Book Chapter: Verse
1 2Sa 6:10 | afwijken in het huis van Obed-Edom, den Gethiet. ~
2 2Sa 6:11 | HEEREN bleef in het huis van Obed-Edom, den Gethiet, drie maanden;
3 2Sa 6:11 | maanden; en de HEERE zegende Obed-Edom en zijn ganse huis. ~
4 2Sa 6:12 | HEERE heeft het huis van Obed-Edom, en al wat hij heeft, gezegend
5 2Sa 6:12 | ark Gods uit het huis van Obed-Edom opwaarts in de stad Davids,
6 1Kro 13:13| afwijken in het huis van Obed-Edom, den Gethiet. ~
7 1Kro 13:14| Gods bij het huisgezin van Obed-Edom, in zijn huis, drie maanden;
8 1Kro 13:14| HEERE zegende het huis van Obed-Edom, en alles, wat hij had. ~
9 1Kro 15:18| Elifele, en Mikneja, en Obed-Edom, en Jeiel, de poortiers. ~
10 1Kro 15:21| Elifele, en Mikneja, en Obed-Edom, en Jeiel, en Azazja, met
11 1Kro 15:24| trompetten voor de ark Gods; en Obed-Edom en Jehia waren poortiers
12 1Kro 15:25| halen, uit het huis van Obed-Edom, met vreugde; ~
13 1Kro 16:5 | en Eliab, en Benaja, en Obed-Edom, en Jeiel, met instrumenten
14 1Kro 16:38| 38 Obed-Edom nu, met hunlieder broederen,
15 1Kro 16:38| en zestig; en hij stelde Obed-Edom, den zoon van Jeduthun,
16 1Kro 27:4 | 4 Obed-Edom had ook kinderen: Semaja
17 1Kro 27:8 | waren uit de kinderen van Obed-Edom; zij, en hun kinderen, en
18 1Kro 27:8 | waren er twee en zestig van Obed-Edom. ~
19 1Kro 27:15| 15 Obed-Edom tegen het zuiden; en voor
20 2Kro 25:24| Gods gevonden werden, bij Obed-Edom, en de schatten van het
|