Book Chapter: Verse
1 2Sa 12:4 | 4 Toen nu den rijken man een wandelaar overkwam,
2 Psa 45:13 | de dochter van Tyrus, de rijken onder het volk, zullen uw
3 Spre 10:15| 15 Des rijken goed is een stad zijner
4 Spre 14:20| maar de liefhebbers des rijken zijn vele. ~
5 Spre 18:11| 11 Des rijken goed is de stad zijner sterkte,
6 Spre 22:2 | 2 Rijken en armen ontmoeten elkander;
7 Pred 5:11| gegeten; maar de zatheid des rijken laat hem niet slapen. ~
8 Pred 10:6 | grote hoogheden, maar de rijken zitten in de laagte. ~
9 Dan 7:23 | verscheiden zal zijn van al die rijken, en het zal de ganse aarde
10 Mark 12:41| in de schatkist; en vele rijken wierpen veel daarin. ~
11 Luk 1:53 | met goederen vervuld; en rijken heeft Hij ledig weggezonden. ~
12 Luk 6:24 | 24 Maar wee u, gij rijken, want gij hebt uw troost
13 Luk 12:16 | gelijkenis, en sprak: Eens rijken mensen land had wel gedragen; ~
14 Luk 16:21 | kruimkens, die van de tafel des rijken vielen; maar ook de honden
15 Luk 21:1 | En opziende, zag Hij de rijken hun gaven in de schatkist
16 1Tim 6:17| 17 Beveel den rijken in deze tegenwoordige wereld,
17 Jako 2:6 | Overweldigen u niet de rijken, en trekken zij u niet tot
18 Jako 5:1 | 1 Welaan nu, gij rijken, weent en huilt over uw
19 Open 6:15| aarde, en de groten, en de rijken, en de oversten over duizend,
20 Open 13:16| allen, kleinen en groten, en rijken en armen, en vrijen en dienstknechten,
|