Book Chapter: Verse
1 1Kro 28:1 | maanden des jaars; elke verdeling was vier en twintig duizend. ~
2 1Kro 28:2 | 2 Over de eerste verdeling in de eerste maand was Jasobam,
3 1Kro 28:2 | van Zabdiel; en in zijn verdeling waren er vier en twintig
4 1Kro 28:4 | 4 En over de verdeling in de tweede maand was Dodai,
5 1Kro 28:4 | de Ahohiet, en over zijn verdeling was Mikloth ook voorganger;
6 1Kro 28:4 | ook voorganger; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig
7 1Kro 28:5 | die was het hoofd; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig
8 1Kro 28:6 | de dertig; en over zijn verdeling was Ammizabad, zijn zoon. ~
9 1Kro 28:7 | Zebadja, zijn zoon; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig
10 1Kro 28:8 | Jizrahiet, de overste; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig
11 1Kro 28:9 | Ikkes, de Thekoiet; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig
12 1Kro 28:10| kinderen van Efraim; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig
13 1Kro 28:11| van de Zerahieten; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig
14 1Kro 28:12| de Benjaminieten; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig
15 1Kro 28:13| van de Zerahieten; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig
16 1Kro 28:14| kinderen van Efraim; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig
17 1Kro 28:15| Nethofathiet, van Othniel; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig
18 Heb 4:12 | zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel, en des geestes,
|