Book Chapter: Verse
1 Deu 17:10 | zult doen naar de mond des woords, dat zij u zullen aanzeggen,
2 2Sa 7:21 | 21 Om Uws woords wil, en naar Uw hart hebt
3 1Kro 16:15| eeuwigheid Zijns verbonds, des woords, dat Hij ingesteld heeft
4 Neh 1:8 | 8 Gedenk toch des woords, dat Gij Uw knecht Mozes
5 Psa 103:20 | gehoorzamende de stem Zijns woords. ~
6 Psa 105:8 | tot in der eeuwigheid, des woords, dat Hij ingesteld heeft,
7 Psa 119:49 | 49 Zain. Gedenk des woords, tot Uw knecht gesproken,
8 Psa 119:160| 160 Het begin Uws woords is waarheid, en in der eeuwigheid
9 Dan 9:25 | versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren,
10 Matt 13:21| vervolging komt, om des Woords wil, zo wordt hij terstond
11 Mark 4:17| of vervolging komt om des Woords wil, zo worden zij terstond
12 Mark 7:29| zeide tot haar: Om dezes woords wil ga heen, de duivel is
13 Luk 1:2 | aanschouwers en dienaars des Woords geweest zijn; ~
14 Joha 4:41| geloofden er veel meer om Zijns woords wil; ~
15 Joha 15:20| 20 Gedenk des woords, dat Ik u gezegd heb: Een
16 Kol 4:3 | dat God ons de deur des Woords opene, om te spreken de
17 Jako 1:22| 22 En zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders,
18 Jako 1:23| iemand een hoorder is des Woords, en niet een dader, die
|