Book Chapter: Verse
1 1Sa 17:2 | eikendal; en stelden de slagorde tegen de Filistijnen aan.
2 1Sa 17:8 | gijlieden uittrekken, om de slagorde te stellen? Ben ik niet
3 1Sa 17:20 | wagenburg, als het heir in slagorde uittoog, en men ten strijde
4 1Sa 17:21 | Israelieten en Filistijnen stelden slagorde tegen slagorde. ~
5 1Sa 17:21 | Filistijnen stelden slagorde tegen slagorde. ~
6 1Sa 17:22 | der vaten, en hij liep ter slagorde; en hij kwam en vraagde
7 1Sa 17:48 | haastte David, en liep naar de slagorde toe, den Filistijn tegemoet. ~
8 2Sa 10:8 | togen uit, en stelden de slagorde voor de deur der poort;
9 2Sa 10:9 | Joab zag, dat de spits der slagorde tegen hem was, van voren
10 2Sa 10:17 | en de Syriers stelden de slagorde tegen David aan, en streden
11 1Kro 12:33| vijftig duizend; en om een slagorde te houden met een onwankelbaar
12 1Kro 12:38| krijgslieden, die zich in slagorde konden houden, kwamen met
13 1Kro 20:9 | waren, zo stelden zij de slagorde voor de poort der stad;
14 1Kro 20:10| Joab zag, dat de spits der slagorde van voren en van achteren
15 1Kro 20:17| tot hen, en hij stelde de slagorde tegen hen. Als David de
16 1Kro 20:17| tegen hen. Als David de slagorde tegen de Syriers gesteld
17 2Kro 14:3 | Jerobeam stelde tegen hem de slagorde, met achthonderd duizend
18 2Kro 15:10| hem uit; en zij stelden de slagorde in het dal Zefatha bij Maresa. ~
19 Joe 2:5 | machtig volk, dat in slagorde gesteld is. ~
|