze dingen geschreven heeft; 41768 Joha 21:24 | dingen geschreven heeft; en wij weten, dat zijn getuigenis 41769 Joha 21:25 | 25 En er zijn nog vele andere 41770 Hand 1:1 | begonnen heeft beide te doen en te leren; ~ 41771 Hand 1:3 | zijnde van hen gezien, en sprekende van de dingen, 41772 Hand 1:4 | 4 En als Hij met hen vergaderd 41773 Hand 1:7 | 7 En Hij zeide tot hen: Het komt 41774 Hand 1:8 | Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, 41775 Hand 1:8 | Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het 41776 Hand 1:8 | geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der 41777 Hand 1:9 | 9 En als Hij dit gezegd had, 41778 Hand 1:9 | opgenomen, daar zij het zagen, en een wolk nam Hem weg van 41779 Hand 1:10 | 10 En alzo zij hun ogen naar den 41780 Hand 1:11 | Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar den hemel? 41781 Hand 1:13 | 13 En als zij ingekomen waren, 41782 Hand 1:13 | bleven, namelijk Petrus en Jakobus, en Johannes en 41783 Hand 1:13 | namelijk Petrus en Jakobus, en Johannes en Andreas, Filippus 41784 Hand 1:13 | en Jakobus, en Johannes en Andreas, Filippus en Thomas, 41785 Hand 1:13 | Johannes en Andreas, Filippus en Thomas, Bartholomeus en 41786 Hand 1:13 | en Thomas, Bartholomeus en Mattheus, Jakobus, de zoon 41787 Hand 1:13 | Jakobus, de zoon van Alfeus, en Simon Zelotes, en Judas, 41788 Hand 1:13 | Alfeus, en Simon Zelotes, en Judas, de broeder van Jakobus. ~ 41789 Hand 1:14 | volhardende in het bidden en smeken, met de vrouwen, 41790 Hand 1:14 | smeken, met de vrouwen, en Maria, de moeder van Jezus, 41791 Hand 1:14 | Maria, de moeder van Jezus, en met Zijn broederen. ~ 41792 Hand 1:15 | 15 En in dezelve dagen stond Petrus 41793 Hand 1:15 | het midden der discipelen, en sprak (er was nu een schare 41794 Hand 1:15 | bijeen van omtrent honderd en twintig personen): ~ 41795 Hand 1:17 | hij was met ons gerekend, en had het lot dezer bediening 41796 Hand 1:18 | loon der ongerechtigheid, en voorwaarts overgevallen 41797 Hand 1:18 | is midden opgeborsten, en al zijn ingewanden zijn 41798 Hand 1:19 | 19 En het is bekend geworden allen, 41799 Hand 1:20 | Zijn woonstede worde woest, en er zij niemand die in dezelve 41800 Hand 1:20 | niemand die in dezelve wone. En: Een ander neme zijn opzienersambt. ~ 41801 Hand 1:21 | Jezus onder ons ingegaan en uitgegaan is, ~ 41802 Hand 1:23 | 23 En zij stelden er twee, Jozef, 41803 Hand 1:23 | die toegenaamd was Justus, en Matthias. ~ 41804 Hand 1:24 | 24 En zij baden en zeiden: Gij 41805 Hand 1:24 | 24 En zij baden en zeiden: Gij Heere! Gij Kenner 41806 Hand 1:25 | het lot dezer bediening en des apostelschaps, waarvan 41807 Hand 1:26 | 26 En zij wierpen hun loten; en 41808 Hand 1:26 | En zij wierpen hun loten; en het lot viel op Matthias, 41809 Hand 1:26 | het lot viel op Matthias, en hij werd met gemene toestemming 41810 Hand 2:1 | 1 En als de dag van het Pinkster 41811 Hand 2:2 | 2 En er geschiedde haastelijk 41812 Hand 2:2 | geweldigen, gedreven wind, en vervulde het gehele huis, 41813 Hand 2:3 | 3 En van hen werden gezien verdeelde 41814 Hand 2:3 | verdeelde tongen als van vuur, en het zat op een iegelijk 41815 Hand 2:4 | 4 En zij werden allen vervuld 41816 Hand 2:4 | met den Heiligen Geest, en begonnen te spreken met 41817 Hand 2:5 | 5 En er waren Joden, te Jeruzalem 41818 Hand 2:6 | 6 En als deze stem geschied was, 41819 Hand 2:6 | kwam de menigte samen, en werd beroerd, want een iegelijk 41820 Hand 2:7 | 7 En zij ontzetten zich allen, 41821 Hand 2:7 | zij ontzetten zich allen, en verwonderden zich, zeggende 41822 Hand 2:8 | 8 En hoe horen wij hen een iegelijk 41823 Hand 2:9 | 9 Parthers, en Meders, en Elamieten, en 41824 Hand 2:9 | 9 Parthers, en Meders, en Elamieten, en de inwoners 41825 Hand 2:9 | en Meders, en Elamieten, en de inwoners zijn van Mesopotamie, 41826 Hand 2:9 | inwoners zijn van Mesopotamie, en Judea, en Cappadocie, Pontus 41827 Hand 2:9 | van Mesopotamie, en Judea, en Cappadocie, Pontus en Azie. ~ 41828 Hand 2:9 | Judea, en Cappadocie, Pontus en Azie. ~ 41829 Hand 2:10 | 10 En Frygie, en Pamfylie, Egypte, 41830 Hand 2:10 | 10 En Frygie, en Pamfylie, Egypte, en de 41831 Hand 2:10 | Frygie, en Pamfylie, Egypte, en de delen van Libye, hetwelk 41832 Hand 2:10 | hetwelk bij Cyrene ligt, en uitlandse Romeinen, beiden 41833 Hand 2:10 | uitlandse Romeinen, beiden Joden en Jodengenoten; ~ 41834 Hand 2:11 | 11 Kretenzen en Arabieren, wij horen hen 41835 Hand 2:12 | 12 En zij ontzetten zich allen, 41836 Hand 2:12 | zij ontzetten zich allen, en werden twijfelmoedig, zeggende, 41837 Hand 2:13 | 13 En anderen, spottende, zeiden: 41838 Hand 2:14 | elven, verhief zijn stem, en sprak tot hen: Gij Joodse 41839 Hand 2:14 | hen: Gij Joodse mannen, en gij allen, die te Jeruzalem 41840 Hand 2:14 | woont, dit zij u bekend, en laat mijn woorden tot uw 41841 Hand 2:17 | 17 En het zal zijn in de laatste 41842 Hand 2:17 | Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters 41843 Hand 2:17 | alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, 41844 Hand 2:17 | dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten 41845 Hand 2:17 | jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouden zullen dromen dromen. ~ 41846 Hand 2:18 | 18 En ook op Mijn dienstknechten, 41847 Hand 2:18 | op Mijn dienstknechten, en op Mijn dienstmaagden, zal 41848 Hand 2:18 | van Mijn Geest uitstorten, en zij zullen profeteren. ~ 41849 Hand 2:19 | 19 En Ik zal wonderen geven in 41850 Hand 2:19 | geven in den hemel boven, en tekenen op de aarde beneden, 41851 Hand 2:19 | de aarde beneden, bloed en vuur, en rookdamp. ~ 41852 Hand 2:19 | beneden, bloed en vuur, en rookdamp. ~ 41853 Hand 2:20 | veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat 41854 Hand 2:20 | bloed, eer dat de grote en doorluchtige dag des Heeren 41855 Hand 2:21 | 21 En het zal zijn, dat een iegelijk, 41856 Hand 2:22 | ulieden betoond door krachten, en wonderen, en tekenen, die 41857 Hand 2:22 | door krachten, en wonderen, en tekenen, die God door Hem 41858 Hand 2:23 | door den bepaalden raad en voorkennis Gods overgegeven 41859 Hand 2:23 | zijnde, hebt gij genomen, en door de handen der onrechtvaardigen 41860 Hand 2:23 | onrechtvaardigen aan het kruis gehecht en gedood; ~ 41861 Hand 2:26 | Daarom is mijn hart verblijd; en mijn tong verheugt zich; 41862 Hand 2:29 | dat hij beide gestorven en begraven is, en zijn graf 41863 Hand 2:29 | gestorven en begraven is, en zijn graf is onder ons tot 41864 Hand 2:30 | hij dan een profeet was, en wist, dat God hem met ede 41865 Hand 2:33 | hand Gods verhoogd zijnde, en de belofte des Heiligen 41866 Hand 2:33 | uitgestort, dat gij nu ziet en hoort. ~ 41867 Hand 2:36 | dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, 41868 Hand 2:37 | 37 En als zij dit hoorden, werden 41869 Hand 2:37 | zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de 41870 Hand 2:37 | hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat 41871 Hand 2:38 | 38 En Petrus zeide tot hen: Bekeert 41872 Hand 2:38 | zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde 41873 Hand 2:38 | tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen 41874 Hand 2:39 | Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die 41875 Hand 2:39 | belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, 41876 Hand 2:40 | 40 En met veel meer andere woorden 41877 Hand 2:40 | andere woorden betuigde hij, en vermaande hen, zeggende: 41878 Hand 2:41 | aannamen, werden gedoopt; en er werden op dien dag tot 41879 Hand 2:42 | 42 En zij waren volhardende in 41880 Hand 2:42 | in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in 41881 Hand 2:42 | apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, 41882 Hand 2:42 | in de breking des broods, en in de gebeden. ~ 41883 Hand 2:43 | 43 En een vreze kwam over alle 41884 Hand 2:43 | vreze kwam over alle ziel; en vele wonderen en tekenen 41885 Hand 2:43 | alle ziel; en vele wonderen en tekenen geschiedden door 41886 Hand 2:44 | 44 En allen, die geloofden, waren 41887 Hand 2:44 | geloofden, waren bijeen, en hadden alle dingen gemeen; ~ 41888 Hand 2:45 | 45 En zij verkochten hun goederen 41889 Hand 2:45 | verkochten hun goederen en have, en verdeelden dezelve 41890 Hand 2:45 | verkochten hun goederen en have, en verdeelden dezelve aan allen, 41891 Hand 2:46 | 46 En dagelijks eendrachtelijk 41892 Hand 2:46 | den tempel volhardende, en van huis tot huis brood 41893 Hand 2:46 | te zamen met verheuging en eenvoudigheid des harten; ~ 41894 Hand 2:47 | 47 En prezen God, en hadden genade 41895 Hand 2:47 | 47 En prezen God, en hadden genade bij het ganse 41896 Hand 2:47 | genade bij het ganse volk. En de Heere deed dagelijks 41897 Hand 3:1 | 1 Petrus nu en Johannes gingen te zamen 41898 Hand 3:2 | 2 En een zeker man, die kreupel 41899 Hand 3:3 | 3 Welke, Petrus en Johannes ziende, als zij 41900 Hand 3:4 | 4 En Petrus, sterk op hem ziende, 41901 Hand 3:5 | 5 En hij hield de ogen op hen, 41902 Hand 3:6 | 6 En Petrus zeide: Zilver en 41903 Hand 3:6 | En Petrus zeide: Zilver en goud heb ik niet, maar hetgeen 41904 Hand 3:6 | Christus, den Nazarener, sta op en wandel! ~ 41905 Hand 3:7 | 7 En hem grijpende bij de rechterhand 41906 Hand 3:7 | rechterhand richtte hij hem op, en terstond werden zijn voeten 41907 Hand 3:7 | terstond werden zijn voeten en enkelen vast. ~ 41908 Hand 3:8 | 8 En hij, opspringende, stond 41909 Hand 3:8 | hij, opspringende, stond en wandelde, en ging met hen 41910 Hand 3:8 | opspringende, stond en wandelde, en ging met hen in den tempel, 41911 Hand 3:8 | in den tempel, wandelende en springende, en lovende God. ~ 41912 Hand 3:8 | wandelende en springende, en lovende God. ~ 41913 Hand 3:9 | 9 En al het volk zag hem wandelen 41914 Hand 3:9 | het volk zag hem wandelen en God loven. ~ 41915 Hand 3:10 | 10 En zij kenden hem, dat hij 41916 Hand 3:10 | Schone poort des tempels; en zij werden vervuld met verbaasdheid 41917 Hand 3:10 | vervuld met verbaasdheid en ontzetting over hetgeen 41918 Hand 3:11 | 11 En als de kreupele, die gezond 41919 Hand 3:11 | gemaakt was, aan Petrus en Johannes vasthield, liep 41920 Hand 3:12 | 12 En Petrus, dat ziende, antwoordde 41921 Hand 3:13 | 13 De God Abrahams, en Izaks, en Jakobs, de God 41922 Hand 3:13 | God Abrahams, en Izaks, en Jakobs, de God onzer vaderen, 41923 Hand 3:13 | Welken gij overgeleverd hebt, en hebt Hem verloochend, voor 41924 Hand 3:14 | Maar gij hebt den Heilige en Rechtvaardige verloochend, 41925 Hand 3:14 | Rechtvaardige verloochend, en hebt begeerd, dat u een 41926 Hand 3:15 | 15 En den Vorst des levens hebt 41927 Hand 3:16 | 16 En door het geloof in Zijn 41928 Hand 3:16 | gesterkt, dien gij ziet en kent; en het geloof, dat 41929 Hand 3:16 | dien gij ziet en kent; en het geloof, dat door Hem 41930 Hand 3:17 | 17 En nu, broeders, ik weet, dat 41931 Hand 3:19 | 19 Betert u dan, en bekeert u, opdat uw zonden 41932 Hand 3:20 | 20 En Hij gezonden zal hebben 41933 Hand 3:23 | 23 En het zal geschieden, dat 41934 Hand 3:24 | 24 En ook al de profeten, van 41935 Hand 3:24 | profeten, van Samuel aan, en die daarna gevolgd zijn, 41936 Hand 3:25 | zijt kinderen der profeten, en des verbonds, hetwelk God 41937 Hand 3:25 | heeft, zeggende tot Abraham: En in uw zade zullen alle geslachten 41938 Hand 4:1 | 1 En terwijl zij tot het volk 41939 Hand 4:1 | daarover tot hen de priesters, en de hoofdman des tempels, 41940 Hand 4:1 | de hoofdman des tempels, en de Sadduceen; ~ 41941 Hand 4:2 | omdat zij het volk leerden, en verkondigden in Jezus de 41942 Hand 4:3 | 3 En zij sloegen de handen aan 41943 Hand 4:3 | sloegen de handen aan hen, en zetten ze in bewaring tot 41944 Hand 4:4 | 4 En velen van degenen, die het 41945 Hand 4:4 | gehoord hadden, geloofden; en het getal der mannen werd 41946 Hand 4:5 | 5 En het geschiedde des anderen 41947 Hand 4:5 | daags, dat hun oversten en ouderlingen en Schriftgeleerden 41948 Hand 4:5 | oversten en ouderlingen en Schriftgeleerden te Jeruzalem 41949 Hand 4:6 | 6 En Annas, de hogepriester, 41950 Hand 4:6 | Annas, de hogepriester, en Kajafas, en Johannes, en 41951 Hand 4:6 | hogepriester, en Kajafas, en Johannes, en Alexander, 41952 Hand 4:6 | en Kajafas, en Johannes, en Alexander, en zovele er 41953 Hand 4:6 | Johannes, en Alexander, en zovele er van het hogepriesterlijk 41954 Hand 4:7 | 7 En als zij hen in het midden 41955 Hand 4:8 | Gij oversten des volks, en gij ouderlingen van Israel! ~ 41956 Hand 4:10 | Zo zij u allen kennelijk, en het ganse volk Israel, dat 41957 Hand 4:12 | 12 En de zaligheid is in geen 41958 Hand 4:13 | vrijmoedigheid van Petrus en Johannes, en vernemende, 41959 Hand 4:13 | van Petrus en Johannes, en vernemende, dat zij ongeleerde 41960 Hand 4:13 | vernemende, dat zij ongeleerde en slechte mensen waren, verwonderden 41961 Hand 4:13 | waren, verwonderden zich, en kenden hen, dat zij met 41962 Hand 4:14 | 14 En ziende den mens bij hen 41963 Hand 4:15 | 15 En hun geboden hebbende uit 41964 Hand 4:16 | die te Jeruzalem wonen, en wij kunnen het niet loochenen. ~ 41965 Hand 4:17 | Maar opdat het niet meer en meer onder het volk verspreid 41966 Hand 4:18 | 18 En als zij hen geroepen hadden, 41967 Hand 4:19 | 19 Maar Petrus en Johannes, antwoordende, 41968 Hand 4:20 | spreken, hetgeen wij gezien en gehoord hebben. ~ 41969 Hand 4:21 | zij dreigden hen nog meer, en lieten ze gaan, niets vindende, 41970 Hand 4:23 | 23 En zij, losgelaten zijnde, 41971 Hand 4:23 | zijnde, kwamen tot de hunnen, en verkondigden al wat de overpriesters 41972 Hand 4:23 | al wat de overpriesters en de ouderlingen tot hen gezegd 41973 Hand 4:24 | 24 En als dezen dat hoorden, hieven 41974 Hand 4:24 | eendrachtelijk hun stem op tot God, en zeiden: Heere! Gij zijt 41975 Hand 4:24 | gemaakt hebt den hemel, en de aarde, en de zee, en 41976 Hand 4:24 | den hemel, en de aarde, en de zee, en alle dingen, 41977 Hand 4:24 | en de aarde, en de zee, en alle dingen, die in dezelve 41978 Hand 4:25 | Waarom woeden de heidenen, en hebben de volken ijdele 41979 Hand 4:26 | zijn te zamen opgestaan, en de oversten zijn bijeenvergaderd 41980 Hand 4:26 | bijeenvergaderd tegen den Heere, en tegen Zijn Gezalfde. ~ 41981 Hand 4:27 | gezalfd hebt, beiden Herodes en Pontius Pilatus, met de 41982 Hand 4:27 | Pilatus, met de heidenen en de volken Israels; ~ 41983 Hand 4:28 | Om te doen al wat Uw hand en Uw raad te voren bepaald 41984 Hand 4:29 | 29 En nu dan, Heere, zie op hun 41985 Hand 4:29 | zie op hun dreigingen, en geef Uw dienstknechten met 41986 Hand 4:30 | uitstrekt tot genezing, en dat tekenen en wonderen 41987 Hand 4:30 | genezing, en dat tekenen en wonderen geschieden door 41988 Hand 4:31 | 31 En als zij gebeden hadden, 41989 Hand 4:31 | vergaderd waren, bewogen. En zij werden allen vervuld 41990 Hand 4:31 | met den Heiligen Geest, en spraken het Woord Gods met 41991 Hand 4:32 | 32 En de menigte van degenen, 41992 Hand 4:32 | geloofden, was een hart en een ziel; en niemand zeide, 41993 Hand 4:32 | was een hart en een ziel; en niemand zeide, dat iets 41994 Hand 4:33 | 33 En de apostelen gaven met grote 41995 Hand 4:33 | opstanding van den Heere Jezus; en er was grote genade over 41996 Hand 4:34 | huizen, die verkochten zij, en brachten den prijs der verkochte 41997 Hand 4:34 | der verkochte goederen, en legden dien aan de voeten 41998 Hand 4:35 | 35 En aan een iegelijk werd uitgedeeld, 41999 Hand 4:36 | 36 En Joses, van de apostelen 42000 Hand 4:37 | akker had, verkocht dien, en bracht het geld, en legde


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License