Book Chapter: Verse
1 Gen 29:20 | Ik zal zijn aangezicht verzoenen met dit geschenk, dat voor
2 Lev 1:4 | aangenaam zij, om hem te verzoenen. ~
3 Lev 6:30 | om in het heiligdom te verzoenen, zal gegeten worden; het
4 Lev 16:20 | samenkomst, en het altaar te verzoenen, zo zal hij dien levenden
5 Lev 16:33 | hij het heilige heiligdom verzoenen, en de tent der samenkomst,
6 Lev 16:33 | samenkomst, en het altaar zal hij verzoenen; desgelijks voor de priesteren,
7 Deu 32:43 | tegenpartijen doen wederkeren, en verzoenen Zijn land en Zijn volk. ~
8 2Sa 21:3 | doen, en waarmede zal ik verzoenen, dat gij het erfdeel des
9 Spre 16:14| maar een wijs man zal die verzoenen. ~
10 Jes 47:11 | hetwelk gij niet zult kunnen verzoenen; want er zal snellijk een
11 Eze 43:20 | ontzondigen, en het verzoenen. ~
12 Eze 43:26 | dagen zullen zij het altaar verzoenen, en het reinigen, en zijn
13 Eze 45:20 | zult gijlieden het huis verzoenen. ~
14 Dan 9:24 | om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige
15 2Kor 5:20| Christus wege: laat u met God verzoenen. ~
16 Efez 2:16| met God in een lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap
17 Kol 1:20 | Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij
18 Heb 2:17 | om de zonden des volks te verzoenen. ~
|