1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573
Book Chapter: Verse
42001 Hand 4:37 | dien, en bracht het geld, en legde het aan de voeten
42002 Hand 5:1 | 1 En er was een zeker man te
42003 Hand 5:2 | 2 Godzalig en vrezende God, met geheel
42004 Hand 5:2 | God, met geheel zijn huis, en doende vele aalmoezen aan
42005 Hand 5:2 | aalmoezen aan het volk, en God geduriglijk biddende. ~
42006 Hand 5:3 | engel Gods tot hem inkomen, en tot hem zeggende: Cornelius! ~
42007 Hand 5:4 | 4 En hij, de ogen op hem houdende,
42008 Hand 5:4 | de ogen op hem houdende, en zeer bevreesd geworden zijnde,
42009 Hand 5:4 | zeide: Wat is het Heere? En hij zeide tot hem: Uw gebeden
42010 Hand 5:4 | zeide tot hem: Uw gebeden en uw aalmoezen zijn tot gedachtenis
42011 Hand 5:5 | 5 En nu, zend mannen naar Joppe,
42012 Hand 5:5 | zend mannen naar Joppe, en ontbied Simon, die toegenaamd
42013 Hand 5:7 | 7 En als de engel, die tot Cornelius
42014 Hand 5:7 | twee van zijn huisknechten, en een godzaligen krijgsknecht
42015 Hand 5:8 | 8 En als hij hun alles verhaald
42016 Hand 5:9 | 9 En des anderen daags, terwijl
42017 Hand 5:9 | daags, terwijl deze reisden, en nabij de stad kwamen, klom
42018 Hand 5:10 | 10 En hij werd hongerig, en begeerde
42019 Hand 5:10 | 10 En hij werd hongerig, en begeerde te eten. En terwijl
42020 Hand 5:10 | hongerig, en begeerde te eten. En terwijl zij het bereidden,
42021 Hand 5:11 | 11 En hij zag den hemel geopend,
42022 Hand 5:11 | hij zag den hemel geopend, en een zeker vat tot hem nederdalen,
42023 Hand 5:11 | de vier hoeken gebonden, en nedergelaten op de aarde; ~
42024 Hand 5:12 | viervoetige dieren der aarde, en de wilde, en de kruipende
42025 Hand 5:12 | der aarde, en de wilde, en de kruipende dieren, en
42026 Hand 5:12 | en de kruipende dieren, en de vogelen des hemels. ~
42027 Hand 5:13 | 13 En er geschiedde een stem tot
42028 Hand 5:13 | Sta op, Petrus! slacht en eet. ~
42029 Hand 5:15 | 15 En een stem geschiedde wederom
42030 Hand 5:16 | 16 En dit geschiedde tot drie
42031 Hand 5:16 | geschiedde tot drie maal; en het vat werd wederom opgenomen
42032 Hand 5:17 | 17 En alzo Petrus in zichzelven
42033 Hand 5:18 | 18 En iemand geroepen hebbende,
42034 Hand 5:19 | 19 En als Petrus over dat gezicht
42035 Hand 5:20 | 20 Daarom sta op, en ga af, en reis met hen,
42036 Hand 5:20 | Daarom sta op, en ga af, en reis met hen, niet twijfelende;
42037 Hand 5:21 | 21 En Petrus ging af tot de mannen
42038 Hand 5:21 | tot hem gezonden waren, en zeide: Ziet, ik ben het,
42039 Hand 5:22 | 22 En zij zeiden: Cornelius, een
42040 Hand 5:22 | honderd, een rechtvaardig man, en vrezende God, en die goede
42041 Hand 5:22 | rechtvaardig man, en vrezende God, en die goede getuigenis heeft
42042 Hand 5:22 | ontbieden te zijnen huize, en dat hij van u woorden der
42043 Hand 5:23 | ging Petrus met hen heen, en sommigen der broederen,
42044 Hand 5:24 | 24 En des anderen daags kwamen
42045 Hand 5:24 | daags kwamen zij te Cesarea. En Cornelius verwachtte hen,
42046 Hand 5:24 | hebbende die van zijn maagschap en bijzonderste vrienden. ~
42047 Hand 5:25 | 25 En als het geschiedde, dat
42048 Hand 5:25 | hem Cornelius tegemoet, en vallende aan zijn voeten,
42049 Hand 5:27 | 27 En met hem sprekende, ging
42050 Hand 5:27 | sprekende, ging hij in, en vond er velen, die samengekomen
42051 Hand 5:28 | 28 En hij zeide tot hen: Gij weet,
42052 Hand 5:30 | 30 En Cornelius zeide: Over vier
42053 Hand 5:30 | vastende tot deze ure toe, en ter negende ure bad ik in
42054 Hand 5:31 | 31 En ziet, een man stond voor
42055 Hand 5:31 | in een blinkend kleed, en zeide: Cornelius! uw gebed
42056 Hand 5:31 | Cornelius! uw gebed is verhoord, en uw aalmoezen zijn voor God
42057 Hand 5:32 | 32 Zend dan naar Joppe, en ontbied Simon, die toegenaamd
42058 Hand 5:33 | stonde aan tot u gezonden, en gij hebt welgedaan, dat
42059 Hand 5:34 | 34 En Petrus, den mond opendoende,
42060 Hand 5:35 | allen volke, die Hem vreest en gerechtigheid werkt, is
42061 Hand 5:38 | heeft met den Heiligen Geest en met kracht; Welke het land
42062 Hand 5:38 | doorgegaan is, goeddoende, en genezende allen, die van
42063 Hand 5:39 | 39 En wij zijn getuigen van al
42064 Hand 5:39 | beide in het Joodse land en te Jeruzalem; Welken zij
42065 Hand 5:40 | opgewekt ten derden dage, en gegeven, dat Hij openbaar
42066 Hand 5:41 | namelijk, die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat
42067 Hand 5:42 | 42 En heeft ons geboden den volke
42068 Hand 5:42 | geboden den volke te prediken, en te betuigen, dat Hij is
42069 Hand 5:42 | een Rechter van levenden en doden. ~
42070 Hand 5:45 | 45 En de gelovigen, die uit de
42071 Hand 5:46 | spreken met vreemde talen, en God groot maken. Toen antwoordde
42072 Hand 5:48 | 48 En hij beval, dat zij zouden
42073 Hand 6:1 | 1 De apostelen nu, en de broeders, die in Judea
42074 Hand 6:2 | 2 En toen Petrus opgegaan was
42075 Hand 6:3 | die de voorhuid hebben, en hebt met hen gegeten. ~
42076 Hand 6:5 | de stad Joppe, biddende en zag in een vertrekking van
42077 Hand 6:5 | nedergelaten uit den hemel, en het kwam tot bij mij; ~
42078 Hand 6:6 | ogen hield, zo merkte ik, en zag de viervoetige dieren
42079 Hand 6:6 | viervoetige dieren der aarde, en de wilde, en de kruipende
42080 Hand 6:6 | der aarde, en de wilde, en de kruipende dieren, en
42081 Hand 6:6 | en de kruipende dieren, en de vogelen des hemels. ~
42082 Hand 6:7 | 7 En ik hoorde een stem, die
42083 Hand 6:7 | Sta op, Petrus, slacht en eet. ~
42084 Hand 6:10 | 10 En dit geschiedde tot driemaal;
42085 Hand 6:10 | geschiedde tot driemaal; en alles werd wederom opgetrokken
42086 Hand 6:11 | 11 En ziet, ter zelfder ure stonden
42087 Hand 6:12 | 12 En de Geest zeide tot mij,
42088 Hand 6:12 | gaan zou, niet twijfelende. En met mij gingen ook deze
42089 Hand 6:12 | gingen ook deze zes broeders, en wij zijn in des man huis
42090 Hand 6:13 | 13 En hij heeft ons verhaald,
42091 Hand 6:13 | die in zijn huis stond, en tot hem zeide: Zend mannen
42092 Hand 6:13 | Zend mannen naar Joppe, en ontbied Simon, die toegenaamd
42093 Hand 6:14 | welke gij zult zalig worden, en al uw huis. ~
42094 Hand 6:15 | 15 En als ik begon te spreken,
42095 Hand 6:16 | 16 En ik werd gedachtig aan het
42096 Hand 6:18 | 18 En als zij dit hoorden, waren
42097 Hand 6:18 | hoorden, waren zij tevreden, en verheerlijkten God, zeggende:
42098 Hand 6:19 | land door tot Fenicie toe, en Cyprus, en Antiochie, tot
42099 Hand 6:19 | Fenicie toe, en Cyprus, en Antiochie, tot niemand het
42100 Hand 6:20 | 20 En er waren enige Cyprische
42101 Hand 6:20 | er waren enige Cyprische en Cyreneische mannen uit hen,
42102 Hand 6:21 | 21 En de hand des Heeren was met
42103 Hand 6:21 | des Heeren was met hen; en een groot getal geloofde,
42104 Hand 6:21 | een groot getal geloofde, en bekeerde zich tot den Heere. ~
42105 Hand 6:22 | 22 En het gerucht van hen kwam
42106 Hand 6:22 | Gemeente, die te Jeruzalem was; en zij zonden Barnabas uit,
42107 Hand 6:23 | Dewelke, daar gekomen zijnde, en de genade Gods ziende, werd
42108 Hand 6:23 | Gods ziende, werd verblijd, en vermaande hen allen, dat
42109 Hand 6:24 | Want hij was een goed man, en vol des Heiligen Geestes
42110 Hand 6:24 | vol des Heiligen Geestes en des geloofs; en er werd
42111 Hand 6:24 | Geestes en des geloofs; en er werd een grote schare
42112 Hand 6:25 | 25 En Barnabas ging uit naar Tarsen,
42113 Hand 6:25 | Tarsen, om Saulus te zoeken; en als hij hem gevonden had,
42114 Hand 6:26 | 26 En het is geschied, dat zij
42115 Hand 6:26 | vergaderden in de Gemeente, en een grote schare leerden;
42116 Hand 6:26 | een grote schare leerden; en dat de discipelen eerst
42117 Hand 6:27 | 27 En in dezelfde dagen kwamen
42118 Hand 6:28 | 28 En een uit hen, met name Agabus,
42119 Hand 6:28 | met name Agabus, stond op, en gaf te kennen door den Geest,
42120 Hand 6:29 | 29 En naardat een iegelijk der
42121 Hand 6:30 | 30 Hetwelk zij ook deden, en zonden het tot de ouderlingen,
42122 Hand 6:30 | door de hand van Barnabas en Saulus. ~ ~ ~ Handelingen
42123 Hand 6:31 | 1 En omtrent denzelfden tijd
42124 Hand 6:32 | 2 En hij doodde Jakobus, den
42125 Hand 6:33 | 3 En toen hij zag, dat het den
42126 Hand 6:33 | om ook Petrus te vangen (en het waren de dagen der ongehevelde
42127 Hand 6:34 | in de gevangenis zette, en gaf hem over aan vier wachten,
42128 Hand 6:36 | gebonden met twee ketenen; en de wachters voor de deur
42129 Hand 6:37 | 7 En ziet, een engel des Heeren
42130 Hand 6:37 | engel des Heeren stond daar, en een licht scheen in de woning,
42131 Hand 6:37 | licht scheen in de woning, en slaande de zijde van Petrus,
42132 Hand 6:37 | zeggende: Sta haastelijk op. En zijn ketenen vielen af van
42133 Hand 6:38 | 8 En de engel zeide tot hem:
42134 Hand 6:38 | zeide tot hem: Omgord u, en bind uw schoenzolen aan.
42135 Hand 6:38 | bind uw schoenzolen aan. En hij deed alzo. En hij zeide
42136 Hand 6:38 | schoenzolen aan. En hij deed alzo. En hij zeide tot hem: Werp
42137 Hand 6:38 | hem: Werp uw mantel om, en volg mij. ~
42138 Hand 6:39 | 9 En uitgaande volgde hij hem,
42139 Hand 6:39 | uitgaande volgde hij hem, en wist niet, dat het waarachtig
42140 Hand 6:40 | 10 En als zij door de eerste en
42141 Hand 6:40 | En als zij door de eerste en tweede wacht gegaan waren,
42142 Hand 6:40 | zelve hun geopend werd. En uitgegaan zijnde, gingen
42143 Hand 6:40 | gingen zij een straat voort, en terstond scheidde de engel
42144 Hand 6:41 | 11 En Petrus, tot zichzelven gekomen
42145 Hand 6:41 | engel uitgezonden heeft, en mij verlost heeft uit de
42146 Hand 6:41 | uit de hand van Herodes, en uit al de verwachting van
42147 Hand 6:42 | 12 En als hij alles overlegd had,
42148 Hand 6:42 | alwaar velen samenvergaderd en biddende waren. ~
42149 Hand 6:43 | 13 En als Petrus aan de deur van
42150 Hand 6:44 | 14 En zij de stem van Petrus bekennende,
42151 Hand 6:44 | open, maar liep naar binnen en boodschapte, dat Petrus
42152 Hand 6:45 | 15 En zij zeiden tot haar: Gij
42153 Hand 6:45 | sterk bij, dat het alzo was. En zij zeiden: Het is zijn
42154 Hand 6:46 | Petrus bleef kloppende: en als zij opengedaan hadden,
42155 Hand 6:46 | opengedaan hadden, zagen zij hem, en ontzetten zich. ~
42156 Hand 6:47 | 17 En als hij hen met de hand
42157 Hand 6:47 | gevangenis uitgeleid had, en zeide: Boodschapt dit aan
42158 Hand 6:47 | Boodschapt dit aan Jakobus en de broederen. En hij uitgegaan
42159 Hand 6:47 | Jakobus en de broederen. En hij uitgegaan zijnde, reisde
42160 Hand 6:48 | 18 En als het dag was geworden,
42161 Hand 6:49 | 19 En als Herodes hem gezocht
42162 Hand 6:49 | Herodes hem gezocht had, en niet vond, en de wachters
42163 Hand 6:49 | gezocht had, en niet vond, en de wachters rechtelijk ondervraagd
42164 Hand 6:49 | weggeleid zouden worden. En hij vertrok van Judea naar
42165 Hand 6:49 | van Judea naar Cesarea, en hield zich aldaar. ~
42166 Hand 6:50 | 20 En Herodes had in den zin tegen
42167 Hand 6:50 | den zin tegen de Tyriers en Sidoniers te krijgen; maar
42168 Hand 6:50 | eendrachtelijk tot hem, en Blastus, die des konings
42169 Hand 6:51 | 21 En op een gezetten dag, Herodes,
42170 Hand 6:51 | kleed aangedaan hebbende, en op den rechterstoel gezeten
42171 Hand 6:52 | 22 En het volk riep hem toe: Een
42172 Hand 6:52 | hem toe: Een stem Gods, en niet eens mensen! ~
42173 Hand 6:53 | 23 En van stonde aan sloeg hem
42174 Hand 6:53 | hij Gode de eer niet gaf; en hij werd van de wormen gegeten,
42175 Hand 6:53 | werd van de wormen gegeten, en gaf den geest. ~
42176 Hand 6:54 | 24 En het Woord Gods wies, en
42177 Hand 6:54 | En het Woord Gods wies, en vermenigvuldigde. ~
42178 Hand 6:55 | 25 Barnabas nu en Saulus keerden wederom van
42179 Hand 7:1 | 1 En er waren te Antiochie, in
42180 Hand 7:1 | daar was, enige profeten en leraars, namelijk Barnabas,
42181 Hand 7:1 | leraars, namelijk Barnabas, en Simeon, genaamd Niger, en
42182 Hand 7:1 | en Simeon, genaamd Niger, en Lucius van Cyrene, en Manahen,
42183 Hand 7:1 | Niger, en Lucius van Cyrene, en Manahen, die met Herodes
42184 Hand 7:1 | viervorst opgevoed was, en Saulus. ~
42185 Hand 7:2 | 2 En als zij den Heere dienden,
42186 Hand 7:2 | als zij den Heere dienden, en vastten, zeide de Heilige
42187 Hand 7:2 | Zondert Mij af beiden Barnabas en Saulus tot het werk, waartoe
42188 Hand 7:3 | 3 Toen vastten en baden zij, en hun de handen
42189 Hand 7:3 | Toen vastten en baden zij, en hun de handen opgelegd hebbende,
42190 Hand 7:4 | kwamen af tot Seleucie, en van daar scheepten zij af
42191 Hand 7:5 | 5 En gekomen zijnde te Salamis,
42192 Hand 7:5 | de synagogen der Joden; en zij hadden ook Johannes
42193 Hand 7:6 | 6 En als zij het eiland doorgegaan
42194 Hand 7:7 | verstandigen man. Deze, Barnabas en Saulus tot zich geroepen
42195 Hand 7:9 | met den Heiligen Geest, en de ogen op hem houdende,
42196 Hand 7:10 | duivels, vol van alle bedrog, en van alle arglistigheid,
42197 Hand 7:11 | 11 En nu zie, de hand des Heeren
42198 Hand 7:11 | hand des Heeren is tegen u, en gij zult blind zijn, en
42199 Hand 7:11 | en gij zult blind zijn, en de zon niet zien voor een
42200 Hand 7:11 | niet zien voor een tijd. En van stonde aan viel op hem
42201 Hand 7:11 | aan viel op hem donkerheid en duisternis: en rondom gaande,
42202 Hand 7:11 | donkerheid en duisternis: en rondom gaande, zocht hij,
42203 Hand 7:13 | 13 En Paulus, en die met hem waren,
42204 Hand 7:13 | 13 En Paulus, en die met hem waren, van Pafos
42205 Hand 7:14 | 14 En zij, van Perge het land
42206 Hand 7:14 | Antiochie, een stad in Pisidie; en gegaan zijnde in de synagoge
42207 Hand 7:15 | 15 En na het lezen der wet en
42208 Hand 7:15 | En na het lezen der wet en der profeten, zonden de
42209 Hand 7:16 | 16 En Paulus stond op, en wenkte
42210 Hand 7:16 | 16 En Paulus stond op, en wenkte met de hand, en zeide:
42211 Hand 7:16 | en wenkte met de hand, en zeide: Gij Israelietische
42212 Hand 7:16 | Gij Israelietische mannen, en gij, die God vreest, hoort
42213 Hand 7:17 | onze vaderen uitverkoren, en het volk verhoogd, als zij
42214 Hand 7:17 | waren in het land Egypte, en heeft hen met een hogen
42215 Hand 7:18 | 18 En heeft omtrent den tijd van
42216 Hand 7:19 | 19 En zeven volken uitgeroeid
42217 Hand 7:20 | 20 En daarna omtrent vierhonderd
42218 Hand 7:20 | daarna omtrent vierhonderd en vijftig jaren, gaf Hij hun
42219 Hand 7:21 | 21 En van toen aan begeerden zij
42220 Hand 7:21 | begeerden zij een koning; en God gaf hun Saul, den zoon
42221 Hand 7:22 | 22 En dezen afgezet hebbende,
42222 Hand 7:22 | Hij ook getuigenis gaf, en zeide: Ik heb gevonden David,
42223 Hand 7:26 | van het geslacht Abrahams, en die onder u God vrezen,
42224 Hand 7:27 | die te Jeruzalem wonen, en hun oversten, Dezen niet
42225 Hand 7:28 | 28 En geen oorzaak des doods vindende,
42226 Hand 7:29 | 29 En als zij alles volbracht
42227 Hand 7:29 | zij Hem af van het hout, en legden Hem in het graf. ~
42228 Hand 7:32 | 32 En wij verkondigen u de belofte,
42229 Hand 7:34 | 34 En dat Hij Hem uit de doden
42230 Hand 7:36 | gediend had, is ontslapen, en is bij zijn vaderen gelegd;
42231 Hand 7:36 | bij zijn vaderen gelegd; en heeft wel verderving gezien; ~
42232 Hand 7:39 | 39 En dat van alles, waarvan gij
42233 Hand 7:41 | 41 Ziet, gij verachters, en verwondert u, en verdwijnt;
42234 Hand 7:41 | verachters, en verwondert u, en verdwijnt; want Ik werk
42235 Hand 7:42 | 42 En als de Joden uitgegaan waren
42236 Hand 7:43 | 43 En als de synagoge gescheiden
42237 Hand 7:43 | volgden velen van de Joden en van de godsdienstige Jodengenoten
42238 Hand 7:43 | godsdienstige Jodengenoten Paulus en Barnabas; welke tot hen
42239 Hand 7:43 | welke tot hen spraken, en hen vermaanden te blijven
42240 Hand 7:44 | 44 En op den volgenden sabbat
42241 Hand 7:45 | met nijdigheid vervuld, en wederspraken, hetgeen van
42242 Hand 7:45 | gezegd werd, wedersprekende en lasterende. ~
42243 Hand 7:46 | 46 Maar Paulus en Barnabas, vrijmoedigheid
42244 Hand 7:46 | nademaal gij hetzelve verstoot, en uzelven des eeuwigen levens
42245 Hand 7:48 | hoorden, verblijdden zij zich, en prezen het Woord des Heeren;
42246 Hand 7:48 | prezen het Woord des Heeren; en er geloofden zovelen, als
42247 Hand 7:49 | 49 En het Woord des Heeren werd
42248 Hand 7:50 | maakten op de godsdienstige en eerlijke vrouwen, en de
42249 Hand 7:50 | godsdienstige en eerlijke vrouwen, en de voornaamsten van de stad,
42250 Hand 7:50 | voornaamsten van de stad, en verwekten vervolging tegen
42251 Hand 7:50 | vervolging tegen Paulus en Barnabas, en wierpen ze
42252 Hand 7:50 | tegen Paulus en Barnabas, en wierpen ze uit hun landpalen. ~
42253 Hand 7:51 | voeten af tegen dezelve, en kwamen te Ikonium. ~
42254 Hand 7:52 | 52 En de discipelen werden vervuld
42255 Hand 7:52 | werden vervuld met blijdschap en met den Heiligen Geest. ~ ~ ~
42256 Hand 8:1 | 1 En het geschiedde te Ikonium,
42257 Hand 8:1 | in de synagoge der Joden, en alzo spraken, dat een grote
42258 Hand 8:1 | menigte, beiden van Joden en Grieken, geloofde. ~
42259 Hand 8:2 | ongehoorzaam waren, verwekten en verbitterden de zielen der
42260 Hand 8:3 | het Woord Zijner genade, en gaf, dat tekenen en wonderen
42261 Hand 8:3 | genade, en gaf, dat tekenen en wonderen geschiedden door
42262 Hand 8:4 | 4 En de menigte der stad werd
42263 Hand 8:4 | der stad werd verdeeld, en sommigen waren met de Joden,
42264 Hand 8:4 | sommigen waren met de Joden, en sommigen met de apostelen. ~
42265 Hand 8:5 | 5 En als er een oploop geschiedde,
42266 Hand 8:5 | geschiedde, beiden van heidenen en van Joden, met hun oversten,
42267 Hand 8:5 | hun smaadheid aan te doen, en hen te stenigen, ~
42268 Hand 8:6 | Lykaonie, namelijk Lystre en Derbe, en het omliggende
42269 Hand 8:6 | namelijk Lystre en Derbe, en het omliggende land; ~
42270 Hand 8:7 | 7 En verkondigden aldaar het
42271 Hand 8:8 | 8 En een zeker man, te Lystre,
42272 Hand 8:9 | de ogen op hem houdende, en ziende, dat hij geloof had
42273 Hand 8:10 | Sta recht op uw voeten! En hij sprong op en wandelde. ~
42274 Hand 8:10 | voeten! En hij sprong op en wandelde. ~
42275 Hand 8:11 | 11 En de scharen, ziende, hetgeen
42276 Hand 8:11 | verhieven hun stemmen, en zeiden in het Lycaonisch:
42277 Hand 8:11 | mensen gelijk geworden, en tot ons nedergekomen. ~
42278 Hand 8:12 | 12 En zij noemden Barnabas Jupiter,
42279 Hand 8:12 | noemden Barnabas Jupiter, en Paulus Mercurius, omdat
42280 Hand 8:13 | 13 En de priester van Jupiter,
42281 Hand 8:13 | stad was, als hij ossen en kransen aan de voorpoorten
42282 Hand 8:14 | Maar de apostelen, Barnabas en Paulus, dat horende, scheurden
42283 Hand 8:14 | scheurden hun klederen, en sprongen onder de schare,
42284 Hand 8:15 | 15 En zeggende: Mannen, waarom
42285 Hand 8:15 | gelijke bewegingen als gij, en verkondigen ulieden, dat
42286 Hand 8:15 | gemaakt heeft den hemel, en de aarde, en de zee, en
42287 Hand 8:15 | den hemel, en de aarde, en de zee, en al hetgeen in
42288 Hand 8:15 | en de aarde, en de zee, en al hetgeen in dezelve is; ~
42289 Hand 8:17 | van den hemel, ons regen en vruchtbare tijden gevende,
42290 Hand 8:17 | vervullende onze harten met spijs en vrolijkheid. ~
42291 Hand 8:18 | 18 En dit zeggende, wederhielden
42292 Hand 8:19 | kwamen Joden van Antiochie en Ikonium, en overreedden
42293 Hand 8:19 | van Antiochie en Ikonium, en overreedden de scharen,
42294 Hand 8:19 | overreedden de scharen, en stenigden Paulus, en sleepten
42295 Hand 8:19 | scharen, en stenigden Paulus, en sleepten hem buiten de stad,
42296 Hand 8:20 | omringd hadden, stond hij op, en kwam in de stad; en des
42297 Hand 8:20 | op, en kwam in de stad; en des anderen daags ging hij
42298 Hand 8:21 | 21 En als zij derzelve stad het
42299 Hand 8:21 | het Evangelie verkondigd en vele discipelen gemaakt
42300 Hand 8:21 | keerden zij weder naar Lystre, en Ikonium, en Antiochie; ~
42301 Hand 8:21 | naar Lystre, en Ikonium, en Antiochie; ~
42302 Hand 8:22 | de zielen der discipelen, en vermanende, dat zij zouden
42303 Hand 8:22 | zouden blijven in het geloof, en dat wij door vele verdrukkingen
42304 Hand 8:23 | 23 En als zij in elke Gemeente,
42305 Hand 8:24 | 24 En Pisidie doorgereisd hebbende,
42306 Hand 8:25 | 25 En als zij te Perge het Woord
42307 Hand 8:26 | 26 En van daar scheepten zij af
42308 Hand 8:27 | 27 En daar gekomen zijnde, en
42309 Hand 8:27 | En daar gekomen zijnde, en de Gemeente vergaderd hebbende,
42310 Hand 8:27 | God met hen gedaan had, en dat Hij den heidenen de
42311 Hand 8:28 | 28 En zij verkeerden aldaar geen
42312 Hand 9:1 | 1 En sommigen, die afgekomen
42313 Hand 9:2 | dan geen kleine wederstand en twisting geschiedde bij
42314 Hand 9:2 | twisting geschiedde bij Paulus en Barnabas tegen hen, zo hebben
42315 Hand 9:2 | geordineerd, dat Paulus en Barnabas, en enige anderen
42316 Hand 9:2 | dat Paulus en Barnabas, en enige anderen uit hen, zouden
42317 Hand 9:2 | opgaan tot de apostelen en ouderlingen naar Jeruzalem,
42318 Hand 9:3 | zijnde, reisden door Fenicie en Samarie, verhalende de bekering
42319 Hand 9:3 | de bekering der heidenen; en deden al den broederen grote
42320 Hand 9:4 | 4 En te Jeruzalem gekomen zijnde,
42321 Hand 9:4 | ontvangen van de Gemeente, en de apostelen, en de ouderlingen;
42322 Hand 9:4 | Gemeente, en de apostelen, en de ouderlingen; en zij verkondigden,
42323 Hand 9:4 | apostelen, en de ouderlingen; en zij verkondigden, wat grote
42324 Hand 9:5 | men hen moet besnijden, en gebieden de wet van Mozes
42325 Hand 9:6 | 6 En de apostelen en de ouderlingen
42326 Hand 9:6 | 6 En de apostelen en de ouderlingen vergaderden
42327 Hand 9:7 | 7 En als daarover grote twisting
42328 Hand 9:7 | geschiedde, stond Petrus op en zeide tot hen: Mannen broeders,
42329 Hand 9:7 | Evangelies zouden horen, en geloven. ~
42330 Hand 9:8 | 8 En God, de Kenner der harten,
42331 Hand 9:9 | 9 En heeft geen onderscheid gemaakt
42332 Hand 9:9 | onderscheid gemaakt tussen ons en hen, gereinigd hebbende
42333 Hand 9:12 | 12 En al de menigte zweeg stil,
42334 Hand 9:12 | al de menigte zweeg stil, en zij hoorden Barnabas en
42335 Hand 9:12 | en zij hoorden Barnabas en Paulus verhalen, wat grote
42336 Hand 9:12 | verhalen, wat grote tekenen en wonderen God door hen onder
42337 Hand 9:13 | 13 En nadat deze zwegen, antwoordde
42338 Hand 9:15 | 15 En hiermede stemmen overeen
42339 Hand 9:16 | dezen zal Ik wederkeren, en weder opbouwen de tabernakel
42340 Hand 9:16 | David, die vervallen is, en hetgeen daarvan verbroken
42341 Hand 9:16 | verbroken is, weder opbouwen, en Ik zal denzelven weder oprichten. ~
42342 Hand 9:17 | mensen den Heere zoeken, en al de heidenen, over welken
42343 Hand 9:20 | de afgoden besmet zijn, en van hoererij, en van het
42344 Hand 9:20 | besmet zijn, en van hoererij, en van het verstikte, en van
42345 Hand 9:20 | hoererij, en van het verstikte, en van bloed. ~
42346 Hand 9:21 | stad, die hem prediken, en hij wordt op elken sabbat
42347 Hand 9:22 | heeft het den apostelen en den ouderlingen, met de
42348 Hand 9:22 | mannen uit zich te verkiezen, en met Paulus en Barnabas te
42349 Hand 9:22 | verkiezen, en met Paulus en Barnabas te zenden naar
42350 Hand 9:22 | toegenaamd wordt Barsabas, en Silas, mannen, die voorgangers
42351 Hand 9:23 | 23 En zij schreven door hen dit
42352 Hand 9:23 | navolgende: De apostelen, en de ouderlingen, en de broeders
42353 Hand 9:23 | apostelen, en de ouderlingen, en de broeders wensen den broederen
42354 Hand 9:23 | heidenen, die in Antiochie, en Syrie, en Cilicie zijn,
42355 Hand 9:23 | in Antiochie, en Syrie, en Cilicie zijn, zaligheid. ~
42356 Hand 9:24 | woorden ontroerd hebben en uw zielen wankelende gemaakt,
42357 Hand 9:24 | gij moet besneden worden, en de wet onderhouden; welken
42358 Hand 9:25 | enige mannen te verkiezen, en tot u te zenden, met onze
42359 Hand 9:25 | onze geliefden, Barnabas en Paulus. ~
42360 Hand 9:27 | 27 Wij hebben dan Judas en Silas gezonden, die ook
42361 Hand 9:28 | heeft den Heiligen Geest en ons goed gedacht, ulieden
42362 Hand 9:29 | den afgoden geofferd is, en van bloed, en van het verstikte,
42363 Hand 9:29 | geofferd is, en van bloed, en van het verstikte, en van
42364 Hand 9:29 | bloed, en van het verstikte, en van hoererij; van welke
42365 Hand 9:30 | hebbende, kwamen te Antiochie; en de menigte vergaderd hebbende,
42366 Hand 9:31 | 31 En zij, dien gelezen hebbende,
42367 Hand 9:32 | 32 Judas nu en Silas, die ook zelven profeten
42368 Hand 9:32 | broeders met vele woorden, en versterkten hen. ~
42369 Hand 9:33 | 33 En als zij daar een tijd lang
42370 Hand 9:35 | 35 En Paulus en Barnabas onthielden
42371 Hand 9:35 | 35 En Paulus en Barnabas onthielden zich
42372 Hand 9:35 | zich te Antiochie, lerende en verkondigende met nog vele
42373 Hand 9:36 | 36 En na enige dagen zeide Paulus
42374 Hand 9:36 | Laat ons nu wederkeren, en bezoeken onze broeders in
42375 Hand 9:37 | 37 En Barnabas ried, dat zij Johannes,
42376 Hand 9:38 | af van hen was afgeweken, en met hen niet was gegaan
42377 Hand 9:39 | elkander gescheiden zijn, en dat Barnabas Markus medenam,
42378 Hand 9:39 | Barnabas Markus medenam, en naar Cyprus afscheepte; ~
42379 Hand 9:40 | Maar Paulus verkoos Silas, en reisde heen, der genade
42380 Hand 9:41 | 41 En hij doorreisde Syrie en
42381 Hand 9:41 | En hij doorreisde Syrie en Cilicie, versterkende de
42382 Hand 10:1 | 1 En hij kwam te Derbe en Lystre.
42383 Hand 10:1 | 1 En hij kwam te Derbe en Lystre. En ziet, aldaar
42384 Hand 10:1 | kwam te Derbe en Lystre. En ziet, aldaar was een zeker
42385 Hand 10:2 | van de broederen te Lystre en Ikonium. ~
42386 Hand 10:3 | dat met hem zou reizen; en hij nam en besneed hem,
42387 Hand 10:3 | hem zou reizen; en hij nam en besneed hem, om der Joden
42388 Hand 10:4 | 4 En alzo zij de steden doorreisden,
42389 Hand 10:4 | over, die van de apostelen en de ouderlingen te Jeruzalem
42390 Hand 10:5 | bevestigd in het geloof, en werden dagelijks overvloediger
42391 Hand 10:6 | 6 En als zij Frygie, en het land
42392 Hand 10:6 | 6 En als zij Frygie, en het land van Galatie doorgereisd
42393 Hand 10:7 | 7 En aan Mysie gekomen zijnde,
42394 Hand 10:7 | naar Bithynie te reizen; en de Geest liet het hun niet
42395 Hand 10:8 | 8 En zij, Mysie voorbij gereisd
42396 Hand 10:9 | 9 En van Paulus werd in den nacht
42397 Hand 10:9 | man staande, die hem bad en zeide: Kom over in Macedonie,
42398 Hand 10:9 | Kom over in Macedonie, en help ons. ~
42399 Hand 10:11 | wij recht naar Samothrace, en den volgende dag naar Neapolis. ~
42400 Hand 10:12 | 12 En van daar naar Filippi, welke
42401 Hand 10:12 | Macedonie, een kolonie. En wij onthielden ons in die
42402 Hand 10:13 | 13 En op den dag des sabbats gingen
42403 Hand 10:13 | gebed placht te geschieden; en nedergezeten zijnde, spraken
42404 Hand 10:14 | 14 En een zekere vrouw, met name
42405 Hand 10:15 | 15 En als zij gedoopt was, en
42406 Hand 10:15 | En als zij gedoopt was, en haar huis, bad zij ons,
42407 Hand 10:15 | ben, zo komt in mijn huis, en blijft er. En zij dwong
42408 Hand 10:15 | mijn huis, en blijft er. En zij dwong ons. ~
42409 Hand 10:16 | 16 En het geschiedde, als wij
42410 Hand 10:17 | 17 Dezelve volgde Paulus en ons achterna, en riep, zeggende:
42411 Hand 10:17 | Paulus en ons achterna, en riep, zeggende: Deze mensen
42412 Hand 10:18 | 18 En dit deed zij vele dagen
42413 Hand 10:18 | zijnde, keerde zich om, en zeide tot den geest: Ik
42414 Hand 10:18 | dat gij van haar uitgaat. En hij ging uit ter zelfder
42415 Hand 10:19 | weg was, grepen zij Paulus en Silas, en trokken hen naar
42416 Hand 10:19 | grepen zij Paulus en Silas, en trokken hen naar de markt
42417 Hand 10:20 | 20 En als zij hen tot de hoofdmannen
42418 Hand 10:21 | 21 En zij verkondigen zeden, die
42419 Hand 10:22 | 22 En de schare stond gezamenlijk
42420 Hand 10:22 | gezamenlijk tegen hen op; en de hoofdmannen, hun de klederen
42421 Hand 10:23 | 23 En als zij hun vele slagen
42422 Hand 10:23 | zij hen in de gevangenis, en geboden den stokbewaarder,
42423 Hand 10:24 | in den binnensten kerker, en verzekerde hun voeten in
42424 Hand 10:25 | 25 En omtrent den middernacht
42425 Hand 10:25 | middernacht baden Paulus en Silas, en zongen Gode lofzangen
42426 Hand 10:25 | middernacht baden Paulus en Silas, en zongen Gode lofzangen en
42427 Hand 10:25 | en zongen Gode lofzangen en de gevangenen hoorden naar
42428 Hand 10:26 | 26 En er geschiedde snellijk een
42429 Hand 10:26 | kerkers bewogen werden; en terstond werden al de deuren
42430 Hand 10:26 | werden al de deuren geopend, en de banden van allen werden
42431 Hand 10:27 | 27 En de stokbewaarder, wakker
42432 Hand 10:27 | wakker geworden zijnde, en ziende de deuren der gevangenis
42433 Hand 10:27 | geopend, trok een zwaard, en zou zichzelven omgebracht
42434 Hand 10:29 | 29 En als hij licht geeist had,
42435 Hand 10:29 | geeist had, sprong hij in, en werd zeer bevende, en viel
42436 Hand 10:29 | in, en werd zeer bevende, en viel voor Paulus en Silas
42437 Hand 10:29 | bevende, en viel voor Paulus en Silas neder aan de voeten; ~
42438 Hand 10:30 | 30 En hen buiten gebracht hebbende,
42439 Hand 10:31 | 31 En zij zeiden: Geloof in den
42440 Hand 10:31 | den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij
42441 Hand 10:31 | gij zult zalig worden, gij en uw huis. ~
42442 Hand 10:32 | 32 En zij spraken tot hem het
42443 Hand 10:32 | hem het woord des Heeren, en tot allen, die in zijn huis
42444 Hand 10:33 | 33 En hij nam hen tot zich in
42445 Hand 10:33 | dezelve ure des nachts, en wies hen van de striemen;
42446 Hand 10:33 | wies hen van de striemen; en hij werd terstond gedoopt,
42447 Hand 10:33 | hij werd terstond gedoopt, en al de zijnen. ~
42448 Hand 10:34 | 34 En hij bracht hen in zijn huis,
42449 Hand 10:34 | bracht hen in zijn huis, en zette hun de tafel voor,
42450 Hand 10:34 | zette hun de tafel voor, en verheugde zich, dat hij
42451 Hand 10:35 | 35 En als het dag geworden was,
42452 Hand 10:36 | 36 En de stokbewaarder boodschapte
42453 Hand 10:36 | worden; gaat dan nu uit, en reist heen in vrede. ~
42454 Hand 10:37 | in het openbaar gegeseld, en in de gevangenis geworpen,
42455 Hand 10:37 | de gevangenis geworpen, en werpen zij ons nu heimelijk
42456 Hand 10:37 | maar dat zij zelven komen, en ons uitleiden. ~
42457 Hand 10:38 | 38 En de stadsdienaars boodschapten
42458 Hand 10:38 | wederom den hoofdmannen; en zij werden bevreesd, horende,
42459 Hand 10:39 | 39 En zij, komende, baden hen,
42460 Hand 10:39 | zij, komende, baden hen, en als zij hen uitgeleid hadden,
42461 Hand 10:40 | 40 En uitgegaan zijnde uit de
42462 Hand 10:40 | gingen zij in tot Lydia; en de broeders gezien hebbende,
42463 Hand 10:40 | vertroostten zij dezelve, en gingen uit de stad. ~ ~
42464 Hand 11:1 | 1 En door Amfipolis en Apollonia
42465 Hand 11:1 | 1 En door Amfipolis en Apollonia hun weg genomen
42466 Hand 11:2 | 2 En Paulus, gelijk hij gewoon
42467 Hand 11:2 | gewoon was, ging tot hen in, en drie sabbatten lang handelde
42468 Hand 11:3 | 3 Dezelve openende, en voor ogen stellende, dat
42469 Hand 11:3 | de Christus moest lijden en opstaan uit de doden, en
42470 Hand 11:3 | en opstaan uit de doden, en dat deze Jezus is de Christus,
42471 Hand 11:4 | 4 En sommigen uit hen geloofden,
42472 Hand 11:4 | sommigen uit hen geloofden, en werden Paulus en Silas toegevoegd,
42473 Hand 11:4 | geloofden, en werden Paulus en Silas toegevoegd, en van
42474 Hand 11:4 | Paulus en Silas toegevoegd, en van de godsdienstige Grieken
42475 Hand 11:4 | Grieken een grote menigte, en van de voornaamste vrouwen
42476 Hand 11:5 | mannen uit de marktboeven, en maakten, dat het volk te
42477 Hand 11:5 | dat het volk te hoop liep, en beroerden de stad; en op
42478 Hand 11:5 | liep, en beroerden de stad; en op het huis van Jason aanvallende,
42479 Hand 11:6 | 6 En als zij hen niet vonden,
42480 Hand 11:6 | vonden, trokken zij Jason en enige broeders voor de oversten
42481 Hand 11:7 | zijn huis genomen heeft; en alle dezen doen tegen de
42482 Hand 11:8 | 8 En zij beroerden de schare,
42483 Hand 11:8 | zij beroerden de schare, en de oversten der stad, die
42484 Hand 11:9 | 9 Doch als zij van Jason en de anderen vergenoeging
42485 Hand 11:10 | 10 En de broeders zonden terstond
42486 Hand 11:10 | terstond des nachts Paulus en Silas weg naar Berea; welke,
42487 Hand 11:11 | 11 En dezen waren edeler, dan
42488 Hand 11:12 | Velen dan uit hen geloofden, en van de Griekse eerlijke
42489 Hand 11:12 | Griekse eerlijke vrouwen en van de mannen niet weinige. ~
42490 Hand 11:13 | werd, kwamen zij ook daar en bewogen de scharen. ~
42491 Hand 11:14 | naar de zee; maar Silas en Timotheus bleven aldaar. ~
42492 Hand 11:15 | 15 En die Paulus geleidden, brachten
42493 Hand 11:15 | brachten hem tot Athene toe; en als zij bevel gekregen hadden
42494 Hand 11:15 | gekregen hadden aan Silas en Timotheus, dat zij op het
42495 Hand 11:16 | 16 En terwijl Paulus hen te Athene
42496 Hand 11:17 | de synagoge met de Joden, en met degenen, die godsdienstig
42497 Hand 11:17 | die godsdienstig waren, en op de markt alle dagen met
42498 Hand 11:18 | 18 En sommigen van de Epikureische
42499 Hand 11:18 | sommigen van de Epikureische en Stoische wijsgeren streden
42500 Hand 11:18 | wijsgeren streden met hem; en sommigen zeiden: Wat wil
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573 |