Book Chapter: Verse
1 2Kon 24:12| Hilkia, den priester, en Ahikam, den zoon van Safan, en
2 2Kon 24:14| ging de priester Hilkia, en Ahikam, en Achbor, en Safan, en
3 2Kon 27:22| hij Gedalia, den zoon van Ahikam, den zoon van Safan. ~
4 2Kro 34:20| koning gebood Hilkia, en Ahikam, den zoon van Safan, en
5 Jer 26:24 | 24 Maar de hand van Ahikam, den zoon van Safan, was
6 Jer 39:14 | aan Gedalia, den zoon van Ahikam, den zoon van Safan, dat
7 Jer 40:5 | tot Gedalia, den zoon van Ahikam, den zoon van Safan, dien
8 Jer 40:6 | tot Gedalia, den zoon van Ahikam, te Mizpa; en hij woonde
9 Jer 40:7 | Babel Gedalia, den zoon van Ahikam, over het land gesteld had,
10 Jer 40:9 | En Gedalia, de zoon van Ahikam, den zoon van Safan, zwoer
11 Jer 40:11 | hij Gedalia, den zoon van Ahikam, den zoon van Safan, over
12 Jer 40:14 | Gedalia, de zoon van Ahikam, geloofde hen niet. ~
13 Jer 40:16 | Maar Gedalia, de zoon van Ahikam, zeide tot Johanan, den
14 Jer 41:1 | tot Gedalia, den zoon van Ahikam, te Mizpa; en zij aten aldaar
15 Jer 41:2 | sloegen Gedalia, den zoon van Ahikam, den zoon van Safan, met
16 Jer 41:6 | Gedalia, den zoon van Ahikam! ~
17 Jer 41:10 | aan Gedalia, den zoon van Ahikam, bevolen had; Ismael dan,
18 Jer 41:16 | hij Gedalia, den zoon van Ahikam, geslagen had) te weten
19 Jer 41:18 | Nethanja, Gedalia, den zoon van Ahikam, geslagen had, dien de
20 Jer 43:6 | bij Gedalia, den zoon van Ahikam, den zoon van Safan,
|