Book Chapter: Verse
1 Deu 21:15 | twee vrouwen heeft, een beminde, en een gehate; en de beminde
2 Deu 21:15 | beminde, en een gehate; en de beminde en de gehate hem zonen zullen
3 Deu 21:16 | te geven aan den zoon der beminde, voor het aangezicht van
4 Deu 33:12 | van Benjamin zeide hij: De beminde des HEEREN, hij zal zeker
5 1Sa 16:21 | zijn aangezicht; en hij beminde hem zeer, en hij werd zijn
6 1Sa 18:1 | ziel van David; en Jonathan beminde hem als zijn ziel. ~
7 Est 9:1 | 17 En de koning beminde ~
8 Hoo 7:9 | wijn, die recht tot mijn Beminde gaat, doende de lippen der
9 Jes 5:1 | 1 Nu zal ik mijn Beminde een lied mijns Liefsten
10 Jes 5:1 | van Zijn wijngaard; Mijn Beminde heeft een wijngaard op een
11 Jer 11:15 | 15 Wat heeft Mijn beminde in Mijn huis te doen, dewijl
12 Jer 12:7 | erfenis laten varen; Ik heb de beminde Mijner ziel in de hand harer
13 Matt 12:18| Welken Ik verkoren heb, Mijn Beminde, in Welken Mijn ziel een
14 Mark 10:21| En Jezus, hem aanziende, beminde hem, en zeide tot hem: Een
15 Rom 9:25 | die niet bemind was, Mijn beminde. ~
16 Rom 16:5 | huis. Groet Epenetus, mijn beminde, die de eersteling is van
17 Rom 16:8 | 8 Groet Amplias, mijn beminde in den Heere. ~
18 Rom 16:9 | Christus, en Stachys, mijn beminde. ~
19 Rom 16:12 | arbeiden. Groet Persis, de beminde zuster, die veel gearbeid
|