Book Chapter: Verse
1 Gen 2:9 | en de boom der kennis des goeds en des kwaads. ~
2 Gen 2:17 | den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult
3 Deu 6:11 | En huizen, vol van alle goeds, die gij niet gevuld hebt,
4 1Kon 14:13| komen, omdat in hem wat goeds voor den HEERE, den God
5 1Kon 22:8 | omdat hij over mij niets goeds profeteert, maar kwaad:
6 2Kro 19:7 | profeteert over mij niets goeds, maar altijd kwaad; deze
7 2Kro 19:17| Hij zal over mij niets goeds, maar kwaad profeteren? ~
8 Neh 2:10 | mens gekomen was, om wat goeds te zoeken voor de kinderen
9 Job 24:21 | de weduwe doet hij niets goeds. ~
10 Spre 24:25| liefelijkheid zijn; en de zegen des goeds zal op hem komen. ~
11 Pred 9:18| enig zondaar verderft veel goeds. ~ ~
12 Jer 8:15 | vrede, maar er is niets goeds, naar tijd van genezing,
13 Jer 14:19 | maar daar is niets goeds, en naar tijd van genezing,
14 Mic 1:12 | van Maroth is krank om des goeds wil; want een kwaad is van
15 Matt 19:16| Goede Meester! wat zal ik goeds doen, opdat ik het eeuwige
16 Luk 15:12 | Vader, geef mij het deel des goeds, dat mij toekomt. En hij
17 Joha 1:47| hem: Kan uit Nazareth iets goeds zijn? Filippus zeide tot
18 Rom 9:11 | geboren waren, noch iets goeds of kwaads gedaan hadden,
19 Heb 5:14 | onderscheiding beide des goeds en des kwaads. ~ ~
|