Book Chapter: Verse
1 2Kon 21:3 | en der schelding, en der lastering; want de kinderen zijn gekomen
2 Psa 50:20 | zoon uwer moeder geeft gij lastering uit. ~
3 Jes 37:3 | en der schelding, en der lastering; want de kinderen zijn gekomen
4 Dan 3:29 | volk, natie en tong, die lastering spreekt tegen den God van
5 Matt 12:31| zeg Ik u: Alle zonde en lastering zal den mensen vergeven
6 Matt 12:31| vergeven worden; maar de lastering tegen den Geest zal den
7 Matt 26:65| Ziet, nu hebt gij Zijn gods lastering gehoord. ~
8 Mark 7:22| ontuchtigheid, een boos oog, lastering, hovaardij, onverstand. ~
9 Mark 14:64| 64 Gij hebt de gods lastering gehoord; wat dunkt ulieden?
10 Luk 5:21 | zeggende: Wie is Deze, Die gods lastering spreekt? Wie kan de zonden
11 Joha 10:33| goed werk, maar over gods lastering, en omdat Gij, een Mens
12 Efez 4:31| gramschap, en geroep, en lastering zij van u geweerd, met alle
13 Kol 3:8 | toornigheid, kwaadheid, lastering, vuil spreken uit uw mond. ~
14 1Tim 5:14| regeren, geen oorzaak van lastering aan de wederpartij geven. ~
15 Jud 1:9 | durfde geen oordeel van lastering tegen hem voortbrengen,
16 Open 2:9 | doch gij zijt rijk), en de lastering dergenen, die zeggen, dat
17 Open 13:1 | hoofden was een naam van gods lastering. ~
18 Open 13:6 | het opende zijn mond tot lastering tegen God, om Zijn Naam
19 Open 17:3 | vol was van namen der gods lastering, en had zeven hoofden en
|