Book Chapter: Verse
1 Gen 23:14 | drinke; en zij zal zeggen: Drink, en ik zal ook uw kemelen
2 Gen 23:18 | 18 En zij zeide: Drink, mijn heer! en zij haastte
3 Gen 23:44 | zij tot mij zal zeggen: Drink gij ook, en ik zal ook uw
4 Gen 23:46 | van zich neder, en zeide: Drink gij, en ik zal ook uw kemelen
5 Ric 12:4 | 4 Zo wacht u toch nu, en drink geen wijn noch sterken drank,
6 Ric 12:7 | worden, en een zoon baren; zo drink nu geen wijn noch sterken
7 Rut 2:9 | zo ga tot de vaten, en drink van hetgeen de jongens zullen
8 2Sa 19:35 | smaken, wat ik eet en wat ik drink? Zoude ik meer kunnen horen
9 1Kon 18:41| tot Achab: Trek op, eet en drink; want er is een geruis van
10 Spre 5:15| 15 Drink water uit uw bak, en vloeden
11 Spre 23:7 | hij tot u zeggen: Eet en drink! maar zijn hart is niet
12 Pred 9:7 | uw brood met vreugde, en drink uw wijn van goeder harte;
13 Jes 21:5 | zie toe, gij wachter! eet, drink; maakt u op, gij vorsten,
14 Eze 39:17 | Israels, en eet vlees, en drink bloed. ~
15 Mark 10:38| drinkbeker drinken, dien Ik drink, en met den doop gedoopt
16 Mark 10:39| Den drinkbeker, dien Ik drink, zult gij wel drinken, en
17 Luk 12:19 | vele jaren, neem rust, eet, drink, wees vrolijk. ~
18 Luk 17:8 | gedronken hebben; en eet en drink gij daarna? ~
19 1Tim 5:23| 23 Drink niet langer water alleen,
|