Book Chapter: Verse
1 Joz 1:7 | knecht, u geboden heeft, en wijk daarvan niet, ter rechter
2 Ric 4:18 | tegemoet, en zeide tot hem: Wijk in, mijn heer, wijk in tot
3 Ric 4:18 | hem: Wijk in, mijn heer, wijk in tot mij, vrees niet!
4 Ric 5:18 | 18 Wijk toch niet van hier, totdat
5 Rut 4:1 | ging voorbij; zo zeide hij: Wijk herwaarts, zet u hier, gij,
6 2Sa 2:21 | En Abner zeide tot hem: Wijk tot uw rechterhand of tot
7 Job 21:14 | Nochtans zeggen zij tot God: Wijk van ons, want aan de kennis
8 Job 22:17 | 17 Die zeiden tot God: Wijk van ons! En wat had de Almachtige
9 Psa 35:15 | 15 Samech. Wijk af van het kwaad, en doe
10 Psa 38:27 | 27 Samech. Wijk af van het kwade, en doe
11 Psa 119:157| maar van Uw getuigenissen wijk ik niet. ~
12 Spre 3:7 | ogen; vrees den HEERE, en wijk van het kwade. ~
13 Spre 4:5 | verstand; vergeet niet, en wijk niet van de redenen mijns
14 Spre 4:15| Verwerp dien, ga er niet door; wijk er van, en ga voorbij. ~
15 Spre 4:27| 27 Wijk niet ter rechter hand of
16 Jes 49:20 | De plaats is mij te nauw, wijk van mij, dat ik wonen moge. ~
17 Jes 50:5 | ben niet wederspannig, Ik wijk niet achterwaarts. ~
18 1Tim 6:5 | godzaligheid een gewin zij. Wijk af van dezulken. ~
|