Book Chapter: Verse

43501 1Kor   7:5  |                  bidden moogt verledigen; en komt wederom bijeen, opdat
43502 1Kor   7:8  |                  ik zeg den ongetrouwden, en den weduwen: Het is hun
43503 1Kor   7:11 |                                        11 En indien zij ook scheidt,
43504 1Kor   7:11 |                  of met den man verzoene; en dat de man de vrouw niet
43505 1Kor   7:12 |                   ongelovige vrouw heeft, en dezelve tevreden is bij
43506 1Kor   7:13 |                                        13 En een vrouw, die een ongelovige
43507 1Kor   7:13 |                 een ongelovige man heeft, en hij tevreden is bij haar
43508 1Kor   7:14 |                  geheiligd door de vrouw, en de ongelovige vrouw is geheiligd
43509 1Kor   7:17 |              heeft, dat hij alzo wandele; en alzo verordene ik in al
43510 1Kor   7:19 |                  De besnijdenis is niets, en de voorhuid is niets, maar
43511 1Kor   7:28 |                 trouwt, gij zondigt niet; en indien een maagd trouwt,
43512 1Kor   7:28 |          verdrukking hebben in het vlees; en ik spare ulieden. ~
43513 1Kor   7:30 |                                        30 En die wenen, als niet wenende;
43514 1Kor   7:30 |                  wenen, als niet wenende; en die blijde zijn, als niet
43515 1Kor   7:30 |                   als niet blijde zijnde; en die kopen, als niet bezittende; ~
43516 1Kor   7:31 |                                        31 En die deze wereld gebruiken,
43517 1Kor   7:32 |                                        32 En ik wil, dat gij zonder bekommernis
43518 1Kor   7:34 |                              34 Een vrouw en een maagd zijn onderscheiden.
43519 1Kor   7:34 |             heilig zij, beide aan lichaam en aan geest; maar die getrouwd
43520 1Kor   7:35 |                                        35 En dit zeg ik tot uw eigen
43521 1Kor   7:35 |             leiden tot hetgeen wel voegt, en bekwaam is, om den Heere
43522 1Kor   7:35 |                  hangen, zonder herwaarts en derwaarts getrokken te worden. ~
43523 1Kor   7:36 |                  den jeugdigen tijd gaat, en het alzo moet geschieden;
43524 1Kor   7:37 |                heeft over zijn eigen wil, en dit in zijn hart besloten
43525 1Kor   7:38 |                   uitgeeft, die doet wel; en die ze ten huwelijk niet
43526 1Kor   7:40 |               blijft, naar mijn gevoelen. En ik meen ook den Geest Gods
43527 1Kor   8:2  |                                         2 En zo iemand meent iets te
43528 1Kor   8:4  |              afgod niets is in de wereld, en dat er geen ander God is
43529 1Kor   8:5  |               aarde (gelijk er vele goden en vele heren zijn), ~
43530 1Kor   8:6  |                  Welken alle dingen zijn, en wij tot Hem; en maar een
43531 1Kor   8:6  |              dingen zijn, en wij tot Hem; en maar een Heere, Jezus Christus,
43532 1Kor   8:6  |                  Welken alle dingen zijn, en wij door Hem. ~
43533 1Kor   8:7  |                  den afgoden geofferd is; en hun geweten, zwak zijnde,
43534 1Kor   8:8  |                wij hebben geen overvloed; en hetzij dat wij niet eten,
43535 1Kor   8:11 |                                        11 En zal de broeder, die zwak
43536 1Kor   8:12 |                   de broeders zondigende, en hun zwak geweten kwetsende,
43537 1Kor   9:4  |                wij niet macht, om te eten en te drinken? ~
43538 1Kor   9:5  |                  ook de andere apostelen, en de broeders des Heeren,
43539 1Kor   9:5  |                   de broeders des Heeren, en Cefas? ~
43540 1Kor   9:6  |                     6 Of hebben alleen ik en Barnabas geen macht van
43541 1Kor   9:7  |                  Wie plant een wijngaard, en eet niet van zijn vrucht?
43542 1Kor   9:7  |                   Of wie weidt een kudde, en eet niet van de melk der
43543 1Kor   9:10 |             ploegt, op hoop moet ploegen, en die op hoop dorst, moet
43544 1Kor   9:13 |           bedienen, van het heilige eten? en die steeds bij het altaar
43545 1Kor   9:15 |                 van deze dingen gebruikt. En ik heb dit niet geschreven,
43546 1Kor   9:16 |                  de nood is mij opgelegd. En wee mij, indien ik het Evangelie
43547 1Kor   9:20 |                                        20 En ik ben den Joden geworden
43548 1Kor   9:23 |                                        23 En dit doe ik om des Evangelies
43549 1Kor   9:25 |                                        25 En een iegelijk, die om prijs
43550 1Kor   9:27 |                  ik bedwing mijn lichaam, en breng het tot dienstbaarheid,
43551 1Kor  10:1  |                                         1 En ik wil niet, broeders, dat
43552 1Kor  10:1  |                allen onder de wolk waren, en allen door de zee doorgegaan
43553 1Kor  10:2  |                                         2 En allen in Mozes gedoopt zijn
43554 1Kor  10:2  |                   gedoopt zijn in de wolk en in de zee; ~
43555 1Kor  10:3  |                                         3 En allen dezelfde geestelijke
43556 1Kor  10:4  |                                         4 En allen denzelfden geestelijken
43557 1Kor  10:4  |        geestelijke steenrots, die volgde; en de steenrots was Christus. ~
43558 1Kor  10:6  |                                         6 En deze dingen zijn geschied
43559 1Kor  10:7  |                                         7 En wordt geen afgodendienaars,
43560 1Kor  10:7  |                volk zat neder om te eten, en om te drinken, en zij stonden
43561 1Kor  10:7  |                   eten, en om te drinken, en zij stonden op om te spelen. ~
43562 1Kor  10:8  |                                         8 En laat ons niet hoereren,
43563 1Kor  10:8  |                van hen gehoereerd hebben, en er vielen op een dag drie
43564 1Kor  10:8  |                 er vielen op een dag drie en twintig duizend. ~
43565 1Kor  10:9  |                                         9 En laat ons Christus niet verzoeken,
43566 1Kor  10:9  |                  van hen verzocht hebben, en werden van de slagen vernield. ~
43567 1Kor  10:10 |                                        10 En murmureert niet, gelijk
43568 1Kor  10:10 |                  hen gemurmureerd hebben, en werden vernield van den
43569 1Kor  10:11 |                                        11 En deze dingen alle zijn hunlieden
43570 1Kor  10:11 |                overkomen tot voorbeelden; en zijn beschreven tot waarschuwing
43571 1Kor  10:20 |                 zij den duivelen offeren, en niet Gode; en ik wil niet,
43572 1Kor  10:20 |           duivelen offeren, en niet Gode; en ik wil niet, dat gij met
43573 1Kor  10:21 |                  des Heeren niet drinken, en den drinkbeker der duivelen;
43574 1Kor  10:21 |                  aan de tafel des Heeren, en aan de tafel der duivelen. ~
43575 1Kor  10:26 |                   de aarde is des Heeren, en de volheid derzelve. ~
43576 1Kor  10:27 |                                        27 En indien u iemand van de ongelovigen
43577 1Kor  10:27 |                 van de ongelovigen noodt, en gij daar gaan wilt, eet
43578 1Kor  10:28 |                  te kennen gegeven heeft, en om des gewetens wil. Want
43579 1Kor  10:28 |                   de aarde is des Heeren, en de volheid derzelve. ~
43580 1Kor  10:30 |                                        30 En indien ik door genade der
43581 1Kor  10:32 |                 zonder aanstoot te geven, en den Joden, en den Grieken,
43582 1Kor  10:32 |                   te geven, en den Joden, en den Grieken, en der Gemeente
43583 1Kor  10:32 |                den Joden, en den Grieken, en der Gemeente Gods. ~
43584 1Kor  11:2  |                                         2 En ik prijs u, broeders, dat
43585 1Kor  11:2  |              alles mijner gedachtig zijt, en de inzettingen behoudt,
43586 1Kor  11:3  |                  is eens iegelijken mans, en de man het hoofd der vrouw,
43587 1Kor  11:3  |                  man het hoofd der vrouw, en God het Hoofd van Christus. ~
43588 1Kor  11:5  |              eigen hoofd; want het is een en hetzelfde, alsof haar het
43589 1Kor  11:7  |                    overmits hij het beeld en de heerlijkheid Gods is;
43590 1Kor  11:18 |                 scheuringen zijn onder u; en ik geloof het ten dele; ~
43591 1Kor  11:21 |               voren zijn eigen avondmaal; en deze is hongerig, en de
43592 1Kor  11:21 |           avondmaal; en deze is hongerig, en de andere is dronken. ~
43593 1Kor  11:22 |                geen huizen, om er te eten en te drinken? Of veracht gij
43594 1Kor  11:22 |             veracht gij de Gemeente Gods, en beschaamt gij degenen, die
43595 1Kor  11:24 |                                        24 En als Hij gedankt had, brak
43596 1Kor  11:24 |                gedankt had, brak Hij het, en zeide: Neemt, eet, dat is
43597 1Kor  11:25 |                  het eten des avondmaals, en zeide: Deze drinkbeker is
43598 1Kor  11:26 |                  gij dit brood zult eten, en dezen drinkbeker zult drinken,
43599 1Kor  11:27 |             schuldig zijn aan het lichaam en bloed des Heeren. ~
43600 1Kor  11:28 |                 mens beproeve zichzelven, en ete alzo van het brood,
43601 1Kor  11:28 |                   ete alzo van het brood, en drinke van den drinkbeker. ~
43602 1Kor  11:29 |                Want die onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt
43603 1Kor  11:29 |      onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven een oordeel,
43604 1Kor  11:30 |                 zijn onder u vele zwakken en kranken, en velen slapen. ~
43605 1Kor  11:30 |                  vele zwakken en kranken, en velen slapen. ~
43606 1Kor  12:1  |                                         1 En van de geestelijke gaven,
43607 1Kor  12:3  |              Jezus een vervloeking noemt; en niemand kan zeggen, Jezus
43608 1Kor  12:4  |                                         4 En er is verscheidenheid der
43609 1Kor  12:5  |                                         5 En er is verscheidenheid der
43610 1Kor  12:5  |          verscheidenheid der bedieningen, en het is dezelfde Heere; ~
43611 1Kor  12:6  |                                         6 En er is verscheidenheid der
43612 1Kor  12:8  |                   het woord der wijsheid, en een ander het woord der
43613 1Kor  12:9  |                                         9 En een ander het geloof, door
43614 1Kor  12:9  |                    door denzelfden Geest; en een ander de gaven der gezondmakingen,
43615 1Kor  12:10 |                                        10 En een ander de werkingen der
43616 1Kor  12:10 |                   werkingen der krachten; en een ander profetie; en een
43617 1Kor  12:10 |                    en een ander profetie; en een ander onderscheidingen
43618 1Kor  12:10 |             onderscheidingen der geesten; en een ander menigerlei talen;
43619 1Kor  12:10 |                   ander menigerlei talen; en een ander uitlegging der
43620 1Kor  12:11 |                deze dingen alle werkt een en dezelfde Geest, delende
43621 1Kor  12:12 |                gelijk het lichaam een is, en vele leden heeft, en al
43622 1Kor  12:12 |                  is, en vele leden heeft, en al de leden van dit ene
43623 1Kor  12:13 |            dienstknechten, hetzij vrijen; en wij zijn allen tot een Geest
43624 1Kor  12:16 |                                        16 En indien het oor zeide: Dewijl
43625 1Kor  12:21 |                                        21 En het oog kan niet zeggen
43626 1Kor  12:23 |                                        23 En die ons dunken de minst
43627 1Kor  12:23 |                wij overvloediger eer aan; en onze onsierlijke leden hebben
43628 1Kor  12:26 |                                        26 En hetzij dat een lid lijdt,
43629 1Kor  12:27 |                                        27 En gijlieden zijt het lichaam
43630 1Kor  12:27 |                 het lichaam van Christus, en leden in het bijzonder. ~
43631 1Kor  12:28 |                                        28 En God heeft er sommigen in
43632 1Kor  12:31 |               ijvert naar de beste gaven; en ik wijs u een weg, die nog
43633 1Kor  13:1  |                dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, en de
43634 1Kor  13:1  |              mensen en der engelen sprak, en de liefde niet had, zo ware
43635 1Kor  13:2  |                                         2 En al ware het dat ik de gave
43636 1Kor  13:2  |                 de gave der profetie had, en wist al de verborgenheden
43637 1Kor  13:2  |                 wist al de verborgenheden en al de wetenschap; en al
43638 1Kor  13:2  |       verborgenheden en al de wetenschap; en al ware het, dat ik al het
43639 1Kor  13:2  |                 zodat ik bergen verzette, en de liefde niet had, zo ware
43640 1Kor  13:3  |                                         3 En al ware het, dat ik al mijn
43641 1Kor  13:3  |            onderhoud der armen uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn
43642 1Kor  13:3  |                   ik verbrand zou worden, en had de liefde niet, zo zou
43643 1Kor  13:9  |                 Want wij kennen ten dele, en wij profeteren ten dele; ~
43644 1Kor  13:13 |                                        13 En nu blijft geloof, hoop en
43645 1Kor  13:13 |                 En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch
43646 1Kor  14:1  |                     1 Jaagt de liefde na, en ijvert om de geestelijke
43647 1Kor  14:3  |             spreekt den mensen stichting, en vermaning en vertroosting. ~
43648 1Kor  14:3  |                   stichting, en vermaning en vertroosting. ~
43649 1Kor  14:5  |                                         5 En ik wil wel, dat gij allen
43650 1Kor  14:6  |                                         6 En nu, broeders, indien ik
43651 1Kor  14:6  |           broeders, indien ik tot u kwam, en sprak vreemde talen, wat
43652 1Kor  14:10 |                 van stemmen in de wereld, en geen derzelve is zonder
43653 1Kor  14:11 |                   spreekt, barbaars zijn; en hij, die spreekt, zal bij
43654 1Kor  14:20 |                  kinderen in de boosheid, en wordt in het verstand volwassen. ~
43655 1Kor  14:21 |                  lieden van andere talen, en door andere lippen tot dit
43656 1Kor  14:21 |              lippen tot dit volk spreken, en ook alzo zullen zij Mij
43657 1Kor  14:22 |            geloven, maar den ongelovigen; en de profetie niet den ongelovigen,
43658 1Kor  14:23 |            Gemeente bijeenvergaderd ware, en zij allen in vreemde talen
43659 1Kor  14:23 |                 in vreemde talen spraken, en enige ongeleerden of ongelovigen
43660 1Kor  14:24 |                   zij allen profeteerden, en een ongelovige of ongeleerde
43661 1Kor  14:24 |                wordt van allen overtuigd, en hij wordt van allen geoordeeld. ~
43662 1Kor  14:25 |                                        25 En alzo worden de verborgene
43663 1Kor  14:25 |             dingen zijns harten openbaar; en alzo, vallende op zijn aangezicht,
43664 1Kor  14:25 |                    zal hij God aanbidden, en verkondigen, dat God waarlijk
43665 1Kor  14:27 |                                        27 En zo iemand een vreemde taal
43666 1Kor  14:27 |                ten meeste drie geschiede, en bij beurte; en dat een het
43667 1Kor  14:27 |                 geschiede, en bij beurte; en dat een het uitlegge. ~
43668 1Kor  14:28 |                hij tot zichzelven spreke, en tot God. ~
43669 1Kor  14:29 |                                        29 En dat twee of drie profeten
43670 1Kor  14:29 |                 of drie profeten spreken, en dat de anderen oordelen. ~
43671 1Kor  14:31 |                    opdat zij allen leren, en allen getroost worden. ~
43672 1Kor  14:32 |                                        32 En de geesten der profeten
43673 1Kor  14:35 |                                        35 En zo zij iets willen leren,
43674 1Kor  14:39 |                  ijvert om te profeteren, en verhindert niet in vreemde
43675 1Kor  14:40 |                  Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden. ~  ~
43676 1Kor  15:4  |                                         4 En dat Hij is begraven, en
43677 1Kor  15:4  |                   En dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten
43678 1Kor  15:5  |                                         5 En dat Hij is van Cefas gezien,
43679 1Kor  15:6  |                   meren deel nog over is, en sommigen ook zijn ontslapen.
43680 1Kor  15:8  |                                         8 En ten laatste van allen is
43681 1Kor  15:10 |                  Gods ben ik, dat ik ben; en Zijn genade, die aan mij
43682 1Kor  15:11 |             zijlieden, alzo prediken wij, en alzo hebt gij geloofd. ~
43683 1Kor  15:13 |                                        13 En indien er geen opstanding
43684 1Kor  15:14 |                                        14 En indien Christus niet opgewekt
43685 1Kor  15:14 |                 dan onze prediking ijdel, en ijdel is ook uw geloof. ~
43686 1Kor  15:15 |                                        15 En zo worden wij ook bevonden
43687 1Kor  15:17 |                                        17 En indien Christus niet opgewekt
43688 1Kor  15:20 |                 is opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden
43689 1Kor  15:24 |                Hij het Koninkrijk aan God en den Vader zal overgegeven
43690 1Kor  15:24 |                 hebben alle heerschappij, en alle macht en kracht. ~
43691 1Kor  15:24 |               heerschappij, en alle macht en kracht. ~
43692 1Kor  15:28 |                                        28 En wanneer Hem alle dingen
43693 1Kor  15:32 |            opgewekt worden? Laat ons eten en drinken, want morgen sterven
43694 1Kor  15:34 |                Waakt op rechtvaardiglijk, en zondigt niet. Want sommigen
43695 1Kor  15:35 |                 de doden opgewekt worden, en met hoedanig een lichaam
43696 1Kor  15:37 |                                        37 En hetgeen gij zaait, daarvan
43697 1Kor  15:38 |                  lichaam, gelijk Hij wil, en aan een iegelijk zaad zijn
43698 1Kor  15:39 |                  is het vlees der mensen, en een ander is het vlees der
43699 1Kor  15:39 |                 is het vlees der beesten, en een ander der vissen, en
43700 1Kor  15:39 |                  en een ander der vissen, en een ander der vogelen. ~
43701 1Kor  15:40 |                                        40 En er zijn hemelse lichamen,
43702 1Kor  15:40 |                 er zijn hemelse lichamen, en er zijn aardse lichamen;
43703 1Kor  15:40 |                 heerlijkheid der hemelse, en een andere der aardse. ~
43704 1Kor  15:41 |                  de heerlijkheid der zon, en een andere is de heerlijkheid
43705 1Kor  15:41 |                 de heerlijkheid der maan, en een andere is de heerlijkheid
43706 1Kor  15:44 |                   een natuurlijk lichaam, en er is een geestelijk lichaam. ~
43707 1Kor  15:48 |             zodanige zijn ook de aardsen; en hoedanig de hemelse is,
43708 1Kor  15:49 |                                        49 En gelijkerwijs wij het beeld
43709 1Kor  15:50 |                   ik, broeders, dat vlees en bloed het Koninkrijk Gods
43710 1Kor  15:50 |                 Gods niet beerven kunnen, en de verderfelijkheid beerft
43711 1Kor  15:52 |                 want de bazuin zal slaan, en de doden zullen onverderfelijk
43712 1Kor  15:52 |           onverderfelijk opgewekt worden, en wij zullen veranderd worden. ~
43713 1Kor  15:53 |               onverderfelijkheid aandoen, en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid
43714 1Kor  15:54 |                                        54 En wanneer dit verderfelijke
43715 1Kor  15:54 |      onverderfelijkheid aangedaan hebben, en dit sterfelijke zal onsterfelijkheid
43716 1Kor  15:56 |                 nu des doods is de zonde; en de kracht der zonde is de
43717 1Kor  16:3  |                                         3 En wanneer ik daar zal gekomen
43718 1Kor  16:4  |                                         4 En indien het der moeite waardig
43719 1Kor  16:6  |                                         6 En ik zal mogelijk bij u blijven,
43720 1Kor  16:9  |                   9 Want mij is een grote en krachtige deur geopend,
43721 1Kor  16:9  |                   krachtige deur geopend, en er zijn vele tegenstanders. ~
43722 1Kor  16:12 |                                        12 En wat aangaat Apollos, den
43723 1Kor  16:15 |                                        15 En ik bid u, broeders, gij
43724 1Kor  16:15 |                 de eersteling van Achaje, en dat zij zichzelven den heiligen
43725 1Kor  16:16 |                  de zodanigen onderwerpt, en aan een iegelijk, die medewerkt
43726 1Kor  16:16 |                   iegelijk, die medewerkt en arbeidt. ~
43727 1Kor  16:17 |                                        17 En ik verblijde mij over de
43728 1Kor  16:17 |                 de aankomst van Stefanas, en Fortunatus, en Achaikus,
43729 1Kor  16:17 |                  Stefanas, en Fortunatus, en Achaikus, want dezen hebben
43730 1Kor  16:18 |               hebben mijn geest verkwikt, en ook den uwen. Erkent dan
43731 1Kor  16:19 |                  zeer in den Heere Aquila en Priscilla, met de Gemeente,
43732 2Kor   1:1  |           Christus, door den wil van God, en Timotheus, de broeder, aan
43733 2Kor   1:2  |                            2 Genade zij u en vrede van God, onzen Vader,
43734 2Kor   1:2  |               vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
43735 2Kor   1:3  |                      3 Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus
43736 2Kor   1:3  |                Vader der barmhartigheden, en de God aller vertroosting; ~
43737 2Kor   1:6  |                het is tot uw vertroosting en zaligheid, die gewrocht
43738 2Kor   1:6  |                het is tot uw vertroosting en zaligheid; ~
43739 2Kor   1:7  |                                         7 En onze hoop van u is vast,
43740 2Kor   1:10 |                groten dood verlost heeft, en nog verlost; op Welken wij
43741 2Kor   1:12 |                  dat wij in eenvoudigheid en oprechtheid Gods, niet in
43742 2Kor   1:12 |                   wereld verkeerd hebben, en allermeest bij ulieden. ~
43743 2Kor   1:13 |                  gij kent, of ook erkent; en ik hoop, dat gij ze ook
43744 2Kor   1:15 |                                        15 En op dit betrouwen wilde ik
43745 2Kor   1:16 |                                        16 En door uw stad naar Macedonie
43746 2Kor   1:16 |                 stad naar Macedonie gaan, en wederom van Macedonie tot
43747 2Kor   1:16 |                van Macedonie tot u komen, en van ulieden naar Judea geleid
43748 2Kor   1:17 |                bij mij zou wezen, ja, ja, en neen, neen? ~
43749 2Kor   1:18 |              geschied, niet is geweest ja en neen. ~
43750 2Kor   1:19 |             gepredikt, namelijk door mij, en Silvanus, en Timotheus,
43751 2Kor   1:19 |           namelijk door mij, en Silvanus, en Timotheus, was niet ja en
43752 2Kor   1:19 |                 en Timotheus, was niet ja en neen, maar is geweest ja
43753 2Kor   1:20 |                 zijn, die zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen, Gode tot
43754 2Kor   1:21 |                  u bevestigt in Christus, en Die ons gezalfd heeft, is
43755 2Kor   1:22 |                  ons ook heeft verzegeld, en het onderpand des Geestes
43756 2Kor   2:3  |                                         3 En ditzelfde heb ik u geschreven,
43757 2Kor   2:4  |              ulieden uit vele verdrukking en benauwdheid des harten,
43758 2Kor   2:7  |                  hem liever moet vergeven en vertroosten, opdat de zodanige
43759 2Kor   2:12 |                 van Christus te prediken, en als mij een deur geopend
43760 2Kor   2:14 |                                        14 En Gode zij dank, Die ons allen
43761 2Kor   2:14 |                   triomferen in Christus, en den reuk Zijner kennis door
43762 2Kor   2:15 |                degenen, die zalig worden, en in degenen, die verloren
43763 2Kor   2:16 |                reuk des levens ten leven. En wie is tot deze dingen bekwaam? ~
43764 2Kor   3:2  |         geschreven in onze harten, bekend en gelezen van alle mensen; ~
43765 2Kor   3:3  |                  brief van Christus zijt, en door onzen dienst bereid,
43766 2Kor   3:4  |                                         4 En zodanig een vertrouwen hebben
43767 2Kor   3:7  |                                         7 En indien de bediening des
43768 2Kor   3:7  |              doods in letteren bestaande, en in stenen ingedrukt, in
43769 2Kor   3:13 |                                        13 En doen niet gelijkerwijs Mozes,
43770 2Kor   3:17 |                  De Heere nu is de Geest; en waar de Geest des Heeren
43771 2Kor   3:18 |                                        18 En wij allen, met ongedekten
43772 2Kor   4:5  |                Christus Jezus, den Heere; en onszelven, dat wij uw dienaars
43773 2Kor   4:7  |                   der kracht zij van God, en niet uit ons; ~
43774 2Kor   4:14 |                  door Jezus zal opwekken, en met ulieden daar zal stellen. ~
43775 2Kor   5:3  |                      3 Zo wij ook bekleed en niet naakt zullen gevonden
43776 2Kor   5:6  |                   dan altijd goeden moed, en weten, dat wij, inwonende
43777 2Kor   5:7  |                  wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen.) ~
43778 2Kor   5:8  |                   wij hebben goeden moed, en hebben meer behagen om uit
43779 2Kor   5:8  |                 het lichaam uit te wonen, en bij den Heere in te wonen. ~
43780 2Kor   5:11 |                 de mensen tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden;
43781 2Kor   5:12 |                  in het aangezicht roemen en niet in het hart. ~
43782 2Kor   5:15 |                 dan allen gestorven zijn. En Hij is voor allen gestorven,
43783 2Kor   5:15 |                    Die voor hen gestorven en opgewekt is. ~
43784 2Kor   5:16 |                   niemand naar het vlees; en indien wij ook Christus
43785 2Kor   5:18 |                                        18 En al deze dingen zijn uit
43786 2Kor   5:18 |                heeft door Jezus Christus, en ons de bediening der verzoening
43787 2Kor   5:19 |             zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening
43788 2Kor   6:1  |                                         1 En wij, als medearbeidende,
43789 2Kor   6:2  |                   tijd heb Ik u verhoord, en in den dag der zaligheid
43790 2Kor   6:7  |              gerechtigheid aan de rechter en aan de linker zijde; ~
43791 2Kor   6:8  |                                8 Door eer en oneer, door kwaad gerucht
43792 2Kor   6:8  |                 oneer, door kwaad gerucht en goed gerucht; als verleiders,
43793 2Kor   6:8  |                  gerucht; als verleiders, en nochtans waarachtigen; ~
43794 2Kor   6:9  |                         9 Als onbekenden, en nochtans bekend; als stervenden,
43795 2Kor   6:9  |                   bekend; als stervenden, en ziet, wij leven; als getuchtigd,
43796 2Kor   6:9  |                wij leven; als getuchtigd, en niet gedood; ~
43797 2Kor   6:10 |              makende; als niets hebbende, en nochtans alles bezittende. ~
43798 2Kor   6:14 |                   met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het
43799 2Kor   6:15 |                                        15 En wat samenstemming heeft
43800 2Kor   6:16 |               heeft: Ik zal in hen wonen, en Ik zal onder hen wandelen;
43801 2Kor   6:16 |                   zal onder hen wandelen; en Ik zal hun God zijn, en
43802 2Kor   6:16 |                   en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een volk
43803 2Kor   6:17 |                   uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere,
43804 2Kor   6:17 |              scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein
43805 2Kor   6:17 |               niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen. ~
43806 2Kor   6:18 |                                        18 En Ik zal u tot een Vader zijn,
43807 2Kor   6:18 |                 zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en
43808 2Kor   6:18 |                 en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de
43809 2Kor   7:1  |                alle besmetting des vleses en des geestes, voleindigende
43810 2Kor   7:3  |                 zijt, om samen te sterven en samen te leven. ~
43811 2Kor   7:7  |                                         7 En niet alleen door zijn komst,
43812 2Kor   7:13 |            geworden over uw vertroosting; en zijn nog overvloediger verblijd
43813 2Kor   7:15 |                                        15 En zijn innerlijke bewegingen
43814 2Kor   7:15 |          overdenkt, hoe gij hem met vreze en beven hebt ontvangen. ~
43815 2Kor   8:2  |              overvloed hunner blijdschap, en hun zeer diepe armoede overvloedig
43816 2Kor   8:4  |                   wilden aannemen de gave en de gemeenschap dezer bediening,
43817 2Kor   8:5  |                                         5 En zij deden niet alleen, gelijk
43818 2Kor   8:5  |            zichzelven eerst aan den Heere en daarna aan ons, door den
43819 2Kor   8:7  |              overvloedig zijt, in geloof, en in woord, en in kennis,
43820 2Kor   8:7  |                   in geloof, en in woord, en in kennis, en in alle naarstigheid,
43821 2Kor   8:7  |                   in woord, en in kennis, en in alle naarstigheid, en
43822 2Kor   8:7  |                  en in alle naarstigheid, en in uw liefde tot ons, ziet,
43823 2Kor   8:10 |                                        10 En ik zeg in dezen mijn mening;
43824 2Kor   8:13 |                zouden verlichting hebben, en gij verdrukking; ~
43825 2Kor   8:15 |             verzameld had, had niet over; en die weinig verzameld had,
43826 2Kor   8:17 |               vermaning heeft aangenomen, en zeer naarstig zijnde, gewillig
43827 2Kor   8:18 |                                        18 En wij hebben ook met hem gezonden
43828 2Kor   8:19 |                                        19 En dat niet alleen, maar hij
43829 2Kor   8:19 |           heerlijkheid des Heeren Zelven, en de volvaardigheid uws gemoeds; ~
43830 2Kor   8:22 |              hebben, dat hij naarstig is; en nu veel naarstiger, door
43831 2Kor   8:23 |               Titus, hij is mijn metgezel en medearbeider bij u; hetzij
43832 2Kor   8:23 |                 afgezanten der Gemeenten, en een eer van Christus. ~
43833 2Kor   8:24 |                 de bewijzing uwer liefde, en van onzen roem van u, ook
43834 2Kor   9:2  |                   jaar bereid is geweest; en de ijver, van u begonnen,
43835 2Kor   9:4  |                                         4 En dat niet mogelijk, zo de
43836 2Kor   9:4  |               Macedoniers met mij kwamen, en u onbereid vonden, wij (
43837 2Kor   9:5  |                 eerst tot u zouden komen, en voorbereiden uw te voren
43838 2Kor   9:5  |                  zij, alzo als een zegen, en niet als een vrekheid. ~
43839 2Kor   9:6  |                                         6 En dit zeg ik: Die spaarzamelijk
43840 2Kor   9:6  |                 ook spaarzamelijk maaien; en die in zegeningen zaait,
43841 2Kor   9:8  |                                         8 En God is machtig alle genade
43842 2Kor   9:10 |             verlene ook brood tot spijze, en vermenigvuldige uw gezaaisel,
43843 2Kor   9:10 |             vermenigvuldige uw gezaaisel, en vermeerdere de vruchten
43844 2Kor   9:13 |                   Evangelie van Christus, en over de goeddadigheid der
43845 2Kor   9:13 |      goeddadigheid der mededeling aan hen en aan allen; ~
43846 2Kor   9:14 |                                        14 En door hun gebed voor u, welke
43847 2Kor  10:1  |                   door de zachtmoedigheid en goedertierenheid van Christus,
43848 2Kor  10:5  |            overleggingen ter nederwerpen, en alle hoogte, die zich verheft
43849 2Kor  10:5  |                  tegen de kennis van God, en alle gedachte gevangen leiden
43850 2Kor  10:6  |                                         6 En gereed hebben, hetgeen dient
43851 2Kor  10:8  |              gegeven heeft tot stichting, en niet tot uw nederwerping,
43852 2Kor  10:10 |                   zij) zijn wel gewichtig en krachtig; maar de tegenwoordigheid
43853 2Kor  10:10 |    tegenwoordigheid des lichaams is zwak, en de rede is verachtelijk. ~
43854 2Kor  10:12 |          zichzelven met zichzelven meten, en zichzelven met zichzelven
43855 2Kor  11:6  |                                         6 En indien ik ook slecht ben
43856 2Kor  11:8  |                nemende, om u te bedienen; en als ik bij u tegenwoordig
43857 2Kor  11:8  |                 ik bij u tegenwoordig was en gebrek had, ben ik niemand
43858 2Kor  11:9  |                 die van Macedonie kwamen; en ik heb mijzelven in alles
43859 2Kor  11:9  |            gehouden zonder u te bezwaren, en zal mij nog alzo houden. ~
43860 2Kor  11:14 |                                        14 En het is geen wonder; want
43861 2Kor  11:25 |                 geleden, een gansen nacht en dag heb ik in de diepte
43862 2Kor  11:27 |                              27 In arbeid en moeite, in waken menigmaal,
43863 2Kor  11:27 |                waken menigmaal, in honger en dorst, in vasten menigmaal,
43864 2Kor  11:27 |                vasten menigmaal, in koude en naaktheid. ~
43865 2Kor  11:31 |                                 31 De God en Vader van onzen Heere Jezus
43866 2Kor  11:33 |                                        33 En ik werd door een venster
43867 2Kor  11:33 |               over den muur nedergelaten, en ontvlood zijn handen. ~  ~
43868 2Kor  12:1  |                   zal komen tot gezichten en openbaringen des Heeren. ~
43869 2Kor  12:3  |                                         3 En ik ken een zodanig mens (
43870 2Kor  12:4  |                  geweest in het paradijs, en gehoord heeft onuitsprekelijke
43871 2Kor  12:7  |                                         7 En opdat ik mij door de uitnemendheid
43872 2Kor  12:9  |                                         9 En Hij heeft tot mij gezegd:
43873 2Kor  12:12 |                lijdzaamheid, met tekenen, en wonderen, en krachten. ~
43874 2Kor  12:12 |                 met tekenen, en wonderen, en krachten. ~
43875 2Kor  12:14 |                gereed, om tot u te komen, en zal u niet lastig zijn;
43876 2Kor  12:15 |                                        15 En ik zal zeer gaarne de kosten
43877 2Kor  12:15 |               zeer gaarne de kosten doen, en voor uw zielen ten koste
43878 2Kor  12:18 |                  18 Ik heb Titus gebeden, en den broeder medegezonden;
43879 2Kor  12:19 |     tegenwoordigheid van God in Christus; en dit alles, geliefden, tot
43880 2Kor  12:20 |              vinden zodanigen als ik wil, en dat ik van u zal gevonden
43881 2Kor  12:21 |                 mij niet vernedere bij u, en ik rouw hebbe over velen,
43882 2Kor  12:21 |                   voren gezondigd hebben, en die zich niet bekeerd zullen
43883 2Kor  12:21 |               hebben van de onreinigheid, en hoererij, en ontuchtigheid,
43884 2Kor  12:21 |                onreinigheid, en hoererij, en ontuchtigheid, die zij gedaan
43885 2Kor  13:2  |                  heb het te voren gezegd, en zeg het te voren als tegenwoordig
43886 2Kor  13:2  |       tegenwoordig zijnde de tweede maal, en ik schrijf het nu afwezende
43887 2Kor  13:2  |                   voren gezondigd hebben, en aan al de anderen, dat,
43888 2Kor  13:7  |                                         7 En ik wens van God, dat gij
43889 2Kor  13:7  |                 gij het goede zoudt doen, en wij als verwerpelijk zouden
43890 2Kor  13:9  |                    wanneer wij zwak zijn, en gij sterk zijt. En wij wensen
43891 2Kor  13:9  |                  zijn, en gij sterk zijt. En wij wensen ook dit, namelijk
43892 2Kor  13:10 |              gegeven heeft tot opbouwing, en niet tot nederwerping. ~
43893 2Kor  13:11 |               eensgezind, leeft in vrede; en de God der liefde en des
43894 2Kor  13:11 |               vrede; en de God der liefde en des vredes zal met u zijn. ~
43895 2Kor  13:13 |                 den Heere Jezus Christus, en de liefde van God, en de
43896 2Kor  13:13 |           Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap des Heiligen
43897 Gal   1:1   |                 maar door Jezus Christus, en God den Vader, Die Hem uit
43898 Gal   1:2   |                                         2 En al de broeders, die met
43899 Gal   1:3   |                            3 Genade zij u en vrede van God den Vader,
43900 Gal   1:3   |                  vrede van God den Vader, en onzen Heere Jezus Christus; ~
43901 Gal   1:4   |                naar den wil van onzen God en Vader; ~
43902 Gal   1:7   |                sommigen, die u ontroeren, en het Evangelie van Christus
43903 Gal   1:13  |                  Gemeente Gods vervolgde, en dezelve verwoestte; ~
43904 Gal   1:14  |                                        14 En dat ik in het Jodendom toenam
43905 Gal   1:15  |               lijf aan afgezonderd heeft, en geroepen door Zijn genade, ~
43906 Gal   1:16  |                  te rade gegaan met vlees en bloed; ~
43907 Gal   1:17  |                                        17 En ben niet wederom gegaan
43908 Gal   1:17  |                   ging henen naar Arabie, en keerde wederom naar Damaskus. ~
43909 Gal   1:18  |          Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en ik bleef bij hem vijftien
43910 Gal   1:19  |                                        19 En zag geen ander van de apostelen,
43911 Gal   1:21  |                  in de gewesten van Syrie en van Cilicie. ~
43912 Gal   1:22  |                                        22 En ik was van aangezicht onbekend
43913 Gal   1:24  |                                        24 En zij verheerlijkten God in
43914 Gal   2:2   |                                         2 En ik ging op door een openbaring,
43915 Gal   2:2   |                   op door een openbaring, en stelde hun het Evangelie
43916 Gal   2:2   |                 predik onder de heidenen; en in het bijzonder aan degenen,
43917 Gal   2:4   |                                         4 En dat om der ingekropen valse
43918 Gal   2:6   |                                         6 En van degenen, die geacht
43919 Gal   2:9   |                                         9 En als Jakobus, en Cefas, en
43920 Gal   2:9   |                         9 En als Jakobus, en Cefas, en Johannes, die
43921 Gal   2:9   |                 En als Jakobus, en Cefas, en Johannes, die geacht waren
43922 Gal   2:9   |                   bekenden, gaven zij mij en Barnabas de rechter hand
43923 Gal   2:9   |                opdat wij tot de heidenen, en zij tot de besnijdenis zouden
43924 Gal   2:11  |                                        11 En toen Petrus te Antiochie
43925 Gal   2:12  |                   waren, onttrok hij zich en scheidde zichzelven af,
43926 Gal   2:13  |                                        13 En ook de andere Joden veinsden
43927 Gal   2:14  |                naar heidense wijze leeft, en niet naar Joodse wijze,
43928 Gal   2:15  |                Wij zijn van nature Joden, en niet zondaars uit de heidenen; ~
43929 Gal   2:16  |                  het geloof van Christus, en niet uit de werken der wet;
43930 Gal   2:20  |                ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer
43931 Gal   2:20  |               maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees
43932 Gal   2:20  |                  Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven
43933 Gal   3:5   |                   dan den Geest verleent, en krachten onder u werkt,
43934 Gal   3:6   |               Abraham Gode geloofd heeft, en het is hem tot rechtvaardigheid
43935 Gal   3:8   |                                         8 En de Schrift, te voren ziende,
43936 Gal   3:11  |                                        11 En dat niemand door de wet
43937 Gal   3:14  |              komen zou in Christus Jezus, en opdat wij de belofte des
43938 Gal   3:16  |                 beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij
43939 Gal   3:16  |                 gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen;
43940 Gal   3:16  |                  velen; maar als van een: En uw zade; hetwelk is Christus. ~
43941 Gal   3:17  |                                        17 En dit zeg ik: Het verbond,
43942 Gal   3:17  |                   wet, die na vierhonderd en dertig jaren gekomen is,
43943 Gal   3:19  |               zijn, dien het beloofd was; en zij is door de engelen besteld
43944 Gal   3:20  |                                        20 En de Middelaar is niet Middelaar
43945 Gal   3:23  |                  wet in bewaring gesteld, en zijn besloten geweest tot
43946 Gal   3:28  |                 vrije; daarin is geen man en vrouw; want gij allen zijt
43947 Gal   3:29  |                                        29 En indien gij van Christus
43948 Gal   3:29  |               zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen. ~  ~  ~ 
43949 Gal   4:2   |                 Maar hij is onder voogden en verzorgers, tot den tijd
43950 Gal   4:5   |                 wet waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot
43951 Gal   4:6   |                                         6 En overmits gij kinderen zijt,
43952 Gal   4:7   |              dienstknecht, maar een zoon; en indien gij een zoon zijt,
43953 Gal   4:9   |                                         9 En nu, als gij God kent, ja,
43954 Gal   4:9   |                   u wederom tot de zwakke en arme beginselen, welke gij
43955 Gal   4:10  |                  10 Gij onderhoudt dagen, en maanden, en tijden, en jaren. ~
43956 Gal   4:10  |             onderhoudt dagen, en maanden, en tijden, en jaren. ~
43957 Gal   4:10  |                    en maanden, en tijden, en jaren. ~
43958 Gal   4:13  |                                        13 En gij weet, dat ik u door
43959 Gal   4:14  |                                        14 En mijn verzoeking, die in
43960 Gal   4:15  |                   ogen zoudt uitgegraven, en mij gegeven hebben. ~
43961 Gal   4:18  |                  tijd te ijveren is goed, en niet alleenlijk, als ik
43962 Gal   4:20  |                  tegenwoordig bij u ware, en mijn stem mocht veranderen;
43963 Gal   4:22  |                   een uit de dienstmaagd, en een uit de vrije. ~
43964 Gal   4:25  |                Sinai, een berg in Arabie, en komt overeen met Jeruzalem,
43965 Gal   4:25  |                 met Jeruzalem, dat nu is, en dienstbaar is met haar kinderen. ~
43966 Gal   4:27  |                 die niet baart, breek uit en roep, gij, die geen barensnood
43967 Gal   4:30  |                   Werp de dienstmaagd uit en haar zoon; want de zoon
43968 Gal   5:1   |               Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het
43969 Gal   5:3   |                                         3 En ik betuig wederom een iegelijk
43970 Gal   5:15  |                  indien gij elkander bijt en vereet, ziet toe, dat gij
43971 Gal   5:16  |                                        16 En ik zeg: Wandelt door den
43972 Gal   5:16  |                    Wandelt door den Geest en volbrengt de begeerlijkheden
43973 Gal   5:17  |                  begeert tegen den Geest, en de Geest tegen het vlees;
43974 Gal   5:17  |                 de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander,
43975 Gal   5:21  |             dronkenschappen, brasserijen, en dergelijke; van dewelke
43976 Gal   5:24  |                gekruist met de bewegingen en begeerlijkheden. ~
43977 Gal   6:2   |                  Draagt elkanders lasten, en vervult alzo de wet van
43978 Gal   6:4   |                 beproeve zijn eigen werk; en alsdan zal hij aan zichzelven
43979 Gal   6:4   |            zichzelven alleen roem hebben, en niet aan een anderen. ~
43980 Gal   6:6   |                                         6 En die onderwezen wordt in
43981 Gal   6:14  |                 wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld. ~
43982 Gal   6:16  |                                        16 En zovelen als er naar dezen
43983 Gal   6:16  |               over dezelve zal zijn vrede en barmhartigheid, en over
43984 Gal   6:16  |                  vrede en barmhartigheid, en over het Israel Gods. ~
43985 Efez   1:1  |              heiligen, die te Efeze zijn, en gelovigen in Christus Jezus: ~
43986 Efez   1:2  |                            2 Genade zij u en vrede van God, onzen Vader,
43987 Efez   1:2  |               vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
43988 Efez   1:3  |                     3 Gezegend zij de God en Vader van onzen Heere Jezus
43989 Efez   1:4  |                   opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor
43990 Efez   1:8  |                 over ons in alle wijsheid en voorzichtigheid; ~
43991 Efez   1:10 |                beide dat in den hemel is, en dat op de aarde is; ~
43992 Efez   1:15 |              Heere Jezus, dat onder u is, en de liefde tot al de heiligen, ~
43993 Efez   1:17 |               geve den Geest der wijsheid en der openbaring in Zijn kennis; ~
43994 Efez   1:18 |                 de hoop van Zijn roeping, en welke de rijkdom zij der
43995 Efez   1:19 |                                        19 En welke de uitnemende grootheid
43996 Efez   1:20 |                  de doden heeft opgewekt; en heeft Hem gezet tot Zijn
43997 Efez   1:21 |                Verre boven alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij,
43998 Efez   1:21 |                  alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij,
43999 Efez   1:21 |            overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en allen naam,
44000 Efez   1:21 |                  kracht, en heerschappij, en allen naam, die genaamd