Book Chapter: Verse
1 Joz 8:2 | ulieden roven zult; stel u een achterlage tegen de stad, van achter
2 Joz 8:7 | gijlieden opstaan uit de achterlage, en gij zult de stad innemen;
3 Joz 8:9 | heen, en zij gingen naar de achterlage, en zij bleven tussen Beth-El
4 Joz 8:12 | en hij stelde hen tot een achterlage tussen Beth-El en tussen
5 Joz 8:14 | niet, dat hem iemand een achterlage legde van achter de stad. ~
6 Joz 8:19 | 19 Toen rees de achterlage haastelijk op van haar plaats,
7 Joz 8:21 | gans Israel, ziende, dat de achterlage de stad ingenomen had, en
8 Ric 8:35 | dat met hem was, uit de achterlage. ~
9 Ric 15:9 | 9 De achterlage nu zat bij haar in een kamer.
10 Ric 15:12 | Filistijnen over u, Simson! (De achterlage nu was zittende in een kamer.)
11 Ric 19:33 | Baal-Thamar; ook brak Israels achterlage op uit haar plaats, na de
12 Ric 19:36 | omdat zij vertrouwden op de achterlage, die zij tegen Gibea gesteld
13 Ric 19:37 | 37 En de achterlage haastte, en brak voorwaarts
14 Ric 19:37 | voorwaarts naar Gibea toe; ja, de achterlage trok rechtdoor, en sloeg
15 Ric 19:38 | een bestemde tijd met de achterlage, wanneer zij een grote verheffing
16 1Sa 15:5 | Amalek kwam, zo legde hij een achterlage in het dal. ~
17 2Kro 14:13| 13 Maar Jerobeam deed een achterlage omwenden, om van achter
18 2Kro 14:13| aangezicht van Juda, en de achterlage was achter hen. ~
19 Psa 10:8 | 8 Hij zit in de achterlage der hoeven, in verborgene
|