Book Chapter: Verse

44501 1Tim   5:8  |                   het geloof verloochend, en is erger dan een ongelovige. ~
44502 1Tim   5:13 |                                        13 En meteen ook leren zij ledig
44503 1Tim   5:13 |               ledig omgaan bij de huizen; en zijn niet alleen ledig,
44504 1Tim   5:13 |               ledig, maar ook klapachtig, en ijdele dingen doende, sprekende,
44505 1Tim   5:16 |                 haar genoegzame hulp doe, en dat de Gemeente niet bezwaard
44506 1Tim   5:17 |                 die arbeiden in het Woord en de leer. ~
44507 1Tim   5:18 |                 zult gij niet muilbanden; en: De arbeider is zijn loon
44508 1Tim   5:21 |                    21 Ik betuig voor God, en den Heere Jezus Christus,
44509 1Tim   5:21 |                 den Heere Jezus Christus, en de uitverkoren engelen,
44510 1Tim   5:22 |                  haastelijk de handen op, en heb geen gemeenschap aan
44511 1Tim   5:23 |                   weinig wijn, om uw maag en uw menigvuldige zwakheden. ~
44512 1Tim   5:24 |                 zonden te voren openbaar, en gaan voor tot hun veroordeling;
44513 1Tim   5:24 |                voor tot hun veroordeling; en in sommigen ook volgen zij
44514 1Tim   5:25 |                   zijn te voren openbaar, en daar het anders mede gelegen
44515 1Tim   6:1  |                    opdat de Naam van God, en de leer niet gelasterd worde. ~
44516 1Tim   6:2  |                                         2 En die gelovige heren hebben,
44517 1Tim   6:2  |                 dienen, omdat zij gelovig en geliefd zijn, als die deze
44518 1Tim   6:2  |                mede deelachtig zijn. Leer en vermaan deze dingen. ~
44519 1Tim   6:3  |             iemand een andere leer leert, en niet overeenkomt met de
44520 1Tim   6:3  |               onzen Heere Jezus Christus, en met de leer, die naar de
44521 1Tim   6:4  |                      4 Die is opgeblazen, en weet niets, maar hij raast
44522 1Tim   6:4  |                raast omtrent twist vragen en woordenstrijd; uit welke
44523 1Tim   6:5  |                verdorven verstand hebben, en van de waarheid beroofd
44524 1Tim   6:8  |                    8 Maar als wij voedsel en deksel hebben, wij zullen
44525 1Tim   6:9  |             worden, vallen in verzoeking, en in den strik, en in vele
44526 1Tim   6:9  |              verzoeking, en in den strik, en in vele dwaze en schadelijke
44527 1Tim   6:9  |                   strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerlijkheden,
44528 1Tim   6:9  |                 doen verzinken in verderf en ondergang. ~
44529 1Tim   6:10 |                afgedwaald van het geloof, en hebben zichzelven met vele
44530 1Tim   6:11 |                  Gods, vlied deze dingen; en jaag naar gerechtigheid,
44531 1Tim   6:12 |            hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis beleden
44532 1Tim   6:13 |                   alle ding levend maakt, en voor Christus Jezus, Die
44533 1Tim   6:14 |                dit gebod houdt, onbevlekt en onberispelijk, tot op de
44534 1Tim   6:15 |               tijd vertonen zal de zalige en alleen machtige Heere, de
44535 1Tim   6:15 |                   de Koning der koningen, en Heere der heren; ~
44536 1Tim   6:16 |                   onsterfelijkheid heeft, en een ontoegankelijk licht
44537 1Tim   6:16 |                  zien kan; Welken zij eer en eeuwige kracht. Amen. ~
44538 1Tim   6:18 |                  gaarne mededelende zijn, en gemeenzaam; ~
44539 1Tim   6:20 |                 ongoddelijk ijdel-roepen, en van de tegenstellingen der
44540 2Tim   1:2  |                  zij u van God den Vader, en Christus Jezus, onzen Heere. ~
44541 2Tim   1:3  |                 ben in mijn gebeden nacht en dag; ~
44542 2Tim   1:5  |                   in uw grootmoeder Lois, en in uw moeder Eunice; en
44543 2Tim   1:5  |                   en in uw moeder Eunice; en ik ben verzekerd, dat het
44544 2Tim   1:7  |         vreesachtigheid, maar der kracht, en der liefde, en der gematigdheid. ~
44545 2Tim   1:7  |                der kracht, en der liefde, en der gematigdheid. ~
44546 2Tim   1:9  |                  ons heeft zalig gemaakt, en geroepen met een heilige
44547 2Tim   1:9  |                 naar Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven
44548 2Tim   1:10 |                dood heeft te niet gedaan, en het leven en de onverderfelijkheid
44549 2Tim   1:10 |                 niet gedaan, en het leven en de onverderfelijkheid aan
44550 2Tim   1:11 |                 gesteld ben een prediker, en een apostel, en een leraar
44551 2Tim   1:11 |                 prediker, en een apostel, en een leraar der heidenen; ~
44552 2Tim   1:12 |                weet, Wien ik geloofd heb, en ik ben verzekerd, dat Hij
44553 2Tim   1:13 |                   gehoord hebt, in geloof en liefde, die in Christus
44554 2Tim   1:15 |                 onder dewelke is Fygellus en Hermogenes. ~
44555 2Tim   1:16 |              heeft mij dikmaals verkwikt, en heeft zich mijner keten
44556 2Tim   1:17 |                zeer naarstiglijk gezocht, en heeft mij gevonden. ~
44557 2Tim   1:18 |                   den Heere, in dien dag; en hoeveel hij mij te Efeze
44558 2Tim   2:2  |                                         2 En hetgeen gij van mij gehoord
44559 2Tim   2:5  |                                         5 En indien ook iemand strijdt,
44560 2Tim   2:14 |               deze dingen in gedachtenis, en betuig voor den Heere, dat
44561 2Tim   2:17 |                                        17 En hun woord zal voorteten,
44562 2Tim   2:17 |                   onder welke is Hymeneus en Filetus; ~
44563 2Tim   2:18 |            opstanding alrede geschied is, en verkeren sommiger geloof. ~
44564 2Tim   2:19 |              degenen, die de Zijnen zijn; en: Een iegelijk, die den Naam
44565 2Tim   2:20 |                   zijn niet alleen gouden en zilveren vaten, maar ook
44566 2Tim   2:20 |           zilveren vaten, maar ook houten en aarden vaten; en sommige
44567 2Tim   2:20 |                   houten en aarden vaten; en sommige ter ere, maar sommige
44568 2Tim   2:21 |                   zijn ter ere, geheiligd en bekwaam tot gebruik des
44569 2Tim   2:22 |             begeerlijkheden der jonkheid; en jaag naar rechtvaardigheid,
44570 2Tim   2:23 |                                        23 En verwerp de vragen, die dwaas
44571 2Tim   2:23 |              verwerp de vragen, die dwaas en zonder lering zijn, wetende,
44572 2Tim   2:24 |                                        24 En een dienstknecht des Heeren
44573 2Tim   2:24 |               allen, bekwaam om te leren, en die de kwaden kan verdragen; ~
44574 2Tim   2:26 |                                        26 En zij wederom ontwaken mochten
44575 2Tim   3:1  |                                         1 En weet dit, dat in de laatste
44576 2Tim   3:6  |                   in de huizen insluipen, en nemen de vrouwkens gevangen,
44577 2Tim   3:6  |                  met zonden geladen zijn, en door menigerlei begeerlijkheden
44578 2Tim   3:7  |              Vrouwkens, die altijd leren, en nimmermeer tot kennis der
44579 2Tim   3:8  |                  8 Gelijkerwijs nu Jannes en Jambres Mozes tegenstonden,
44580 2Tim   3:11 |                  in Antiochie, in Ikonium en in Lystre; hoedanige vervolgingen
44581 2Tim   3:11 |              vervolgingen ik geleden heb, en de Heere heeft mij uit alle
44582 2Tim   3:12 |                                        12 En ook allen, die godzaliglijk
44583 2Tim   3:13 |                    13 Doch de boze mensen en bedriegers zullen tot erger
44584 2Tim   3:13 |              erger voortgaan, verleidende en wordende verleid. ~
44585 2Tim   3:14 |                 hetgeen gij geleerd hebt, en waarvan u verzekering gedaan
44586 2Tim   3:15 |                                        15 En dat gij van kinds af de
44587 2Tim   3:16 |             Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot
44588 2Tim   4:1  |                  1 Ik betuig dan voor God en den Heere Jezus Christus,
44589 2Tim   4:1  |                 Christus, Die de levenden en doden oordelen zal in Zijn
44590 2Tim   4:1  |                  zal in Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk: ~
44591 2Tim   4:2  |            vermaan in alle lankmoedigheid en leer. ~
44592 2Tim   4:4  |                                         4 En zullen hun gehoor van de
44593 2Tim   4:4  |                 van de waarheid afwenden, en zullen zich keren tot fabelen. ~
44594 2Tim   4:6  |                  een drankoffer geofferd, en de tijd mijner ontbinding
44595 2Tim   4:8  |                    in dien dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook
44596 2Tim   4:10 |        tegenwoordige wereld liefgekregen, en is naar Thessalonica gereisd;
44597 2Tim   4:11 |                met mij. Neem Markus mede, en breng hem met u; want hij
44598 2Tim   4:13 |                gelaten heb, als gij komt, en de boeken, inzonderheid
44599 2Tim   4:17 |               Heere heeft mij bijgestaan, en heeft mij bekrachtigd; opdat
44600 2Tim   4:17 |          verzekerd zijn van de prediking, en alle heidenen dezelve zouden
44601 2Tim   4:17 |            heidenen dezelve zouden horen. En ik ben uit de muil des leeuws
44602 2Tim   4:18 |                                        18 En de Heere zal mij verlossen
44603 2Tim   4:18 |             verlossen van alle boos werk, en bewaren tot Zijn hemels
44604 2Tim   4:19 |                           19 Groet Priska en Aquila, en het huis van
44605 2Tim   4:19 |                   Groet Priska en Aquila, en het huis van Onesiforus. ~
44606 2Tim   4:20 |                  is te Korinthe gebleven; en Trofimus heb ik te Milete
44607 2Tim   4:21 |                   komen. U groet Eubulus, en Pudens, en Linus, en Klaudia,
44608 2Tim   4:21 |                 groet Eubulus, en Pudens, en Linus, en Klaudia, en al
44609 2Tim   4:21 |             Eubulus, en Pudens, en Linus, en Klaudia, en al de broeders. ~
44610 2Tim   4:21 |             Pudens, en Linus, en Klaudia, en al de broeders. ~
44611 2Tim   5:1  |                    een dienstknecht Gods, en een apostel van Jezus Christus,
44612 2Tim   5:1  |                   der uitverkorenen Gods, en de kennis der waarheid,
44613 2Tim   5:4  |                  zij u van God den Vader, en den Heere Jezus Christus,
44614 2Tim   5:5  |                   zoudt te recht brengen, en dat gij van stad tot stad
44615 2Tim   5:9  |            vermanen door de gezonde leer, en om de tegensprekers te wederleggen. ~
44616 2Tim   5:10 |           ongeregelden, ijdelheidsprekers en verleiders van zinnen, inzonderheid
44617 2Tim   5:14 |                                        14 En zich niet begeven tot Joodse
44618 2Tim   5:14 |               begeven tot Joodse fabelen, en geboden der mensen, die
44619 2Tim   5:15 |                reinen, maar den bevlekten en ongelovigen is geen ding
44620 2Tim   5:15 |                   maar beide hun verstand en geweten zijn bevlekt.
44621 2Tim   5:16 |                   alzo zij gruwelijk zijn en ongehoorzaam, en tot alle
44622 2Tim   5:16 |           gruwelijk zijn en ongehoorzaam, en tot alle goed werk ongeschikt. ~  ~  ~  ~
44623 Tit   1:1   |                    een dienstknecht Gods, en een apostel van Jezus Christus,
44624 Tit   1:1   |                   der uitverkorenen Gods, en de kennis der waarheid,
44625 Tit   1:4   |                  zij u van God den Vader, en den Heere Jezus Christus,
44626 Tit   1:5   |                   zoudt te recht brengen, en dat gij van stad tot stad
44627 Tit   1:9   |            vermanen door de gezonde leer, en om de tegensprekers te wederleggen. ~
44628 Tit   1:10  |           ongeregelden, ijdelheidsprekers en verleiders van zinnen, inzonderheid
44629 Tit   1:14  |                                        14 En zich niet begeven tot Joodse
44630 Tit   1:14  |               begeven tot Joodse fabelen, en geboden der mensen, die
44631 Tit   1:15  |                reinen, maar den bevlekten en ongelovigen is geen ding
44632 Tit   1:15  |                   maar beide hun verstand en geweten zijn bevlekt.
44633 Tit   1:16  |                   alzo zij gruwelijk zijn en ongehoorzaam, en tot alle
44634 Tit   1:16  |           gruwelijk zijn en ongehoorzaam, en tot alle goed werk ongeschikt. ~  ~
44635 Tit   2:8   |                        8 Het woord gezond en onverwerpelijk, opdat degene,
44636 Tit   2:8   |            daartegen is, beschaamd worde, en niets kwaads hebbe van ulieden
44637 Tit   2:12  |                                        12 En onderwijst ons, dat wij,
44638 Tit   2:12  |                 dat wij, de goddeloosheid en de wereldse begeerlijkheden
44639 Tit   2:12  |         begeerlijkheden verzakende, matig en rechtvaardig, en godzalig
44640 Tit   2:12  |                    matig en rechtvaardig, en godzalig leven zouden in
44641 Tit   2:13  |               Verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid
44642 Tit   2:13  |           heerlijkheid van den groten God en onzen Zaligmaker Jezus Christus; ~
44643 Tit   2:14  |                 van alle ongerechtigheid, en Zichzelven een eigen volk
44644 Tit   2:15  |                            15 Spreek dit, en vermaan, en bestraf met
44645 Tit   2:15  |                   Spreek dit, en vermaan, en bestraf met allen ernst.
44646 Tit   3:1   |                  dat zij aan de overheden en machten onderdanig zijn,
44647 Tit   3:3   |                menigerlei begeerlijkheden en wellusten dienende, in boosheid
44648 Tit   3:3   |           wellusten dienende, in boosheid en nijdigheid levende, hatelijk
44649 Tit   3:3   |                 levende, hatelijk zijnde, en elkander hatende. ~
44650 Tit   3:4   |                van God, onzen Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen
44651 Tit   3:5   |                 het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen
44652 Tit   3:8   |                 Dit is een getrouw woord, en deze dingen wil ik, dat
44653 Tit   3:8   |                 dingen zijn het, die goed en nuttig zijn den mensen.
44654 Tit   3:9   |                  wedersta de dwaze vragen en geslachtsrekeningen, en
44655 Tit   3:9   |                   en geslachtsrekeningen, en twistingen, en strijdingen
44656 Tit   3:9   |       geslachtsrekeningen, en twistingen, en strijdingen over de wet;
44657 Tit   3:9   |                  wet; want zij zijn onnut en ijdel. ~
44658 Tit   3:10  |               kettersen mens na de eerste en tweede vermaning; ~
44659 Tit   3:11  |                  de zodanige verkeerd is, en zondigt, zijnde bij zichzelf
44660 Tit   3:13  |                   Zenas, den wetgeleerde, en Apollos zorgvuldiglijk,
44661 Tit   3:14  |                                        14 En dat ook de onzen leren,
44662 File   1:1  |             gevangene van Christus Jezus, en Timotheus, de broeder, aan
44663 File   1:1  |                aan Filemon, den geliefde, en onzen medearbeider, ~
44664 File   1:2  |                                         2 En aan Appia, de geliefde,
44665 File   1:2  |                   aan Appia, de geliefde, en aan Archippus, onzen medestrijder,
44666 File   1:2  |            Archippus, onzen medestrijder, en aan de Gemeente, die te
44667 File   1:3  |                      3 Genade zij ulieden en vrede van God, onzen Vader,
44668 File   1:3  |               vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
44669 File   1:5  |                  5 Alzo ik hoor uw liefde en geloof, hetwelk gij hebt
44670 File   1:5  |                 hebt aan den Heere Jezus, en jegens al de heiligen; ~
44671 File   1:7  |                  wij hebben grote vreugde en vertroosting over uw liefde,
44672 File   1:9  |                weten Paulus, een oud man, en nu ook een gevangene van
44673 File   1:11 |           eertijds u onnut was, maar nu u en mij zeer nuttig; denwelken
44674 File   1:16 |                 dan u, beide in het vlees en in den Heere. ~
44675 File   1:18 |                                        18 En indien hij u iets verongelijkt
44676 File   1:21 |        vertrouwende op uw gehoorzaamheid; en ik weet, dat gij doen zult
44677 File   1:22 |                                        22 En bereid mij ook tegelijk
44678 Heb   1:1   |                   God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de
44679 Heb   1:3   |          Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner
44680 Heb   1:3   |                   Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door
44681 Heb   1:5   |               heden heb ik u gegenereerd? En wederom: Ik zal Hem tot
44682 Heb   1:5   |                   Hem tot een Vader zijn, en Hij zal Mij tot een Zoon
44683 Heb   1:6   |                                         6 En als Hij wederom de Eerstgeborene
44684 Heb   1:6   |                   in de wereld, zegt Hij: En dat alle engelen Gods Hem
44685 Heb   1:7   |                                         7 En tot de engelen zegt Hij
44686 Heb   1:7   |               Zijn engelen maakt geesten, en Zijn dienaars een vlam des
44687 Heb   1:9   |               rechtvaardigheid liefgehad, en ongerechtigheid gehaat;
44688 Heb   1:10  |                                        10 En: Gij, Heere! hebt in den
44689 Heb   1:10  |                 beginne de aarde gegrond, en de hemelen zijn werken Uwer
44690 Heb   1:11  |                   maar Gij blijft altijd, en zij zullen alle als een
44691 Heb   1:12  |                                        12 En als een dekkleed zult Gij
44692 Heb   1:12  |                  zult Gij ze ineenrollen, en zij zullen veranderd worden;
44693 Heb   1:12  |                   maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet ophouden. ~
44694 Heb   1:13  |                                        13 En tot welken der engelen heeft
44695 Heb   2:2   |               gesproken, vast is geweest, en alle overtreding en ongehoorzaamheid
44696 Heb   2:2   |              geweest, en alle overtreding en ongehoorzaamheid rechtvaardige
44697 Heb   2:4   |              medegetuigende door tekenen, en wonderen, en menigerlei
44698 Heb   2:4   |                door tekenen, en wonderen, en menigerlei krachten en bedelingen
44699 Heb   2:4   |                    en menigerlei krachten en bedelingen des Heiligen
44700 Heb   2:7   |                 engelen; met heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond,
44701 Heb   2:7   |                eer hebt Gij hem gekroond, en Gij hebt hem gesteld over
44702 Heb   2:9   |               zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond, Die een weinig
44703 Heb   2:10  |                  Welken alle dingen zijn, en door Welken alle dingen
44704 Heb   2:11  |                                   11 Want en Hij, Die heiligt, en zij,
44705 Heb   2:11  |                 Want en Hij, Die heiligt, en zij, die geheiligd worden,
44706 Heb   2:13  |                                        13 En wederom: Ik zal Mijn betrouwen
44707 Heb   2:13  |                 betrouwen op Hem stellen. En wederom: Zie daar, Ik en
44708 Heb   2:13  |                  En wederom: Zie daar, Ik en de kinderen, die Mij God
44709 Heb   2:14  |                dan de kinderen des vleses en bloeds deelachtig zijn,
44710 Heb   2:15  |                                        15 En verlossen zou al degenen,
44711 Heb   2:17  |                  opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester
44712 Heb   3:1   |                zijt, aanmerkt den Apostel en Hogepriester onzer belijdenis,
44713 Heb   3:5   |                                         5 En Mozes is wel getrouw geweest
44714 Heb   3:6   |                wij maar de vrijmoedigheid en de roem der hoop tot het
44715 Heb   3:9   |                  zij hebben Mij beproefd, en hebben Mijn werken gezien,
44716 Heb   3:10  |              vertoornd over dat geslacht, en sprak: Altijd dwalen zij
44717 Heb   3:10  |                  dwalen zij met het hart, en zij hebben Mijn wegen niet
44718 Heb   3:18  |                                        18 En welken heeft Hij gezworen,
44719 Heb   3:19  |                                        19 En wij zien, dat zij niet hebben
44720 Heb   4:4   |             zevenden dag aldus gesproken: En God heeft op den zevenden
44721 Heb   4:5   |                                         5 En in deze plaats wederom:
44722 Heb   4:6   |                   in dezelve rust ingaan, en degenen, dien het Evangelie
44723 Heb   4:12  |                  het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender
44724 Heb   4:12  |               Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig
44725 Heb   4:12  |                 enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling
44726 Heb   4:12  |                tot de verdeling der ziel, en des geestes, en der samenvoegselen,
44727 Heb   4:12  |                 der ziel, en des geestes, en der samenvoegselen, en des
44728 Heb   4:12  |                    en der samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler
44729 Heb   4:12  |             samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler der gedachten
44730 Heb   4:12  |                een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten. ~
44731 Heb   4:13  |                                        13 En er is geen schepsel onzichtbaar
44732 Heb   4:13  |               maar alle dingen zijn naakt en geopend voor de ogen Desgenen,
44733 Heb   4:16  |          barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen
44734 Heb   5:1   |                    opdat hij offere gaven en slachtofferen voor de zonden; ~
44735 Heb   5:2   |                  hebben met de onwetenden en dwalenden, overmits hij
44736 Heb   5:3   |                                         3 En om derzelver zwakheid wil
44737 Heb   5:4   |                                         4 En niemand neemt zichzelven
44738 Heb   5:7   |               dagen Zijns vleses, gebeden en smekingen tot Dengene, Die
44739 Heb   5:7   |             verlossen, met sterke roeping en tranen geofferd hebbende,
44740 Heb   5:7   |                 tranen geofferd hebbende, en verhoord zijnde uit de vreze. ~
44741 Heb   5:9   |                                         9 En geheiligd zijnde, is Hij
44742 Heb   5:10  |                                        10 En is van God genaamd een Hogepriester,
44743 Heb   5:11  |                   wij hebben vele dingen, en zwaar om te verklaren, te
44744 Heb   5:12  |         beginselen zijn der woorden Gods; en gij zijt geworden, als die
44745 Heb   5:12  |                 die melk van node hebben, en niet vaste spijze. ~
44746 Heb   5:14  |            onderscheiding beide des goeds en des kwaads. ~  ~
44747 Heb   6:1   |                 bekering van dode werken, en van het geloof in God, ~
44748 Heb   6:2   |                  2 Van de leer der dopen, en van de oplegging der handen,
44749 Heb   6:2   |                  de oplegging der handen, en van de opstanding der doden,
44750 Heb   6:2   |                  de opstanding der doden, en van het eeuwig oordeel. ~
44751 Heb   6:3   |                                         3 En dit zullen wij ook doen,
44752 Heb   6:4   |               eens verlicht geweest zijn, en de hemelse gave gesmaakt
44753 Heb   6:4   |             hemelse gave gesmaakt hebben, en des Heiligen Geestes deelachtig
44754 Heb   6:5   |                                         5 En gesmaakt hebben het goede
44755 Heb   6:5   |              hebben het goede woord Gods, en de krachten der toekomende
44756 Heb   6:6   |                                         6 En afvallig worden, die, zeg
44757 Heb   6:6   |                 van God wederom kruisigen en openlijk te schande maken. ~
44758 Heb   6:7   |                   haar komende, indrinkt, en bekwaam kruid voortbrengt
44759 Heb   6:8   |                        8 Maar die doornen en distelen draagt, die is
44760 Heb   6:8   |              draagt, die is verwerpelijk, en nabij de vervloeking, welker
44761 Heb   6:9   |                  ons van u betere dingen, en met de zaligheid gevoegd,
44762 Heb   6:10  |                 Hij uw werk zou vergeten, en den arbeid der liefde, die
44763 Heb   6:10  |                  de heiligen gediend hebt en nog dient. ~
44764 Heb   6:12  |                 dergenen, die door geloof en lankmoedigheid de beloftenissen
44765 Heb   6:14  |               zegenende zal Ik u zegenen, en vermenigvuldigende zal Ik
44766 Heb   6:15  |                                        15 En alzo, lankmoediglijk verwacht
44767 Heb   6:16  |                den meerdere dan zij zijn, en de eed tot bevestiging is
44768 Heb   6:19  |                   der ziel, hetwelk zeker en vast is, en ingaat in het
44769 Heb   6:19  |                 hetwelk zeker en vast is, en ingaat in het binnenste
44770 Heb   7:1   |                   het slaan der koningen, en hem zegende; ~
44771 Heb   7:2   |                 koning der gerechtigheid, en daarna ook was een koning
44772 Heb   7:5   |                                         5 En die uit de kinderen van
44773 Heb   7:6   |                  Abraham tienden genomen, en hem, die de beloftenissen
44774 Heb   7:8   |                                         8 En hier nemen wel tienden de
44775 Heb   7:9   |                                         9 En, om zo te spreken, ook Levi,
44776 Heb   7:11  |                  Melchizedek zou opstaan, en die niet zou gezegd worden
44777 Heb   7:15  |                                        15 En dit is nog veel meer openbaar,
44778 Heb   7:18  |           geschiedt om deszelfs zwakheids en onprofijtelijkheids wil; ~
44779 Heb   7:20  |                                        20 En voor zoveel het niet zonder
44780 Heb   7:21  |                  De Heere heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen:
44781 Heb   7:23  |                                        23 En genen zijn wel vele priesters
44782 Heb   7:26  |             afgescheiden van de zondaren, en hoger dan de hemelen geworden; ~
44783 Heb   8:2   |                 Bedienaar des heiligdoms, en des waren tabernakels, welken
44784 Heb   8:2   |                 de Heere heeft opgericht, en geen mens. ~
44785 Heb   8:3   |                   wordt gesteld, om gaven en slachtofferen te offeren;
44786 Heb   8:5   |                     5 Welke het voorbeeld en de schaduw der hemelse dingen
44787 Heb   8:6   |                                         6 En nu heeft Hij zoveel uitnemender
44788 Heb   8:8   |                  komen, spreekt de Heere, en Ik zal over het huis Israels,
44789 Heb   8:8   |                zal over het huis Israels, en over het huis van Juda een
44790 Heb   8:9   |               Mijn verbond niet gebleven, en Ik heb op hen niet geacht,
44791 Heb   8:10  |             wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik die
44792 Heb   8:10  |                   zal Ik die inschrijven; en Ik zal hun tot een God zijn,
44793 Heb   8:10  |                 zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk
44794 Heb   8:11  |                                        11 En zij zullen niet leren, een
44795 Heb   8:11  |                 een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder,
44796 Heb   8:12  |            ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen
44797 Heb   8:12  |               genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen zal Ik
44798 Heb   8:13  |            gemaakt; dat nu oud gemaakt is en verouderd, is nabij de verdwijning. ~  ~
44799 Heb   9:1   |               rechten van de gods dienst, en het wereldlijk heiligdom. ~
44800 Heb   9:2   |                  welken was de kandelaar, en de tafel, en de toonbroden,
44801 Heb   9:2   |                   kandelaar, en de tafel, en de toonbroden, welke genaamd
44802 Heb   9:4   |           Hebbende een gouden wierookvat, en de ark des verbonds, alom
44803 Heb   9:4   |                    daar het Manna in was, en de staf van Aaron, die gebloeid
44804 Heb   9:4   |                  Aaron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds. ~
44805 Heb   9:5   |                                         5 En boven over deze ark waren
44806 Heb   9:7   |                   offerde voor zichzelven en voor des volks misdaden. ~
44807 Heb   9:9   |      tegenwoordigen tijd, in welken gaven en slachtofferen geofferd werden,
44808 Heb   9:10  |              Bestaande alleen in spijzen, en dranken, en verscheidene
44809 Heb   9:10  |                   in spijzen, en dranken, en verscheidene wassingen en
44810 Heb   9:10  |                 en verscheidene wassingen en rechtvaardigmakingen des
44811 Heb   9:11  |             zijnde, is door den meerderen en volmaakten tabernakel, niet
44812 Heb   9:12  |                 door het bloed der bokken en kalveren, maar door Zijn
44813 Heb   9:13  |              indien het bloed der stieren en bokken, en de as der jonge
44814 Heb   9:13  |              bloed der stieren en bokken, en de as der jonge koe, besprengende
44815 Heb   9:15  |                                        15 En daarom is Hij de Middelaar
44816 Heb   9:19  |                hij het bloed der kalveren en bokken, met water, en purperen
44817 Heb   9:19  |            kalveren en bokken, met water, en purperen wol, en hysop,
44818 Heb   9:19  |                   water, en purperen wol, en hysop, besprengde beide
44819 Heb   9:19  |           besprengde beide het boek zelf, en al het volk, ~
44820 Heb   9:21  |                                        21 En hij besprengde desgelijks
44821 Heb   9:21  |            desgelijks ook den tabernakel, en al de vaten van den dienst
44822 Heb   9:22  |                                        22 En alle dingen worden bijna
44823 Heb   9:22  |              bloed gereinigd naar de wet, en zonder bloedstorting geschiedt
44824 Heb   9:27  |                                        27 En gelijk het den mensen gezet
44825 Heb   9:27  |                   is, eenmaal te sterven, en daarna het oordeel; ~
44826 Heb  10:4   |                 dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneme. ~
44827 Heb  10:5   |             wereld, zegt Hij: Slachtoffer en offerande hebt Gij niet
44828 Heb  10:6   |                            6 Brandofferen en offer voor de zonde hebben
44829 Heb  10:8   |                  gezegd had: Slachtoffer, en offerande, en brandoffers,
44830 Heb  10:8   |                Slachtoffer, en offerande, en brandoffers, en offer voor
44831 Heb  10:8   |                offerande, en brandoffers, en offer voor de zonde hebt
44832 Heb  10:11  |                                        11 En een iegelijk priester stond
44833 Heb  10:11  |                  wel alle dagen dienende, en dezelfde slachtofferen dikmaals
44834 Heb  10:15  |                                        15 En de Heilige Geest getuigt
44835 Heb  10:16  |               wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven in
44836 Heb  10:17  |                                        17 En hun zonden en hun ongerechtigheden
44837 Heb  10:17  |                          17 En hun zonden en hun ongerechtigheden zal
44838 Heb  10:20  |                          20 Op een versen en levenden weg, welken Hij
44839 Heb  10:21  |                                        21 En dewijl wij hebben een groten
44840 Heb  10:22  |             zijnde van het kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde
44841 Heb  10:24  |                                        24 En laat ons op elkander acht
44842 Heb  10:24  |                tot opscherping der liefde en der goede werken; ~
44843 Heb  10:25  |                                        25 En laat ons onze onderlinge
44844 Heb  10:25  |                   maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als
44845 Heb  10:27  |                 verwachting des oordeels, en hitte des vuurs, dat de
44846 Heb  10:29  |                  van God vertreden heeft, en het bloed des testaments
44847 Heb  10:29  |               waardoor hij geheiligd was, en den Geest der genade smaadheid
44848 Heb  10:30  |              vergelden, spreekt de Heere. En wederom: De Heere zal Zijn
44849 Heb  10:33  |                   als gij door smaadheden en verdrukkingen een schouwspel
44850 Heb  10:33  |                 schouwspel geworden zijt; en ten dele, als gij gemeenschap
44851 Heb  10:34  |                  banden medelijden gehad, en de roving uwer goederen
44852 Heb  10:34  |                 hebt in uzelven een beter en blijvend goed in de hemelen. ~
44853 Heb  10:37  |                 Nog een zeer weinig tijds en Hij, Die te komen staat,
44854 Heb  10:37  |                   komen staat, zal komen, en niet vertoeven. ~
44855 Heb  10:38  |                 zal uit het geloof leven; en zo iemand zich onttrekt,
44856 Heb  11:1   |                der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die
44857 Heb  11:4   |                 zijn gave getuigenis gaf; en door hetzelve geloof spreekt
44858 Heb  11:5   |                   den dood niet zou zien; en hij werd niet gevonden,
44859 Heb  11:6   |                 moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is dergenen,
44860 Heb  11:7   |                   nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde,
44861 Heb  11:7   |                 wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam
44862 Heb  11:8   |                een erfdeel ontvangen zou; en hij is uitgegaan, niet wetende,
44863 Heb  11:9   |                   als in een vreemd land, en heeft in tabernakelen gewoond
44864 Heb  11:9   |             tabernakelen gewoond met Izak en Jakob, die medeerfgenamen
44865 Heb  11:10  |                  heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is. ~
44866 Heb  11:11  |              ontvangen, om zaad te geven, en boven den tijd haars ouderdoms
44867 Heb  11:12  |                  Daarom zijn ook van een, en dat een verstorvene, zovelen
44868 Heb  11:12  |                als de sterren des hemels, en als het zand, dat aan den
44869 Heb  11:13  |                 dezelve van verre gezien, en geloofd, en omhelsd, en
44870 Heb  11:13  |                 verre gezien, en geloofd, en omhelsd, en hebben beleden,
44871 Heb  11:13  |                   en geloofd, en omhelsd, en hebben beleden, dat zij
44872 Heb  11:13  |                   beleden, dat zij gasten en vreemdelingen op de aarde
44873 Heb  11:15  |                                        15 En indien zij aan dat vaderland
44874 Heb  11:17  |             verzocht werd, Izak geofferd, en hij, die de beloften ontvangen
44875 Heb  11:20  |               heeft Izak zijn zonen Jakob en Ezau gezegend aangaande
44876 Heb  11:21  |                 zonen van Jozef gezegend, en heeft aangebeden, leunende
44877 Heb  11:22  |             uitgang der kinderen Israels, en heeft bevel gegeven van
44878 Heb  11:23  |                  het kindeken schoon was; en zij vreesden het gebod des
44879 Heb  11:28  |                hij het pascha uitgericht, en de besprenging des bloeds,
44880 Heb  11:32  |                                        32 En wat zal ik nog meer zeggen?
44881 Heb  11:32  |                   ik verhalen van Gideon, en Barak, en Samson, en Jeftha,
44882 Heb  11:32  |            verhalen van Gideon, en Barak, en Samson, en Jeftha, en David,
44883 Heb  11:32  |              Gideon, en Barak, en Samson, en Jeftha, en David, en Samuel,
44884 Heb  11:32  |              Barak, en Samson, en Jeftha, en David, en Samuel, en de
44885 Heb  11:32  |              Samson, en Jeftha, en David, en Samuel, en de profeten; ~
44886 Heb  11:32  |              Jeftha, en David, en Samuel, en de profeten; ~
44887 Heb  11:35  |                opstanding weder gekregen; en anderen zijn uitgerekt geworden,
44888 Heb  11:36  |                                        36 En anderen hebben bespottingen
44889 Heb  11:36  |               anderen hebben bespottingen en geselen geproefd, en ook
44890 Heb  11:36  |         bespottingen en geselen geproefd, en ook banden en gevangenis; ~
44891 Heb  11:36  |                   geproefd, en ook banden en gevangenis; ~
44892 Heb  11:37  |                gewandeld in schaapsvellen en in geitenvellen; verlaten,
44893 Heb  11:38  |             hebben in woestijnen gedoold, en op bergen, en in spelonken,
44894 Heb  11:38  |         woestijnen gedoold, en op bergen, en in spelonken, en in holen
44895 Heb  11:38  |                  bergen, en in spelonken, en in holen der aarde. ~
44896 Heb  11:39  |                                        39 En deze allen, hebbende door
44897 Heb  12:1   |                  ons afleggen allen last, en de zonde, die ons lichtelijk
44898 Heb  12:1   |                   ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid
44899 Heb  12:2   |                  op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus,
44900 Heb  12:2   |                het kruis heeft verdragen, en schande veracht, en is gezeten
44901 Heb  12:2   |            verdragen, en schande veracht, en is gezeten aan de rechter
44902 Heb  12:3   |                  opdat gij niet verflauwt en bezwijkt in uw zielen. ~
44903 Heb  12:5   |                                         5 En gij hebt vergeten de vermaning,
44904 Heb  12:5   |                 de kastijding des Heeren, en bezwijkt niet, als gij van
44905 Heb  12:6   |                  liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken
44906 Heb  12:8   |                  zijt gij dan bastaarden, en niet zonen. ~
44907 Heb  12:9   |                 wel tot kastijders gehad, en wij ontzagen hen; zullen
44908 Heb  12:9   |                 geesten onderworpen zijn, en leven? ~
44909 Heb  12:11  |                                        11 En alle kastijding als die
44910 Heb  12:12  |                 weder op de trage handen, en de slappe knieen;
44911 Heb  12:13  |                                        13 En maakt rechte paden voor
44912 Heb  12:14  |                   den vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder
44913 Heb  12:15  |                 spruitende, beroerte make en door dezelve velen ontreinigd
44914 Heb  12:18  |                 tot den tastelijken berg, en het brandende vuur, en donkerheid,
44915 Heb  12:18  |                    en het brandende vuur, en donkerheid, en duisternis,
44916 Heb  12:18  |            brandende vuur, en donkerheid, en duisternis, en onweder, ~
44917 Heb  12:18  |                donkerheid, en duisternis, en onweder, ~
44918 Heb  12:19  |                                        19 En tot het geklank der bazuin,
44919 Heb  12:19  |                   het geklank der bazuin, en de stem der woorden; welke
44920 Heb  12:21  |                                        21 En Mozes, zo vreselijk was
44921 Heb  12:21  |               zeide: Ik ben gans bevreesd en bevende). ~
44922 Heb  12:22  |                gekomen tot den berg Sion, en de stad des levenden Gods,
44923 Heb  12:22  |                tot het hemelse Jeruzalem, en de vele duizenden der engelen; ~
44924 Heb  12:23  |                   de algemene vergadering en de Gemeente der eerstgeborenen,
44925 Heb  12:23  |                hemelen opgeschreven zijn, en tot God, den Rechter over
44926 Heb  12:23  |                   den Rechter over allen, en de geesten der volmaakte
44927 Heb  12:24  |                                        24 En tot den Middelaar des nieuwen
44928 Heb  12:24  |                nieuwen testaments, Jezus, en het bloed der besprenging,
44929 Heb  12:27  |                                        27 En dit woord: Nog eenmaal,
44930 Heb  12:28  |                 mogen dienen, met eerbied en godvruchtigheid. ~
44931 Heb  13:3   |                  gij mede gevangen waart; en dergenen, die kwalijk gehandeld
44932 Heb  13:4   |                   is eerlijk onder allen, en het bed onbevlekt; maar
44933 Heb  13:4   |               onbevlekt; maar hoereerders en overspelers zal God oordelen. ~
44934 Heb  13:5   |                zij zonder geldgierigheid; en zijt vergenoegd met het
44935 Heb  13:5   |                    Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet verlaten. ~
44936 Heb  13:6   |                  Heere is mij een Helper, en ik zal niet vrezen, wat
44937 Heb  13:7   |              Woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende
44938 Heb  13:8   |                Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der
44939 Heb  13:8   |                gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid. ~
44940 Heb  13:9   |                omgevoerd met verscheidene en vreemde leringen; want het
44941 Heb  13:16  |                                        16 En vergeet de weldadigheid
44942 Heb  13:16  |                   vergeet de weldadigheid en de mededeelzaamheid niet;
44943 Heb  13:17  |                  voorgangeren gehoorzaam, en zijt hun onderdanig; want
44944 Heb  13:17  |                dat doen mogen met vreugde en niet al zuchtende; want
44945 Heb  13:19  |                                        19 En ik bid u te meer, dat gij
44946 Heb  13:24  |                 Groet al uw voorgangeren, en al de heiligen. U groeten
44947 Jako   1:1  |                  een dienstknecht van God en van den Heere Jezus Christus;
44948 Jako   1:4  |                   gij moogt volmaakt zijn en geheel oprecht, in geen
44949 Jako   1:5  |                                         5 En indien iemand van u wijsheid
44950 Jako   1:5  |                 iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal
44951 Jako   1:5  |                   geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden. ~
44952 Jako   1:6  |                 die van den wind gedreven en op en nedergeworpen wordt. ~
44953 Jako   1:6  |                   den wind gedreven en op en nedergeworpen wordt. ~
44954 Jako   1:10 |                                        10 En de rijke in zijn vernedering;
44955 Jako   1:11 |                 is opgegaan met de hitte, en heeft het gras dor gemaakt,
44956 Jako   1:11 |               heeft het gras dor gemaakt, en zijn bloem is afgevallen,
44957 Jako   1:11 |                 zijn bloem is afgevallen, en de schone gedaante haars
44958 Jako   1:13 |            verzocht worden met het kwade, en Hij Zelf verzoekt niemand. ~
44959 Jako   1:14 |                begeerlijkheid afgetrokken en verlokt wordt. ~
44960 Jako   1:15 |           ontvangen hebbende baart zonde; en de zonde voleindigd zijnde
44961 Jako   1:17 |                       17 Alle goede gave, en alle volmaakte gifte is
44962 Jako   1:21 |                  hebbende alle vuiligheid en overvloed van boosheid,
44963 Jako   1:22 |                                        22 En zijt daders des Woords,
44964 Jako   1:22 |                   zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelven
44965 Jako   1:23 |                een hoorder is des Woords, en niet een dader, die is een
44966 Jako   1:24 |                 heeft zichzelven bemerkt, en is weggegaan, en heeft terstond
44967 Jako   1:24 |                 bemerkt, en is weggegaan, en heeft terstond vergeten,
44968 Jako   1:25 |                 wet, die der vrijheid is, en daarbij blijft, deze, geen
44969 Jako   1:26 |                  dat hij godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom
44970 Jako   1:27 |                             27 De zuivere en onbevlekte godsdienst voor
44971 Jako   1:27 |            onbevlekte godsdienst voor God en den Vader is deze: wezen
44972 Jako   1:27 |                  den Vader is deze: wezen en weduwen bezoeken in hun
44973 Jako   1:27 |              bezoeken in hun verdrukking, en zichzelven onbesmet bewaren
44974 Jako   2:2  |                 in een sierlijke kleding, en er kwam ook een arm man
44975 Jako   2:3  |                                         3 En gij zoudt aanzien dengene,
44976 Jako   2:3  |                 sierlijke kleding draagt, en tot hem zeggen: Zit gij
44977 Jako   2:3  |                   op een eerlijke plaats; en zoudt zeggen tot den arme:
44978 Jako   2:4  |                  een onderscheid gemaakt, en zijt rechters geworden van
44979 Jako   2:5  |               rijk te zijn in het geloof, en erfgenamen des Koninkrijks,
44980 Jako   2:6  |            Overweldigen u niet de rijken, en trekken zij u niet tot de
44981 Jako   2:9  |              aanneemt, zo doet gij zonde, en wordt van de wet bestraft
44982 Jako   2:10 |                 de gehele wet zal houden, en in een zal struikelen, die
44983 Jako   2:12 |                          12 Spreekt alzo, en doet alzo, als die door
44984 Jako   2:13 |              barmhartigheid gedaan heeft; en de barmhartigheid roemt
44985 Jako   2:14 |                 dat hij het geloof heeft, en hij heeft de werken niet?
44986 Jako   2:15 |                 zuster naakt zouden zijn, en gebrek zouden hebben aan
44987 Jako   2:16 |                                        16 En iemand van u tot hen zou
44988 Jako   2:16 |               henen in vrede, wordt warm, en wordt verzadigd; en gijlieden
44989 Jako   2:16 |                 warm, en wordt verzadigd; en gijlieden zoudt hun niet
44990 Jako   2:18 |              zeggen: Gij hebt het geloof, en ik heb de werken. Toon mij
44991 Jako   2:18 |                  uw geloof uit uw werken, en ik zal u uit mijn werken
44992 Jako   2:19 |                 duivelen geloven het ook, en zij sidderen. ~
44993 Jako   2:22 |           gewrocht heeft met zijn werken, en het geloof volmaakt is geweest
44994 Jako   2:23 |                                        23 En de Schrift is vervuld geworden,
44995 Jako   2:23 |                  geworden, die daar zegt: En Abraham geloofde God, en
44996 Jako   2:23 |                  En Abraham geloofde God, en het is hem tot rechtvaardigheid
44997 Jako   2:23 |                rechtvaardigheid gerekend, en hij is een vriend van God
44998 Jako   2:24 |             werken gerechtvaardigd wordt, en niet alleenlijk uit het
44999 Jako   2:25 |                                        25 En desgelijks ook Rachab, de
45000 Jako   2:25 |               gezondenen heeft ontvangen, en door een anderen weg uitgelaten? ~