Book Chapter: Verse
1 Num 13:19 | woont, of in legers, of in sterkten; ~
2 2Kon 8:12| doen zult; gij zult hun sterkten in het vuur zetten, en hun
3 2Kon 27:1 | en zij bouwden tegen haar sterkten rondom. ~
4 2Kro 12:17| 17 Alzo sterkten zij het koninkrijk van Juda,
5 Ezra 1:6 | nu, die rondom hen waren, sterkten hunlieder handen met zilveren
6 Neh 2:18 | dat wij bouwen; en zij sterkten hun handen ten goede. ~
7 Jes 23:11 | gegeven tegen Kanaan, om haar sterkten te verdelgen. ~
8 Jes 23:13 | woonden; zij richtten hun sterkten op, en bouwden hun paleizen,
9 Jes 33:16 | in de hoogten wonen, de sterkten der steenrotsen zullen zijn
10 Jer 52:4 | en zij bouwden tegen haar sterkten rondom. ~
11 Eze 4:2 | haar, en bouw tegen haar sterkten, en werp tegen haar een
12 Eze 17:17 | zal opwerpen, en als men sterkten bouwen zal, om vele
13 Eze 21:22 | stellen tegen de poorten, om sterkten op te werpen, om bolwerken
14 Eze 26:8 | zwaard doden, en hij zal sterkten tegen u maken, en een wal
15 Eze 26:11 | een van de kolommen uwer sterkten zal ter aarde nederstorten. ~
16 Dan 11:19 | aangezicht keren naar de sterkten zijns lands, en hij zal
17 Dan 11:39 | hij zal de vastigheden der sterkten maken met den vreemden god;
18 Zac 9:3 | 3 En Tyrus zich sterkten gebouwd heeft, en zilver
19 2Kor 10:4 | God, tot nederwerping der sterkten; ~
|