Book Chapter: Verse
1 Gen 33:12 | en zij baarde aan Elifaz Amalek; dit zijn de zonen van Ada,
2 Gen 33:16 | de vorst Gaetam, de vorst Amalek; dat zijn de vorsten van
3 Exo 17:8 | 8 Toen kwam Amalek en streed tegen Israel in
4 Exo 17:9 | en trek uit, strijd tegen Amalek; morgen zal ik op de hoogte
5 Exo 17:10 | gezegd had, strijdende tegen Amalek; doch Mozes, Aaron en Hur
6 Exo 17:11 | zijn hand nederliet, zo was Amalek de sterkste. ~
7 Exo 17:13 | 13 Alzo dat Jozua Amalek en zijn volk krenkte, door
8 Exo 17:14 | dat Ik de gedachtenis van Amalek geheel uitdelgen zal van
9 Exo 17:16 | oorlog des HEEREN tegen Amalek zijn, van geslacht tot geslacht! ~ ~ ~
10 Num 24:20 | zijn spreuk op, en zeide: Amalek is de eersteling der heidenen;
11 Deu 25:17 | 17 Gedenkt, wat u Amalek gedaan heeft op den weg,
12 Deu 25:19 | dat gij de gedachtenis van Amalek van onder den hemel zult
13 Ric 4:38 | Efraim was hun wortel tegen Amalek. Achter u was Benjamin onder
14 1Sa 15:2 | Ik heb bezocht, hetgeen Amalek aan Israel gedaan heeft,
15 1Sa 15:3 | 3 Ga nu heen, en sla Amalek, en verban alles, wat hij
16 1Sa 15:5 | Als Saul tot aan de stad Amalek kwam, zo legde hij een achterlage
17 1Sa 28:18 | niet uitgericht hebt tegen Amalek; daarom heeft de HEERE u
18 2Sa 8:12 | van de Filistijnen, en van Amalek, en van den roof van Hadad-ezer,
19 1Kro 1:36| Gaetham, Kenaz, en Timna, en Amalek. ~
20 Psa 83:8 | 8 Gebal, en Ammon, en Amalek, Palestina met de inwoners
|