Book Chapter: Verse
1 Ric 4:52 | komen! Waarom blijven de gangen zijner wagenen achter? ~
2 2Kro 10:11 | van dat algummimhout hoge gangen tot het huis des HEEREN
3 Job 6:18 | 18 De gangen haars wegs wenden zich ter
4 Job 29:6 | 6 Toen ik mijn gangen wies in boter, en de rots
5 Psa 17:5 | 5 Houdende mijn gangen in Uw sporen, opdat mijn
6 Psa 38:23 | 23 Mem. De gangen deszelven mans worden van
7 Psa 38:31 | Gods is in zijn hart; zijn gangen zullen niet slibberen. ~
8 Psa 41:3 | gesteld, Hij heeft mijn gangen vastgemaakt. ~
9 Psa 57:7 | een net bereid voor mijn gangen, mijn ziel was nedergebukt;
10 Psa 68:25 | 25 O God! zij hebben Uw gangen gezien, de gangen mijns
11 Psa 68:25 | hebben Uw gangen gezien, de gangen mijns Gods, mijns Konings,
12 Spre 5:6 | niet zoudt wegen, zijn haar gangen ongestadig, dat gij het
13 Spre 5:21 | HEEREN, en Hij weegt al zijne gangen. ~
14 Spre 29:5 | een net uit voor deszelfs gangen. ~
15 Spre 31:27 | Tsade. Zij beschouwt de gangen van haar huis; en het brood
16 Hoo 7:1 | Hoe schoon zijn uw gangen in de schoenen, gij prinsendochter!
17 Jes 60:8 | er is geen recht in hun gangen; hun paden maken zij verkeerd
18 Klaa 1:128| Tsade. Zij hebben onze gangen nagespeurd, dat wij op onze
19 Dan 11:43 | de Moren zullen in zijn gangen wezen. ~
|