Book Chapter: Verse
1 Lev 23:2 | de lampen gedurig aan te steken. ~
2 Num 16:40 | nadere om reukwerk aan te steken voor het aangezicht des
3 Deu 15:17 | gij een priem nemen, en steken in zijn oor en in de deur,
4 1Sa 2:28 | om het reukwerk aan te steken, om den efod voor Mijn aangezicht
5 1Kro 22:27| zwaard weder in zijn schede steken zou. ~
6 2Kro 2:4 | voor Zijn aangezicht aan te steken, en voor de toerichting
7 2Kro 2:6 | voor Zijn aangezicht aan te steken? ~
8 2Kro 4:20| die naar de wijze aan te steken, voor de aanspraakplaats; ~
9 2Kro 14:11| 11 En zij steken aan voor den HEERE brandofferen,
10 Psa 22:8 | zien, bespotten mij; zij steken de lip uit, zij schudden
11 Psa 68:24 | tong uwer honden, moogt steken in het bloed van de vijanden,
12 Psa 83:3 | maken getier, en Uw haters steken het hoofd op. ~
13 Psa 121:6 | zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts. ~
14 Spre 12:18| is een, die woorden als steken van een zwaard onbedachtelijk
15 Spre 23:32| als een slang bijten, en steken als een adder. ~
16 Jes 10:17 | een vlam, welke in brand steken en verteren zal zijn doornen
17 Jes 49:10 | hitte en de zon zal hen niet steken; want hun Ontfermer zal
18 Jer 7:18 | lezen hout op, en de vaders steken het vuur aan, en de vrouwen
19 Eze 8:17 | vertoornen; want zie, zij steken de wijnranken aan hun neus. ~
|