Book Chapter: Verse
1 Deu 28:20 | onder u zenden den vloek, de verstoring en het verderf, in alles,
2 Spre 10:14| den mond des dwazen is de verstoring nabij. ~
3 Spre 10:15| armoede der geringen is hun verstoring. ~
4 Spre 10:29| werkers der ongerechtigheid verstoring. ~
5 Spre 13:3 | zijn ziel; maar voor hem is verstoring, die zijn lippen wijd opendoet. ~
6 Spre 14:28| van volk is eens vorsten verstoring. ~
7 Spre 18:7 | des zots is hemzelven een verstoring, en zijn lippen een strik
8 Jes 16:4 | onderdrukker heeft een einde, de verstoring is te niet geworden,
9 Jes 19:18 | genoemd zijn een stad der verstoring. ~
10 Jes 22:4 | mij te troosten over de verstoring der dochteren mijns volks. ~
11 Jes 60:7 | gedachten der ongerechtigheid, verstoring en verbreking is op hun
12 Jes 61:18 | gehoord worden in uw land, verstoring noch verbreking in uw landpale;
13 Jes 66:23 | arbeiden, noch baren ter verstoring; want zij zijn het zaad
14 Jer 6:7 | haar boosheid op; geweld en verstoring wordt in haar gehoord, weedom
15 Jer 20:8 | ik uit, ik roep geweld en verstoring; omdat mij des HEEREN woord
16 Jer 48:3 | des gekrijts van Horonaim; verstoring en een grote breuk! ~
17 Eze 45:9 | Israels! doet geweld en verstoring weg, en doet recht en gerechtigheid;
18 Hos 7:13 | zijn van Mij afgezworven; verstoring over hen, want zij hebben
19 Hos 9:6 | gaan daarhenen vanwege de verstoring; Egypte zal ze verzamelen,
20 Amos 3:10| vergaderen door geweld en verstoring. ~
|