Book Chapter: Verse
1 Job 6:30 | mijn tong wezen? Zou mijn gehemelte niet de ellenden te verstaan
2 Job 12:11 | woorden proeven, gelijk het gehemelte voor zich de spijze smaakt? ~
3 Job 20:13 | dat in het midden van zijn gehemelte inhoudt; ~
4 Job 29:10 | hun tong kleefde aan hun gehemelte. ~
5 Job 31:30 | 30 (Ook heb ik mijn gehemelte niet toegelaten te zondigen,
6 Job 33:2 | tong spreekt onder mijn gehemelte. ~
7 Job 34:3 | proeft de woorden, gelijk het gehemelte de spijze smaakt. ~
8 Psa 22:16 | mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; en Gij legt mij in het
9 Psa 119:103 | zoet zijn Uw redenen mijn gehemelte geweest, meer dan honig
10 Psa 137:6 | 6Mijn tong kleve aan mijn gehemelte, zo ik aan u niet gedenke,
11 Spre 5:3 | druppen honigzeem, en haar gehemelte is gladder dan olie. ~
12 Spre 8:7 | 7 Want Mijn gehemelte zal de waarheid bedachtelijk
13 Spre 24:13 | honigzeem is zoet voor uw gehemelte. ~
14 Hoo 2:3 | en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet. ~
15 Hoo 3:10 | haar vloer van goud, haar gehemelte van purper; het binnenste
16 Hoo 5:16 | 16 Zijn gehemelte is enkel zoetigheid, en
17 Hoo 7:9 | 9 En uw gehemelte als goede wijn, die recht
18 Klaa 1:114| zoogkind kleeft aan zijn gehemelte van dorst; de kinderkens
19 Eze 3:26 | En Ik zal uw tong aan uw gehemelte doen kleven, dat gij stom
|