Book Chapter: Verse
1 Lev 24:11 | jaar zijn; gij zult niet zaaien, noch inoogsten wat van
2 Lev 24:20 | jaar? Ziet, wij zullen niet zaaien, en onze inkomst niet inzamelen; ~
3 Lev 24:22 | achtste jaar nu zult gij zaaien, en zult van de oude inkomst
4 Lev 25:16 | ook uw zaad te vergeefs zaaien, en uw vijanden zullen dat
5 Job 4:8 | ondeugd ploegen, en moeite zaaien, maaien dezelve. ~
6 Job 31:8 | 8 Zo moet ik zaaien, maar een ander eten, en
7 Psa 126:5 | 5Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. ~
8 Psa 126:6 | het zaad draagt, dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende;
9 Pred 11:4 | acht geeft, die zal niet zaaien, en wie op de wolken ziet,
10 Jes 28:24 | ploeger den gehelen dag om te zaaien? Opent en egt hij zijn land
11 Jer 35:7 | geen huis bouwen, noch zaad zaaien, noch wijngaard planten,
12 Hos 2:22 | Ik zal ze Mij op de aarde zaaien, en zal Mij ontfermen over
13 Mic 6:15 | 15 Gij zult zaaien, maar niet maaien; gij zult
14 Zac 10:9 | zal hen onder de volken zaaien, en zij zullen Mijner gedenken
15 Matt 6:26| des hemels, dat zij niet zaaien, noch maaien, noch verzamelen
16 Matt 13:3 | een zaaier ging uit om te zaaien. ~
17 Mark 4:3 | een zaaier ging uit om te zaaien. ~
18 Mark 4:4 | En het geschiedde in het zaaien, dat het ene deel zaads
19 Luk 8:5 | ging uit, om zijn zaad te zaaien; en als hij zaaide, viel
20 Luk 12:24 | Aanmerkt de raven, dat zij niet zaaien, noch maaien, welke geen
|