Book Chapter: Verse
1 Gen 34:16 | 16 En hij zeide: Ik zoek mijn broederen; geef mij
2 1Sa 9:3 | en maak u op, ga heen, zoek de ezelinnen. ~
3 1Sa 20:21 | zenden, zeggende: Ga heen, zoek de pijlen, indien ik uitdrukkelijk
4 1Sa 20:36 | zeide tot zijn jongen: Loop, zoek nu de pijlen, die ik schieten
5 Psa 10:15 | des goddelozen en bozen. zoek zijn goddeloosheid, totdat
6 Psa 27:8 | hart zegt tot U: Gij zegt: Zoek Mijn aangezicht; ik zoek
7 Psa 27:8 | Zoek Mijn aangezicht; ik zoek Uw aangezicht, o HEERE! ~
8 Psa 35:15 | kwaad, en doe het goede; zoek den vrede, en jaag dien
9 Psa 63:2 | God! Gij zijt mijn God! ik zoek U in den dageraad; mijn
10 Psa 119:10 | 10 Ik zoek U met mijn gehele hart,
11 Psa 119:176| als een verloren schaap; zoek Uw knecht, want Uw geboden
12 Jer 45:5 | gij u grote dingen zoeken? Zoek ze niet; want zie, Ik breng
13 Joha 5:30| is rechtvaardig; want Ik zoek niet Mijn wil, maar den
14 Joha 8:50| 50 Doch Ik zoek Mijn eer niet; er is Een,
15 1Kor 7:27| aan een vrouw verbonden, zoek geen ontbinding; zijt gij
16 1Kor 7:27| ongebonden van een vrouw, zoek geen vrouw. ~
17 2Kor 12:14| niet lastig zijn; want ik zoek niet het uwe, maar u; want
18 Gal 1:10 | nu de mensen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Want
19 Fili 4:17| 17 Niet dat ik de gave zoek, maar ik zoek de vrucht,
20 Fili 4:17| ik de gave zoek, maar ik zoek de vrucht, die overvloedig
|