Book Chapter: Verse
1 Gen 32:3 | maken dien God, Die mij antwoordt ten dage mijner benauwdheid,
2 1Sa 20:10 | indien uw vader u wat hards antwoordt? ~
3 1Sa 28:15 | God is van mij geweken, en antwoordt mij niet meer, noch door
4 Job 9:16 | Indien ik roep, en Hij mij antwoordt; ik zal niet geloven, dat
5 Job 16:3 | wat stijft u, dat gij alzo antwoordt? ~
6 Job 30:20 | Ik schrei tot U, maar Gij antwoordt mij niet; ik sta, maar Gij
7 Job 33:13 | tegen Hem getwist? Want Hij antwoordt niet van al Zijn daden. ~
8 Job 35:12 | Daar roepen zij; maar Hij antwoordt niet, vanwege den hoogmoed
9 Psa 22:3 | roep des daags, maar Gij antwoordt niet; en des nachts, en
10 Spre 18:23| smekingen; maar de rijke antwoordt harde dingen. ~
11 Spre 24:26| desgenen, die rechte woorden antwoordt. ~
12 Hoo 2:10 | 10 Mijn Liefste antwoordt, en zegt tot mij: Sta op,
13 Jes 46:7 | roept iemand tot hem, zo antwoordt hij niet, hij verlost
14 Mal 2:12 | die waakt, en dien, die antwoordt, en die den HEERE der heirscharen
15 Matt 26:62| opstaande, zeide tot Hem: Antwoordt Gij niets? Wat getuigen
16 Mark 11:29| u ook een woord vragen; antwoordt Mij ook, en zo zal Ik u
17 Mark 11:30| hemel, of uit de mensen? Antwoordt Mij. ~
18 Mark 14:60| vraagde Jezus, zeggende: Antwoordt Gij niets? Wat getuigen
19 Mark 15:4 | vraagde Hem wederom, zeggende: Antwoordt Gij niet? Zie, hoe vele
20 Joha 18:22| kinnebakslag, zeggende: Antwoordt Gij alzo den hogepriester? ~
21 Rom 9:20 | zijt gij, die tegen God antwoordt? Zal ook het maaksel tot
|