Book Chapter: Verse
1 Gen 23:14 | zal zeggen: Neig toch uw kruik, dat ik drinke; en zij zal
2 Gen 23:15 | Abraham; en zij had haar kruik op haar schouder. ~
3 Gen 23:16 | de fontein, en vulde haar kruik, en ging op. ~
4 Gen 23:17 | een weinig waters uit uw kruik drinken. ~
5 Gen 23:18 | haastte zich en liet haar kruik neder op haar hand, en gaf
6 Gen 23:20 | haastte zich, en goot haar kruik uit in de drinkbak, en liep
7 Gen 23:43 | waters te drinken uit uw kruik; ~
8 Gen 23:45 | Rebekka uit, en had haar kruik op haar schouder, en zij
9 Gen 23:46 | haastte zij zich en liet haar kruik van zich neder, en zeide:
10 Exo 16:33 | Mozes tot Aaron: Neem een kruik, en doe een gomer vol Man
11 1Kon 14:3 | broden, en koeken, en een kruik honig, en ga tot hem; hij
12 1Kon 17:12| een hand vol meels in de kruik, en een weinig olie in de
13 1Kon 17:14| Israels: Het meel van de kruik zal niet verteerd worden,
14 1Kon 17:16| 16 Het meel van de kruik werd niet verteerd, en de
15 2Kon 4:2 | al in het huis, dan een kruik met olie. ~
16 Pred 12:6 | stukken gestoten wordt, en de kruik aan de springader gebroken
17 Jer 19:10 | 10 Dan zult gij de kruik verbreken voor de ogen der
18 Mark 14:13| ontmoeten, dragende een kruik water, volgt dien; ~
19 Luk 22:10 | ontmoeten, dragende een kruik waters; volgt hem in het
20 Heb 9:4 | in welke was de gouden kruik, daar het Manna in was,
|